2.3.1. Geheime uitgaven – niet-beleidsartikel 70
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven en verplichtingen | 2 236 | 2 248 | 5 251 | 5 264 | 5 264 | 5 264 | 5 264 |
Geheime uitgaven | 2 236 | 2 248 | 5 251 | 5 264 | 5 264 | 5 264 | 5 264 |
Totaal uitgaven en verplichtingen | 2 236 | 2 248 | 5 251 | 5 264 | 5 264 | 5 264 | 5 264 |
2.3.2. Nominaal en onvoorzien – niet-beleidsartikel 80
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven en verplichtingen | 66 072 | 146 908 | 275 514 | 511 092 | 490 685 | 358 433 | |
Loonbijstelling | |||||||
Prijsbijstelling | |||||||
Nader te verdelen | 66 072 | 146 908 | 275 514 | 511 092 | 490 685 | 358 433 | |
Onvoorzien | |||||||
Totaal uitgaven | 66 072 | 146 908 | 275 514 | 511 092 | 490 685 | 358 433 |
Toelichting
Op de post Nader te verdelen zijn de nog niet uitgedeelde loon- en prijsbijstelling, de risicoreservering en een voorziening voor de reorganisatie geboekt.
2.3.3. Algemeen – Niet-beleidsartikel 90
In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot, zijnde de milieu-uitgaven, subsidies en bijdragen, wetenschappelijk onderzoek, bijdragen aan de Navo en internationale samenwerking.
Budgettaire gevolgen
De raming van de financiële middelen voor de komende begrotingsjaren is in de onderstaande tabel opgenomen. Conform de richtlijnen van «Verantwoord Begroten» zijn vanaf 2012 de uitgaven voor wachtgelden, inactiviteitswedden, SBK-gelden, pensioenen, uitkeringen en de ziektekostenverzekering op het centrale apparaatsartikel 91 geboekt.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 682 458 | 1 714 495 | 202 650 | 196 873 | 203 745 | 199 462 | 196 184 |
Uitgaven | |||||||
Apparaatsuitgaven | |||||||
Bestuursstaf | 125 721 | 128 653 | |||||
Totaal apparaatsuitgaven | 125 721 | 128 653 | |||||
Programma-uitgaven | |||||||
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst | 70 848 | 76 552 | |||||
Pensioenen en uitkeringen | 1 147 502 | 1 143 040 | |||||
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden | 109 833 | 126 456 | |||||
Ziektekostenvoorziening | 8 812 | 6 218 | |||||
Milieu-uitgaven | 6 530 | 5 687 | 5 481 | 7 043 | 8 526 | 8 546 | 8 546 |
Subsidies en bijdragen | 19 697 | 21 456 | 19 282 | 19 314 | 18 804 | 19 317 | 19 317 |
Bijdragen aan de Navo | 74 613 | 81 684 | 73 240 | 74 372 | 79 936 | 77 972 | 76 874 |
Internationale samenwerking | 4 121 | 4 009 | 3 904 | 3 862 | 3 834 | 3 843 | 3 843 |
Wetenschappelijk onderzoek | 74 736 | 81 099 | 63 995 | 60 798 | 62 634 | 60 427 | 58 247 |
Overige uitgaven | 53 284 | 39 641 | 36 748 | 31 484 | 30 011 | 29 357 | 29 357 |
Totaal programma-uitgaven | 1 569 976 | 1 585 842 | 202 650 | 196 873 | 203 745 | 199 462 | 196 184 |
Totaal uitgaven | 1 695 697 | 1 714 495 | 202 650 | 196 873 | 203 745 | 199 462 | 196 184 |
Totaal ontvangsten | 20 533 | 10 772 | 318 | 1 870 | 1 870 | 1 870 | 1 870 |
Doelstelling
Beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s.
Subsidies en bijdragen
Instrumenten
De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een zeker nut hebben. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in internetbijlage 5.3.
Bijdragen aan de Navo
De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde Navo-programma’s. Ook de uitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.
