Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering door de Belastingdienst van die wet- en regelgeving dragen bij aan de bereidheid van burgers en bedrijven om hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).
Onder ‘compliance’ verstaat de Belastingdienst dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke fiscale verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst structureel uit zichzelf na te komen. De term ‘bereidheid’ geeft aan dat de Belastingdienst ernaar streeft dat belastingplichtigen uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Als burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen, dan komt belastinggeld de staatskas binnen zoals de wetgever beoogt.
De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:
– het te voeren fiscale beleid;
– het opstellen van fiscale wet- en regelgeving;
– het internationaal behartigen van de Nederlandse fiscale belangen.
De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van:
– de heffing en inning van de rijksbelastingen;
– de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;
– de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverzekeringswet;
– de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen;
– handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.
Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 voert de Belastingdienst de heffing en inning van de rijksbelastingen uit. Op grond van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten voert de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) de handhavingstaken uit op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.
De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, naleving van wet- en regelgeving door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.
In het beleidsverslag zijn de beleidsresultaten van de Belastingdienst over 2023 geschetst. De Belastingdienst heeft resultaten geboekt in de verdere verbetering van de dienstverlening naar burgers en bedrijven. Dit langs de strategische prioriteiten: snelle, betrouwbare en zorgvuldige behandeling, deskundige en persoonlijke ondersteuning en effectief toezicht en fraudebestrijding. Zo is bij de Stella-teams de capaciteit uitgebreid zodat meer casussen kunnen worden behandeld. In 2023 is het totaal aantal behandelde casussen met 24% gestegen. Andere voorbeelden zijn de verruiming van de openingstijden van balies en het experimenteren met vroegtijdig telefonisch contact en service-SMS voor jongeren om hen erop te attenderen dat zij aangifte moeten doen. In 2023 hebben we daarnaast verder gewerkt aan de hersteloperaties voor Box 3, Fraude Signalering Voorziening (FSV) en Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Het hersteltraject op het gebied van FSV is vergevorderd. De bereikbaarheid van de BelastingTelefoon is verbeterd, van 72,1% eind 2022 naar 81,5% eind 2023. Dit is nog wel onder de norm van >90%. Met de ingezette verbeteringen wordt gewerkt aan het verder verhogen van de bereikbaarheid. In onderdeel F2 «Belastingdienst» wordt gerapporteerd over de set kengetallen en prestatie-indicatoren.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 2.993.664 | 3.953.755 | 3.306.918 | 2.999.048 | 3.368.252 | 3.059.245 | 309.007 |
Uitgaven (1) + (2) | 3.061.677 | 3.365.827 | 3.187.436 | 3.021.421 | 3.345.265 | 3.197.340 | 147.925 |
(1) Apparaatsuitgaven | 2.531.436 | 2.740.198 | 2.639.201 | 2.849.335 | 3.192.726 | 3.052.054 | 140.672 |
waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland | 13.879 | 12.216 | 14.347 | 16.432 | 18.080 | 14.000 | 4.080 |
Personele uitgaven | 2.197.950 | 2.373.850 | 2.280.487 | 2.502.305 | 2.767.335 | 2.570.785 | 196.550 |
Eigen personeel | 1.916.735 | 2.034.329 | 1.921.276 | 2.081.292 | 2.272.572 | 2.172.136 | 100.436 |
Inhuur externen | 272.715 | 332.656 | 352.864 | 414.481 | 481.069 | 390.698 | 90.371 |
Overig Personeel | 8.501 | 6.865 | 6.347 | 6.532 | 13.694 | 7.951 | 5.743 |
Materiële uitgaven | 333.485 | 366.348 | 358.714 | 347.030 | 425.391 | 481.269 | ‒ 55.878 |
ICT | 14.165 | 19.830 | 18.589 | 39.852 | 33.785 | 27.509 | 6.276 |
Bijdrage aan SSO's | 213.648 | 217.865 | 236.235 | 234.938 | 288.822 | 362.591 | ‒ 73.769 |
