Base description which applies to whole site

Artikel 1 Belastingen

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering door de Belastingdienst van die wet- en regelgeving dragen bij aan de bereidheid van burgers en bedrijven om hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

Onder ‘compliance’ verstaat de Belastingdienst dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke fiscale verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst structureel uit zichzelf na te komen. De term ‘bereidheid’ geeft aan dat de Belastingdienst ernaar streeft dat belastingplichtigen uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Als burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen, dan komt belastinggeld de staatskas binnen zoals de wetgever beoogt.

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:

  • het te voeren fiscale beleid;

  • het opstellen van fiscale wet- en regelgeving;

  • het internationaal behartigen van de Nederlandse fiscale belangen.

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van:

  • de heffing en inning van de rijksbelastingen;

  • de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;

  • de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverzekeringswet;

  • de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen;

  • handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 voert de Belastingdienst de heffing en inning van de rijksbelastingen uit. Op grond van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten voert de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) de handhavingstaken uit op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, naleving van wet- en regelgeving door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.

In het beleidsverslag zijn de beleidsresultaten van de Belastingdienst over 2023 geschetst. De Belastingdienst heeft resultaten geboekt in de verdere verbetering van de dienstverlening naar burgers en bedrijven. Dit langs de strategische prioriteiten: snelle, betrouwbare en zorgvuldige behandeling, deskundige en persoonlijke ondersteuning en effectief toezicht en fraudebestrijding. Zo is bij de Stella-teams de capaciteit uitgebreid zodat meer casussen kunnen worden behandeld. In 2023 is het totaal aantal behandelde casussen met 24% gestegen. Andere voorbeelden zijn de verruiming van de openingstijden van balies en het experimenteren met vroegtijdig telefonisch contact en service-SMS voor jongeren om hen erop te attenderen dat zij aangifte moeten doen. In 2023 hebben we daarnaast verder gewerkt aan de hersteloperaties voor Box 3, Fraude Signalering Voorziening (FSV) en Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Het hersteltraject op het gebied van FSV is vergevorderd. De bereikbaarheid van de BelastingTelefoon is verbeterd, van 72,1% eind 2022 naar 81,5% eind 2023. Dit is nog wel onder de norm van >90%. Met de ingezette verbeteringen wordt gewerkt aan het verder verhogen van de bereikbaarheid. In onderdeel F2 «Belastingdienst» wordt gerapporteerd over de set kengetallen en prestatie-indicatoren.

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

        

Verplichtingen

2.993.664

3.953.755

3.306.918

2.999.048

3.368.252

3.059.245

309.007

        

Uitgaven (1) + (2)

3.061.677

3.365.827

3.187.436

3.021.421

3.345.265

3.197.340

147.925

        

(1) Apparaatsuitgaven

2.531.436

2.740.198

2.639.201

2.849.335

3.192.726

3.052.054

140.672

waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland

13.879

12.216

14.347

16.432

18.080

14.000

4.080

        

Personele uitgaven

2.197.950

2.373.850

2.280.487

2.502.305

2.767.335

2.570.785

196.550

Eigen personeel

1.916.735

2.034.329

1.921.276

2.081.292

2.272.572

2.172.136

100.436

Inhuur externen

272.715

332.656

352.864

414.481

481.069

390.698

90.371

Overig Personeel

8.501

6.865

6.347

6.532

13.694

7.951

5.743

        

Materiële uitgaven

333.485

366.348

358.714

347.030

425.391

481.269

‒ 55.878

ICT

14.165

19.830

18.589

39.852

33.785

27.509

6.276

Bijdrage aan SSO's

213.648

217.865

236.235

234.938

288.822

362.591

‒ 73.769

Overig materieel

105.672

128.653

103.890

72.240

102.784

91.169

11.615

        

(2) Programma-uitgaven

530.241

625.630

548.235

172.086

152.539

145.286

7.253

        

Bekostiging

9.378

41.116

1.103

0

0

3.251

‒ 3.251

Vergoeding proceskosten

9.378

41.116

1.103

0

0

3.251

‒ 3.251

        

Garanties

156

209

68

179

134

171

‒ 37

Garantie procesrisico's

156

209

68

179

134

171

‒ 37

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.697

17.632

15.930

17.217

15.151

14.991

160

Waarderingskamer

2.011

2.017

2.349

2.381

2.403

2.446

‒ 43

Kadaster

9

1.972

2.432

2.745

2.007

2.849

‒ 842

Kamer van Koophandel

4.141

2.009

131

88

119

339

‒ 220

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

9.537

11.635

11.019

12.002

10.622

9.357

1.265

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

8.089

7.766

5.989

4.617

2.637

478

2.159

Internationale Douaneraad

168

232

280

254

264

185

79

Overige internationale organisaties

7.921

7.534

5.709

4.363

2.373

293

2.080

        