Internationale samenwerking
Internationale Militaire Samenwerking (JMS) omvat in beginsel alle militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert. Het betreft onder meer militair-operationele samenwerking, defensie-materieelsamenwerking, militaire inlichtingensamenwerking, juridische samenwerking en steun bij de oprichting en versterking van veiligheidsstructuren in het kader van wapenbeheersing. Op hoofdlijnen zijn de kosten voor deze samenwerking als volgt opgebouwd: bilaterale en multilaterale activiteiten met een focus op Afrika en op Centres of Excellence (€ 1,1 miljoen), EU-Satellietwaarnemingen (€ 0,6 miljoen), het Europees Defensie Agentschap (€ 1,3 miljoen), wapenbeheersing (€ 0,5 miljoen) en High Readiness Forces (€ 0,5 miljoen).
Wetenschappelijk onderzoek
Op dit artikelonderdeel worden de centrale uitgaven op het gebied van Research and Development (R&D) geraamd. Het betreft de programmafinanciering van TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Deze bedragen in 2012 ruim € 37 miljoen. Voor projectmatige technologieontwikkeling en kennistoepassing is in 2012 ongeveer € 27 miljoen begroot. Primaire doelstelling is de ondersteuning van de krijgsmacht met gericht onderzoek en technologieontwikkeling. Daarnaast draagt Defensie met dit onderzoek bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensiegerelateerde industrie. Het onderzoek wordt zowel interdepartementaal (implementatie topsectorenbeleid) als internationaal (Navo en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed. In 2012 wordt met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten voor het eerst invulling gegeven aan de geformuleerde kennisprioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatie Agenda (SKIA, Kamerstuk 32 733, nr. 3).
Als gevolg van het amendement Ten Broeke (Kamerstuk 32 500 X, nr. 74) c.s. op de defensiebegroting 2011 is voorts eenmalig € 6 miljoen vrijgemaakt voor projecten bij TNO en toegevoegd aan de centrale middelen op het gebied van R&D. Vanwege uitvoeringstechnische redenen wordt dit budget, in overleg met TNO, in de periode 2011–2012 besteed.
Omschrijving (bedragen x € 1 000) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmafinanciering TNO (en MARIN) | 47 054 | 43 854 | 36 830 | 33 000 | 33 000 | 33 000 | 33 000 |
Programmafinanciering NLR | 515 | 516 | 516 | 517 | 517 | 517 | 517 |
Contractonderzoek technologie-ontwikkeling | 20 663 | 32 099 | 21 996 | 22 536 | 23 022 | 20 815 | 18 635 |
Contractonderzoek kennistoepassing | 6 504 | 4 630 | 4 653 | 4 745 | 6 095 | 6 095 | 6 095 |
Totaal generaal | 74 736 | 81 099 | 63 995 | 60 798 | 62 634 | 60 427 | 58 247 |
Programmafinanciering
Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze onderwerpen.
Contractonderzoek technologieontwikkeling
Via het instrument van de projectmatige technologieontwikkeling wordt onder meer invulling gegeven aan de internationale R&D-samenwerking in EDA-verband en projecten in het kader van de Defensie Industrie Strategie (DIS). Een aantal interdepartementale R&D-projecten waarvan Defensie de regievoerder is worden ook via dit instrument uitgevoerd. Het betreft in de periode 2011–2015 het project Sensor Technology Applied in Reconfigurable systems for sustainable Security (STARS) met een totale omvang van ongeveer € 18 miljoen afkomstig uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). De laatste tender van de Maatschappelijke Innovatie Agenda Veiligheid (MIA-V) is in januari 2011 gesloten. In 2012 worden binnen de MIA-V een aantal projecten uitgevoerd met een grote relevantie voor Defensie. Het betreft onder meer twee projecten in het kader van de Small Business Innovation Research (SBIR) op het gebied van training en opleiding met behulp van geavanceerde simulaties en fysieke bescherming. Een tweetal andere projecten is gericht op cyber. De MIA-V loopt in 2012 af. Een project om een vliegend radar te ontwikkelen, waarvan de ontwikkeling in de motie-Voordewind (32 123-X, nr. 78) was bepleit, is door de industrie niet ingediend.