Overig materieel | 105.672 | 128.653 | 103.890 | 72.240 | 102.784 | 91.169 | 11.615 |
(2) Programma-uitgaven | 530.241 | 625.630 | 548.235 | 172.086 | 152.539 | 145.286 | 7.253 |
Bekostiging | 9.378 | 41.116 | 1.103 | 0 | 0 | 3.251 | ‒ 3.251 |
Vergoeding proceskosten | 9.378 | 41.116 | 1.103 | 0 | 0 | 3.251 | ‒ 3.251 |
Garanties | 156 | 209 | 68 | 179 | 134 | 171 | ‒ 37 |
Garantie procesrisico's | 156 | 209 | 68 | 179 | 134 | 171 | ‒ 37 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 15.697 | 17.632 | 15.930 | 17.217 | 15.151 | 14.991 | 160 |
Waarderingskamer | 2.011 | 2.017 | 2.349 | 2.381 | 2.403 | 2.446 | ‒ 43 |
Kadaster | 9 | 1.972 | 2.432 | 2.745 | 2.007 | 2.849 | ‒ 842 |
Kamer van Koophandel | 4.141 | 2.009 | 131 | 88 | 119 | 339 | ‒ 220 |
Overige bijdrage ZBO's/RWT's | 9.537 | 11.635 | 11.019 | 12.002 | 10.622 | 9.357 | 1.265 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 8.089 | 7.766 | 5.989 | 4.617 | 2.637 | 478 | 2.159 |
Internationale Douaneraad | 168 | 232 | 280 | 254 | 264 | 185 | 79 |
Overige internationale organisaties | 7.921 | 7.534 | 5.709 | 4.363 | 2.373 | 293 | 2.080 |
Opdrachten | 267.513 | 339.204 | 327.870 | 346.834 | 378.004 | 372.952 | 5.052 |
ICT opdrachten | 216.681 | 285.510 | 266.114 | 284.887 | 316.886 | 302.643 | 14.243 |
Overige opdrachten | 50.833 | 53.694 | 61.756 | 61.947 | 61.118 | 70.309 | ‒ 9.191 |
Bijdrage agentschappen | 118.097 | 94.896 | 91.137 | 64.723 | 19.188 | 4.722 | 14.466 |
Bijdrage Logius | 112.999 | 89.106 | 86.271 | 60.760 | 3.550 | 3.323 | 227 |
Bijdrage CIBG | 338 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage overige agentschappen | 4.760 | 5.790 | 4.865 | 3.963 | 15.638 | 1.399 | 14.239 |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 10.786 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 10.786 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
(Schade)vergoeding | 0 | 0 | 7.433 | 16.964 | 18.165 | 28.899 | ‒ 10.734 |
(Schade)vergoedingen | 0 | 0 | 7.433 | 12.590 | 12.657 | 28.899 | ‒ 16.242 |
Vergoeding proceskosten | 0 | 0 | 0 | 4.374 | 5.509 | 0 | 5.509 |
Rente | 111.310 | 114.021 | 170.071 | 123.779 | 130.159 | 130.722 | ‒ 563 |
Belasting- en invorderingsrente | 111.310 | 114.021 | 170.071 | 123.779 | 130.159 | 130.722 | ‒ 563 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | ‒ 71.367 | ‒ 402.227 | ‒ 410.900 | ‒ 410.900 | 0 |
Toerekening uitgaven aan Douane | 0 | 0 | ‒ 71.367 | ‒ 194.545 | ‒ 203.543 | ‒ 203.543 | 0 |
Toerekening uitgaven aan Toeslagen | 0 | 0 | 0 | ‒ 207.682 | ‒ 207.357 | ‒ 207.357 | 0 |
Ontvangsten (3) + (4) | 157.215.788 | 145.836.034 | 166.431.153 | 179.397.468 | 215.182.901 | 196.089.253 | 19.093.648 |
(3) Programma-ontvangsten | 157.057.332 | 145.759.431 | 166.317.485 | 179.297.948 | 215.070.349 | 196.003.347 | 19.067.002 |
waarvan: Belastingontvangsten | 155.984.044 | 144.993.687 | 165.268.171 | 178.430.089 | 213.727.442 | 195.188.311 | 18.539.131 |
Bekostiging | 242.970 | 142.914 | 36.607 | 72.662 | 233.069 | 145.176 | 87.893 |
Doorbelasten kosten vervolging | 242.970 | 142.914 | 36.607 | 72.662 | 233.069 | 145.176 | 87.893 |
Rente | 601.114 | 468.180 | 798.814 | 581.851 | 848.905 | 482.668 | 366.237 |
Belasting- en invorderingsrente | 601.114 | 468.180 | 798.814 | 581.851 | 848.905 | 482.668 | 366.237 |
Boetes en schikkingen | 229.203 | 154.651 | 213.894 | 213.346 | 260.934 | 187.192 | 73.742 |
Ontvangsten boetes en schikkingen | 229.203 | 154.651 | 213.894 | 213.346 | 260.934 | 187.192 | 73.742 |
(4) Apparaatsontvangsten | 158.456 | 76.603 | 113.667 | 99.520 | 112.552 | 85.906 | 26.646 |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 2.993.664 | 3.953.755 | 3.306.918 | 2.999.048 | 3.368.252 | 3.059.245 | 309.007 |
waarvan garantieverplichtingen: | 115 | 47 | 277 | 154 | ‒ 167 | 326 | ‒ 493 |
Procesrisico's | 115 | 47 | 277 | 154 | ‒ 167 | 326 | ‒ 493 |
waarvan overige verplichtingen: | 2.993.549 | 3.953.708 | 3.306.641 | 2.998.894 | 3.368.420 | 3.058.919 | 309.501 |
Verplichtingen
De aangegane verplichtingen in 2023 vallen € 309 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Dit hangt voor een deel samen met de hogere uitgaven (€ 148 mln.). Dit deel wordt toegelicht onder 'Uitgaven'.
