2.2.1 Inzet – beleidsartikel 20
Algemene doelstelling
Het ministerie van Defensie draagt in belangrijke mate bij aan een duurzame internationale rechtsorde en stabiliteit en ondersteunt de nationale autoriteiten.
Omschrijving van de samenhang in beleid
Het Koninkrijk der Nederlanden draagt onverminderd bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Het Koninkrijk voert daartoe een actief veiligheidsbeleid, dat niet alleen de zorg voor de veiligheid van het eigen grondgebied en dat van de bondgenoten behelst, maar zich uitstrekt tot breed opgezette conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. De deelneming aan crisisbeheersingsoperaties, het verlenen van noodhulp en de nationale inzet van de krijgsmacht maken deel van uit van het beleidsartikel inzet.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van het besluit tot inzet van militaire capaciteiten.
Budgettaire gevolgen van het beleid
Ten laste van beleidsartikel 20 inzet worden de additionele uitgaven voor inzet, zowel nationaal als internationaal, geraamd en verantwoord. Voor de genoemde operaties betreft dit de direct met de operaties verband houdende uitgaven die niet zouden worden gemaakt bij reguliere bedrijfsvoering. In de begroting 2013 zal een splitsing van programma- en apparaatsuitgaven in artikel 20 Inzet worden gemaakt.
De begrotingssystematiek schrijft voor dat ramingen voor missies alleen betrekking hebben op de periode waarvoor een politiek mandaat bestaat. Voor missies waarvoor in 2012 nog uitgaven begroot zijn, geldt ofwel dat deze in 2011 worden beëindigd ofwel dat een regeringsbesluit over mogelijke verlenging van de bijdrage later dit jaar zal worden gegeven.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 302 029 | 319 464 | 197 750 | 199 250 | 199 250 | 199 250 | 199 250 |
Programma-uitgaven, waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 161 310 | 122 475 | 108 650 | 49 100 | 16 600 | ||
Uitgaven crisisbeheersingsoperaties (HGIS) | |||||||
Vrede en stabiliteit in Europa/Balkan, | 8 515 | 8 500 | 400 | ||||
waarvan | |||||||
EUFOR Althea | 7 281 | 6 900 | |||||
EULEX | 588 | 800 | 400 | ||||
KFOR | 538 | 600 | |||||
EUPM | 104 | 200 | |||||
Operatie Active Endeavour | 4 | ||||||
Vrede en stabiliteit in Afghanistan, | 272 717 | 238 210 | 124 710 | 104 600 | 92 000 | 32 500 | |
waarvan | |||||||
ISAF | 203 698 | 13 000 | |||||
Nationale bijdrage aan ISAF-staven | 4 754 | 13 000 | 7 500 | 7 500 | 7 500 | 7 500 | |
ISAF redeployment | 64 146 | 100 000 | 20 000 | ||||
Geïntegreerde Politiemissie (GPM Kunduz) | 112 000 | 97 000 | 97 000 | 84 500 | 25 000 | ||
EUPOL | 119 | 210 | 210 | 100 | |||
Vrede en stabiliteit in Midden-Oosten, | 1 211 | 1 640 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 |
waarvan | |||||||
UNTSO | 587 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 |
NTM-I | 428 | 800 | |||||
CMF (voorheen CFMCC) | 196 | 200 | |||||
EUBAM | 0 | 40 | |||||
Vrede en stabiliteit in Afrika, waarvan | 18 343 | 38 420 | 13 925 | 1 100 | |||
EU NAVFOR Atlanta | 11 049 | 400 | 1 000 | ||||
Ocean Shield | 4 386 | 9 800 | 12 900 | 1 100 | |||
Libië (Unified Protector) | 26 600 | ||||||
EUFOR Tchad/RCA | 1 385 | 20 | |||||
UNMIS | 1 259 | 1 400 | |||||
EUSEC (FIN) | 205 | 100 | |||||
UNAMID | 51 | 100 | 25 | ||||
AMIS | 8 | ||||||
Overige missies, waarvan | 2 953 | 6 775 | 5 675 | 175 | 50 | ||
Missies Algemeen | 1 398 | 6 600 | 5 500 | ||||
NLTC | 29 | 175 | 175 | 175 | 50 | ||
Bijdrage aan politiemissies | 1 526 | ||||||
Totale uitgaven crisisbeheersingsoperaties (HGIS) | 303 739 | 293 545 | 145 310 | 106 475 | 92 650 | 33 100 | 600 |
Uitgaven contributies (HGIS), waarvan | |||||||
EU contributies (Athena) | 995 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 | 1 500 |
NAVO contributies (AOM) | 13 585 | 15 500 | 14 500 | 14 500 | 14 500 | 14 500 | 14 500 |
Totale uitgaven contributies (HGIS) | 14 580 | 17 000 | 16 000 | 16 000 | 16 000 | 16 000 | 16 000 |
Voorziening crisisbeheersingsoperaties | 8 919 | 29 690 | 70 025 | 83 850 | 143 400 | 175 900 | |
Totale uitgaven HGIS | 318 319 | 319 464 | 191 000 | 192 500 | 192 500 | 192 500 | 192 500 |
Uitgaven Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) | |||||||
Nationale inzet | 2 250 | 2 250 | 2 250 | 2 250 | 2 250 | ||
Totale uitgaven FNIK | 2 250 | 2 250 | 2 250 | 2 250 | 2 250 | ||
Uitgaven overige inzet | |||||||
Voorziening Vessel Protection Detachments (VPD's) | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | ||
Totale uitgaven overige inzet | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | ||
Totale uitgaven artikel 20 | 318 319 | 319 464 | 197 750 | 199 250 | 199 250 | 199 250 | 199 250 |
Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten HGIS | 9 347 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 | 1 407 |
Overige ontvangsten | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | ||
Totaal ontvangsten | 9 347 | 1 407 | 5 907 | 5 907 | 5 907 | 5 907 | 5 907 |
Budgetflexibiliteit
In artikel 20 Inzet is 82 procent van de voorziening toegewezen aan een specifieke missie.
2.2.1.1 Crisisbeheersingsoperaties
Operationele doelstelling
Vrede en stabiliteit in Europa/Balkan, Afghanistan, het Midden Oosten en Afrika.
Motivering
Veiligheid en stabiliteit in de bovenstaande gebieden is in het belang van de internationale gemeenschap en daarmee van Nederland. De Balkan, Afghanistan, het Midden-Oosten en Afrika zijn prioriteitsgebieden in het Nederlandse veiligheidsbeleid. Defensie steunt dit beleid door een bijdrage te leveren aan missies in deze regio’s.
European Union Rule of Law Mission in Kosovo (EULEX Kosovo)
Instrumenten
Referte 1: Kamerbrief 21 501-02, nr. 970 van 7 juni 2010 (verlenging Nederlandse deelneming tot 14 juni 2012).
EULEX Kosovo heeft tot doel het bestuur, politie, justitie en de douane van Kosovo te ondersteunen om zo een bijdrage te leveren aan de bestendiging van de regionale vrede, veiligheid en stabiliteit en aan de ontwikkeling van duurzame en democratische lokale instellingen.
De Nederlandse bijdrage aan EULEX Kosovo betreft personeel van het Commando Koninklijke marechaussee (CKmar), de politie, justitie, douane en enkele civiele experts. Functionarissen van het CKmar zijn in Kosovo op uiteenlopende politieterreinen actief. Gemiddeld zullen er in 2012 achttien functionarissen van het CKmar voor de missie worden ingezet en 22 functionarissen van buiten Defensie. De defensiebijdrage in deze vorm en omvang wordt in ieder geval tot midden 2012 voortgezet.
Geïntegreerde Politietrainingsmissie
Referte: Kamerbrief geïntegreerde politietrainingsmissie in Afghanistan, 27 925, nr. 415 van 7 januari 2011.
Het doel van de Geïntegreerde Politietrainingsmissie (GPM) is de training en mentoring van de Afghan Uniformed Police (AUP) en de verhoging van de kwaliteit van het juridische systeem. Na de deployment-fase is de missie in juni 2011 van start gegaan. De Nederlandse bijdrage aan het trainingsprogramma in Afghanistan bestaat uit een Police Training Group (PTG) die op 1 januari 2012 operationeel wordt.
De Air Task Force met F16’s wordt in 2012 ingezet voor de GPMen secundair voor de bescherming van ISAF-eenheden die direct worden bedreigd. De nationale bijdrage aan ISAF-staven (NBI) bestaat uit individueel uitgezonden militairen met wie Nederland – gezien de omvang van de Nederlandse aanwezigheid de komende periode – blijft deelnemen aan de hoofdkwartieren van ISAF, ISAF Joint Command (IJC), RC-North en de NATO Training Mission Afghanistan (NTM-A). Ook het National Support Element maakt deel uit van de nationale bijdrage aan ISAF-staven. De totale bijdrage aan deze missie in Afghanistan bedraagt vijfhonderd militairen. Deze bijdrage zal vooralsnog tot midden 2014 voortduren.
ISAF
Met de reparatie en het onderhoud van het materieel dat na inzet uit Afghanistan is teruggekeerd, wordt in 2012 de redeployment voltooid.
EU Police Mission (EUPOL) Afghanistan
Referte: Kamerbrief 27 925, nr. 398 van 24 juni 2010.
De Nederlandse deelneming aan EUPOL in Afghanistan betrof midden 2011 ongeveer 24 functies. In 2012 zal dit aantal toenemen als gevolg van de GPM. Het definitieve aantal zal mede afhankelijk zijn van verzoeken van de EU en gebaseerd zijn op de operationele behoefte. De maximale Nederlandse bijdrage betreft veertig civiele politiefunctionarissen. De focus van de Nederlandse inzet is gericht op de provincie Kunduz. Daarnaast zijn civiele politiefunctionarissen en civiele medewerkers werkzaam in Kabul. In de raming is rekening gehouden met een deelneming van tien marechaussees aan EUPOL ten laste van beleidsartikel 20. De EUPOL-missie kende aanvankelijk een duur van drie jaar tot juni 2010, maar is inmiddels verlengd tot 31 mei 2013. De Nederlandse bijdrage loopt vooralsnog ook tot deze datum.
United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO)
Referte: VNVR Resolutie 50 van 29 mei 1948.
UNTSO heeft tot taak toe te zien op de naleving van de bestaande bestandsafspraken tussen de landen in de regio. Nederland neemt al sinds 1956 deel aan deze missie van de Verenigde Naties (VN). De Nederlandse deelneming aan deze missie is van onbeperkte duur. Nederland levert in 2012 twaalf officieren voor verschillende waarnemersgroepen in Syrië, Israël, en Libanon en het hoofdkwartier van UNTSO te Jeruzalem.
Combined Maritime Forces (CMF)
De CMF richten zich naast de strijd tegen het internationaal terrorisme ook op piraterijbestrijding en hebben hiervoor een afzonderlijke taakgroep (CTF-151) ingesteld. Nederland draagt in 2012 met twee militairen bij aan de staf van het hoofdkwartier van de CMF in Bahrein.
EU NAVFOR Atalanta
Referte: Kamerbrief 29 521, nr. 168 van 1 juni 2011.
Met de start van operatie Atalanta op 8 december 2008 is de eerder door Nederland bepleite EU-bijdrage aan de beveiliging van humanitaire transporten voor de kust van Somalië een feit geworden. Het mandaat van de EU-operatie loopt in december 2012 af. De hoofdtaken van deze missie bestaan uit escortering van VN-transporten van het World Food Programme en de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM), de bescherming van kwetsbare schepen, het voorkomen, bestrijden en verstoren van piraterij en het monitoren van de bescherming van kwetsbare schepen, van piraterij en het monitoren van vissersactiviteiten voor de kust van Somalië. In 2012 bestaat de Nederlandse bijdrage uit de inzet van het fregat Hr.Ms. Van Amstel in de eerste helft van 2012. De Nederlandse deelneming is gepland tot en met mei 2012.