Contractonderzoek kennistoepassing
Binnen Defensie dient de concrete toepassing van kennis primair te worden gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt R&D-budget voor kennistoepassing beschikbaar voor niet-planbare acute kennisondersteuning en interdepartementaal afgesproken bijdragen in de exploitatie van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten. Voor de periode 2010–2013 is in dit kader circa € 5 miljoen overgeheveld naar het penvoerend ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie als defensiebijdrage aan het exploitatietekort op de grote onderzoeksfaciliteiten van het NLR.
Overige uitgaven
Deze defensiebrede uitgaven hebben onder andere betrekking op de voorlichtings- en communicatieactiviteiten, de schadevergoedingen via de landsadvocaat en «lumpsum»-uitgaven aan de Belastingdienst.
2.3.4. Centraal apparaat – Niet-beleidsartikel 91
De Bestuursstaf draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie. De Bestuursstaf adviseert en ondersteunt de minister en zet zijn besluiten over de richting, inrichting en inzet van Defensie om in helder, eenduidig en uitvoerbaar beleid. Daarnaast schept zij de voorwaarden voor een optimale taakuitvoering door de defensieonderdelen en leidt zij operaties in binnen- en buitenland.
Om de minister in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen worden binnen de Bestuursstaf de volgende activiteiten ontplooid:
-
• Adviseren van de minister bij het besturen van de defensieorganisatie, in zijn rol als lid van het kabinet, in zijn relatie met het parlement en bij het onderhouden van internationale relaties;
-
• Vormgeven van uitvoerbare beleidskaders voor de defensieorganisatie als geheel, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag nodig is;
-
• Aansturen van de operationele commando’s, de DMO, het CDC, en het CKmar.
-
• Ondersteuning van Defensie op het gebied van inlichtingen en veiligheid.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor besturing van de defensieorganisatie en wordt daarbij ondersteund door de Bestuursstaf.
Externe factoren
Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het beschikken over voldoende aantallen capabel personeel, het opstellen van kwalitatief en kwantitatief uitvoerbare beleidsvoorstellen en van regelgeving.
Budgettaire gevolgen
De raming van de financiële middelen van de Bestuursstaf voor de komende begrotingsjaren is in de onderstaande tabel opgenomen.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 475 982 | 1 443 114 | 1 413 164 | 1 409 168 | 1 396 967 | |||
Uitgaven | ||||||||
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Bestuursstaf | 114 092 | 110 572 | 87 216 | 81 001 | 78 408 | |||
Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst | 79 592 | 76 178 | 75 393 | 74 881 | 72 129 | |||
waarvan personele uitgaven | 146 448 | 142 654 | 124 213 | 120 616 | 116 021 | |||
waarvan ICT | 18 648 | 17 742 | 16 788 | 16 619 | 16 180 | |||
waarvan overige exploitatie | 28 588 | 26 354 | 21 608 | 18 647 | 18 336 | |||
Pensioenen en uitkeringen | 1 167 993 | 1 156 914 | 1 166 463 | 1 180 140 | 1 189 462 | |||
Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden | 111 144 | 99 450 | 84 092 | 73 146 | 56 968 | |||
Ziektekostenvoorziening | 3 161 | |||||||
Totaal apparaatsuitgaven | 1 475 982 | 1 443 114 | 1 413 164 | 1 409 168 | 1 396 967 | |||
Totaal ontvangsten | 6 582 | 6 932 | 6 932 | 6 932 | 6 932 |
Verwerking van de taakstelling
In het centraal apparaatsartikel dient te worden ingegaan op de verdeling tussen personeel en materieel in de verwerking van de taakstelling. Bij Defensie is deze taakstelling integraal verwerkt in de op te lossen problematiek van de beleidsvisie. Daardoor zijn de taakstellingen op personeel en materieel niet meer individueel te identificeren. Een voorbeeld van een maatregel welke de taakstelling op personeel en materieel echter wel direct raakt, is de vermindering van de staven met dertig procent.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
De eerste taak van de Bestuursstaf is de ondersteuning en advisering van de minister bij het besturen van de defensieorganisatie. Om de minister in staat te stellen het ministerie van Defensie effectief te besturen wordt binnen de Bestuursstaf optimaal samengewerkt om het «verkeer» tussen de Bestuursstaf en de defensieonderdelen te stroomlijnen. De basis voor de besturing van de defensieorganisatie is de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure (BPB). De BPB-procedure vormt de kern van de activiteiten van de Bestuursstaf. Binnen de Bestuursstaf is voortdurende aandacht voor de verdere verbetering van het BPB-proces en de verbetering van de kwaliteit van de producten uit het BPB-proces, zijnde de beleidsvisie, het defensieplan, de begroting en het jaarverslag.