Opdrachten

267.513

339.204

327.870

346.834

378.004

372.952

5.052

ICT opdrachten

216.681

285.510

266.114

284.887

316.886

302.643

14.243

Overige opdrachten

50.833

53.694

61.756

61.947

61.118

70.309

‒ 9.191

        

Bijdrage agentschappen

118.097

94.896

91.137

64.723

19.188

4.722

14.466

Bijdrage Logius

112.999

89.106

86.271

60.760

3.550

3.323

227

Bijdrage CIBG

338

0

0

0

0

0

0

Bijdrage overige agentschappen

4.760

5.790

4.865

3.963

15.638

1.399

14.239

        

Bijdrage aan medeoverheden

0

10.786

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

10.786

0

0

0

0

0

        

(Schade)vergoeding

0

0

7.433

16.964

18.165

28.899

‒ 10.734

(Schade)vergoedingen

0

0

7.433

12.590

12.657

28.899

‒ 16.242

Vergoeding proceskosten

0

0

0

4.374

5.509

0

5.509

        

Rente

111.310

114.021

170.071

123.779

130.159

130.722

‒ 563

Belasting- en invorderingsrente

111.310

114.021

170.071

123.779

130.159

130.722

‒ 563

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

‒ 71.367

‒ 402.227

‒ 410.900

‒ 410.900

0

Toerekening uitgaven aan Douane

0

0

‒ 71.367

‒ 194.545

‒ 203.543

‒ 203.543

0

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

0

0

0

‒ 207.682

‒ 207.357

‒ 207.357

0

        

Ontvangsten (3) + (4)

157.215.788

145.836.034

166.431.153

179.397.468

215.182.901

196.089.253

19.093.648

        

(3) Programma-ontvangsten

157.057.332

145.759.431

166.317.485

179.297.948

215.070.349

196.003.347

19.067.002

waarvan: Belastingontvangsten

155.984.044

144.993.687

165.268.171

178.430.089

213.727.442

195.188.311

18.539.131

        

Bekostiging

242.970

142.914

36.607

72.662

233.069

145.176

87.893

Doorbelasten kosten vervolging

242.970

142.914

36.607

72.662

233.069

145.176

87.893

        

Rente

601.114

468.180

798.814

581.851

848.905

482.668

366.237

Belasting- en invorderingsrente

601.114

468.180

798.814

581.851

848.905

482.668

366.237

        

Boetes en schikkingen

229.203

154.651

213.894

213.346

260.934

187.192

73.742

Ontvangsten boetes en schikkingen

229.203

154.651

213.894

213.346

260.934

187.192

73.742

        

(4) Apparaatsontvangsten

158.456

76.603

113.667

99.520

112.552

85.906

26.646

Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

2.993.664

3.953.755

3.306.918

2.999.048

3.368.252

3.059.245

309.007

waarvan garantieverplichtingen:

115

47

277

154

‒ 167

326

‒ 493

Procesrisico's

115

47

277

154

‒ 167

326

‒ 493

        

waarvan overige verplichtingen:

2.993.549

3.953.708

3.306.641

2.998.894

3.368.420

3.058.919

309.501

Verplichtingen

De aangegane verplichtingen in 2023 vallen € 309 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot. Dit hangt voor een deel samen met de hogere uitgaven (€ 148 mln.). Dit deel wordt toegelicht onder 'Uitgaven'.

De belangrijkste overige wijzigingen die bij de verplichtingen zijn opgetreden (per saldo € 161 mln.) betreffen:

  • Circa € 80 mln. meer aangegane verplichtingen voor meerjarige ICT-contracten.

  • Circa € 30 mln. meer aangegane verplichtingen ten behoeve van het afsluiten van inhuurcontracten bij bijvoorbeeld de BelastingTelefoon en de IV-organisatie die in 2023 zijn afgesloten voor 2024.

  • Een aantal technische boekingen ter hoogte van € 60 mln. in verband met een andere wijze van registreren van meerjarige verplichtingen conform de rijksbegrotingsvoorschriften.