Ocean Shield
Referte: Kamerbrief 29 521, nr. 168 van 1 juni 2011
Het mandaat van operatie Ocean Shield betreft de bescherming van koopvaardijschepen in de Internationally Recommended Transit Corridor (IRTC) in de Golf van Aden en de uitvoering van patrouilletaken in het Somalië Bassin. Tevens voert de operatie individuele escortes uit van VN-transporten en richt de operatie zich op het voorkomen, bestrijden en verstoren van piraterijaanvallen. Vanaf 1 januari 2012 levert Nederland voor de duur van een jaar de commandant, het stafschip en een deel van de internationale staf aan de Standing NATO Maritime Group (SNMG) 1. Dit betekent dat de stafschepen Hr.Ms. De Ruyter, Hr. Ms. Tromp en Hr. Ms. Evertsen in 2012 achtereenvolgens zullen deelnemen aan SNMG-1. Vanaf juni 2012 worden de fregatten Hr. Ms. Tromp en Hr.Ms. Evertsen in Combined Task Force (CTF) 508-verband ingezet voor Ocean Shield. Ook zal Nederland in het voorjaar van 2012 met de inzet van een onderzeeboot bijdragen aan deze operatie. De Nederlandse bijdrage aan deze missie loopt tot december 2012.
United Nations and African Union Mission in Darfur (UNAMID)
Referte: Kamerbrief verlenging Nederlandse bijdrage aan UNAMID, 29 521, nr. 162 van 4 maart 2011
Als gevolg van het conflict in de regio Darfur (West-Soedan) is sprake van een groot aantal vluchtelingen. Deze mensen verblijven in meerdere grote vluchtelingenkampen in de regio. UNAMID heeft tot taak een veilige omgeving te creëren voor hulporganisaties die humanitaire hulp verlenen aan de bevolking van de vluchtelingenkampen. De bouw van drie grote UNAMID vluchtelingenkampen in Darfur nadert voltooiing en de meeste teamsites in de Darfur regio zijn ingericht. Tot 31 maart 2012 zijn twee Nederlandse militairen geplaatst in het hoofdkwartier van UNAMID in El Fasher. Zij werken in de staf bij de planning en logistieke ondersteuning van de missie.
Netherlands Liaison Team CENTCOM (NLTC)
Het Nederlandse liaisonteam bij Central Command (CENTCOM) in Tampa, Florida, houdt zich bezig met de coördinatie en ontwikkelingen in de strijd tegen het internationale terrorisme, de ISAF-operatie en andere operaties die vallen onder CENTCOM. Het betreft hier een missiegerelateerde plaatsing van liaisoncapaciteit. Deze capaciteit wordt periodiek geëvalueerd en zal waarschijnlijk worden voorgezet tot het einde van de geïntegreerde politiemissie in Kunduz.
2.2.1.2 Contributies
Nederland draagt bij aan de gemeenschappelijke uitgaven van de Navo en de EU. Dit bedrag staat los van een eventuele Nederlandse deelname aan een specifieke missie van de Navo of de EU.
2.2.1.3 Nationale inzet
Operationele doelstelling
Handhaving van de rechtsorde en ondersteuning van civiele overheden binnen het Koninkrijk.
Structurele nationale taken
In deze paragraaf is alleen de incidentele inzet van Defensie opgenomen waarvan de additionele kosten kunnen worden verrekend met de Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK). Defensie voert daarnaast structureel een aantal taken uit voor civiele overheden. De structurele nationale taken van Defensie zijn vastgelegd in wet- of regelgeving of er zijn specifieke afspraken over gemaakt en er hoeft geen verzoek om bijstand of steunverlening te worden ingediend. Deze taken zijn in de beleidsartikelen van de desbetreffende operationele commando’s opgenomen. Enkele voorbeelden zijn kustwachttaken, explosievenopruiming en de eigen taken op grond van artikel 6 Politiewet 1993.
Militaire bijstand en militaire steunverlening
De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid en Justitie en Defensie hebben bestuursafspraken gemaakt over de gegarandeerde beschikbaarheid van militaire (specialistische) capaciteiten en de operationele aansturing daarvan onder civiel gezag (Intensivering Civiel-Militaire samenwerking, ICMS). Eind 2012 stelt Defensie de toegezegde gegarandeerde capaciteit beschikbaar in de vorm van een respons-, detectie- en ontsmettingscapaciteit voor chemische, biologische, radiologische of nucleaire besmetting (CBRN). Verder wordt incidentele inzet verwacht die niet valt onder de structurele en reguliere militaire bijstand of militaire steunverlening. Voor de uitvoering van militaire bijstand en steunverlening heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeentes in FNIK vanaf 2012 jaarlijks € 2, 25 miljoen beschikbaar gesteld.
2.2.1.4. Overige Inzet
Operationele doelstelling
De militaire ondersteuning bij de handhaving van de rechtsorde en veiligheid in gebieden buiten het Koninkrijk der Nederlanden.
Inzet Vessel Protection Detachments (VPD’s)
Het aantal verzoeken van Nederlandse reders om ondersteuning van de overheid bij beveiliging van kwetsbare schepen in risicogebieden is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Het AIV-rapport «Piraterijbestrijding op zee – een herijking van publieke en private verantwoordelijkheden» beval aan in bepaalde gevallen tot deze ondersteuning over te gaan. Deze ontwikkelingen hebben ertoe bijgedragen dat in 2011 een aantal kwetsbare transporten van overheidswege door VPD’s is beschermd. Er is een beleidskader opgesteld dat operationele, juridische en financiële kaders adresseert. Voor 2012 wordt uitgegaan van de inzet van twintig VPD’s. Hiervoor zal een bedrag van € 9 miljoen begroot worden. € 4,5 miljoen van deze € 9 miljoen zijn additionele uitgaven en worden begroot op dit beleidsartikel. De overige € 4,5 miljoen bestaat uit uitgaven voor brandstof, reserverdelen, vlieguren en transport. Deze uitgaven vallen binnen de gereedstelling en instandhouding en zijn opgenomen bij de desbetreffende beleidsartikelen.
Kleine missies buiten artikel 20
Tot slot neemt Defensie deel aan verscheidene kleine missies die niet worden begroot op beleidsartikel 20. Deze missies vallen onder het oefenplafond van de operationele commando’s en worden begroot op de andere beleidsartikelen in deze begroting, dan wel betaald door het ministerie van Buitenlandse Zaken of gefinancierd door de EU. Het betreft de Security Sector Development-missie in Burundi, de inzet van vijftig Nederlandse militairen voor grensbewaking in de FRONTEX-pool, de door de Verenigde Staten geleide trainingsmissie van Palestijnse veiligheidseenheden op de Westelijke Jordaanoever, de Nederlandse deelneming aan het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) in Oost-Afrika en aan de African Contingency Operations Training and Assistance (ACOTA)-programma’s in Rwanda, Burundi en Oeganda.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben betrekking op de vergoedingen van EU-, Navo- en VN-partners voor de door Nederland geleverde diensten of ingezette personele en materiële middelen. Defensie ontvangt daarnaast € 4,5 miljoen van de reders als vergoeding voor de inzet van de VPD’s.
2.2.2 Commando zeestrijdkrachten – beleidsartikel 21
Algemene doelstelling
Het Commando zeestrijdkrachten (CZSK) levert (specifiek) operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Voor de maritieme capaciteit van de krijgsmacht moet het CZSK maritieme eenheden operationeel gereed stellen en houden. Zeestrijdkrachten zijn zowel voor expeditionaire als voor nationale taken inzetbaar. Omdat zij het vereiste materieel en voorraden meevoeren, zijn zeestrijdkrachten in hoge mate logistiek onafhankelijk van het gebied waarin zij opereren en beschikken zij hierdoor over een grote strategische en tactische mobiliteit. Maritieme operaties op open zee, zoals operaties ter bescherming van de scheepvaart tegen piraterij, zijn nog steeds van belang. Daarnaast hebben de veranderingen in de internationale veiligheidssituatie geleid tot een grotere aandacht voor maritieme en amfibische operaties in kustwateren. Afhankelijk van de uit te voeren opdracht kan een maritieme expeditionaire taakgroep worden samengesteld uit vloot- en marinierseenheden, aangevuld met helikoptercapaciteit vanuit het Defensie Helikopter Commando. Ook onderzeeboten kunnen hiervan deel uitmaken. Ten slotte voert het CZSK nationale taken uit zoals kustwachttaken en maritieme explosievenopruiming.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CZSK.
Externe factoren
Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van de beschikbaarheid van voldoende opgeleid, geoefend en gemotiveerd personeel, voldoende materieel dat voldoet aan alle operationele vereisten en de mogelijkheden hier realistisch mee op te leiden en te oefenen. De personele vulling wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren als de demografische ontwikkeling en de economische situatie. Het kunnen beschikken over het gewenste materieel wordt mede bepaald door niet-beïnvloedbare factoren, zoals mogelijke complexe materiële problemen die alleen met een meerjarig verbetertraject kunnen worden aangepakt. De geoefendheid van eenheden is afhankelijk van voldoende oefen- en trainingsmogelijkheden in binnen- en buitenland, waarbij zowel met andere operationele commando’s (joint) als met buitenlandse eenheden (combined) wordt geoefend.
Budgettaire gevolgen van het beleid
De financiële middelen die het CZSK ter beschikking staan voor de verwezenlijking van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen. Deze tabel budgettaire gevolgen is voor jaren 2010 en 2011 ingedeeld conform de oude definities van apparaat- en programma-uitgaven. Vanaf 2012 zijn de nieuwe definities gehanteerd.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 599 001 | 572 860 | 567 232 | 561 819 | 536 546 | 532 913 | 548 020 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 20 832 | 19 760 | 18 109 | 18 595 | 15 028 | |||
Commando ZSK Nederland, | 521 057 | 491 488 | 41 185 | 42 625 | 39 512 | 40 637 | 40 636 | |
waarvan Operationele eenheden | 403 584 | 390 597 | ||||||
waarvan Opleidingen | 117 473 | 100 891 | ||||||
Commando ZSK Carib | 45 129 | 46 921 | 1 883 | 1 974 | 1 979 | 1 979 | 1 979 | |
Kustwacht Nederland | 24 690 | 28 115 | 19 998 | 20 034 | 18 953 | 18 983 | 18 984 | |
Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied | 2 796 | 2 871 | 3 101 | 3 501 | 3 494 | 3 502 | 3 502 | |
Totaal programma-uitgaven | 593 672 | 569 395 | 66 167 | 68 134 | 63 938 | 65 101 | 65 101 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf Commando ZSK | 14 783 | 17 143 | 12 848 | 11 853 | 8 759 | 8 408 | 8 408 | |
Operationele eenheden | 482 952 | 476 507 | 458 542 | 454 075 | 469 182 | |||
Bijdragen aan SSO's | 5 394 | 5 204 | 5 265 | 5 325 | 5 307 | 5 329 | 5 329 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 385 641 | 382 113 | 366 144 | 362 707 | 377 356 | |||
huisvesting | 30 757 | 29 660 | 28 306 | 27 367 | 26 500 | |||
ICT | 21 370 | 18 418 | 16 959 | 16 747 | 16 747 | |||
overige exploitatie | 63 297 | 63 494 | 61 199 | 60 991 | 62 316 | |||
Totaal apparaatsuitgaven | 20 177 | 22 347 | 501 065 | 493 685 | 472 608 | 467 812 | 482 919 | |
Totaal uitgaven | 613 849 | 591 742 | 567 232 | 561 819 | 536 546 | 532 913 | 548 020 | |
Totaal ontvangsten | 11 791 | 13 564 | 13 564 | 13 564 | 13 564 | 13 564 | 13 564 |
Budgetflexibiliteit
Binnen de programma-uitgaven is per 1 januari 2012 voor 31 procent contractuele verplichtingen aangegaan. Het overige deel is in beginsel verbonden aan het vastgestelde activiteitenniveau teneinde te komen tot de realisatie van de operationele doelstellingen.
