Dit niet-beleidsartikel bevat de posten prijsbijstelling, loonbijstelling en onvoorzien.
Realisatie | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
programma | |||||||
apparaat | |||||||
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
programma | |||||||
apparaat | |||||||
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de suppletoire begroting Prinsjesdag. De reden hiervoor is dat bij dit begrotingsstuk de suppletoire begrotingen voorafgaand aan het stuk opgeteld zijn bij de stand vastgestelde begroting. Bij het jaarverslag is dat niet het geval.
Op dit artikel is geen sprake van realisatie. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2023 uitgekeerd. Deze bijstellingen zijn bij 2e suppletoire begrotingswet 2023 toebedeeld naar de relevante onderdelen.