Uitgaven

De uitgaven zijn in totaal € 148 mln. hoger dan begroot. De belangrijkste oorzaken van de hogere uitgaven worden hieronder vermeld.

Personele uitgaven

De personele uitgaven vallen per saldo € 197 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot. De uitgaven aan eigen personeel zijn € 100 mln. hoger, met name door stijgende loonkosten. De uitgaven aan externe inhuur zijn € 90 mln. hoger uitgevallen. In 2023 is er extra personeel ingehuurd ten behoeve van de IV-organisatie, de hersteloperatie Toeslagen (waarvoor ook de Belastingdienst werkzaamheden verricht), de hersteloperatie rond de Fraudesignaleringsvoorziening en om de onderbezetting op te kunnen vangen. Ook zijn de kosten van inhuur gestegen.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven vallen per saldo € 56 mln. lager uit. Een deel van het beschikbare budget is overgeheveld naar het personele budget (€ 20 mln.). Dit betreft bedrijfsvoeringskosten die niet onder materiële uitgaven - waar deze gereserveerd stonden - maar onder personele uitgaven vallen. Het overige deel betreft onderbesteding bij verschillende onderdelen van de Belastingdienst, bijvoorbeeld vanwege vertraging in huisvestingstrajecten.

Bijdrage aan agentschappen

De bijdrage aan agentschappen in 2023 is € 14 mln. hoger uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Dit komt omdat de realisatie van verschillende uitgaven conform de Rijksbegrotingsvoorschriften administratief is verschoven van «overige opdrachten» naar "bijdrage overige agentschappen". Het gaat hier bijvoorbeeld om de bijdrage aan Dienst Publiek en Communicatie, Binnenwerk (O&P Rijk) en Domeinen Roerende Zaken.

(Schade)vergoeding

De schadevergoedingen zijn € 11 mln. lager dan oorspronkelijk begroot. Dit heeft te maken met de compensatiemiddelen voor het tegemoetkomingsbeleid Fraude Signalering Voorziening (FSV) en Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Een deel van de compensatie vergt nieuwe wetgeving, waarmee de uitbetaling naar achteren is geschoven in de tijd. Hiervoor waren in een eerder stadium middelen gereserveerd voor 2023.

Ontvangsten

Belastingontvangsten

Voor een toelichting op de belastingontvangsten, zie het Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (FJR), hoofdstuk 2.2 "De ontwikkeling van de inkomsten". Tabel 2 in bijlage 3 "De belasting- en premieontvangsten in 2023" van het FJR bevat een uitsplitsing van de belastingontvangsten.

Onderstaande tabel geeft een toelichting op de belastingontvangsten die op artikel 1 worden verantwoord. Van het totaal van de door de Belastingdienst en Douane geïnde belastingontvangsten van € 263,2 mld. worden de ontvangsten afgetrokken die ten behoeve van het Gemeentefonds, het Provinciefonds en het BES-Fonds worden afgezonderd, op grond van de Financiële-verhoudingswet en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Tevens wordt het BTW-Compensatiefonds gevoed vanuit de belastingontvangsten. Het resterende bedrag van € 213,7 mld. wordt als belastingontvangsten verantwoord op artikel 1 van de Financiënbegroting.

Tabel 12 Belastingontvangsten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Totaal belastingontvangsten

192.006.467

184.648.953

206.556.737

225.139.893

263.188.044

– /– Afdracht Gemeentefonds

30.147.959

33.436.400

35.028.122

39.981.437

42.204.703

– /– Afdracht Provinciefonds

2.407.659

2.602.954

2.541.945

2.843.510

3.130.354

– /– Afdracht BES-fonds

44.316

51.304

51.708

67.091

87.850

– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.422.490

3.564.608

3.666.793

3.817.766

4.037.695

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

155.984.044

144.993.687

165.268.171

178.430.089

213.727.442

Bekostiging

De ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten (aanmaningen, dwangbevelen, beslaglegging etc.) zijn € 88 mln. hoger uitgevallen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Tijdens de coronacrisis werd een groot deel van de invorderingsmaatregelen stilgelegd en lagen de ontvangsten fors lager. De ontvangsten hebben in 2023 het oude niveau van voor 2020 bereikt.

Rente

De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn € 366 mln. hoger dan geraamd in de oorspronkelijke begroting. Het grootste deel betreft belastingrente over vennootschapsbelasting en vervolgens belastingrente over inkomstenbelasting. De hogere belastingontvangsten hebben met name betrekking op belastingjaar 2021. De winsten en inkomsten in dit jaar zijn dankzij herstel van de economie hoger uitgevallen dan eerder was ingeschat. Verder zijn ook de ontvangsten aan invorderingsrente over coronaschulden hoger uitgevallen dan begroot.

