Omschrijving van de samenhang in het beleid
Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.
Met de aan Railinfrabeheer BV (18.05) verstrekte lening werden middelen beschikbaar gesteld om de doelstellingen die betrekking hebben op het onderhoud (functiehandhaving en -wijziging) van het spoor, zoals beschreven in artikel 34 «Sterke netwerken en voorspelbare reistijden» van de beleidsbegroting HXII, uit te voeren.
De doelstellingen van het Intermodaal Vervoer zijn opgenomen in artikel 35 Mainports en Logistiek van de beleidsbegroting HXII.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
18. Overige uitgaven | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 37 159 | 323 438 | 403 504 | 270 696 | 255 511 | 249 488 | 241 036 |
Uitgaven | 633 231 | 305 653 | 421 460 | 271 898 | 255 511 | 249 488 | 241 036 |
18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen | |||||||
18.03 Intermodaal vervoer | 1 232 | 8 647 | 4 574 | 1 202 | 0 | 0 | 0 |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR) | 1 468 | 5 875 | 213 | ||||
18.05 Railinfrabeheer | 624 029 | 5 525 | 119 541 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.06 Externe veiligheid | 0 | 127 | 13 382 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 6 501 | 565 | 42 | 42 | 42 | 42 | 42 |
18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven. | 6 501 | 427 | 42 | 42 | 42 | 42 | 42 |
18.07.02 Subsidies algemeen | 138 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.08 Netwerkoverstijgende kosten | 0 | 284 914 | 283 708 | 270 654 | 255 469 | 249 446 | 240 994 |
18.08.01 Apparaatskosten RWS | 222 124 | 224 545 | 215 737 | 203 482 | 197 535 | 189 182 | |
18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten | 62 790 | 59 163 | 54 918 | 51 987 | 51 911 | 51 812 | |
18.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 624 030 | 5 416 | 119 603 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.10 Ontvangsten | |||||||
Voordelig saldo | 372 259 | 354 756 |
Budgetflexibiliteit
Deze tabel geeft voor het jaar 2012 per artikelonderdeel de programmamiddelen weer en maakt de mate van budgetflexibiliteit inzichtelijk door middel van vijf categorieën. De verhoudingen binnen de artikelonderdelen worden zowel procentueel als nominaal gepresenteerd.
Toelichting:
18.03 Intermodaal vervoer
Het betreft de inzet van middelen tbv het beleidskader Spoor goederenknooppunten en de afronding van de subsidieregeling openbare inland terminals (SOIT).
18.05 Railinfrabeheer
Deze middelen zijn juridisch verplicht.
18.06 Externe veiligheid
Deze middelen zijn beleidsmatig gebonden.
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise
Deze middelen zijn bestuurlijk gebonden.
18.03 Intermodaal vervoer
Motivering
Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.
Beleid Spoorgoederenknooppunten
Producten
Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) komt naar voren dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in 2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld met een beleidsvisie op de ontwikkeling van spooraansluitingen, railterminals, openbare laad- en losplaatsen, greenports e.d.
In 2012–13 komt een stimuleringsprogramma voor railterminals tot uitvoering, waarvan de projecten in 2011 worden voorbereid.
Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT)
De financiële afwikkeling van in het verleden gesubsidieerde projecten.
Projectoverzicht 18.03 Intermodaal vervoer
Totaal | Budget in € mln | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | later | huidig | vorig |
Multi- en modaalvervoer | ||||||||||||
SOIT | 20 | 20 | 20 | 0 | divers | divers | ||||||
Container Transferium Alblasserdam | 6 | 6 | 1 | 4 | 1 | 2013 | – | |||||
Totaal categorie 0 | 26 | 20 | 1 | 5 | 1 | 0 | 0 | 0 | ||||
Ruimte voor planstudies | 8 | |||||||||||
Begroting (IF 18.03.01) | 9 | 5 | 1 | 0 | 0 | 0 |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Randstad Urgent/RRAAM)
Randstad Urgent
Motivering
In het Regeerakkoord is aangegeven dat de aanpak van Randstad Urgent wordt voortgezet en uitgebouwd. Deze voortzetting wordt gekoppeld aan het actualisatietraject van de Nota’s Mobiliteit en Ruimte in 2011 en de prioritering van projecten die hier uit voortkomt.
RRAAM
Het Rijk-Regioprogramma Amsterdam–Almere–Markermeer (RRAAM) is in februari 2010 door de Tweede Kamer is aangewezen als Groot Project. Het nieuwe kabinet heeft besloten RRAAM voort te zetten. Het ministerie van IenM is het coördinerende departement. Zie www.rijksoverheid.nl/rraam.
In 2011 ligt de nadruk op het optimaliseren van de plannen voor verstedelijking, natuur en bereikbaarheid ten behoeve van de groei van Almere.
In 2012 wordt een MKBA en planMER (inclusief Passende Beoordeling) opgesteld. De 2e helft van 2012 vindt besluitvorming plaats, resulterend in een concept-Rijksstructuurvisie.