Verdeling operationele doelstellingen
In de onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden geraamde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen. Deze uitgaven bestaan uit de totale programma-uitgaven van CZSK plus de apparaatsuitgaven voor de operationele eenheden (inclusief de opleidingskosten).
bedragen x € 1 miljoen | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|
operationele doelstelling 1 | 91,1 | 90,4 | 86,7 | 86,2 | 88,7 |
operationele doelstelling 2 | 218,2 | 216,4 | 207,6 | 206,3 | 212,3 |
operationele doelstelling 3 | 239,8 | 237,8 | 228,2 | 226,7 | 233,3 |
Totaal | 549,1 | 544,6 | 522,5 | 519,2 | 534,3 |
Operationele doelstellingen
Operationele doelstelling 1:
Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.
Operationeel gerede eenheden worden ingezet voor internationale en nationale operaties teneinde bij te dragen aan de uitvoering van de drie hoofdtaken van Defensie.
Operationele doelstelling 2:
Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.
Om met eenheden onmiddellijk te kunnen bijdragen aan de drie hoofdtaken van Defensie is een gedeelte van de eenheden operationeel gereed. Deze eenheden zijn personeelsgereed, materieelgereed en geoefend voor de organieke taak of een deel daarvan.
Operationele doelstelling 3:
Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden.
Om gedurende een langere periode blijvend een aantal eenheden operationeel gereed te hebben, is een groter aantal eenheden nodig. Daarmee kunnen eenheden herstellen van inzet, (groot) onderhoud uitvoeren, reorganisaties doorvoeren, vertrouwd raken met nieuw materieel, hun personeel opleidingen laten volgen en (opnieuw) gereedstellen voor de organieke taak of een specifiek deel daarvan. Eenheden die zijn aangemerkt als onderdeel van het «voortzettingsvermogen» kunnen worden ingezet voor opdrachten die een minder hoog trainingsniveau vereisen, zoals in het kader van de civiel-militaire samenwerking. Tevens kunnen deze eenheden kleinschalige, specialistische opdrachten uitvoeren.
Specifiek en organiek gereedstellen van eenheden
De organieke taak is het geheel van taken waarvoor een organieke eenheid standaard is ingericht. In beginsel worden eenheden gereedgesteld voor de uitvoering van alle elementen van de organieke taak; er is dan sprake van organieke operationele gereedheid. Wanneer echter al bekend is waarvoor een eenheid zal worden ingezet, is het niet doelmatig de eenheid gereed te stellen voor de gehele organieke taak. Het is dan zinvol de eenheid specifiek gereed te stellen voor het deel van de organieke taak dat nodig is voor de missie; er is dan sprake van specifieke operationele gereedheid. Daarnaast kan het zijn dat eenheden specifiek operationeel worden gereedgesteld omdat een deel van de organieke taak tijdelijk niet uitgevoerd kan worden door schaarste aan personeel, materieel of een gebrek aan oefengelegenheid.
Doelstellingenmatrix CZSK 2012 | 2012 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Groep | Organieke eenheid | Geplande inzet (OD1) | Totaal aantal eenheden | Operationeel gerede eenheden (OD 1 of OD2) | Voortzettingsvermogen (OD3) | ||
specifiek | organiek | ||||||
Staf | NLMARFOR | 0,5 | 1 | 1 | |||
Vlooteenheden | Fregatten | LC-fregat | 1 | 4 | 1,41 | 1 | 1,6 |
M-fregat | 0,5 | 2 | 0,81, 2 | 0 | 1,2 | ||
Patrouilleschepen | 0 | ||||||
Bevoorradingsschepen | 0,3 | 1 | 0,32 | 0 | 0,7 | ||
Landing Platform Docks | 0,3 | 2 | 0,9 2 | 0 | 1,1 | ||
Onderzeeboten | 0,7 | 4 | 2 | 2 | |||
Ondersteuningsvaartuig OZD | 1 | 1 | |||||
Mijnenbestrijdingsvaartuigen | 1 | 6 | 33 | 1 | 2 | ||
Hydrografische opnemingsvaartuigen | 1 | 2 | 1,2 | 0,8 | |||
Ondersteuningsvaartuig CARIB | 1 | 0,8 | 0,2 | ||||
Mariniers-eenheden | Mariniersbataljons | 0,2 | 2 | 14 | 1 | ||
Ondersteunende mariniersbataljons | 2 | 15 | 1 | ||||
Unit Interventie Mariniers | 1 | 1 | 1 | ||||
Marinierscompagnie CARIB | 1 | 0,56 | 0,5 | ||||
Bootpeloton Caribisch Gebied | 1 | 17 | |||||
Overige eenheden | Defensie Duikgroep | 1 | 1 |
Antitank-en mortierpeloton van het mariniersbataljon zijn specifiek operationeel gereed wegens vermindering van gebruik van duurdere munitiesoorten.
Gereed voor internationale inzet
NLMARFOR. Gedurende 2012 wordt het commando over de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) geleverd (1-ster commando en een deel van de staf). Deze maritieme taakgroep is een permanent element van het maritieme deel van de Immediate Response Force (IRF) van de NATO Response Force (NRF) en wordt de helft van de tijd ingezet in de antipiraterij-operatie van de Navo (Ocean Shield).
Fregatten. Op roulatiebasis worden in 2012 LC-fregatten ingezet als vlaggenschip van de SNMG 1. Verder wordt een M-fregat ingezet in de periode april tot en met mei 2012 in het kader van de anti-piraterijoperatie Atalanta.
Marinierseenheden. In de periode vanaf mei tot en met november 2012 ondersteunt een deel van het eerste mariniersbataljon de politietrainingsmissie in Kunduz.
Onderzeeboten
Het uitgangspunt is dat gedurende 2012 tweemaal een onderzeeboot wordt ingezet voor een gerubriceerde opdracht.
Defensie Duikgroep
In 2012 wordt een maritiem explosievenopruimingspeloton beschikbaar gesteld voor de IRF van de NRF.
Gereed voor nationale inzet
Stationsschip Caribisch gebied. Een grote bovenwatereenheid (fregat, bevoorrader of Landing Platform Dock, LPD) met boordhelikopter van het Defensie Helikopter Commando wordt op roulatiebasis ingezet als stationsschip in het Caribisch gebied ten behoeve van het Commando der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB) en de Kustwacht Caribisch gebied. De huidige planning voor 2012 gaat uit van achtereenvolgens het bevoorradingsschip, een LPD en een M-fregat.
Mijnenbestrijdingsvaartuigen en ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Mercuur. De Kustwacht Nederland heeft de beschikking over 120 vaardagen met een kleine bovenwatereenheid ten behoeve van controle- en handhavingstaken evenals explosievenruiming.
Hydrografische opnemingsvaartuigen en mijnenbestrijdingsvaartuigen. Vanwege een noodzakelijke modificatie aan de voortstuwingsinstallatie zijn de hydrografische opnemingsvaartuigen in 2012 maximaal 150 dagen beschikbaar voor opnamewerkzaamheden ten behoeve van het actualiseren van hydrografische publicaties.
Unit Interventie Mariniers (UIM).
De UIM is paraat voor terreurbestrijding.
Grote bovenwatereenheden. Een bovenwatereenheid is in het kader van ICMS als schip van de wacht binnen maximaal 48 uur beschikbaar voor de onderschepping van vaartuigen en het boarden van zeeschepen.
Mijnenbestrijdingsvaartuigen. Een mijnenbestrijdingsvaartuig is in het kader van ICMS als schip van de wacht binnen maximaal 48 uur beschikbaar voor het opsporen en ruimen van zeemijnen.
Ondersteuningsvaartuig Caribisch gebied. Het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Pelikaan is gereed voor inzet ten behoeve van humanitaire hulpverlening tijdens het orkaanseizoen in het Caribisch gebied.
Marinierscompagnie op Aruba. De op Aruba gestationeerde marinierscompagnie is beschikbaar voor het beteugelen van oproer en hulpverlening bij calamiteiten.
Defensie Duikgroep (DDG). De duikunit is beschikbaar voor duikassistentie, duikmedische assistentie en havenbewaking in het kader van ICMS. Voor zoekdieptes tot vijftien meter is een team binnen één uur beschikbaar voor bijstand of inzet ten behoeve van de Kustwacht. Voor havenbescherming zijn binnen 48 uur twee eenheden beschikbaar, samengesteld uit de DDG en de Explosieven Opruimingsdienst (EOD).
2.2.3 Commando landstrijdkrachten - beleidsartikel 22
Algemene doelstelling
Het Commando landstrijdkrachten (CLAS) levert (specifiek) operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Om grondgebonden capaciteit te leveren dient het CLAS eenheden operationeel gereed te stellen en te houden. De opleiding en training voor grondgebonden operaties op alle geweldsniveaus is de grondslag voor een effectieve inzet, zowel expeditionair als nationaal. Het gereedstellingsproces binnen het CLAS richt zich daarom op de gereedstelling van eenheden voor operaties in het gehele geweldsspectrum.
Operaties op het land kunnen een sterk wisselend dreigingniveau hebben. Soms moet een opponent op hoog geweldsniveau worden bestreden, dan weer worden vooral beveiligingstaken uitgevoerd, wordt assistentie verleend aan lokale autoriteiten of moet humanitaire hulp worden verleend. Het vermogen tot snelle ontplooiing over grote afstanden, de beschikbaarheid van snel inzetbare middelen en een toereikende logistieke ondersteuning zijn daarbij essentieel. Het gereedstellingsproces is modulair. Eenheden kunnen desgewenst speciaal worden voorbereid en gereedgesteld voor een specifieke taak. Een deel van de eenheden van het CLAS van bataljons- en brigadegrootte wordt planmatig operationeel gereedgesteld op het hoogste trainingsniveau en is daarbij inzetbaar voor de meest complexe opdrachten en operaties op hun niveau. Niet-operationeel gerede eenheden (het voortzettingsvermogen) zijn voortdurend voor een veelheid aan taken inzetbaar. Voor inzet in het hoogste deel van het geweldsspectrum is enige reactietijd nodig.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CLAS.
Externe factoren
Voor een uitgebreide toelichting op de externe factoren zie beleidsartikel 21 CZSK.
Budgettaire gevolgen van het beleid
De financiële middelen die het CLAS ter beschikking staan voor de verwezenlijking van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen. Deze tabel budgettaire gevolgen is voor jaren 2010 en 2011 ingedeeld conform de oude definities van apparaat- en programma-uitgaven. Vanaf 2012 zijn de nieuwe definities gehanteerd.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 384 682 | 1 299 227 | 1 218 614 | 1 139 137 | 1 057 637 | 1 022 352 | 1 019 930 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 30 363 | 28 393 | 27 365 | 28 578 | 21 774 | |||
Operationeel Commando LAS, | 1 098 768 | 1 065 286 | 97 855 | 88 002 | 82 126 | 85 015 | 85 017 | |
waarvan Operationele eenheden | 817 619 | 820 885 | ||||||
waarvan Opleidingen | 281 149 | 244 401 | ||||||
Totaal programma-uitgaven | 1 098 768 | 1 065 286 | 97 855 | 88 002 | 82 126 | 85 015 | 85 017 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf Commando LAS | 265 794 | 215 759 | 19 466 | 18 048 | 13 544 | 13 346 | 13 504 | |
Operationele eenheden | 1 082 972 | 1 014 555 | 943 499 | 905 448 | 902 866 | |||
Bijdragen aan SSO's | 20 120 | 18 182 | 18 321 | 18 532 | 18 468 | 18 543 | 18 543 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 875 582 | 836 916 | 793 283 | 776 971 | 757 703 | |||
huisvesting | 80 949 | 71 627 | 66 805 | 63 279 | 59 805 | |||
ICT | 47 370 | 36 004 | 33 697 | 33 323 | 33 312 | |||
overige exploitatie | 116 858 | 106 588 | 81 726 | 63 763 | 84 093 | |||
Totaal apparaatsuitgaven | 285 914 | 233 941 | 1 120 759 | 1 051 135 | 975 511 | 937 337 | 934 913 | |
Totaal uitgaven | 1 384 682 | 1 299 227 | 1 218 614 | 1 139 137 | 1 057 637 | 1 022 352 | 1 019 930 | |
Totaal ontvangsten | 21 017 | 15 823 | 15 823 | 15 823 | 15 823 | 15 823 | 15 823 |
Budgetflexibiliteit
Binnen de programma-uitgaven is per 1 januari 2012 voor 31 procent contractuele verplichtingen aangegaan. Het overige deel is in beginsel verbonden aan het vastgestelde activiteitenniveau teneinde te komen tot de realisatie van de operationele doelstellingen.