Boetes en schikkingen

De ontvangsten uit boetes en schikkingen zijn € 74 mln. hoger dan oorspronkelijk geraamd. De effecten van de coronacrisis op deze ontvangsten waren van kortere duur dan eerder aangenomen. De ontvangsten in 2023 zijn zelfs hoger dan in de jaren voor corona.

Apparaatsontvangsten

De apparaatsontvangsten vallen € 27 mln. hoger uit dan begroot. Er zijn meer ontvangsten vanuit het UWV die zijn gerelateerd aan de Ziektewet en ontvangen transitievergoedingen. Daarnaast zijn er extra ontvangsten vanuit het leveren van extra facilitaire diensten aan verschillende afnemers. Ook zijn er extra ontvangsten ontstaan vanuit detachering van personeel.

Genereren van inkomsten – fiscale wet- en regelgeving

Het genereren van inkomsten ten behoeve van uitgaven voor de rijksbelastingen, de sociale fondsen en de zorgverzekeringen door middel van het ontwikkelen van solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving die ook in internationale context werkbaar is.

Algemeen

De inkomsten uit rijksbelastingen zijn van groot belang om de uitgaven van de overheid te financieren. Naast het realiseren van deze financiering wordt fiscale regelgeving zo ingericht dat het bepaalde doelen stimuleert, zoals werkgelegenheid en klimaatvriendelijk gedrag. Maar het is ook ingericht om bepaald gedrag te ontmoedigen, zoals roken en milieuvervuiling. Elk jaar wordt een pakket Belastingplan ingediend met aanpassingen op het gebied van de fiscaliteit voor het volgende jaar en daarna. Daarnaast zijn er in 2023 een aantal aparte wetsvoorstellen ingediend. Tot slot zijn er op het gebied van internationale beleidsontwikkeling belangrijke stappen gezet.

Belastingplanpakket

Het pakket Belastingplan 202326 omvatte zeven wetsvoorstellen met circa 45 maatregelen op onderwerpen zoals het inkomensbeleid, belastingontwijking, stimulering van emissievrij rijden, vermogensbelasting en compensatie van de sterk gestegen energieprijzen. Het pakket Belastingplan 2023 is op 10 november 2022 aangenomen door de Tweede Kamer en op 20 december 2022 door de Eerste Kamer.

Fiscale verzamelwet

Naast het Belastingplanpakket wordt ieder jaar ook een Fiscale Verzamelwet opgesteld. Hierin worden doorgaans technische wijzigingen met kleine of geen budgettaire gevolgen opgenomen. De Fiscale Verzamelwet 202327 is door beide Kamers aangenomen.

Losse wetsvoorstellen

Na het kerstarrest van de Hoge Raad over box 3 zijn in korte tijd twee wetsvoorstellen tot stand gekomen: één om de periode tot invoering van een nieuw stelsel te overbruggen en één om burgers die daar recht op hadden te compenseren. Deze wetsvoorstellen zijn als onderdeel van het Belastingplanpakket 2023 aangenomen door beide Kamers.

De oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende stijging van de energieprijzen hebben ook op fiscaal terrein hun weerslag gehad. Zo is in de inmiddels aangenomen Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage28 geregeld dat overwinsten in de fossiele sector extra belast worden. De opbrengsten van deze maatregel zijn ingezet voor fiscale en niet-fiscale steunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die kampen met hoge energieprijzen.

De verdeling van vermogen was een ander onderwerp dat, mede door de publicatie van het IBO vermogensverdeling, een prominente rol speelde. De Wet excessief lenen van de eigen vennootschap29 is een van de maatregelen die, door te zorgen voor effectievere belastingheffing in box 2, bijdraagt aan een eerlijkere vermogensverdeling. Ook werden andere maatregelen op dit terrein genomen, zoals het verhogen van het laag VpB-tarief, de introductie van twee schijven in box 2 en het afschaffen van de schenkingsvrijstelling van de eigen woning.

Ook is de Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie aangenomen.30 Hiermee worden onder andere digitale platformen verplicht gesteld om jaarlijks informatie aan te leveren aan de Belastingdienst over burgers die inkomsten verkrijgen via hun platforms. Ook voorziet de wet in een systeem van automatische informatie-uitwisseling tussen de belastingdiensten van EU-lidstaten.