De tweede taak van de Bestuursstaf is de ontwikkeling van departementaal beleid en regelgeving. Om de minister in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen wordt helder en uitvoerbaar departementaal beleid en regelgeving voorbereid, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag nodig is en de kaders voldoen om het beleid uit voeren. Het ontwikkelen en monitoren van het beleid en regelgeving van de verschillende deelgebieden gebeurt binnen de Bestuursstaf op de volgende beleidsterreinen:
-
• Algemeen: Hoofddirectie Algemene Beleidszaken en Bureau Secretaris-generaal;
-
• Operationeel: Defensiestaf;
-
• Financieel: Hoofddirectie Financiën en Control;
-
• Juridisch: Directie Juridische Zaken;
-
• Personeel: Hoofddirectie Personeel;
-
• Materieel: Directie Beleid van de Defensie Materieel Organisatie
-
• Informatievoorziening: Hoofddirectie Informatievoorziening en Organisatie
-
• Milieu en Vastgoed: Directie Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid
-
• Militaire inlichtingen en veiligheid: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.
De derde taak van de Bestuursstaf is de beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s. De instrumenten die hiervoor ter beschikking staan zijn:
-
• Pensioenen en uitkeringen: De betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig defensiepersoneel.
-
• Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden: De verstrekking van uitkeringen krachtens diverse regelingen aan voormalig defensiepersoneel. Zodra overeenstemming is bereikt met de Centrales van Overheidspersoneel over een herijkt Sociaal Beleidskader (SBK) zullen de meerjarenramingen worden aangepast in verband met voorzieningen voor personeel dat Defensie gaat verlaten.
-
• Ziektekostenvoorziening: De ziektekostenvoorziening is per 1 januari 2006 afgeschaft. In het arbeidsvoorwaardenoverleg zijn afspraken gemaakt om een deel van diegenen die in 2005 een vergoeding hebben ontvangen, tot 2013 te compenseren. Op dit artikel worden de (afnemende) uitgaven hiervan verantwoord.
De vierde taak van de Bestuursstaf is het ondersteunen van Defensie op het gebied van inlichtingen en veiligheid. Binnen de Bestuursstaf is de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) belast met deze taak. De MIVD richt zich daarbij zowel op het politiek-militair besluitvormende niveau (strategische inlichtingen) als op de voorbereiding en uitvoering van militaire taken (operationele inlichtingen). Hierbij gaat het vooral om de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties. De MIVD heeft twee hoofdtaken: een inlichtingentaak en een veiligheidstaak. De MIVD voert deze taken uit binnen een wettelijk kader dat onder andere is neergelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de Wet veiligheidsonderzoeken. Onderdeel van deze taken is het verrichten van onderzoek naar andere landen, op aanwijzing van de minister-president. Daarbij wordt samengewerkt met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waarmee een taakverdeling is afgesproken. De MIVD verstrekt in dit verband inlichtingenrapportages aan de minister-president, het ministerie van Buitenlandse Zaken en aan de AIVD.