Verdeling operationele doelstellingen
In onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden geraamde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen. Deze uitgaven bestaan uit de totale programma-uitgaven van CLAS plus de apparaatsuitgaven voor de operationele eenheden (inclusief de opleidingskosten).
bedragen x € 1 miljoen | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|
operationele doelstelling 1 | 35,5 | 33,2 | 30,9 | 29,8 | 29,7 |
operationele doelstelling 2 | 344,6 | 321,8 | 299,3 | 289,1 | 288,3 |
operationele doelstelling 3 | 800,7 | 747,6 | 695,4 | 671,6 | 669,9 |
Totaal | 1 180,8 | 1 102,6 | 1 025,6 | 990,5 | 987,9 |
Operationele doelstellingen
Zie beleidsartikel 21 CZSK voor een uitgebreide toelichting op de drie operationele doelstellingen.
Operationele doelstelling 1:
Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.
Operationele doelstelling 2:
Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.
Operationele doelstelling 3:
Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden.
Specifiek en organiek gereedstellen van eenheden
Zie de toelichting bij deze paragraaf in beleidsartikel 21 CZSK voor een uitgebreide uitleg van de specifieke en organieke gereedstelling van eenheden.
Doelstellingenmatrix CLAS 2012 | 2012 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Groep | Organieke eenheid | Geplande inzet (OD1) 1 | Totaal aantal eenheden | Totaal aantal operationeel gerede (OG) eenheden (OD1+ OD2) | Voortzettingsvermogen OD3 | |
Specifiek OG | Organiek OG | |||||
HRF(L)HQ | NL deel HRF HQ | 3 | 3 | |||
Korps Commando troepen | Commandotroepencompagnie | 4 | 2 | 2 | ||
Luchtmobiele Brigade | Brigadehoofdkwartier + Stafcompagnie | 1 | 1 2 | |||
Infanteriebataljon Luchtmobiel | 0,1 | 3 | 1 | 2 | ||
Gevechtssteun eenheden | 0,1 | 1 | 0,5 | 0,5 | ||
Logistieke eenheden | 0,2 | 3 | 0,6 | 2,4 | ||
NATRES Bataljons | 2 | 2 4 | ||||
Gemechaniseerde Brigades (13, 43 Mechbrig) 5 | Brigadehoofdkwartier + Stafcompagnie | 0,1 | 2 | 1 | 1 | |
Pantserinfanteriebataljon | 0,1 | 4 | 0,5 | 3,5 | ||
Brigade verkenningseskadron | 2 | 0,8 | 1,2 | |||
Afdeling veldartillerie | 1 | 0,1 | 0,9 | |||
Pantsergeniebataljon | 0,1 | 2 | 0,5 | 1,5 | ||
Logistieke eenheden | 4 | 0,8 | 3,2 | |||
NATRES Bataljons | 3 | 34 | ||||
Operationeel Ondersteunings Commando Land (OOCL) | Staf OOCL + Stafcompagnie | 1 | 1 | |||
Geniebataljon | 1 | 0,4 | 0,6 | |||
JISTARC modules | 0,3 | 5 | 2 | 3 | ||
CIS-bataljon | 3 | 1 | 2 | |||
(3 compagnieën) | ||||||
CIMIC bataljon (6 CIMIC Support Elements) | 6 | 2 | 4 | |||
Bevoorradings- en Transportbataljon | 2 | 1 | 1 | |||
Geneeskundig bataljon | 5 | 2,5 | 2,5 | |||
(5 MTF) | ||||||
Herstelcompagnie | 3 | 0,2 | 2,8 | |||
Commando Grondgebonden Luchtverdediging (DGLC) 6 | Commando Element | 0,8 7 | 0,8 | |||
Patriot | 3 | 3 | ||||
AMRAAM | 2 | 1,8 | 0,2 | |||
Stinger | 3 | 2,1 | 0,9 | |||
EOD | Ploegen | 63 | 48 | 12 | 36 |
Vanaf december 2012 zal de 101e CBRN-verdedigingscompagnie naast expeditionaire taken ook belast worden met ICMS. Wanneer de eenheid expeditionair ingezet wordt, kan de ICMS-capaciteit niet geleverd worden.
Gereed voor internationale inzet
Ten behoeve van de Geïntegreerde Politie Missie in Afghanistan levert het CLAS in 2012:
-
• Een staf (0,1 eenheid);
-
• Een pantserinfanteriecompagnie, dit betekent een bijdrage van 0,2 eenheid over 2012;
-
• Een logistieke bijdrage, dit betekent een bijdrage van 0,2 eenheid in 2012;
-
• Een geniebijdrage, dit betekent een bijdrage van 0,2 eenheid in 2012;
-
• Een EOD-bijdrage van twee ploegen, dit betekent een bijdrage van 2 eenheden in 2012;
-
• Een bijdrage aan het Joint Intelligence Surveillance Target Acquisition and Reconnaissance Commando (JISTARC), dit betekent een bijdrage van 0,3 eenheid in 2012;
-
• Inzet van individuele militairen voor de vulling van bijvoorbeeld staven en het National Support Element (NSE).
Bij een nieuwe missie zal per geval worden bezien welke CLAS-eenheden hiervoor in aanmerking komen. Gezien de overgangsfase waarin het CLAS zich bevindt, is in 2012 de inzet van voldoende eenheden voor een tweede langdurige stabilisatieoperatie voor het CLAS niet zonder meer haalbaar.
Gereed voor nationale inzet
Explosievenopruimingsdienst. De EOD heeft voortdurend ploegen op afroep beschikbaar voor civiele werkzaamheden in opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie of lokale civiele autoriteiten. Het betreft verkennende zoekacties en de opsporing en ruiming van conventionele of geïmproviseerde explosieven. Voorts doet de EOD preventief onderzoek op locaties. Ten behoeve van deze taken worden vier ploegen ingezet. In het kader van ICMS moeten vier van deze ploegen binnen een bepaalde termijn op verschillende locaties ter plaatse kunnen zijn.
Bewaken en beveiligen. Voor de bewaking en beveiliging van objecten, gebieden, routes en grenzen worden in het kader van de civiel-militaire samenwerking mobiele radarsystemen en kleine onbemande vliegtuigen ingezet. Indien nodig is hiervoor binnen 48 uur een eenheid ter grootte van een bataljon beschikbaar.
Compagnie in de West. Het CLAS levert op rotatiebasis permanent een compagnie aan het CZMCARIB voor het beteugelen van oproer, het leveren van bijstand en territoriale verdediging.
ICMS. Het CLAS garandeert naast de reeds genoemde nationale inzet voortdurend de beschikbaarheid van personeel en middelen in het kader van de gemaakte afspraken over de civiel-militaire samenwerking. Vanaf 1 december 2012 garandeert het CLAS een permanente (deels geïmproviseerde) inzet in het kader van ICMS met een CBRN-responsteam dat binnen twee uur beschikbaar is en een team met ontsmettingscapaciteit dat binnen zes uur beschikbaar is.
Rampenbestrijding en algemene militaire bijstand. Voor de bestrijding van rampen, het verlenen van noodhulp en voor de algemene militaire bijstand aan civiele instanties zijn beschikbaar:
-
• Een stafdetachement voor de ondersteuning van het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum te Driebergen binnen 48 uur;
-
• Een detachement van drieduizend militairen voor de uitvoering van rampenbestrijding, bewaking en beveiliging en algemene ondersteunende taken – samengesteld uit militaire eenheden van alle operationele commando’s – binnen 48 uur;
-
• Transportcapaciteit (rups en wiel) voor de verplaatsing van personen en materiaal uit moeilijk toegankelijke gebieden binnen 48 uur;
-
• Een constructie-eenheid inclusief technische adviescapaciteit voor het maken van noodconstructies en noodvoorzieningen binnen 48 uur;
-
• Een vouwbrugeenheid voor noodbruggen en noodvlotten binnen 48 uur;
-
• Voorzieningen ter ondersteuning van bestuurlijke of operationele centra in geval van uitval van bestaande verbindingsmiddelen binnen 24 uur;
-
• Mobiele grondradarsystemen voor bewaking van objecten en gebieden binnen 48 uur;
-
• Kleine onbemande vliegtuigen ter bewaking en beveiliging van objecten en gebieden binnen 48 uur;
-
• Geneeskundige hulpposten voor triage en eerstelijnshulp binnen 48 uur;
-
• Een noodhospitaal voor tweedelijns verzorging binnen 48 uur;
-
• Een ziekenautopeloton als aanvulling op de civiele capaciteit binnen 48 uur;
-
• CBRN 19-respons, detectie- en ontsmettingscapaciteit binnen twee tot zes uur.
2.2.4 Commando luchtstrijdkrachten – beleidsartikel 23
Algemene doelstelling
Het Commando luchtstrijdkrachten (CLSK) levert lucht- en grondgebonden capaciteit voor nationale en internationale operaties.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Voor de lucht- en grondgebonden operationele capaciteit van de krijgsmacht moet het CLSK eenheden gereed stellen en houden. Luchtstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire taken als voor nationale taken, zoals de bescherming van het nationale luchtruim en brandbestrijding.
Vanwege de veranderingen in de veiligheidssituatie in de afgelopen decennia is het CLSK zich steeds meer gaan toeleggen op de uitvoering van luchtoperaties op grote afstand. Deze operaties kunnen gedurende langere tijd worden volgehouden. De luchtstrijdkrachten kunnen worden ingezet ter afschrikking van geweldsgebruik, ter ontzegging van het gebruik van het luchtruim of ter afdwinging van embargo’s. Ook zorgen luchtstrijdkrachten voor veiligheid in de lucht en ondersteunen en beïnvloeden zij operaties op het land en op zee, overal ter wereld. Het optreden van het CLSK verschaft eigen eenheden en coalitiegenoten vrijheid van handelen. De helikopters bieden ondersteuning door onder meer tactisch transport, verkenningen en vuursteun, maar ook door reddingswerkzaamheden (search and rescue) en medische evacuatie. De luchttransporteenheden bieden ondersteuning bij strategische verplaatsingen van zowel personen als materieel.
Het CLSK is in staat om operaties uit te voeren in zowel het lagere als het hoge deel van het geweldsspectrum en daar waar nodig snel te (de)escaleren.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, de samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van het CLSK.
Externe factoren
Voor een uitgebreide toelichting op de externe factoren zie beleidsartikel 21 CZSK.