De belangrijkste overige wijzigingen die bij de verplichtingen zijn opgetreden (per saldo € 161 mln.) betreffen:
– Circa € 80 mln. meer aangegane verplichtingen voor meerjarige ICT-contracten.
– Circa € 30 mln. meer aangegane verplichtingen ten behoeve van het afsluiten van inhuurcontracten bij bijvoorbeeld de BelastingTelefoon en de IV-organisatie die in 2023 zijn afgesloten voor 2024.
– Een aantal technische boekingen ter hoogte van € 60 mln. in verband met een andere wijze van registreren van meerjarige verplichtingen conform de rijksbegrotingsvoorschriften.
Uitgaven
De uitgaven zijn in totaal € 148 mln. hoger dan begroot. De belangrijkste oorzaken van de hogere uitgaven worden hieronder vermeld.
Personele uitgaven
De personele uitgaven vallen per saldo € 197 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot. De uitgaven aan eigen personeel zijn € 100 mln. hoger, met name door stijgende loonkosten. De uitgaven aan externe inhuur zijn € 90 mln. hoger uitgevallen. In 2023 is er extra personeel ingehuurd ten behoeve van de IV-organisatie, de hersteloperatie Toeslagen (waarvoor ook de Belastingdienst werkzaamheden verricht), de hersteloperatie rond de Fraudesignaleringsvoorziening en om de onderbezetting op te kunnen vangen. Ook zijn de kosten van inhuur gestegen.
Materiële uitgaven
De materiële uitgaven vallen per saldo € 56 mln. lager uit. Een deel van het beschikbare budget is overgeheveld naar het personele budget (€ 20 mln.). Dit betreft bedrijfsvoeringskosten die niet onder materiële uitgaven - waar deze gereserveerd stonden - maar onder personele uitgaven vallen. Het overige deel betreft onderbesteding bij verschillende onderdelen van de Belastingdienst, bijvoorbeeld vanwege vertraging in huisvestingstrajecten.
Bijdrage aan agentschappen
De bijdrage aan agentschappen in 2023 is € 14 mln. hoger uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Dit komt omdat de realisatie van verschillende uitgaven conform de Rijksbegrotingsvoorschriften administratief is verschoven van «overige opdrachten» naar "bijdrage overige agentschappen". Het gaat hier bijvoorbeeld om de bijdrage aan Dienst Publiek en Communicatie, Binnenwerk (O&P Rijk) en Domeinen Roerende Zaken.
(Schade)vergoeding
De schadevergoedingen zijn € 11 mln. lager dan oorspronkelijk begroot. Dit heeft te maken met de compensatiemiddelen voor het tegemoetkomingsbeleid Fraude Signalering Voorziening (FSV) en Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Een deel van de compensatie vergt nieuwe wetgeving, waarmee de uitbetaling naar achteren is geschoven in de tijd. Hiervoor waren in een eerder stadium middelen gereserveerd voor 2023.
Ontvangsten
Belastingontvangsten
Voor een toelichting op de belastingontvangsten, zie het Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (FJR), hoofdstuk 2.2 "De ontwikkeling van de inkomsten". Tabel 2 in bijlage 3 "De belasting- en premieontvangsten in 2023" van het FJR bevat een uitsplitsing van de belastingontvangsten.
Onderstaande tabel geeft een toelichting op de belastingontvangsten die op artikel 1 worden verantwoord. Van het totaal van de door de Belastingdienst en Douane geïnde belastingontvangsten van € 263,2 mld. worden de ontvangsten afgetrokken die ten behoeve van het Gemeentefonds, het Provinciefonds en het BES-Fonds worden afgezonderd, op grond van de Financiële-verhoudingswet en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Tevens wordt het BTW-Compensatiefonds gevoed vanuit de belastingontvangsten. Het resterende bedrag van € 213,7 mld. wordt als belastingontvangsten verantwoord op artikel 1 van de Financiënbegroting.
Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten | 192.006.467 | 184.648.953 | 206.556.737 | 225.139.893 | 263.188.044 |
– /– Afdracht Gemeentefonds | 30.147.959 | 33.436.400 | 35.028.122 | 39.981.437 | 42.204.703 |
– /– Afdracht Provinciefonds | 2.407.659 | 2.602.954 | 2.541.945 | 2.843.510 | 3.130.354 |
– /– Afdracht BES-fonds | 44.316 | 51.304 | 51.708 | 67.091 | 87.850 |
– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds | 3.422.490 | 3.564.608 | 3.666.793 | 3.817.766 | 4.037.695 |
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen | 155.984.044 | 144.993.687 | 165.268.171 | 178.430.089 | 213.727.442 |
Bekostiging
De ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten (aanmaningen, dwangbevelen, beslaglegging etc.) zijn € 88 mln. hoger uitgevallen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Tijdens de coronacrisis werd een groot deel van de invorderingsmaatregelen stilgelegd en lagen de ontvangsten fors lager. De ontvangsten hebben in 2023 het oude niveau van voor 2020 bereikt.
Rente
De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn € 366 mln. hoger dan geraamd in de oorspronkelijke begroting. Het grootste deel betreft belastingrente over vennootschapsbelasting en vervolgens belastingrente over inkomstenbelasting. De hogere belastingontvangsten hebben met name betrekking op belastingjaar 2021. De winsten en inkomsten in dit jaar zijn dankzij herstel van de economie hoger uitgevallen dan eerder was ingeschat. Verder zijn ook de ontvangsten aan invorderingsrente over coronaschulden hoger uitgevallen dan begroot.
Boetes en schikkingen
De ontvangsten uit boetes en schikkingen zijn € 74 mln. hoger dan oorspronkelijk geraamd. De effecten van de coronacrisis op deze ontvangsten waren van kortere duur dan eerder aangenomen. De ontvangsten in 2023 zijn zelfs hoger dan in de jaren voor corona.
Apparaatsontvangsten
De apparaatsontvangsten vallen € 27 mln. hoger uit dan begroot. Er zijn meer ontvangsten vanuit het UWV die zijn gerelateerd aan de Ziektewet en ontvangen transitievergoedingen. Daarnaast zijn er extra ontvangsten vanuit het leveren van extra facilitaire diensten aan verschillende afnemers. Ook zijn er extra ontvangsten ontstaan vanuit detachering van personeel.
Genereren van inkomsten – fiscale wet- en regelgeving
Het genereren van inkomsten ten behoeve van uitgaven voor de rijksbelastingen, de sociale fondsen en de zorgverzekeringen door middel van het ontwikkelen van solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving die ook in internationale context werkbaar is.
Algemeen
De inkomsten uit rijksbelastingen zijn van groot belang om de uitgaven van de overheid te financieren. Naast het realiseren van deze financiering wordt fiscale regelgeving zo ingericht dat het bepaalde doelen stimuleert, zoals werkgelegenheid en klimaatvriendelijk gedrag. Maar het is ook ingericht om bepaald gedrag te ontmoedigen, zoals roken en milieuvervuiling. Elk jaar wordt een pakket Belastingplan ingediend met aanpassingen op het gebied van de fiscaliteit voor het volgende jaar en daarna. Daarnaast zijn er in 2023 een aantal aparte wetsvoorstellen ingediend. Tot slot zijn er op het gebied van internationale beleidsontwikkeling belangrijke stappen gezet.
Belastingplanpakket
Het pakket Belastingplan 202326 omvatte zeven wetsvoorstellen met circa 45 maatregelen op onderwerpen zoals het inkomensbeleid, belastingontwijking, stimulering van emissievrij rijden, vermogensbelasting en compensatie van de sterk gestegen energieprijzen. Het pakket Belastingplan 2023 is op 10 november 2022 aangenomen door de Tweede Kamer en op 20 december 2022 door de Eerste Kamer.
Fiscale verzamelwet
Naast het Belastingplanpakket wordt ieder jaar ook een Fiscale Verzamelwet opgesteld. Hierin worden doorgaans technische wijzigingen met kleine of geen budgettaire gevolgen opgenomen. De Fiscale Verzamelwet 202327 is door beide Kamers aangenomen.
Losse wetsvoorstellen
Na het kerstarrest van de Hoge Raad over box 3 zijn in korte tijd twee wetsvoorstellen tot stand gekomen: één om de periode tot invoering van een nieuw stelsel te overbruggen en één om burgers die daar recht op hadden te compenseren. Deze wetsvoorstellen zijn als onderdeel van het Belastingplanpakket 2023 aangenomen door beide Kamers.
De oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende stijging van de energieprijzen hebben ook op fiscaal terrein hun weerslag gehad. Zo is in de inmiddels aangenomen Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage28 geregeld dat overwinsten in de fossiele sector extra belast worden. De opbrengsten van deze maatregel zijn ingezet voor fiscale en niet-fiscale steunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die kampen met hoge energieprijzen.
De verdeling van vermogen was een ander onderwerp dat, mede door de publicatie van het IBO vermogensverdeling, een prominente rol speelde. De Wet excessief lenen van de eigen vennootschap29 is een van de maatregelen die, door te zorgen voor effectievere belastingheffing in box 2, bijdraagt aan een eerlijkere vermogensverdeling. Ook werden andere maatregelen op dit terrein genomen, zoals het verhogen van het laag VpB-tarief, de introductie van twee schijven in box 2 en het afschaffen van de schenkingsvrijstelling van de eigen woning.