Tot slot is er op internationaal en Europees niveau vooruitgang geboekt met betrekking tot Pijler 2. Op 1 juli 2021 is er tussen meer dan 130 landen een akkoord op hoofdlijnen bereikt over het moderniseren van het internationale belastingsysteem op basis van 2 pijlers. Pijler 2 ziet op een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing. Op 15 december 2022 is dit akkoord definitief bekrachtigd door alle EU-lidstaten. Dit gaf Nederland de ruimte om over te gaan tot het omzetten van de Pijler 2-richtlijn in nationale wetgeving. Het kabinet heeft in mei 2023 hiertoe een wetsvoorstel ingediend.

Doelen en prestatie-indicatoren

De set prestatie-indicatoren sluit aan bij de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van de Belastingdienst. Op die manier zijn prestatie-indicatoren een uiting van de strategie van de organisatie en kan, in lijn met de strategie, gestuurd worden op resultaten en effecten.

De set is als volgt opgebouwd:

  • Kengetallen verdeeld naar de vier compliancefactoren:

    • Juiste registratie;

    • Tijdige aangifte;

    • Juiste en volledige aangifte;

    • Tijdige betaling.

  • Daarnaast rapporteren we de belastingmoraal en het vertrouwen in de Belastingdienst op een schaal van 1 t/m 5.

  • Belevingsindicatoren en objectieve prestatie-indicatoren op de volgende vier tussendoelen van compliance:

    • Een adequate behandeling (juist, tijdig, proportioneel);

    • Effectief informeren over rechten en plichten;

    • Het nakomen van verplichtingen zo makkelijk mogelijk maken (gemak);

    • Op gepaste wijze corrigerend optreden bij niet-naleving.

Op ieder tussendoel is een belevingsindicator geformuleerd die de ervaring van burgers en bedrijven met betrekking tot de tussendoelen van de Belastingdienst inzichtelijk maakt. Met de belevingsindicatoren brengt de Belastingdienst in kaart hoe burgers en bedrijven de tussendoelen beoordelen.

Bij de prestatie-indicatoren lichten wij de indicatoren toe die negatief afwijken van de streefwaarde. Voor enkele indicatoren waren overigens in de Begroting 2023 nog geen streefwaarden opgenomen; dan is in dit Jaarverslag de streefwaarde ‘nog niet bekend’ (n.n.b.) opgenomen.

Tabel 13 Realisatie kengetallen Algemene doelstelling Compliance
 

Waarde 2019

Waarde 2020

Waarde 2021

Waarde 2022

Waarde 2023

Belastingmoraal (schaal 1 - 5)

     

- Particulieren

4,1

4,0

4,1

- Midden en Kleinbedrijf

4,4

4,3

4,4

- Grote Ondernemingen

4,4

4,4

4,4

- Fiscaal Dienstverleners

4,4

4,4

4,4

Vertrouwen in de belastingdienst (schaal 1 - 5)

     

- Particulieren

3,2

3,1

3,1

- Midden en Kleinbedrijf

3,3

3,2

3,5

- Grote Ondernemingen

3,4

3,4

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,3

3,2

3,4

Juiste registratie

96,7%

98,2%

Percentage tijdige aangiften vennootschapsbelasting1

91,9%

92,4%

86,5%

86,6%

86,9%

Percentage tijdige aangiften inkomensheffing1

91,9%

92,4%

92,6%

90,9%

91,5%

Percentage tijdige aangiften omzetbelasting

95,6%

95,0%

95,1%

95,0%

95,6%

Percentage tijdige aangiften loonheffingen

99,1%

99,0%

99,0%

98,9%

98,8%

Percentage tijdige aangiften erfbelasting

66,4%

67,7%

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort Particulieren

n.v.t.

0,5%

n.v.t.

0,4%

n.v.t.

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort MKB

n.v.t.

n.v.t.

4,3%

n.v.t.2

n.v.t.

Percentage van het nalevingstekort dat de Belastingdienst corrigeert bij burgers (IH)3

57,6%

54,5%

51,1%

Percentage van het nalevingtekort dat de Belastingdienst corrigeert bij het MKB (IH, VpB, OB en LH)3

38,5%4

44,7%

48,0%

Percentage tijdige betaling van belastingen en premies

98,5%

98,5%

99,3%

98,5%5

98,7%

Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics

1

Tot en met 2020 zijn de percentages voor tijdige aangiften VpB en IH gecombineerd gemeten. In de tabel zijn tot en met 2020 de gecombineerde waarden voor VpB en IH opgenomen. Vanaf 2021 zijn deze percentages separaat inzichtelijk gemaakt.

