Base description which applies to whole site

ARTIKEL 1. PRIMAIR ONDERWIJS

1.1 Algemene doelstelling: het primair onderwijs zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving.

Omschrijving

Alle kinderen hebben recht op passend en kwalitatief goed primair onderwijs in voldoende toegeruste scholen (Grondwet, artikel 23: Stb. 2002, nummer 200). De overheid houdt daarvoor een stelsel van (speciale) basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs in stand en waarborgt de kwaliteit van het onderwijs. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben, heeft de overheid als taak om ondersteuning te bieden en onderwijsachterstanden te voorkomen (Wet op het primair onderwijs en Wet op de expertisecentra). De overheid verplicht ouders door middel van de Leerplichtwet om hun kinderen onderwijs te laten volgen.

Verantwoordelijkheid van de minister

De minister is verantwoordelijk voor een primair onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij. In het bijzonder is zij verantwoordelijk voor de toegankelijkheid van het onderwijs, de rechtmatige en doelmatige besteding van de middelen voor het onderwijs en het borgen van de onderwijskwaliteit. De instrumenten die zij tot haar beschikking heeft zijn het uitvaardigen van wet- en regelgeving, het verstrekken van bekostiging, subsidies en opdrachten, het houden van toezicht en het voeren van een dialoog met belanghebbenden, en zonodig actief voeren van regie.

Meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Indicatoren voor het primair onderwijsstelsel worden beschreven in Trends in Beeld 2011 (www.trendsinbeeld.minocw.nl) en het Onderwijsverslag 2009–2010.

Tabel 1.1 Leerlingen primair onderwijs (bedragen x 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Leerlingen basisonderwijs

             

geen gewicht

1 344,4

1 336,3

1 328,1

1 318,4

1 308,5

1 296,9

1 287,3

0.3

111,2

105,9

100,8

95,6

90,7

87,0

85,1

1.2

84,9

83,0

81,3

79,7

78,0

76,4

75,3

Subtotaal1

1 540,5

1 525,2

1 510,3

1 493,6

1 477,2

1 460,2

1 447,6

Leerlingen trekkende bevolking

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

Totaal

1 541,0

1 525,7

1 510,7

1 494,1

1 477,6

1 460,7

1 448,0

Leerlingen in het speciaal basisonderwijs

42,9

42,1

41,0

39,8

38,6

37,5

36,3

Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs

69,0

69,3

69,3

69,1

68,9

68,7

68,7

Ambulant begeleide leerlingen

42,3

42,3

42,3

42,3

42,3

42,3

42,3

Bron: Referentieraming 2011, raming op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren.

1

Subtotaal geeft een kleine afwijking door het afronden van de aantallen.

Tabel 1.2 (Gesaldeerde) uitgaven per leerling, excl. DUO en apparaatskosten (bedragen x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

WPO: basisonderwijs en speciaal basisonderwijs

5,0

5,1

5,2

5,2

5,2

5,2

5,2

WEC: (voortgezet) speciaal onderwijs

22,1

22,4

22,9

21,2

19,8

18,5

18,5

Primair onderwijs

5,7

5,8

5,9

5,9

5,8

5,8

5,8

Bron: Referentieraming 2011, raming op teldatum 1 oktober van de respectievelijke jaren.

Beleidswijzigingen

In het actieplan «Basis voor Presteren» (Kamerstuk 32 500, nr. 176) zijn de ambities voor het primair onderwijs voor de komende jaren uiteengezet. Vanuit het Regeerakkoord van het kabinet Rutte zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de verschillende acties uit «Basis voor Presteren» (voor- en vroegschoolse educatie, zomerscholen/schakelklassen, toetsen, hoogbegaafdheid, taal en rekenen en professionalisering). De middelen voor voor- en vroegschoolse educatie en zomerscholen/schakelklassen gaan grotendeels naar de gemeenten. De overige middelen voor het actieplan worden grotendeels ingezet via de prestatiebox. De prestatiebox is onderdeel van de lumpsum en biedt schoolbesturen de ruimte zelf te bepalen wat de meest effectieve inzet van deze middelen is. Met deze aanpak worden onnodige bureaucratie en verantwoordingslasten vermeden. Deze aanpak is niet vrijblijvend. Over de doelen van de prestatiebox worden op sectorniveau prestatieafspraken gemaakt. De middelen uit de huidige bestemmingsbox voor taal en rekenen en onderwijsachterstanden worden vanaf 2012 toegevoegd aan de prestatiebox.

In de beleidsagenda worden de ambities uit het actieplan «Basis voor Presteren» en de monitor hierop, uiteengezet.