Ook is de Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie aangenomen.30 Hiermee worden onder andere digitale platformen verplicht gesteld om jaarlijks informatie aan te leveren aan de Belastingdienst over burgers die inkomsten verkrijgen via hun platforms. Ook voorziet de wet in een systeem van automatische informatie-uitwisseling tussen de belastingdiensten van EU-lidstaten.
Tot slot is er op internationaal en Europees niveau vooruitgang geboekt met betrekking tot Pijler 2. Op 1 juli 2021 is er tussen meer dan 130 landen een akkoord op hoofdlijnen bereikt over het moderniseren van het internationale belastingsysteem op basis van 2 pijlers. Pijler 2 ziet op een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing. Op 15 december 2022 is dit akkoord definitief bekrachtigd door alle EU-lidstaten. Dit gaf Nederland de ruimte om over te gaan tot het omzetten van de Pijler 2-richtlijn in nationale wetgeving. Het kabinet heeft in mei 2023 hiertoe een wetsvoorstel ingediend.
Doelen en prestatie-indicatoren
De set prestatie-indicatoren sluit aan bij de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van de Belastingdienst. Op die manier zijn prestatie-indicatoren een uiting van de strategie van de organisatie en kan, in lijn met de strategie, gestuurd worden op resultaten en effecten.
De set is als volgt opgebouwd:
– Kengetallen verdeeld naar de vier compliancefactoren:
• Juiste registratie;
• Tijdige aangifte;
• Juiste en volledige aangifte;
• Tijdige betaling.
– Daarnaast rapporteren we de belastingmoraal en het vertrouwen in de Belastingdienst op een schaal van 1 t/m 5.
– Belevingsindicatoren en objectieve prestatie-indicatoren op de volgende vier tussendoelen van compliance:
• Een adequate behandeling (juist, tijdig, proportioneel);
• Effectief informeren over rechten en plichten;
• Het nakomen van verplichtingen zo makkelijk mogelijk maken (gemak);
• Op gepaste wijze corrigerend optreden bij niet-naleving.
Op ieder tussendoel is een belevingsindicator geformuleerd die de ervaring van burgers en bedrijven met betrekking tot de tussendoelen van de Belastingdienst inzichtelijk maakt. Met de belevingsindicatoren brengt de Belastingdienst in kaart hoe burgers en bedrijven de tussendoelen beoordelen.
Bij de prestatie-indicatoren lichten wij de indicatoren toe die negatief afwijken van de streefwaarde. Voor enkele indicatoren waren overigens in de Begroting 2023 nog geen streefwaarden opgenomen; dan is in dit Jaarverslag de streefwaarde ‘nog niet bekend’ (n.n.b.) opgenomen.
Waarde 2019 | Waarde 2020 | Waarde 2021 | Waarde 2022 | Waarde 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Belastingmoraal (schaal 1 - 5) | |||||
- Particulieren | ‒ | ‒ | 4,1 | 4,0 | 4,1 |
- Midden en Kleinbedrijf | ‒ | ‒ | 4,4 | 4,3 | 4,4 |
- Grote Ondernemingen | ‒ | ‒ | 4,4 | 4,4 | 4,4 |
- Fiscaal Dienstverleners | ‒ | ‒ | 4,4 | 4,4 | 4,4 |
Vertrouwen in de belastingdienst (schaal 1 - 5) | |||||
- Particulieren | ‒ | ‒ | 3,2 | 3,1 | 3,1 |
- Midden en Kleinbedrijf | ‒ | ‒ | 3,3 | 3,2 | 3,5 |
- Grote Ondernemingen | ‒ | ‒ | 3,4 | 3,4 | 3,5 |
- Fiscaal Dienstverleners | ‒ | ‒ | 3,3 | 3,2 | 3,4 |
Juiste registratie | ‒ | ‒ | ‒ | 96,7% | 98,2% |
Percentage tijdige aangiften vennootschapsbelasting1 | 91,9% | 92,4% | 86,5% | 86,6% | 86,9% |
Percentage tijdige aangiften inkomensheffing1 | 91,9% | 92,4% | 92,6% | 90,9% | 91,5% |
Percentage tijdige aangiften omzetbelasting | 95,6% | 95,0% | 95,1% | 95,0% | 95,6% |
Percentage tijdige aangiften loonheffingen | 99,1% | 99,0% | 99,0% | 98,9% | 98,8% |
Percentage tijdige aangiften erfbelasting | ‒ | ‒ | ‒ | 66,4% | 67,7% |
Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort Particulieren | n.v.t. | 0,5% | n.v.t. | 0,4% | n.v.t. |
Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort MKB | n.v.t. | n.v.t. | 4,3% | n.v.t.2 | n.v.t. |
Percentage van het nalevingstekort dat de Belastingdienst corrigeert bij burgers (IH)3 | ‒ | ‒ | 57,6% | 54,5% | 51,1% |
Percentage van het nalevingtekort dat de Belastingdienst corrigeert bij het MKB (IH, VpB, OB en LH)3 | ‒ | ‒ | 38,5%4 | 44,7% | 48,0% |
Percentage tijdige betaling van belastingen en premies | 98,5% | 98,5% | 99,3% | 98,5%5 | 98,7% |
Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics
Tot en met 2020 zijn de percentages voor tijdige aangiften VpB en IH gecombineerd gemeten. In de tabel zijn tot en met 2020 de gecombineerde waarden voor VpB en IH opgenomen. Vanaf 2021 zijn deze percentages separaat inzichtelijk gemaakt.