Totaal apparaatsuitgaven Defensie
Conform het traject «Verantwoord begroten» geeft onderstaande tabel een overzicht van het totaal aan begrote apparaatsuitgaven van Defensie voor 2012.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 902 987 | 951 816 | 5 359 780 | 5 101 103 | 4 820 941 | 4 715 760 | 4 728 747 |
Uitgaven | |||||||
Apparaatsuitgaven | |||||||
Beleidsartikelen | 777 266 | 823 137 | 3 883 798 | 3 657 989 | 3 407 777 | 3 306 592 | 3 331 780 |
20 Inzet | |||||||
21 Commando zeestrijdkrachten | 20 177 | 22 347 | 501 065 | 493 685 | 472 608 | 467 812 | 482 919 |
22 Commando landstrijdkrachten | 285 914 | 233 941 | 1 120 759 | 1 051 135 | 975 511 | 937 337 | 934 913 |
23 Commando luchtstrijdkrachten | 109 568 | 104 672 | 603 450 | 575 121 | 543 686 | 542 219 | 556 977 |
24 Commando Koninklijke marechaussee | 34 011 | 30 205 | 365 759 | 350 033 | 345 142 | 342 074 | 339 405 |
25 Defensie Materieel Organisatie | 262 232 | 246 960 | 473 278 | 430 444 | 385 776 | 370 013 | 370 158 |
26 Commando DienstenCentra | 65 364 | 185 012 | 819 487 | 757 571 | 685 054 | 647 137 | 647 408 |
Niet-beleidsartikelen | 125 721 | 128 653 | 1 475 982 | 1 443 114 | 1 413 164 | 1 409 168 | 1 396 967 |
70 Geheime Uitgaven | |||||||
80 Nominaal en onvoorzien | |||||||
90 Algemeen | 125 721 | 128 653 | |||||
91 Centraal Apparaat | 1 475 982 | 1 443 114 | 1 413 164 | 1 409 168 | 1 396 967 | ||
waarvan personele uitgaven | 2 767 942 | 2 650 067 | 2 463 205 | 2 421 864 | 2 423 407 | ||
waarvan huisvesting | 373 709 | 338 926 | 332 203 | 313 030 | 302 609 | ||
waarvan ICT | 285 156 | 249 779 | 240 955 | 223 810 | 223 276 | ||
waarvan overige exploitatie | 650 674 | 605 967 | 534 025 | 503 771 | 533 027 | ||
waarvan Pensioenen en uitkeringen | 1 167 993 | 1 156 914 | 1 166 463 | 1 180 140 | 1 189 462 | ||
waarvan Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden | 111 144 | 99 450 | 84 092 | 73 146 | 56 968 | ||
waarvan Ziektekostenvoorziening | 3 161 | ||||||
Totaal apparaatsuitgaven | 902 987 | 951 790 | 5 359 780 | 5 101 103 | 4 820 941 | 4 715 760 | 4 728 747 |
Apparaatsuitgaven SSO's: | 563 834 | 470 480 | 463 322 | 427 057 | 386 556 | 393 984 | 395 602 |
Apparaatsuitgaven DTO | 339 633 | 297 398 | 297 000 | 267 870 | 233 742 | 246 933 | 249 893 |
Apparaatsuitgaven DVD | 115 672 | 82 111 | 75 732 | 70 706 | 66 915 | 62 277 | 61 835 |
Apparaatsuitgaven Paresto | 108 529 | 90 971 | 90 590 | 88 481 | 85 899 | 84 774 | 83 874 |
De bedrijfsvoering bij Defensie
Defensie heeft de uitdagende doelstelling om ondanks de ingrijpende bezuinigingen en bijbehorende reorganisaties te streven naar een beheer dat structureel op orde is en blijft. Een uitdaging daar Defensie, als één van de grootste uitvoerende organisaties van de Rijksoverheid, een dynamische en complexe bedrijfsvoering kent. Daarom vindt een herziening van de bedrijfsvoering plaats met als centrale thema’s het reduceren van complexiteit, het sturen op risico’s en ontbureaucratiseren. Een belangrijke doelstelling tijdens de transitieperiode van de oude naar de nieuwe defensieorganisatie is het structureel verbeteren van de kwaliteit van het beheer en tegelijkertijd de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering aan te pakken. Door middel van een centrale sturing op de verbeteractiviteiten in het beheer, worden de doelstellingen bewaakt en is tijdige bijsturing mogelijk. In de nieuwe organisatie wordt de toekomstige Hoofddirectie Bedrijfsvoering verantwoordelijk voor de centrale regie over het beheer. Daarnaast zal het verminderen van beheersrisico’s mede bepalend zijn voor de aanpak en het tempo van de uitvoering van de bezuinigingen.