2

N.v.t. betekent dat in het gegeven jaar de prestatie-indicator niet is gemeten. De volgende meting zal plaatsvinden in 2024.

3

Naar aanleiding van de in de begroting 2021 aangekondigde evaluatie is besloten hieraan geen streefwaarde aan te verbinden. Om die reden is het kengetal in deze tabel opgenomen.

4

De realisatie is ten opzichte van het jaarverslag 2021 aangepast naar de correcte stand ultimo 2021.

5

Ten opzichte van voorgaande jaren is er een uitbreiding gedaan met onder andere de schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting en autobelastingen. Dit heeft niet geleid tot significante afwijkingen in het resultaat.

Adequate behandeling

De Belastingdienst geeft burgers en bedrijven een adequate behandeling (correct en passend).

Tabel 14 Realisatie prestatie-indicatoren: Adequate behandeling (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Streefwaarde 2023

Realisatie 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat ze adequate behandeling hebben gekregen (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

2,9

3,0

2,9

2,8

- Midden en Kleinbedrijf

3,3

3,3

3,3

3,4

- Grote Ondernemingen

3,5

3,5

3,5

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,3

3,3

3,3

3,4

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn1

68,0%

79,3%

85,1%

86,0%

≥ 90%

76,7%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn1

96,6%

93,3%

95,3%

96,9%

≥ 93%

97,4%

Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker

97,4%

97,4%

95,6%

89,8%

≥ 90%

87,1%

Percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie

93,7%

98,6%

≥ 95%

98,3%

Kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole

87,0%

87,4%

89,3%

89,9%

≥ 87%

91,1%

Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd.

94,1%

> 85%

95,0%

Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics

1

De waarden voor 2019 en 2020 zijn inclusief Douane en Toeslagen.

De prestaties van de Belastingdienst op het gebied van adequate behandeling zijn hierboven weergegeven. De indicatoren afgehandelde klachten binnen Awb-termijn, percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie, kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole en percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd voldoen aan de norm. Overige indicatoren met belangrijke negatieve afwijkingen van de streeefwaarde worden hieronder toegelicht.

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn

De doelstelling om 90% of meer van de afgedane bezwaren binnen de Awb-termijn te behandelen is niet gerealiseerd. De afwijking wordt met name verklaard door een overschrijding van de termijnen bij de inkomstenbelasting. Bij dit middel is sprake van een toename van de bezwaarschriften en verzoeken om ambtshalve vermindering, die voor het merendeel samenhangen met box 3. De hoge instroom heeft geleid tot stagnatie bij de start van het interne bezwaarproces. Inmiddels is de instroom sterk afgenomen. Er wordt extra capaciteit ingezet om de huidige voorraad bezwaren niet box 3 bij de inkomstenbelasting weg te werken. De box 3-bezwaren kunnen nog niet definitief worden afgedaan vanwege lopende rechtszaken rondom box 3. Een groot deel van de voorraad bezwaren op het gebied van inkomstenbelasting zijn echter reeds over de Awb-termijn. Daarom zal deze inhaalslag op korte termijn nog niet leiden tot een verbetering van het Awb-percentage.

Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker

Het percentage burgers en bedrijven dat tijdig wordt teruggebeld heeft de norm van ≥90% niet gehaald. Dit heeft voor een groot deel te maken met de overgang naar een nieuw gegevenssysteem eind 2022. In 2023 zijn verbeteringen in het systeem doorgevoerd en zijn medewerkers extra getraind in de omgang met het systeem. We blijven kijken naar verdere verbeteringen om de tijdigheid te waarborgen.

Effectief Informeren

De Belastingdienst informeert burgers en bedrijven effectief over hun rechten en plichten.