Gedurende het traject vindt participatie plaats van maatschappelijke organisaties en burgers.
Producten
Randstad Urgent:
-
• Het vervolg van de aanpak van Randstad Urgent vormt onderdeel van het Actualisatie/Decentralisatie-traject.
RRAAM:
-
• 2011: Aankondiging planMER met publicatie Participatieplan, Basisrapportage Groot Project, Notitie Reikwijdte en Detailniveau, Optimalisatievoorstellen voor 3-voudige ambitie Almere, Notitie kansrijke oplossingsrichtingen.
-
• 2012: MKBA, planMER, concept Rijksstructuurvisie
18.05 Railinfrabeheer
Motivering
De aandelen van Railinfrabeheer B.V. (als onderdeel van Rail Infra Trust (RIT)) zijn per 1 juli 2002 overgedragen aan de Staat der Nederlanden. Met ingang van 2005 opereert RIB met Railverkeerleiding en Railned onder de naam ProRail. ProRail kan met ingang van 1 januari 2001 niet meer voorzien in de financiering van de investeringen door het aantrekken van leningen op de kapitaalmarkt. Daarom was de mogelijkheid geschapen dat ProRail gebruik kon maken van zogenaamde schatkistleningen via een lening van het ministerie van Financiën aan vh VenW. Vanaf 2003 wordt rechtstreeks geleend bij het ministerie van Financiën. IenM staat garant voor die leningen.
Producten
Op dit onderdeel wordt de rente over en aflossing van deze schatkistleningen verantwoord die in de periode 2001/2002 zijn verstrekt aan ProRail. Het betreft hier de leningen die door het Ministerie van Financiën aan vh VenW beschikbaar zijn gesteld om vervolgens door vh VenW aan ProRail te worden uitgeleend. In totaal is op deze wijze € 806 mln. aan ProRail beschikbaar gesteld (€ 483 mln. in 2001 en € 323 mln. in 2002). Op deze leningen is € 97 mln. vervroegd afgelost in 2005 en 2006.
In 2010 is € 595 mln. vervroegd afgelost vanuit het beschikbaar gekomen superdividend van NS in 2009. In totaal is € 1,4 miljard aan dividend beschikbaar gekomen voor aflossing van de leningen van ProRail. Er is netto € 1,32 miljard afgelost; de resterende € 80 mln. heeft betrekking op de marktwaarde-correctie in verband met het vervroegd aflossen van de leningen. Van de € 1,32 miljard heeft € 595 mln. betrekking op leningen die via het voormalige ministerie van VenW zijn afgesloten. De resterende € 725 mln. heeft betrekking op leningen die rechtstreeks door ProRail bij Financiën zijn afgesloten en waarvoor IenM garant staat. Als gevolg van deze aflossingen ontstaat bij ProRail een jaarlijkse rentevrijval van € 77 mln. (incl. BTW), die leidt tot een verlaging van de uitgaven op artikel 13.02.03 (rentelasten) en vervolgens wordt ingezet ter financiering van PHS.
In 2011 is de resterende € 114 mln. vervroegd afgelost vanuit de beschikbaar gekomen verkoopopbrengst van Strukton (door NS). In totaal is € 154,6 mln. aan verkoopopbrengst beschikbaar gekomen voor aflossing van de leningen van ProRail. Er is netto € 149 miljoen afgelost; de resterende € 5,6 mln. heeft betrekking op de marktwaarde-correctie in verband met het vervroegd aflossen van leningen. Van de € 149 mln. heeft € 114 mln. betrekking op leningen die via IenM zijn afgesloten. De resterende € 35 mln. heeft betrekking op een lening die ProRail bij een bank heeft afgesloten en waarvoor IenM garant staat. Als gevolg van deze aflossingen ontstaat bij ProRail een jaarlijkse rentevrijval van € 8,6 mln. (incl. BTW), die leidt tot een verlaging van de uitgaven op artikel 13.02.03 (rentelasten) en vervolgens wordt ingezet ter financiering van PHS.
18.06 Externe veiligheid
Motivering
Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS, Kamerstukken II, 2005–2006, 30 373, nr. 2).
Producten
Saneringsopgave voor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen (t/m 2035).
18.08 Apparaatskosten RWS
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de netwerkoverstijgende apparaatskosten van Rijkswaterstaat verantwoord. Het gaat hierbij om zowel de kosten die met de overhead van Rijkswaterstaat gemoeid zijn als bepaalde onderdelen van Landelijke taken die een netwerk overstijgend karakter kennen. Dit artikelonderdeel is in de Voorjaarsnota 2011 ingesteld als gevolg van de herstructurering van de bekostiging van Rijkswaterstaat per 1 januari 2011. De Tweede kamer is op 10 januari 2011 en 3 maart 2011 over de herstructurering van de bekostiging nader geïnformeerd (TK 30 119, nrs. 4 en 5).