N.v.t. betekent dat in het gegeven jaar de prestatie-indicator niet is gemeten. De volgende meting zal plaatsvinden in 2024.
Naar aanleiding van de in de begroting 2021 aangekondigde evaluatie is besloten hieraan geen streefwaarde aan te verbinden. Om die reden is het kengetal in deze tabel opgenomen.
Adequate behandeling
De Belastingdienst geeft burgers en bedrijven een adequate behandeling (correct en passend).
Prestatie-indicator | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Streefwaarde 2023 | Realisatie 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Burgers en bedrijven geven aan dat ze adequate behandeling hebben gekregen (schaal 1 - 5) | ||||||
- Particulieren | ‒ | ‒ | 2,9 | 3,0 | 2,9 | 2,8 |
- Midden en Kleinbedrijf | ‒ | ‒ | 3,3 | 3,3 | 3,3 | 3,4 |
- Grote Ondernemingen | ‒ | ‒ | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,5 |
- Fiscaal Dienstverleners | ‒ | ‒ | 3,3 | 3,3 | 3,3 | 3,4 |
Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn1 | 68,0% | 79,3% | 85,1% | 86,0% | ≥ 90% | 76,7% |
Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn1 | 96,6% | 93,3% | 95,3% | 96,9% | ≥ 93% | 97,4% |
Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker | 97,4% | 97,4% | 95,6% | 89,8% | ≥ 90% | 87,1% |
Percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie | ‒ | ‒ | 93,7% | 98,6% | ≥ 95% | 98,3% |
Kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole | 87,0% | 87,4% | 89,3% | 89,9% | ≥ 87% | 91,1% |
Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd. | ‒ | ‒ | ‒ | 94,1% | > 85% | 95,0% |
Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics
De prestaties van de Belastingdienst op het gebied van adequate behandeling zijn hierboven weergegeven. De indicatoren afgehandelde klachten binnen Awb-termijn, percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie, kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole en percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd voldoen aan de norm. Overige indicatoren met belangrijke negatieve afwijkingen van de streeefwaarde worden hieronder toegelicht.
Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn
De doelstelling om 90% of meer van de afgedane bezwaren binnen de Awb-termijn te behandelen is niet gerealiseerd. De afwijking wordt met name verklaard door een overschrijding van de termijnen bij de inkomstenbelasting. Bij dit middel is sprake van een toename van de bezwaarschriften en verzoeken om ambtshalve vermindering, die voor het merendeel samenhangen met box 3. De hoge instroom heeft geleid tot stagnatie bij de start van het interne bezwaarproces. Inmiddels is de instroom sterk afgenomen. Er wordt extra capaciteit ingezet om de huidige voorraad bezwaren niet box 3 bij de inkomstenbelasting weg te werken. De box 3-bezwaren kunnen nog niet definitief worden afgedaan vanwege lopende rechtszaken rondom box 3. Een groot deel van de voorraad bezwaren op het gebied van inkomstenbelasting zijn echter reeds over de Awb-termijn. Daarom zal deze inhaalslag op korte termijn nog niet leiden tot een verbetering van het Awb-percentage.
Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker
Het percentage burgers en bedrijven dat tijdig wordt teruggebeld heeft de norm van ≥90% niet gehaald. Dit heeft voor een groot deel te maken met de overgang naar een nieuw gegevenssysteem eind 2022. In 2023 zijn verbeteringen in het systeem doorgevoerd en zijn medewerkers extra getraind in de omgang met het systeem. We blijven kijken naar verdere verbeteringen om de tijdigheid te waarborgen.
Effectief Informeren
De Belastingdienst informeert burgers en bedrijven effectief over hun rechten en plichten.