Beheer op orde
Met het verschijnen van de beleidsbrief zijn de ambities van de projecten voor het financieel beheer en materieelbeheer bijgesteld en nadrukkelijk verbonden met de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden. In 2011 is een begin gemaakt met de concrete uitwerking van deze ambities en in 2012 wordt hieraan verder invulling gegeven. Belangrijke voorwaarden zijn daarbij het vooraf stellen van scherpe kaders en richtlijnen en de centralisering en concentratie van kwetsbare processen.
De rode draad in het verbeteren van het financieel beheer in 2012 vormt het vereenvoudigen van de regelgeving van de financiële processen en het maken van een start met de oprichting van één administratie- en beheerkantoor. Dit kantoor zal zorg dragen voor het ondersteunende en administratieve proces van behoeftestelling tot en met betaling en het beheer daarvan. Deze centralisatie leidt tot meer doelmatigheid en kwaliteit en bevordert de eenvormige uitvoering van financiële processen. Daarnaast worden de in 2011 ingezette verbeteringen gecontinueerd, bijvoorbeeld door het oplossen van de voornaamste tekortkoming binnen het beheer van uitgaven en het niet tijdig betalen van facturen. In 2012 voldoet Defensie aan de Rijksbrede norm, die voorschrijft dat negentig procent van de facturen binnen dertig dagen moet worden betaald.
Bijzonder aandachtspunt bij de implementatie van het defensiebrede administratie- en beheerkantoor vormt de verwevenheid van het financieel beheer met de verdere implementatie van SAP. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke standaardisatie van processen en procedures en het maximaal concentreren en benutten van kennis. Op deze manier wordt toegewerkt naar één defensiebrede organisatie waar een efficiënte administratieve verwerking plaatsvindt, zodat beschikbare capaciteit wordt ingezet op die gebieden waar zich de grootste risico’s voordoen en daar vervolgens ook de managementaandacht op wordt gericht.
Voor het verbeteren van het materieelbeheerwordt de focus gelegd op het voortzetten van de in 2011 in gang gezette activiteiten ten aanzien van het Voorschrift Materieelbeheer Defensie, de implementatie van de herijkte ambities in het materieelbeheer en de ingebruikname van de monitor kwaliteit materieelbeheer. Met deze monitor krijgt Defensie meer inzicht in de kwaliteit van het gevoerde materieelbeheer. Tekortkomingen kunnen eerder gesignaleerd en gecorrigeerd worden, waardoor de huidige onvolkomenheden opgelost en toekomstige onvolkomenheden voorkomen kunnen worden. In 2012 zal prioriteit worden gegeven aan het verder op orde brengen van met name het beheer van de als gevoelig aangemerkte materieelsoorten, zoals wapens, munitie en cryptoapparatuur.
Een structurele verbetering van het materieelbeheer wordt mede ondersteund door de invoering van SAP. Daarom is een goede afstemming met het programma SPEER, dat verantwoordelijk is voor deze invoering, noodzakelijk. Deze afstemming wordt getoetst en bewaakt door het projectbureau Professionalisering Materieelbeheer Defensie.
Ten aanzien van het personeelsbeheer wordt in 2012, conform het plan van aanpak, het project Volledigheid en betrouwbaarheid personeelsdossiers Defensie afgerond waardoor in 2012 alle personeelsdossiers aan de wettelijke eisen voldoen.
Stuur- en verantwoordingsinformatie
Naast de noodzakelijke herziening van de bedrijfsvoering van Defensie zijn de ambities van het meerjarige programma Verbeteren stuur- en verantwoordingsinformatie herijkt. Evenals in 2011 wordt vanuit het programma slechts de verdere verbetering en verankering van de kwaliteit van de managementinformatie over de operationele gereedheid ondersteund. Met name het streven naar uniformiteit in de totstandkoming van de informatie, het verbeteren van de kwaliteit van de broninformatie en de automatisering van handmatige bewerkingen vergen nog aandacht. Daarnaast wordt de aansluiting van de informatie in de begroting, de managementrapportages en het jaarverslag bewaakt.