Tabel 15 Realisatie prestatie-indicatoren: Effectief informeren (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Streefwaarde 2023

Realisatie 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat de Belastingdienst hen voldoende informeert (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

3,4

3,5

3,4

3,4

- Midden en Kleinbedrijf

3,4

3,4

3,4

3,5

- Grote Ondernemingen

3,5

3,5

3,5

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,5

3,5

3,5

3,6

Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist

92,5%

93,8%

91,5%

93,7%

> 95%

92,4%

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

85,0%

87,9%

90,3%

72,1%

> 90%

81,5%

Bereikbaarheid Webcare

79,0%

71,2%

80,7%

54,8%

> 80%

68,4%

Klanttevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 3 of hoger scoort1

      

- Website

84,6%

85,5%

83,8%

80,6%

> 83%

79,5%

- Balie

82,0%

80,0%

84,4%

82,4%

> 80%

88,0%

- BelastingTelefoon

75,6%

80,5%

81,7%

68,8%

> 82%

75,6%

Klantontevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 1,5 of lager scoort1

      

- Website

2,6%

2,3%

2,6%

4,2%

< 6%

4,6%

- Balie

6,3%

6,2%

4,7%

4,8%

< 6%

3,3%

- BelastingTelefoon

8,2%

6,1%

5,7%

12,9%

< 9%

8,4%

Aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten

190.963

179.211

176.434

198.733

>188.000

217.162

Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics

1

De resultaten bij website en balie zijn gecombineerde resultaten met Toeslagen. Voor de BelastingTelefoon zijn tot en met 2021 de gecombineerde resultaten van de Belastingdienst en Toeslagen gerapporteerd. Vanaf 2022 is het mogelijk om onderscheid te maken in de resultaten bij BelastingTelefoon.

De realisatiestanden over 2023 voor de burgers en bedrijven die aangeven dat de Belastingdienst hen voldoende informeert, zijn weergegeven. De indicatoren klanttevredenheid balie en klantontevredenheid website, balie, BelastingTelefoon en aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten voldoen aan de norm. De overige indicatoren worden hieronder toegelicht.

Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist

Deze indicator meet het aantal kwalitatief juiste antwoorden dat via de BelastingTelefoon gegeven wordt op vragen over de uitleg van wet- en regelgeving of vragen over proces en status. In juli 2023 is de meetmethodiek aangepast. Bij de nieuwe meetmethodiek wordt de kwaliteit van de antwoorden niet meer alleen beoordeeld op het juiste antwoord, maar wordt gemeten op drie componenten, namelijk: 1. correct, 2. compleet en 3. afgehandeld. Om een trendbreuk te voorkomen wordt bij de meting ten behoeve van het jaarverslag 2023 alleen gekeken naar de component correctheid. Uit de meting blijkt dat de score op correctheid achterblijft bij de niet geheel vergelijkbare streefwaarde voor 2023.

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

De bereikbaarheid van de BelastingTelefoon is ten opzichte van 2022 verbeterd, van 72,1% naar 81,5%. Desondanks is de norm van >90% niet gehaald. Door wervingsproblemen in 2021 en 2022 ontstond een hoge werkdruk, wat leidde tot ziekteverzuim en verloop. De pool van informanten werd minder ervaren, waardoor de productiviteit daalde. Dit leidde ertoe dat de afgelopen jaren het aantal calls per fte aanzienlijk is gedaald. Onderliggend is dit te zien aan het aantal minuten per uur dat er effectief gebeld wordt, informanten moeten vaker navraag doen naar de juiste informatie (vraagbaak calls) en door het grote verloop is/was veel opleidingstijd nodig. Daarnaast zien we dat de gemiddelde afhandeltijd (AHT) al jaren stijgt, door toenemende complexiteit van problematiek.  Om de bereikbaarheid voor de BelastingTelefoon te verhogen wordt ingezet op de productiviteit en efficiency, maar ook op het werven en behouden van ervaren medewerkers. Vanaf oktober 2023 heeft dit geleid tot een stijging van de bereikbaarheid. Er lopen hiernaast verschillende projecten om de BelastingTelefoon structureel te ontlasten, bijvoorbeeld door het verbeteren van de informatie op de website en begrijpelijkere brieven.

Bereikbaarheid Webcare

In verband met onderbezetting is de streefwaarde niet gehaald. Door werving van nieuwe medewerkers is eind 2023 een stijgende trend ingezet.

Klanttevredenheid Website

De klanttevredenheid van de website ligt met 79,5% enkele procentpunten onder de norm van 83%. De huidige meting in het kader van het Continu Klanttevredenheidsonderzoek (CKTO) biedt onvoldoende aanknopingspunten om de oorzaken hiervan te achterhalen. Er worden aanvullende metingen uitgevoerd, zodat duidelijker wordt over welke pagina's de burgers juist wel en niet tevreden zijn. Daarnaast lopen er meerdere initiatieven om de klanttevredenheid op de website te verbeteren.