Budgettaire gevolgen van het beleid
De financiële middelen die het CLSK ter beschikking staan voor de verwezenlijking van de operationele doelstellingen staan in de volgende tabel. Deze tabel budgettaire gevolgen is voor jaren 2010 en 2011 ingedeeld conform de oude definities van apparaat- en programma-uitgaven. Vanaf 2012 zijn de nieuwe definities gehanteerd.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 754 488 | 682 108 | 654 176 | 626 490 | 595 978 | 594 713 | 610 125 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 21 796 | 18 249 | 18 245 | 18 964 | 14 458 | |||
Commando LSK, | 611 520 | 597 436 | 50 726 | 51 369 | 52 292 | 52 494 | 53 148 | |
waarvan Operationele eenheden | 554 376 | 531 525 | ||||||
waarvan Opleidingen | 57 144 | 65 911 | ||||||
Totaal programma-uitgaven | 611 520 | 597 436 | 50 726 | 51 369 | 52 292 | 52 494 | 53 148 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf Commando LSK | 100 861 | 96 205 | 25 105 | 24 178 | 21 349 | 21 100 | 21 101 | |
Operationele eenheden | 571 018 | 543 538 | 514 955 | 513 710 | 528 467 | |||
Bijdragen aan SSO's | 8 707 | 8 467 | 7 327 | 7 405 | 7 382 | 7 409 | 7 409 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 384 986 | 363 704 | 342 853 | 350 724 | 363 671 | |||
huisvesting | 54 656 | 51 508 | 56 959 | 46 876 | 44 678 | |||
ICT | 18 994 | 15 381 | 15 039 | 15 438 | 15 438 | |||
overige exploitatie | 144 814 | 144 528 | 128 835 | 129 181 | 133 190 | |||
Totaal apparaatsuitgaven | 109 568 | 104 672 | 603 450 | 575 121 | 543 686 | 542 219 | 556 977 | |
Totaal uitgaven | 721 088 | 702 108 | 654 176 | 626 490 | 595 978 | 594 713 | 610 125 | |
Totaal ontvangsten | 15 986 | 9 181 | 9 181 | 9 181 | 9 181 | 9 181 | 9 181 |
Budgetflexibiliteit
Binnen de programma-uitgaven is per 1 januari 2012 voor 43 procent contractuele verplichtingen aangegaan. Het overige deel is in beginsel verbonden aan het vastgestelde activiteitenniveau ten einde te komen tot de realisatie van de operationele doelstellingen.
Verdeling operationele doelstellingen
In de onderstaande tabel zijn de voor de operationele eenheden geraamde uitgaven verdeeld naar de operationele doelstellingen. Deze uitgaven bestaan uit de totale programma-uitgaven van CLSK plus de apparaatsuitgaven voor de operationele eenheden, inclusief de opleidingskosten.
bedragen x € 1 miljoen | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|
operationele doelstelling 1 | 115,2 | 110,3 | 105,1 | 105,0 | 107,8 |
operationele doelstelling 2 | 216,2 | 206,8 | 197,1 | 196,8 | 202,1 |
operationele doelstelling 3 | 290,4 | 277,9 | 264,9 | 264,5 | 271,7 |
Totaal | 621,7 | 594,9 | 567,2 | 566,2 | 581,6 |
Operationele doelstellingen
Zie beleidsartikel 21 CZSK voor een uitbreide toelichting op de drie operationele doelstellingen.
Operationele doelstelling 1:
Beschikken over expeditionaire eenheden voor geplande internationale en nationale inzet.
Operationele doelstelling 2:
Beschikken over (specifiek) operationeel gerede expeditionaire eenheden.
Operationele doelstelling 3:
Beschikken over voortzettingsvermogen voor gereedstelling eenheden.
Specifiek en organiek gereed stellen van eenheden
Zie de toelichting bij deze paragraaf in beleidsartikel 21 CZSK voor een uitgebreide uitleg van de specifieke en organieke gereedstelling van eenheden.
Doelstellingenmatrix CLSK 2012–2016 | 2012 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Groep | Organieke eenheid | Geplande inzet (OD1) | Totaal aantal eenheden | Operationeel gerede eenheden (OD1 + OD2) | Voortzettingsvermogen (OD3) | |
Specifiek | Organiek | |||||
Jachtvliegtuigen | F-16 | 6 | 57 | 21 | 36 | |
Helikopters (Defensie Helikopter Commando) | AH-64D Apache | 21 | 7 | 14 | ||
CH-47 Chinook | 14 | 4 | 10 | |||
AS-532 Cougar | 2 | 8 | 4 | 4 | ||
SH-14D Lynx | 2 → 0 | 5 → 0 | 2 → 0 | 3 → 0 | ||
AB-412SP (SAR) | 1 | 3 | 2 | 1 | ||
NH-90 NFH | 0 → 2 | 7 → 12 | 4 → 0 | 0 → 5 | 3 → 7 | |
NH-90 TNFH | 0 | |||||
Luchttransport | (K)DC-10 | 3 | 1,5 | 1,5 | ||
C-130H Hercules | 4 | 2 | 2 | |||
Force Protection | OGRV eenheden | 3 | 2 | 1 | ||
Command en Control | 2 | 1 | 1 | |||
Air C4 ISR | AOCS | 1 | 1 | 1 | ||
NDMC | 1 | 1 | 1 | |||
Kustwacht Nederland | Dornier DO-228 | 1 | 2 | 1 | 1 |
Gereed voor internationale inzet
Jachtvliegtuigen. In de eerste helft van 2012 is de inzet voorzien van acht F-16’s voor de NATO Response Force (NRF)-18. In de tweede helft van 2012 is de inzet voorzien van eenzelfde aantal F-16’s voor de NRF-19. De F-16’s die voor de NRF kunnen worden ingezet, zijn daarnaast beschikbaar voor training.
Force protection. De «ObjectGrondverdediging» (OGRV)-pelotons worden operationeel gereedgesteld teneinde in voorkomend geval ondersteuning te kunnen leveren bij de inzet van jachtvliegtuigen of helikopters. Hierbij zijn twee Command en Control-elementen beschikbaar.
Maritieme helikopters. Gedurende het eerste half jaar zal een Lynx-helikopter worden ingezet aan boord van het stationsschip in het Caribisch gebied en zal een Lynx-helikopter worden ingezet ten behoeve van de Standing NATO Maritime Group (SNMG). Vanaf het derde kwartaal zal geen Lynx-helikopter meer beschikbaar zijn voor boordtaken in verband met de uitfasering van het toestel. Vanaf 1 januari 2013 zal de eerste NH-90 beschikbaar zijn voor deze taak.
Gereed voor nationale inzet
Jachtvliegtuigen. Permanent worden twee F-16’s ingezet ter bewaking van het Nederlandse luchtruim in het kader van de Quick Reaction Alert (QRA).
Helikopters. Een AB-412 helikopter verzorgt militaire search and rescue (SAR)-taken en patiëntenvervoer in het geval van medische noodgevallen vanaf de Waddeneilanden. Een NFH/Lynxhelikopter wordt permanent ingezet voor SAR-taken (Kustwacht Nederland) en patiëntenvervoer bij medische noodgevallen. In de periode tussen de uitfasering van de Lynx-helikopter en de invoering van de NFH-helikopter zullen de SAR-taken en het patiëntenvervoer overgenomen worden door de Cougarhelikopter.
AOCS Nieuw Milligen. Het Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen wordt in combinatie met de F-16»s van de QRA permanent ingezet voor de beveiliging van het nationale luchtruim. Tevens dient het AOCS Nieuw Milligen als reservefaciliteit voor de radar op Schiphol.
NDMC. De Nationale Datalink Management Cel (NDMC) coördineert, controleert en monitort de inzet van Link-16 binnen Nederland. Link-16 is een datanetwerk waarmee vliegtuigen met elkaar in verbinding staan.
Kustwachtvliegtuigen. Permanent wordt minimaal een Dornier 228 ingezet voor de uitvoering van kustwachttaken ten behoeve van Kustwacht Nederland.
Vliegtuigen en gevechtshelikopters. Dit betreft de ondersteuning van de civiele autoriteiten met F-16’s en Apachehelikopters met inzet van specifieke sensoren op verzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Transporthelikopters. Dit betreft de ondersteuning met helikopters voor calamiteitenbestrijding, brandbestrijding en militaire bijstand.
Luchttransport. Dit betreft de ondersteuning met luchttransport in het kader van ontwikkelingssamenwerking en de vreemdelingendienst. Tevens gaat het om ondersteuning bij het vervoer van leden van het Koninklijk Huis en het kabinet.
ICMS. Ter ondersteuning bij bewaking en beveiliging, rampenbestrijding en algemene steunverlening kan personeel van alle eenheden van het CLSK worden ingezet. Ook levert het CLSK voertuigen en een bijdrage aan eerstelijns medische zorg. Voor de tijdelijke opvang van grote aantallen personen bij rampen zijn conform de provinciale aanpak de vliegbases Leeuwarden en Woensdrecht beschikbaar.
2.2.5. Commando Koninklijke marechaussee – beleidsartikel 24
Algemene doelstelling
Het Commando Koninklijke marechaussee (CKmar) is een politieorganisatie met een militaire status die wereldwijd inzetbaar is voor vrede en veiligheid.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het CKmar heeft een veelzijdig takenpakket in het Koninkrijk der Nederlanden en in het buitenland. De Koninklijke marechaussee houdt zich onder gezagsverantwoordelijkheid van meerdere ministers bezig met beveiliging, handhaving van de vreemdelingenwetgeving waaronder grenstoezicht en het tegengan van mensensmokkel politietaken ten behoeve van Defensie en op burgerluchtvaartterreinen, samenwerking met en bijstand aan de politie en de uitvoering van politietaken in het kader van internationale vredesoperaties. Naast het reguliere takenpakket fungeert het CKmar als strategische reserve voor de Nederlandse overheid. Het CKmar speelt snel en flexibel in op wijzigende omstandigheden door accenten te leggen binnen taakvelden of tussen taakvelden, waar nodig na toestemming van de betreffende gezagsdragers. Hiermee levert het CKmar direct en indirect een bijdrage aan de veiligheid in binnen- en buitenland.
Verantwoordelijkheid
De minister van Defensie is als beheersverantwoordelijke voor het CKmar verantwoordelijk voor de vaststelling van de mate van gereedheid, de omvang en de samenstelling van het CKmar. Het gezag over de marechaussee berust naast de minister van Defensie bij de minister van Veiligheid en Justitie en de minister voor Immigratie en Asiel. De gezagsdragers kunnen normen stellen waaraan het CKmar dient te voldoen. Deze kunnen liggen op het terrein van de personele gereedheid, maar ook uitrusting, infrastructuur en ICT-systemen. De uitvoering is opgedragen aan de commandant van de Koninklijke marechaussee.
Externe factoren
Voor een uitgebreide toelichting op de externe factoren zie het beleidsartikel 21 CZSK.
Budgettaire gevolgen van het beleid
De financiële middelen die het CKmar ter beschikking staan voor de realisatie van de operationele doelstellingen zijn in de volgende tabel opgenomen. Deze tabel budgettaire gevolgen is voor jaren 2010 en 2011 ingedeeld conform de oude definities van apparaat- en programma-uitgaven. Vanaf 2012 zijn de nieuwe definities gehanteerd.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 381 059 | 401 053 | 372 144 | 356 476 | 351 597 | 348 424 | 345 733 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 2 013 | 1 906 | 1 867 | 1 822 | 1 388 | |||
Operationele taakvelden Commando Kmar, | 369 403 | 370 848 | 6 385 | 6 443 | 6 455 | 6 350 | 6 348 | |
waarvan Operationele eenheden | 321 178 | 327 431 | ||||||
waarvan Opleidingen | 48 225 | 43 417 | ||||||
Totaal programma-uitgaven | 369 403 | 370 848 | 6 385 | 6 443 | 6 455 | 6 350 | 6 348 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf Commando Kmar | 30 427 | 27 300 | 11 949 | 11 622 | 9 293 | 9 197 | 9 238 | |
Operationele eenheden | 350 913 | 335 484 | 332 932 | 329 949 | 327 239 | |||
Bijdragen aan SSO's | 3 584 | 2 905 | 2 897 | 2 927 | 2 917 | 2 928 | 2 928 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 278 207 | 268 169 | 265 797 | 264 772 | 261 690 | |||
huisvesting | 29 263 | 21 656 | 21 165 | 19 410 | 19 410 | |||
ICT | 16 970 | 14 786 | 14 439 | 13 284 | 13 285 | |||
overige exploitatie | 41 319 | 45 422 | 43 741 | 44 608 | 45 020 | |||
Totaal apparaatsuitgaven | 34 011 | 30 205 | 365 759 | 350 033 | 345 142 | 342 074 | 339 405 | |
Totaal uitgaven | 403 414 | 401 053 | 372 144 | 356 476 | 351 597 | 348 424 | 345 753 | |
Totaal ontvangsten | 5 941 | 4 652 | 4 652 | 4 652 | 4 652 | 4 652 | 4 652 |
Budgetflexibiliteit
Binnen de programma-uitgaven is per 1 januari 2012 voor 32 procent contractuele verplichtingen aangegaan. Het overige deel is in beginsel verbonden aan het vastgestelde activiteitenniveau ten einde te komen tot de realisatie van de operationele doelstellingen.