Naast intensiveringen zijn er ombuigingen op passend onderwijs, de gewichtenregeling, subsidies en een efficiencykorting op raden en instituties. In de beleidsbrief «Naar passend onderwijs» (Kamerstuk 31 497, nr. 31) is het beleid ten aanzien van het nieuwe stelsel passend onderwijs en de invulling van de ombuiging op passend onderwijs uiteengezet. Voor de ombuiging op de gewichtenregeling is geen aanvullende regelgeving nodig. Het aantal leerlingen in het primair onderwijs daalt en het opleidingsniveau van de ouders stijgt, daardoor valt er geld op de gewichtenregeling vrij. De Tweede Kamer is over de invulling van de subsidietaakstelling en de efficiencykorting op raden en instituties geïnformeerd (Kamerstuk 32 500, nr. 160).

1.2 Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1.2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

9 460 186

9 619 053

9 634 720

9 450 657

9 247 902

9 089 684

9 028 602

Waarvan garantieverplichtingen

             

Totale uitgaven

9 471 237

9 620 269

9 635 936

9 451 873

9 249 118

9 090 901

9 029 819

                 

Programma-uitgaven

9 423 023

9 577 620

9 591 077

9 409 080

9 208 814

9 051 773

8 992 360

                 

Personele bekostiging

7 824 174

7 766 829

7 717 687

7 533 111

7 357 652

7 209 741

7 158 910

Materiële bekostiging

1 142 088

1 156 783

1 148 598

1 138 526

1 130 162

1 121 665

1 113 043

Bekostiging Caribisch Nederland

0

10 678

10 782

10 680

10 680

10 680

10 680

Conciërgeregeling

0

11 900

21 700

19 400

19 400

19 400

19 400

Verbeteren binnenmilieu

105 555

2 103

2 103

2 091

0

0

0

Onderwijspersoneelsbeleid

3 314

3 580

5 083

4 583

4 583

4 083

4 083

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

7 440

10 000

10 000

10 000

10 000

10 000

10 000

Aanpak (zeer) zwakke scholen

1 616

2 982

2 080

563

429

0

0

Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten

41 009

33 964

42 588

43 300

31 649

31 649

31 649

Invoering centrale eindtoets en verplichting leerling-onderwijsvolgsysteem

0

0

25 375

25 375

29 000

29 000

29 000

Excellentie en talentontwikkeling

3 698

3 131

11 651

17 477

17 477

17 477

17 477

Verbreding techniek in het basisonderwijs

5 407

14 800

11 300

11 300

11 300

11 300

11 300

Cultuur en school

27 949

19 579

9 500

0

0

0

0

Passend onderwijs en LGF

71 242

93 450

93 460

93 482

93 497

93 564

93 561

Onderwijsachterstandenbeleid

110 779

293 772

360 190

375 206

365 855

365 855

365 830

Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten

19 000

23 862

23 862

23 862

23 862

23 862

23 862

Veiligheid op school

22 594

23 423

23 417

19 993

15 212

15 212

15 212

Brede scholen

1 412

2 644

12 331

12 331

12 331

12 331

12 331

Overig

34 938

44 178

6 290

16 196

24 108

24 594

24 630

Uitvoeringsorganisatie DUO

43 187

38 162

44 859

42 793

40 304

39 128

37 459

                 

Voorcalculatorische uitdelingen

808

59 960

53 079

51 604

51 617

51 360

51 392

                 

Apparaatsuitgaven1

5 027

4 487

0

0

0

0

0

Ontvangsten

45 002

5 061

1 661

1 661

1 661

1 661

1 661

1

Met ingang van de begroting 2012 zijn de apparaatsuitgaven opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen in artikel 92 Apparaat Kerndepartement.

Toelichting:

Het overgrote deel van de middelen is meerjarig verplicht. Alternatieve aanwending vereist wijziging van wet- en regelgeving.

Personele bekostiging

Instrumenten

Het Rijk verstrekt schoolbesturen lumpsumbekostiging voor de personele bekostiging van scholen. Deze bekostiging is gebaseerd op het aantal leerlingen, de gemiddelde leeftijd van de leraren en het opleidingsniveau van de ouders.

Materiële bekostiging

Het Rijk verstrekt schoolbesturen lumpsumbekostiging voor de materiële instandhouding van scholen. Deze bekostiging is gebaseerd op het aantal leerlingen en het aantal groepen.