Prestatie-indicator | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Streefwaarde 2023 | Realisatie 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Burgers en bedrijven geven aan dat de Belastingdienst hen voldoende informeert (schaal 1 - 5) | ||||||
- Particulieren | ‒ | ‒ | 3,4 | 3,5 | 3,4 | 3,4 |
- Midden en Kleinbedrijf | ‒ | ‒ | 3,4 | 3,4 | 3,4 | 3,5 |
- Grote Ondernemingen | ‒ | ‒ | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,5 |
- Fiscaal Dienstverleners | ‒ | ‒ | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,6 |
Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist | 92,5% | 93,8% | 91,5% | 93,7% | > 95% | 92,4% |
Bereikbaarheid BelastingTelefoon | 85,0% | 87,9% | 90,3% | 72,1% | > 90% | 81,5% |
Bereikbaarheid Webcare | 79,0% | 71,2% | 80,7% | 54,8% | > 80% | 68,4% |
Klanttevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 3 of hoger scoort1 | ||||||
- Website | 84,6% | 85,5% | 83,8% | 80,6% | > 83% | 79,5% |
- Balie | 82,0% | 80,0% | 84,4% | 82,4% | > 80% | 88,0% |
- BelastingTelefoon | 75,6% | 80,5% | 81,7% | 68,8% | > 82% | 75,6% |
Klantontevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 1,5 of lager scoort1 | ||||||
- Website | 2,6% | 2,3% | 2,6% | 4,2% | < 6% | 4,6% |
- Balie | 6,3% | 6,2% | 4,7% | 4,8% | < 6% | 3,3% |
- BelastingTelefoon | 8,2% | 6,1% | 5,7% | 12,9% | < 9% | 8,4% |
Aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten | 190.963 | 179.211 | 176.434 | 198.733 | >188.000 | 217.162 |
Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics
De realisatiestanden over 2023 voor de burgers en bedrijven die aangeven dat de Belastingdienst hen voldoende informeert, zijn weergegeven. De indicatoren klanttevredenheid balie en klantontevredenheid website, balie, BelastingTelefoon en aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten voldoen aan de norm. De overige indicatoren worden hieronder toegelicht.
Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist
Deze indicator meet het aantal kwalitatief juiste antwoorden dat via de BelastingTelefoon gegeven wordt op vragen over de uitleg van wet- en regelgeving of vragen over proces en status. In juli 2023 is de meetmethodiek aangepast. Bij de nieuwe meetmethodiek wordt de kwaliteit van de antwoorden niet meer alleen beoordeeld op het juiste antwoord, maar wordt gemeten op drie componenten, namelijk: 1. correct, 2. compleet en 3. afgehandeld. Om een trendbreuk te voorkomen wordt bij de meting ten behoeve van het jaarverslag 2023 alleen gekeken naar de component correctheid. Uit de meting blijkt dat de score op correctheid achterblijft bij de niet geheel vergelijkbare streefwaarde voor 2023.
Bereikbaarheid BelastingTelefoon
De bereikbaarheid van de BelastingTelefoon is ten opzichte van 2022 verbeterd, van 72,1% naar 81,5%. Desondanks is de norm van >90% niet gehaald. Door wervingsproblemen in 2021 en 2022 ontstond een hoge werkdruk, wat leidde tot ziekteverzuim en verloop. De pool van informanten werd minder ervaren, waardoor de productiviteit daalde. Dit leidde ertoe dat de afgelopen jaren het aantal calls per fte aanzienlijk is gedaald. Onderliggend is dit te zien aan het aantal minuten per uur dat er effectief gebeld wordt, informanten moeten vaker navraag doen naar de juiste informatie (vraagbaak calls) en door het grote verloop is/was veel opleidingstijd nodig. Daarnaast zien we dat de gemiddelde afhandeltijd (AHT) al jaren stijgt, door toenemende complexiteit van problematiek. Om de bereikbaarheid voor de BelastingTelefoon te verhogen wordt ingezet op de productiviteit en efficiency, maar ook op het werven en behouden van ervaren medewerkers. Vanaf oktober 2023 heeft dit geleid tot een stijging van de bereikbaarheid. Er lopen hiernaast verschillende projecten om de BelastingTelefoon structureel te ontlasten, bijvoorbeeld door het verbeteren van de informatie op de website en begrijpelijkere brieven.
Bereikbaarheid Webcare
In verband met onderbezetting is de streefwaarde niet gehaald. Door werving van nieuwe medewerkers is eind 2023 een stijgende trend ingezet.
Klanttevredenheid Website
De klanttevredenheid van de website ligt met 79,5% enkele procentpunten onder de norm van 83%. De huidige meting in het kader van het Continu Klanttevredenheidsonderzoek (CKTO) biedt onvoldoende aanknopingspunten om de oorzaken hiervan te achterhalen. Er worden aanvullende metingen uitgevoerd, zodat duidelijker wordt over welke pagina's de burgers juist wel en niet tevreden zijn. Daarnaast lopen er meerdere initiatieven om de klanttevredenheid op de website te verbeteren.