Verdeling naar taakvelden
In onderstaande tabel zijn de geraamde uitgaven verdeeld naar de taakvelden. Deze uitgaven bestaan uit de totale programma-uitgaven van het CKmar plus de apparaatsuitgaven voor de operationele eenheden, inclusief de opleidingskosten.
bedragen x € 1 000 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|
– Programma Operationele Taakvelden | 6 385 | 6 443 | 6 455 | 6 350 | 6 348 |
– Apparaat Operationele Eenheden | 350 913 | 335 484 | 332 932 | 329 949 | 327 239 |
Totaal Operationeel CKMar | 357 298 | 341 927 | 339 387 | 336 299 | 333 587 |
Waarvan: | |||||
– Beveiliging | 89 324 | 85 482 | 84 847 | 84 074 | 83 397 |
– Vreemdelingenwetgeving | 167 930 | 160 706 | 159 512 | 158 061 | 156 786 |
– Militaire politietaken | 50 022 | 47 870 | 47 514 | 47 082 | 46 702 |
– Politietaken burgerluchtvaartterreinen | 28 584 | 27 354 | 27 151 | 26 904 | 26 687 |
– Assistentie, samenwerking en bijstand | 3 573 | 3 419 | 3 394 | 3 363 | 3 336 |
– Internationale crisis- en humanitaire operaties | 17 865 | 17 096 | 16 969 | 16 815 | 16 679 |
Operationele doelstellingen
Operationele doelstelling 1
Handhaving veiligheidsniveau in overeenstemming met de geldende veiligheidsconcepten.
Motivering
Het CKmar draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag. Van het CKmar wordt inzet gevraagd voor de:
-
• Beveiliging van objecten en subjecten, de advisering en ondersteuning ten aanzien van de beveiliging van objecten, en optreden in geval van incidenten bij de beveiliging van objecten;
-
• Beveiliging van personen en het optreden in geval van incidenten bij de beveiliging van personen;
-
• Uitvoering van toezicht op de beveiliging van de burgerluchtvaart, waaronder luchtvracht, risicovluchten, het optreden in geval van incidenten en de uitvoering van de gewapende beveiliging;
-
• Beveiliging van waardetransporten van De Nederlandsche Bank (DNB) en het optreden in geval van incidenten bij de beveiliging van deze transporten;
-
• Beveiliging van ambassades op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het optreden in geval van incidenten bij de beveiliging van ambassades.
Instrumenten
De uitvoering van deze taken wordt verzorgd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het Ckmar.
Indicatoren | Streefwaarde 2012 |
---|---|
Aantal illegale betredingen van het object waarbij niet tijdig is geïntervenieerd | 0 |
Aantal teams voor persoonsbeveiliging ten behoeve van het ministerie van Buitenlandse Zaken | 4 |
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart | 100% |
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten | 100% |
Operationele doelstelling 2
Beheersing van de vreemdelingenstroom in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.
Motivering
Het CKmar draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling. Van het CKmar wordt inzet gevraagd voor de:
-
• Uitvoering van het grenstoezicht, waaronder de uitvoering van persoonscontroles en de verstrekking van nooddocumenten;
-
• Uitvoering van het mobiel toezicht veiligheid (MTV), waaronder het houden van controles;
-
• Uitvoering van documentonderzoek op de aanmeldcentra;
-
• Verwijdering van vreemdelingen;
-
• Uitvoering van onderzoeken naar mensensmokkelincidenten en documentenfraude vanuit de taken op grond van de Vreemdelingenwet;
-
• Uitvoering van projectmatige strafrechtelijke onderzoeken naar mensensmokkel voortkomend uit of samenhangend met de grensbewaking of het MTV.
Instrumenten
Deze taken worden uitgevoerd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het CKmar. Voor de segmenten pleziervaart en visserij in de grensbewaking geeft het CKmar invulling aan de doelstellingen door het risicogestuurd organiseren van landelijke controledagen. Op deze controledagen is er sprake van een honderd procent administratieve en fysieke controle. Daarnaast worden binnen deze segmenten aangemelde schepen die van buiten het Schengengebied komen administratief gecontroleerd.
Controle heeft plaats conform de bepalingen in de Schengengrenscode. Vanuit een ketenaanpak wordt in 2012 door Amsterdam Airport Schiphol (AAS), vervoerders, de douane, beveiliging en het CKmar gewerkt aan een gemeenschappelijke aanpak voor doorlooptijdmanagement van passagiers op de luchthaven Schiphol. Uitgangspunt van deze aanpak blijft om in gezamenlijk en periodiek overleg capaciteitsinzet van de betrokken partijen maximaal af te stemmen op het passagiersaanbod op vertrek-, aankomst- en transferfilters. Onder leiding van AAS wordt gewerkt aan een voor alle partijen toegankelijk en betrouwbaar planningssysteem.
Indicatoren | Streefwaarde 2012 |
---|---|
Burgerluchtvaart: | |
– administratieve en fysieke controle op in- en uitreis | 100% |
Vrachtvaart – Cruiseschepen – Ferry’s | |
– administratieve controle van bemanning en passagiers | 100% |
– fysieke controle (opvolging controle adviezen ZUIS1) | 75% |
Pleziervaart – Visserij | |
– administratieve controle op aangemelde schepen (afkomstig van buiten Schengen) | 100% |
– landelijke controledagen pleziervaart (100% administratieve en fysieke controle) | 3 |
– landelijke controledagen visserij (100% administratieve en fysieke controle) | 2 |
Operationele doelstelling 3
Handhaving van de openbare orde en strafrechtelijke rechtsorde bij de krijgsmacht en jegens militaire justitiabelen.
Motivering
Het CKmar draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling van het bevoegd gezag. Van het CKmar wordt inzet gevraagd ten behoeve van:
-
• De beschikbaarheid- en bereikbaarheidsfunctie ten behoeve van noodhulp en ten behoeve van de calamiteitenbestrijding op militaire terreinen;
-
• De handhaving van de openbare orde en rechtsorde;
-
• De uitvoering van strafrechtelijke onderzoeken.
Instrumenten
Deze taken worden uitgevoerd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het CKmar.
Indicatoren | Streefwaarde 2012 |
---|---|
Beschikbaarheid/bereikbaarheid | Serviceniveau prioriteitsmeldingen: |
– in minimaal 90% van de meldingen binnen dertig minuten ter plaatse | |
Aantal misdrijfdossiers | Op basis van criminaliteitsbeeldanalyses |
Percentage processen-verbaal «lik op stuk» | 50% |
Percentage technisch sepot | < 5% |
Operationele doelstelling 4
Handhaving van de openbare orde en strafrechtelijke rechtsorde op de aangewezen burgerluchtvaartterreinen.
Motivering
Het CKmar draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling. Van het CKmar wordt inzet gevraagd ten behoeve van de:
-
• Beschikbaarheid- en bereikbaarheidsfunctie ten behoeve van noodhulp en calamiteitenbestrijding op de aangewezen burgerluchtvaartterreinen;
-
• Handhaving van de openbare orde en rechtsorde;
-
• Uitvoering van strafrechtelijke onderzoeken.
Instrumenten
Deze taken worden uitgevoerd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het CKmar die belast zijn met de politietaken op Schiphol of de andere aangewezen burgerluchtvaartterreinen.
Indicatoren | Streefwaarde 2012 |
---|---|
Beschikbaarheid/bereikbaarheid | Serviceniveau prioriteitsmeldingen: |
– in minimaal 90% van de prio 1 meldingen in de terminal en het betreffende luchtvaartterrein binnen 5 minuten ter plaatse | |
– in 90% van de prio 2 meldingen binnen 10 minuten ter plaatse | |
– in 90% van de prio 3 meldingen binnen 15 minuten ter plaatse |
Operationele doelstelling 5
Beschikbare operationeel gerede eenheden voor samenwerking, bijstand en assistentieverlening.
Motivering
Het CKmar draagt als uitvoeringsorganisatie bij aan de realisatie van deze beleidsdoelstelling en de drie hoofdtaken van Defensie. Van het CKmar wordt inzet gevraagd ten behoeve van het:
-
– Operationeel gereedstellen en inzetten van Mobiele Eenheden (ME);
-
– Operationeel gereedstellen en inzetten van Bijstandseenheden (BE);
-
– Operationeel gereedstellen en inzetten van een Aanhoudingseenheid (AE).
Instrumenten
Deze eenheden zijn samengesteld uit personeel van de districten en de daaronder ressorterende brigades. Deze taken worden grotendeels als nevenfunctie uitgevoerd:
Indicatoren | Streefwaarde 2012 |
---|---|
Aantal beschikbare eenheden | 4 pelotons ME |
3 pelotons BE | |
1 aanhoudingseenheid |
Operationele doelstelling 6
Beschikbare operationele eenheden leveren voor internationale crisis- en humanitaire operaties.
Motivering
Het CKmar draagt bij aan de drie hoofdtaken van Defensie. Van het CKmar wordt inzet gevraagd ten behoeve van:
-
• De militaire politietaken voor de Nederlandse krijgsmacht;
-
• De internationale civiele politiemissies, waaronder die van de Europese Gendarmerie Eenheid (EGF);
-
• Crowd and Riot Control (CRC).
Instrumenten
Deze taken worden uitgevoerd door de districten en de daaronder ressorterende brigades van het CKmar.
Doelstellingenmatrix CKmar 2012 | 2012 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Groep | Organieke eenheid | Geplande inzet (OD1) | Totaal aantal eenheden | Operationeel Gerede eenheden (OD1 of OD2) | Voort-zettings-vermogen (OD3) | |
specifiek | organiek | |||||
DLBE/BBM | VTE’n voor politietaken Defensie | ca. 10 | 50 | 25 | 25 | |
Alle districten | VTE’n voor civiele politiemissies | ca. 116 | 256 | 128 | 128 | |
BE/ME | Peloton voor CRC | 1 | 1 1 | |||
DLBE/BSB | VTE’n voor Close Protection Teams | ca. 3 | 26 | 13 | 13 |
2.2.6 Defensie Materieel Organisatie – beleidsartikel 25
Algemene doelstelling
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) zorgt voor modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Een van de beleidsprioriteiten van Defensie is de verbetering van de operationele inzetbaarheid. Een deel van de operationele inzetbaarheid wordt beïnvloed door de materiële gereedheid. De DMO levert een bijdrage aan de materiële gereedheid door de aanschaf van materieel, het leveren van materieellogistieke ondersteuning en de instandhouding van defensiematerieel. Daarnaast verzorgt de DMO de afstoting van overtollig defensiematerieel. Aan alle operationele gebruikers wordt modern en kwalitatief hoogwaardig materieel geleverd dat voldoet aan de operationele eisen, tijdig beschikbaar is en voldoende bescherming biedt voor het defensiepersoneel. Dit materieel wordt op een zorgvuldige, over de levensduurdoelmatige en rechtmatige wijze verworven.