Klanttevredenheid BelastingTelefoon

Ook de klanttevredenheid van de BelastingTelefoon scoort met 75,6% onder de norm van 82%. Dit lijkt met name te komen doordat de bereikbaarheid en wachttijd nog niet op het gewenste niveau zijn.

Gemak

De Belastingdienst streeft ernaar om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan fiscale verplichtingen.

Tabel 16 Realisatie prestatie-indicatoren: Gemak bieden en fouten voorkomen (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Streefwaarde 2023

Realisatie 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat ze gemak ervaren (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

3,5

3,5

3,5

3,4

- Midden en Kleinbedrijf

3,4

3,4

3,4

3,4

- Grote Ondernemingen

3,3

3,4

3,3

3,3

- Fiscaal Dienstverleners

3,5

3,5

3,5

3,4

Percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen

37,9%

≥ 35%

39,3%

Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics

De realisatiestanden over 2023 voor de burgers en bedrijven die aangeven dat ze gemak ervaren zijn weergegeven. Het percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen voldoet aan de norm.

Corrigerend optreden

De Belastingdienst treedt op gepaste wijze corrigerend op bij niet-naleving.

Tabel 17 Realisatie prestatie-indicatoren: Corrigerend optreden (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Streefwaarde 2023

Realisatie 2023

Burgers en bedrijven geven aan dat zij corrigerend optreden ervaren (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

3,4

3,4

3,4

3,2

- Midden en Kleinbedrijf

3,4

3,3

3,4

3,4

- Grote Ondernemingen

3,3

3,3

3,3

3,3

- Fiscaal Dienstverleners

3,2

3,2

3,2

3,3

Percentage processen verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie

84,0%

71,7%

71,6%

72,9%

> 82%

86,9%

Percentage opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken

39,7%

44,4%

44,9%

40,1%

> 40%

45,7%

Betalingsachterstand

3,0%

7,5%

3,4%

3,4%

≤ 3,5%

3,9%

Percentage binnengekomen aangiften IH en VpB na herinnering of aanmaning (t-2)

      

- IH

80,8%

n.n.b.

83,6%

- VpB

73,0%

n.n.b.

72,6%

Percentage binnengekomen aangiften IH en VpB na herinnering of aanmaning (t-1)

      

- IH

70,0%

n.n.b.

63,5%

- VpB

45,5%

n.n.b.

42,8%

Inning invorderingsposten binnen een jaar

58,7%

53,8%

41,1%

38,1%

≥ 55%

43,0%

Percentage oninbaarheid

0,1%

0,4%

0,1%

0,2%1

< 0,6%

0,2%

Bron: Belastingdienst/Datafundamenten & Analytics

1

Dit percentage is in 2022 uitgebreid met onder andere de schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting en autobelastingen. Er is geen significante afwijking geweest op het resultaat ten opzichte van 2021.

De realisatiestanden over 2023 voor de burgers en bedrijven die aangeven corrigerend optreden te ervaren, zijn weergegeven. De indicatoren percentage processen-verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie, percentage van de opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken en het percentage oninbaarheid voldoen aan de norm. De overige indicatoren die afwijken van de norm worden hieronder toegelicht.

Betalingsachterstand

De betalingsachterstand was in 2023 met 3,9% hoger dan de norm van ≤3,5%. In najaar 2023 zijn bij ruim 34.000 ondernemers de betalingsregelingen corona (BRC) ingetrokken als gevolg van het niet voldoen aan de betalingsverplichtingen. De uitstaande bedragen bij deze ondernemers tellen mee in de betalingsachterstand, waardoor de norm in 2023 niet gehaald wordt.

Inning invorderingsposten binnen een jaar

Deze indicator toont het percentage van de niet tijdig betaalde vorderingen dat binnen een jaar toch wordt geïnd, als resultaat van de door de Belastingdienst ingezette invorderingsmaatregelen. De norm van ≥55% is met een score van 43,0% niet gerealiseerd. De vorderingen waar deze prestatie-indicator betrekking op heeft stammen uit 2022 en worden nog beïnvloed door uitstelregelingen rondom corona. Vanaf april 2022 is de invordering van de lopende verplichtingen weer gestart. In de loop van 2023 vertoont het percentage op deze prestatie-indicator een stijgende lijn. 

26

Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 6

27

Kamerstukken II 2021-2022, 36 107, nr. 3

28

Kamerstukken II 2022-2023, 36 235, nr. 3

29

Kamerstukken II 2019-2020, 35 496, nr. 3

30

Kamerstukken II 2021-2022, 36 063, nr. 3

Licence