Bekostiging Caribisch Nederland

Vanuit Internationaal beleid (artikel 8) is het beschikbare budget voor de bekostiging van het primair onderwijs in Caribisch Nederland structureel overgeboekt naar artikel 1 Primair onderwijs.

Conciërgeregeling

Vanaf augustus 2011 staan de middelen voor de conciërgeregeling op artikel 1 (Primair onderwijs). Deze middelen komen van artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid). In voorgaande jaren was sprake van onderuitputting op deze regeling. Deze onderuitputting is samen met een efficiencykorting op de conciërgeregeling ingezet voor de subsidietaakstelling (Kamerstuk 32 500, nr. 160).

Verbeteren binnenmilieu

Voor het verbeteren van het binnenmilieu zijn tot en met het schooljaar 2012–2013 middelen beschikbaar (waarvan € 0,7 miljoen op de begroting van IenM) voor een bewustwordingscampagne en een financiële bijdrage voor verbeteringen in het binnenmilieu van scholen.

Onderwijspersoneelsbeleid

De instrumenten en activiteiten die voor specifiek onderwijspersoneelsbeleid worden ingezet, worden toegelicht in artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid).

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

Het beschikbare budget is voornamelijk bedoeld voor de salariskosten van de leraren die het humanistisch vormend en godsdienstonderwijs verzorgen. Dit wordt toegekend aan de samenwerkende landelijke organisaties op het gebied van het godsdienstonderwijs en humanistisch vormingsonderwijs. Hiermee wordt invulling gegeven aan het amendement van J.J. van Dijk c.s. (Kamerstuk 31 700, nr. 79).

Aanpak (zeer) zwakke scholen

Het hulpaanbod voor (zeer) zwakke scholen wordt in 2012 gecontinueerd via de sectorraden. De Tweede Kamer is per brief (Kamerstuk 31 293, nr. 86) geïnformeerd over de plannen om het aantal (zeer) zwakke scholen terug te dringen. De ambities van dit kabinet met betrekking tot zeer zwakke scholen en de monitor op deze ambities zijn beschreven in de beleidsagenda.

Verbeteren van taal- en rekenopbrengsten

De middelen voor het verbeteren van taal- en rekenopbrengsten worden opgenomen in de prestatiebox. Vanuit het Regeerakkoord zijn in 2012 en 2013 extra middelen beschikbaar gesteld voor taal en rekenen.

Invoering centrale eindtoets en verplichting leerling-onderwijsvolgsysteem

In het Regeerakkoord is afgesproken om te investeren in centrale en/of uniforme toetsing in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs én verplichte leerlingvolgsystemen met uniforme toetsen in het primair en voortgezet onderwijs.

Met ingang van het schooljaar 2012–2013 wordt in het regulier basisonderwijs een centrale eindtoets voor Nederlandse taal en rekenen/wiskunde verplicht voor alle scholen. Dit houdt in dat deze toets centraal wordt ontwikkeld en genormeerd. Het speciaal (basis)onderwijs volgt enkele jaren later. Daarnaast zal in het regulier basisonderwijs een facultatieve toets voor wereldoriënterende vakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur, waaronder biologie) beschikbaar worden gesteld. Tegelijkertijd wordt een verplicht leerling- en onderwijsvolgsysteem ingevoerd én daarmee de verplichting om meer opbrengstgericht te werken (Kamerstuk 31 293, nr. 89). Met ingang van het schooljaar 2011–2012 worden pilots gestart om de toegevoegde waarde van scholen in beeld te brengen en de begintoets uit te proberen.

Excellentie en talentontwikkeling

Vanuit het Regeerakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor excellentie en hoogbegaafdheid. Om scholen te stimuleren en te ondersteunen het aanbod voor alle excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen, te realiseren ontvangen scholen middelen in de prestatiebox voor excellentie en hoogbegaafdheid.

Verbreding techniek in het basisonderwijs

Het programma Verbreding Techniek Basisonderwijs wordt in 2011 afgerond. Vanaf 2011 worden de ambities voortgezet met het «Masterplan Ruimte voor Talent, ruimte voor wetenschap en techniek» (Kamerstuk 31 293, nr. 34). De beschikbare middelen worden deels gekoppeld aan het masterplan en komen deels in de prestatiebox. Het masterplan voorziet in de talentontwikkeling van kinderen in het domein van wetenschap en techniek. Scholen kiezen een passend profiel om wetenschap en techniek in te bedden, bijvoorbeeld excellentie, talentkracht of taal en rekenen. Verder maken scholen resultaatafspraken en krijgen ze financiële, inhoudelijke en organisatorische ondersteuning. Met het masterplan zal tot en met 2016 verder gebouwd worden aan het verduurzamen van de plaats van wetenschap en techniek in het primair onderwijs.