In de Defensie Industrie Strategie (DIS) worden mogelijkheden bezien om een bijdrage te leveren aan de positie van de Nederlandse Defensiegerelateerde Industrie (DGI) in de internationale netwerken op het gebied van ontwikkeling, productie en instandhouding van materieel. In bijlage 4.3 is een uitgebreide rapportage opgenomen over de stand van zaken van de operationalisatie van de DIS.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht.
Budgettaire gevolgen van het beleid
De financiële middelen die ter beschikking staan van de DMO voor de realisatie van de doelstellingen, zijn in de onderstaande tabel opgenomen. Deze tabel budgettaire gevolgen is voor jaren 2010 en 2011 ingedeeld conform de oude definities van apparaat- en programma-uitgaven. Vanaf 2012 zijn de nieuwe definities gehanteerd. In 2012 zal naar aanleiding van de beleidsbrief de zeggenschap over de drie systeemlogistieke bedrijven (het Marinebedrijf in Den Helder, het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) en het Defensiebedrijf Grondgebonden Systemen (DBGS) vooral gevestigd in Amersfoort) worden overgedragen aan de operationele commandanten. De drie ketenbedrijven die voor de gehele krijgsmacht werken, te weten het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrusting Bedrijf (KPU), het Defensie Munitiebedrijf en het Defensie Bedrijfsstoffen Bedrijf (DBB), blijven bij de DMO. Zoals gemeld in de beleidsagenda zal de Kamer nog voor de behandeling van de ontwerpbegroting 2012 in een Nota van Wijziging geinformeerd worden over de consequenties van de overdracht van de drie systeemlogistieke bedrijven.
Waar mogelijk worden onderdelen uitbesteed. In de ketenlogistiek zal indien mogelijk met externe partijen worden samengewerkt. Voorraden worden zoveel mogelijk rechtstreeks van de leverancier betrokken en bij de eindgebruiker afgeleverd, eigen voorraden worden geminimaliseerd en gecentraliseerd. Per keten zijn er maximaal twee voorraadpunten. Ook de directie Wapensystemen en de directie Projecten en Verwerving blijven deel uit maken van de DMO. Beide worden aanzienlijk verkleind. Alle materieelinvesteringsprojecten boven € 5 miljoen worden in de laatstgenoemde directie geconcentreerd, waarbij de eerstgenoemde directie de ondersteuning levert. Na de reorganisatie als gevolg van de maatregelen in beleidsbrief heeft de DMO geen beleidsmatige functies meer.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 128 782 | 2 122 038 | 1 815 726 | 2 131 551 | 2 482 743 | 2 023 321 | 1 475 028 | |
Uitgaven | ||||||||
Programma-uitgaven | ||||||||
waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 1 084 041 | 762 689 | 561 775 | 320 597 | 170 595 | |||
Voorzien in nieuw materieel, | 1 036 808 | 980 419 | 844 862 | 863 778 | 1 011 492 | 1 095 653 | 1 194 258 | |
waarvan Investeringen zeestrijdkrachten | 264 813 | 243 520 | 216 911 | 189 527 | 175 424 | 110 945 | 112 380 | |
waarvan Investeringen landstrijdkrachten | 363 811 | 244 728 | 195 513 | 189 820 | 209 582 | 262 835 | 218 982 | |
waarvan Investeringen luchtstrijdkrachten | 238 256 | 281 681 | 221 735 | 200 318 | 238 667 | 370 652 | 480 337 | |
waarvan Investeringen Koninklijke marechaussee | 15 062 | 21 569 | 13 733 | 6 836 | 6 105 | 9 192 | 10 018 | |
waarvan Investeringen Defensiebreed | 133 190 | 165 719 | 186 512 | 264 533 | 368 230 | 323 987 | 354 742 | |
waarvan Investeringen overig | 21 676 | 23 202 | 10 458 | 12 744 | 13 484 | 18 042 | 17 799 | |
Instandhouding van materieel, | 873 568 | 914 659 | 648 323 | 590 006 | 583 716 | 527 542 | 536 916 | |
waarvan Logistieke ondersteuning zeestrijdkrachten | 270 907 | 269 627 | 173 750 | 170 554 | 167 588 | 148 156 | 151 482 | |
waarvan Logistieke ondersteuning landstrijdkrachten | 292 611 | 321 850 | 241 311 | 202 341 | 200 152 | 176 302 | 185 694 | |
waarvan Logistieke ondersteuning luchtstrijdkrachten | 310 050 | 323 182 | 233 262 | 217 111 | 215 976 | 203 084 | 199 740 | |
Totaal programma-uitgaven | 1 910 376 | 1 895 078 | 1 493 185 | 1 453 784 | 1 595 208 | 1 623 195 | 1 731 174 | |
Apparaatsuitgaven | ||||||||
Staf DMO | 259 127 | 245 179 | 8 259 | 10 918 | 7 185 | 6 348 | 6 342 | |
Ondersteuning operationele eenheden | 463 261 | 417 750 | 376 872 | 361 940 | 362 091 | |||
Bijdragen aan SSO's | 3 105 | 1 781 | 1 758 | 1 776 | 1 719 | 1 725 | 1 725 | |
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | ||||||||
personele uitgaven | 273 167 | 251 253 | 210 412 | 201 859 | 200 828 | |||
huisvesting | 81 719 | 78 539 | 75 295 | 73 600 | 71 140 | |||
ICT | 18 652 | 12 825 | 12 323 | 10 930 | 10 844 | |||
overige exploitatie | 99 740 | 87 827 | 87 746 | 83 624 | 87 346 | |||
Totaal apparaatsuitgaven | 262 232 | 246 960 | 473 278 | 430 444 | 385 776 | 370 013 | 370 158 | |
Totaal uitgaven | 2 172 608 | 2 142 038 | 1 966 463 | 1 884 228 | 1 980 984 | 1 993 208 | 2 101 332 | |
Totaal ontvangsten | 292 916 | 279 691 | 231 325 | 179 325 | 209 685 | 176 853 | 141 553 | |
waarvan Verkoopopbrengsten | 246 505 | 223 700 | 180 658 | 128 658 | 159 018 | 126 186 | 90 886 | |
waarvan Overige ontvangsten | 46 411 | 55 991 | 50 667 | 50 667 | 50 667 | 50 667 | 50 667 |
Budgetflexibiliteit
Voor de investeringen is per 1 januari 2012 voor 73 procent contractuele verplichtingen aangegaan. Voor de instandhouding van materieel is 48 procent verplicht. Het overige deel is in beginsel verbonden aan het vastgestelde activiteitenniveau ten einde te komen tot de realisatie van de operationele doelstellingen in de beleidsartikelen 20, 21, 22, 23 en 24.
Operationele doelstellingen
Operationele doelstelling 1:
Voorzien in nieuw materieel
Motivering
Om de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht te verzekeren, voorziet de DMO tijdig in nieuw materieel of wordt bestaand materieel vervangen. Het aan te schaffen materieel is noodzakelijk om de organisatie adequaat toe te rusten voor de opgedragen taken. Het totaalbedrag dat de DMO in 2012 ter beschikking staat ter verwezenlijking van deze eerste operationele doelstelling is € 845 miljoen.
Instrumenten
Defensie volgt de ontwikkelingen op het gebied van duurzaam inkopen. In afwachting van nieuwe rijksbrede richtlijnen op dit gebied zal Defensie ook in 2012 zo veel mogelijk de uitgangspunten hanteren die momenteel gelden voor duurzaam inkopen. Dat betekent dat bij de verwerving van bepaalde productgroepen vooraf vastgestelde duurzaamheidseisen van toepassing zijn. Hierbij mag de operationele veiligheid niet worden belemmerd, dient het aanbod voldoende zijn en mag er geen sprake zijn van substantiële meerkosten.
Daarnaast is Defensie begonnen aan de invoering van «assortimentsmanagement». Daarmee wordt via een ordening van goederen en diensten de spreiding van verantwoordelijkheden tegengegaan. Het doel hiervan is onder meer de levering en de instandhouding van goederen en de levering van diensten tegen zo laag mogelijke kosten. De verdere implementatie van assortimentsmanagement is gekoppeld aan de invoering van het ERP-systeem (SAP) die is voorzien voor 2014. Voorts richt Defensie zich op het gebruik van geïntegreerde contractvormen in de verschillende contractfasen wanneer de benodigde werkzaamheden worden uitbesteed aan een private partij.
Materieelprojecten
Hieronder zijn tabellen opgenomen met projecten waarvoor geld is gereserveerd gedurende de begrotingsperiode 2012 tot 2016, waarvan het volume groter is dan € 25 miljoen of die politiek gevoelig zijn. De projecten uit de tabellen worden toegelicht bij een wijziging van het budget van minstens € 10 miljoen, een verschuiving van meer dan een jaar of een aanzienlijke bijstelling van de producteisen. Afrondingsverschillen in deze tabellen zijn mogelijk. Dollargevoelige projecten zijn opgenomen tegen een dollarkoers van € 0,75 of tegen een -specifiek voor dat project afgesloten- termijndollarkoers. Een meer uitgebreide toelichting op de projecten is te vinden in het Materieelprojectenoverzicht (MPO). Het MPO bevat informatie over de strategische materieelprojecten en de afstoting van wapens en wapensystemen. In het MPO wordt in aanvulling op de toelichtingen in de begroting onder meer beschreven hoe een materieelproject past in het defensiebeleid en samenhangt met andere materieelprojecten, evenals welke wijzigingen zich ten opzichte van het vorig jaar hebben voorgedaan.
Projectomschrijving | Project-volume | Raming uitgaven | Fasering tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |||
Aanpassing Mijnenbestrijdings capaciteit (PAM) | 186,3 | 183,4 | 2,9 | 2012 | ||||
Fast Raiding Interception and Special forces Craft (FRISC) | 28,6 | 9,9 | 14,0 | 3,5 | 1,2 | 2014 | ||
Instandhouding M-fregatten | 57,8 | 27,3 | 12,0 | 12,0 | 6,5 | 2014 | ||
Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten | 94,1 | 16,6 | 14,7 | 12,5 | 18,0 | 13,5 | 9,0 | 2018 |
Kwantitatieve versterking mariniersbataljons | 10,4 | 4,8 | 2,1 | 2,0 | 1,5 | 2014 | ||
Luchtverdedigings- en Commandofregatten | 1 553,3 | 1 525,7 | 13,8 | 10,3 | 3,5 | 2014 | ||
Patrouilleschepen | 529,7 | 456,7 | 42,6 | 16,1 | 14,2 | 2014 | ||
Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS) | 383,2 | 105,2 | 100,0 | 87,5 | 86,5 | 4,0 | 2015 |
Projecten in planning en realisatie
Aanpassing Mijnenbestrijdingscapaciteit (PAM)
Het project behelst de modernisering van de mijnenjaagcapaciteit van tien mijnenbestrijdingsvaartuigen en zes schepen van de Belgische Flower-klasse, evenals de uitvoering van levensverlengend onderhoud aan deze schepen. De financiële situatie bij Defensie heeft geleid tot een vertraging. Het laatste gemoderniseerde vaartuig zal begin 2012 in de vaart worden genomen.
Fast Raiding, Interception and Special forces Craft (FRISC)
FRISC is een samenvoeging van een aantal vergelijkbare projecten voor de aanschaf van in totaal 48 kleine en snelle vaartuigen. Als gevolg van de herschikkingen bij Defensie is het project met twee jaar verlengd.
Kwantitatieve versterking mariniersbataljons
Het project behelst de verwerving van extra materieel en infrastructuur voor de personele uitbreiding van de twee manoeuvrebataljons van het Korps Mariniers. De aanzienlijke verlaging van het budget ten opzichte van vorig jaar is het gevolg van de overheveling van gelden voor de infrastructuur naar Beleidsartikel 26 CDC. De verwerving van materieel is met een jaar vertraagd doordat de contractonderhandelingen met de industrie langer duurden dan voorzien.
Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LC-fregatten)
Het project behelst de ontwikkeling en de bouw van vier LC-fregatten.