Klanttevredenheid BelastingTelefoon
Ook de klanttevredenheid van de BelastingTelefoon scoort met 75,6% onder de norm van 82%. Dit lijkt met name te komen doordat de bereikbaarheid en wachttijd nog niet op het gewenste niveau zijn.
Gemak
De Belastingdienst streeft ernaar om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan fiscale verplichtingen.
Prestatie-indicator | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Streefwaarde 2023 | Realisatie 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Burgers en bedrijven geven aan dat ze gemak ervaren (schaal 1 - 5) | ||||||
- Particulieren | ‒ | ‒ | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,4 |
- Midden en Kleinbedrijf | ‒ | ‒ | 3,4 | 3,4 | 3,4 | 3,4 |
- Grote Ondernemingen | ‒ | ‒ | 3,3 | 3,4 | 3,3 | 3,3 |
- Fiscaal Dienstverleners | ‒ | ‒ | 3,5 | 3,5 | 3,5 | 3,4 |
Percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen | ‒ | ‒ | ‒ | 37,9% | ≥ 35% | 39,3% |
Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics
De realisatiestanden over 2023 voor de burgers en bedrijven die aangeven dat ze gemak ervaren zijn weergegeven. Het percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen voldoet aan de norm.
Corrigerend optreden
De Belastingdienst treedt op gepaste wijze corrigerend op bij niet-naleving.
Prestatie-indicator | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Streefwaarde 2023 | Realisatie 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Burgers en bedrijven geven aan dat zij corrigerend optreden ervaren (schaal 1 - 5) | ||||||
- Particulieren | ‒ | ‒ | 3,4 | 3,4 | 3,4 | 3,2 |
- Midden en Kleinbedrijf | ‒ | ‒ | 3,4 | 3,3 | 3,4 | 3,4 |
- Grote Ondernemingen | ‒ | ‒ | 3,3 | 3,3 | 3,3 | 3,3 |
- Fiscaal Dienstverleners | ‒ | ‒ | 3,2 | 3,2 | 3,2 | 3,3 |
Percentage processen verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie | 84,0% | 71,7% | 71,6% | 72,9% | > 82% | 86,9% |
Percentage opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken | 39,7% | 44,4% | 44,9% | 40,1% | > 40% | 45,7% |
Betalingsachterstand | 3,0% | 7,5% | 3,4% | 3,4% | ≤ 3,5% | 3,9% |
Percentage binnengekomen aangiften IH en VpB na herinnering of aanmaning (t-2) | ||||||
- IH | ‒ | ‒ | ‒ | 80,8% | n.n.b. | 83,6% |
- VpB | ‒ | ‒ | ‒ | 73,0% | n.n.b. | 72,6% |
Percentage binnengekomen aangiften IH en VpB na herinnering of aanmaning (t-1) | ||||||
- IH | ‒ | ‒ | ‒ | 70,0% | n.n.b. | 63,5% |
- VpB | ‒ | ‒ | ‒ | 45,5% | n.n.b. | 42,8% |
Inning invorderingsposten binnen een jaar | 58,7% | 53,8% | 41,1% | 38,1% | ≥ 55% | 43,0% |
Percentage oninbaarheid | 0,1% | 0,4% | 0,1% | 0,2%1 | < 0,6% | 0,2% |
Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics
De realisatiestanden over 2023 voor de burgers en bedrijven die aangeven corrigerend optreden te ervaren, zijn weergegeven. De indicatoren percentage processen-verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie, percentage van de opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken en het percentage oninbaarheid voldoen aan de norm. De overige indicatoren die afwijken van de norm worden hieronder toegelicht.
Betalingsachterstand
De betalingsachterstand was in 2023 met 3,9% hoger dan de norm van ≤3,5%. In najaar 2023 zijn bij ruim 34.000 ondernemers de betalingsregelingen corona (BRC) ingetrokken als gevolg van het niet voldoen aan de betalingsverplichtingen. De uitstaande bedragen bij deze ondernemers tellen mee in de betalingsachterstand, waardoor de norm in 2023 niet gehaald wordt.
Inning invorderingsposten binnen een jaar
Deze indicator toont het percentage van de niet tijdig betaalde vorderingen dat binnen een jaar toch wordt geïnd, als resultaat van de door de Belastingdienst ingezette invorderingsmaatregelen. De norm van ≥55% is met een score van 43,0% niet gerealiseerd. De vorderingen waar deze prestatie-indicator betrekking op heeft stammen uit 2022 en worden nog beïnvloed door uitstelregelingen rondom corona. Vanaf april 2022 is de invordering van de lopende verplichtingen weer gestart. In de loop van 2023 vertoont het percentage op deze prestatie-indicator een stijgende lijn.