Cultuur en school

De Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs is voor het schooljaar 2011–2012 eenmalig verlengd. De middelen voor cultuureducatie worden voor het schooljaar 2012–2013 tot en met schooljaar 2015–2016 opgenomen in de prestatiebox. De middelen voor cultuureducatie staan voor deze periode op artikel 14 (cultuur) en zijn onderdeel van de bredere impuls Cultuureducatie met kwaliteit, bestaande uit een budget voor scholen, afspraken met gemeenten en provincies en landelijk flankerend beleid. Het doel van de impuls is om zoveel mogelijk scholen te stimuleren met de handvatten voor cultuureducatie te werken om zo samenhang binnen en de kwaliteit van cultuureducatie te bevorderen (zie artikel 14 cultuur).

Passend onderwijs en LGF

In de beleidsbrief «Naar passend onderwijs» (Kamerstuk 31 497, nr. 31) is het beleid ten aanzien van het nieuwe stelsel passend onderwijs en de invulling van de ombuiging op passend onderwijs, uiteengezet. In de tussenrapportage passend onderwijs (Kamerstuk 31 497, nr. 66) is de voortgang van passend onderwijs weergegeven.

Het doel van passend onderwijs is voor ieder kind een passend onderwijsaanbod te realiseren. Waar mogelijk zal een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, in het regulier onderwijs opgevangen moeten worden. Het speciaal onderwijs (so) gaat deel uitmaken van de samenwerkingsverbanden in het primair onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs (vso) van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden zijn in het nieuwe stelsel passend onderwijs verantwoordelijk voor een dekkend aanbod van onderwijszorg. Op 1 november 2012 moeten de samenwerkingsverbanden een rechtspersoon hebben ingericht. De tweede stap is dat er een afgestemd zorgplan moet zijn per samenwerkingsverband. Het zorgplan moet op 1 maart 2013 bij de Inspectie zijn ingediend. Tot 1 augustus 2013 blijft het huidige systeem van toepassing inclusief de indicatiestelling. Vanaf 1 augustus 2013 wordt passend onderwijs, inclusief zorgplicht, volledig ingevoerd.

Onderwijsachterstandenbeleid

Onderwijsachterstandenbeleid bestaat uit meerdere instrumenten, onder andere voor- en vroegschoolse educatie, schakelklassen en zomerscholen. Vanuit het Regeerakkoord zijn hiervoor extra middelen beschikbaar gesteld. Deze extra middelen gaan grotendeels naar gemeenten met veel achterstandsleerlingen. Met de G4 worden specifieke afspraken gemaakt. Voor zowel de G4 als de overige gemeenten wordt een ondersteuningstraject gerealiseerd om het aantal leerlingen dat deelneemt aan voor- en vroegschoolse educatie, schakelklassen, kopklassen en zomerscholen van goede kwaliteit aanzienlijk uit te breiden (Kamerstuk 32 500, nr. 176).

Onderwijsvoorzieningen voor jonggehandicapten

Leerlingen en studenten met een handicap hebben een aantal materiële voorzieningen nodig om met goed gevolg het regulier onderwijs (van basisonderwijs tot en met hoger onderwijs) te kunnen volgen. De regeling onderwijsvoorziening voor jongeren met een handicap voorziet in de verstrekking hiervan. Het gaat bijvoorbeeld om vervoer, verstrekking van een tolk Nederlandse gebarentaal en diverse hulpmiddelen.

Veiligheid op school

OCW subsidieert schoolmaatschappelijk werk basisonderwijs, het project «Op de rails» en het Centrum School en Veiligheid (CSV). Het project «Op de rails» wordt in het kader van de ombuiging Passend onderwijs gehalveerd. CSV is het informatiekanaal voor sociale veiligheid in het onderwijs. Daarnaast wordt gestreefd naar invoering van een wettelijke verplichting voor registratie van incidenten met ingang van het schooljaar 2012–2013. Dit wetsvoorstel is naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstuk 32 857, nr. 2).

Brede scholen

De lokale brede school ontwikkeling wordt door OCW ondersteund door middel van onderzoek, voorlichting en communicatie (via www.bredeschool.nl), het Landelijk Steunpunt Brede Scholen en de Impuls brede scholen, sport en cultuur (combinatiefuncties).

Overig

Onder de post overig vallen onder andere de middelen voor buitenlandse scholen, invoering van het persoonsgebonden nummer en faciliteiten zieke leerlingen.

Licence