Patrouilleschepen
Het project behelst de vervanging van vier M-fregatten door patrouilleschepen voor de uitvoering van taken in het lagere deel van het geweldsspectrum. Het budget is met € 18,2 miljoen verhoogd als gevolg van een prijspeilbijstelling en vergroting van de munitievoorraad.
Verwerving Joint Logistiek Ondersteuningsschip (JSS)
Het project JSS behelst het ontwerp, de bouw en de indienststelling van een joint logistiek ondersteuningsschip. Het budget is met € 5,6 miljoen verhoogd als gevolg van een prijspeilbijstelling.
Projectomschrijving | Project-volume | Verwachte uitgaven t/m 2011 | Verwachte uitgaven in 2012 | Planning DMP proces | Fasering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |||||
Instandhouding Goalkeeper * | 25–50 | <25 | <25 | 2012–2020 | ||||||
Instandhouding Luchtverdedigings- en Commandofregatten ** | 50–100 | A | 2015–2019 | |||||||
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) | 100–250 | <25 | <25 | A | 2013–2018 | |||||
Midlife upgrade BV’s 206* | 25–50 | <25 | <25 | 2011–2015 | ||||||
Modificatie MK48 torpedo* | 50–100 | <25 | <25 | 2011–2017 |
Instandhouding Goalkeeper
Het project behelst de modernisering van de Goalkeeper. De Goalkeeper is een verdedigingsmiddel tegen inkomende Anti Surface Ship Missiles. Het project is twee jaar vertraagd als gevolg van de herschikkingen bij Defensie.
Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD)
Met het project Maritime Ballistic Missile Defence (MBMD) worden de Luchtverdedigings- en Commandofregatten op termijn voorzien van een verdedigingscapaciteit tegen ballistische raketten. In 2006 is een sensormodificatie met succes beproefd. Als gevolg van de herschikkingen bij Defensie begint het project twee jaar later.
Midlife upgrade BV206D (MLU BV206D)
De eenheden van het Korps Mariniers beschikken over voertuigen met een hoge terreinvaardigheid, in het bijzonder de BV206D en gepantserde rupsvoertuigen van het type Viking. De MLU BV206D betreft een levensduurverlengend onderhoud, waardoor de voertuigen operationeel inzetbaar blijven tot ten minste 2020. Als gevolg van vertraging in de verwervingsvoorbereidingsfase zal de levering van het eerste voertuig een jaar later plaatshebben.
Modificatie MK48 torpedo
Het project betreft de verbetering van het wapensysteem MK48 torpedo van de Walrusklasse onderzeeboten. De planning is in lijn gebracht met het project Instandhouding Walrusklasse onderzeeboten. De prijs per modificatiepakket blijkt hoger dan verwacht. Defensie onderzoekt momenteel hoe in de behoefte kan worden voorzien.
Projectomschrijving | Project-volume | Raming uitgaven | Fasering tot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||||
AGBADS | 125,6 | 118,8 | 2,2 | 4,6 | 2013 | ||||
Battlefield Management System (BMS) | 62,7 | 46,2 | 13,4 | 3,1 | 2013 | ||||
Datacommunicatie Mobiel Optreden (DCMO) | 42,8 | 35,9 | 3,2 | 3,7 | 2013 | ||||
Groot pantserwielvoertuig (GPW, Boxer) (ontwikkeling) | 114,2 | 112,1 | 1,3 | 0,8 | 2013 | ||||
Groot pantserwielvoertuig (GPW, Boxer) (productie) | 729,6 | 178,5 | 114,0 | 142,6 | 140,5 | 119,6 | 31,5 | 2017 | |
Infanterie Gevechtsvoertuig (IGV), productie en training | 1 118,1 | 1 085,5 | 32,6 | 2012 | |||||
Tactical Indoor Simulation (TACTIS) | 84,1 | 83,4 | 0,7 | 2012 | |||||
Vervanging genie- en doorbraaktank | 87,4 | 41,1 | 38,9 | 7,4 | 2013 |
Groot Pantserwielvoertuig (GPW, Boxer) (ontwikkeling en productie)
Dit project betreft de internationale ontwikkeling en serieproductie van een nieuw pantserwielvoertuig. Het projectvolume is verhoogd als gevolg van samenvoeging met het project C4I-Boxer en door prijspeilaanpassingen.
Infanteriegevechtsvoertuig (IGV), productie en training
Het project betreft de invoering van het pantservoertuig CV-90. Het projectvolume is verlaagd als gevolg van prijspeilaanpassingen.
Tactical Indoor Simulation (TACTIS)
Het doel van dit project is een belangrijke kwaliteitsverbetering in de opleidings- en trainingscyclus van de gemechaniseerde eenheden van het CLAS. Het systeem is geaccepteerd en operationeel in gebruik. De resterende werkzaamheden worden in 2011 voltooid en de gerelateerde betalingen duren tot 2012.
Vervanging genie- en doorbraaktank
Het project behelst de vervanging van de genie- en doorbraaktanks. Het projectvolume is verhoogd als gevolg van prijspeilaanpassingen.
Projectomschrijving | Project-volume | Verwachte uitgaven t/m 2011 | Verwachte uitgaven in 2012 | Planning DMP proces | Fasering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |||||
Capability Upgrade Elektronische Oorlogvoering (CUP EOV) 1 | 25–50 | A | 2014–2019 | |||||||
Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens1 | 50–100 | A | 2014–2017 | |||||||
Vervanging Bouwmachines, grondverzet- en wegherstelmiddelen1 | 25–50 | A | 2015–2018 | |||||||
Vervanging Brugleggende tank1 | 50–100 | <25 | D | 2010–2021 | ||||||
Vervanging Mortier- opsporingsradar (MOR)1 | 50–100 | A | 2014–2018 | |||||||
Verwerving CE-pakketten IGV1 | 50–100 | <25 | A | 2011–2017 | ||||||
Verwerving Precision Guided Munition (PGM) 2 | <25 | <25 | 2011–2017 | |||||||
Warmtebeeld Light Infrared Observation Nightsight (LION nieuwe generatie warmtebeeld waarnemingssystemen)1 | 25–50 | A | 2015–2018 |
Capability Upgrade Elektronische Oorlogvoering (CUP EOV)
Het project behelst de verbetering van het huidige EOV-systeem. Als gevolg van de beleidsbrief is het project met een jaar verschoven.
Defensiebrede vervanging van ondersteunende Klein Kaliber Wapens (KKW)
Dit project voorziet in een defensiebrede vervanging van meerdere ondersteunende wapens.
Vervanging Brugleggende tank
Het project behelst de vervanging van de brugleggende tanks. Het project is geherfaseerd en met drie jaar verlengd.
Vervanging mortieropsporingsradar (MOR)
Het project behelst de vervanging van mortieropsporingsradar. Deze radar is essentieel voor een goede situational awareness, in het bijzonder voor de bestrijding van vijandelijke grondwapens. Als gevolg van de beleidsbrief is het project herijkt en met drie jaar verlengd.
Verwerving CE-pakketten IGV
Het project behelst de verwerving van beschermingspakketten van het Infanterie Gevechtsvoertuig, het hoofdwapensysteem van de pantserinfanterie van de gemechaniseerde brigades. Het project is met twee jaar verlengd.
Verwerving Precision Guided Munition (PGM)
Het project behelst de verwerving van precision guided munition voor de pantserhouwitser. Het project is verdeeld in twee deelprojecten: de verwerving van geleide munitiesoorten en de verwerving van course correcting fuses. Het budget is verminderd tot onder de € 25 miljoen, waardoor het project niet als aparte regel zal worden opgenomen in de begroting 2013.
Warmtebeeld Light Infrared Observation Nightsight (LION)
Het project beoogt de defensiebrede vervanging van uiteenlopende waarnemingssystemen. Het betreft oude generaties helderheidsversterkers en warmtebeeldsystemen.
Projectomschrijving | Project-volume | Raming uitgaven | Fasering tot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||||
Aanschaf C-130 /(K)DC-10 Simulatoren | 36,0 | 32,9 | 3,1 | 2012 | |||||
AH-64D Modernised Target Acquisition and Designation Sight (MTADS) | 83,5 | 76,8 | 6,7 | 2012 | |||||
AH-64D Upgrade | 118,0 | 10,9 | 6,2 | 29,0 | 45,0 | 26,9 | 2015 | ||
Chinook uitbreiding en versterking (4 + 2) | 364,6 | 311,2 | 49,6 | 0,7 | 1,9 | 1,2 | 2015 | ||
F-16 M5 modificatie | 51,0 | 35,4 | 4,2 | 2,4 | 1,5 | 2014 | |||
F-16 Mode 5 IFF | 39,3 | 13,2 | 12,1 | 7,5 | 5,5 | 1,0 | 2018 | ||
F-16 Verbetering lucht-grond bewapening, fase 1 | 58,8 | 37,2 | 1,5 | 14,0 | 6,1 | 2015 | |||
F-16 Zelfbescherming (ASE) | 81,0 | 5,6 | 13,0 | 26,0 | 36,4 | 2014 | |||
Vervanging F-16 (System Development and Demonstration) | 792,1 | 791,0 | 1,1 | 2012 | |||||
Vervanging F-16 NL projecten | 41,5 | 37,7 | 3,8 | 2012 |
AH-64D Modernised Target Acquisition and Designation Sight (MTADS)
Het project behelst de verbetering van de detectie- en identificatiecapaciteit van de Apachehelikopter. De levering van de laatste vijf modificatiepakketten is vertraagd. Hierdoor worden de laatste helikopters aangepast in 2012.
AH-64D Upgrade
Het project behelst de modernisering van de Apachehelikopter. Met de beleidsbrief is de Kamer geïnformeerd over een herfasering die binnen het contract kan worden uitgevoerd. Het betreft een financiële herschikking van een jaar. De vertraging bij de aanpassingen aan de laatste helikopters bedraagt ongeveer een half jaar.
Chinook uitbreiding en versterking
Naast een uitbreiding met vier toestellen en vervanging van twee toestellen, voorziet het project in de verwerving van beperkte voorzieningen voor de uitvoering en ondersteuning van speciale operaties. Na de eerste levering – naar verwachting eind 2011 – volgen de overige toestellen binnen een half jaar. Van de zes nieuwe Chinooks worden er drie gestationeerd in de Verenigde Staten (Fort Hood) voor opleiding en training. De verwerving van munitie maakt deel uit van het project en zal duren tot en met 2015.
F-16 M5 modificatie
Het M5 modificatieprogramma betreft een modernisering van zowel de hardware als de softwarevan het GPS-systeem, het gebruik van precisiewapens en de voorbereiding op een moderner elektronisch zelfbeschermingssysteem. De modificatieplanning van de F-16’s is verlengd en het projectbudget is geherfaseerd.
F-16 mode 5 IFF
In Navo-verband wordt het huidige Identification Friend or Foe (IFF) mode 4-systeem vervangen door mode 5. De aanvullende eisen die de Amerikaanse luchtvaartautoriteit heeft gesteld leiden naar verwachting tot een vertraging bij de invoering van het systeem en tot een herschikking van het projectbudget.
F-16 Verbetering lucht-grond bewapening, fase 1
Dit project heeft tot doel de bewapening van de F-16 aan te vullen en te verbeteren. Het resterende projectbudget is naar aanleiding van de beleidsbrief verlaagd. Vanwege het langer doorvliegen met de F-16 wordt het resterende deel besteed aan de verwerving van laser- en GPS-geleide wapens voor de F-16. Deze wapens zijn ook geschikt voor de beoogde opvolger van dit toestel, de F-35.
F-16 Zelfbescherming (ASE)
Het betreft een verbetering van de zelfbescherming van de F-16 door een modernisering van de radarstoorzender en de verbetering van de presentatie in de cockpit. Met de beleidsbrief is aan de Kamer gemeld dat het project is geherfaseerd. De totale capaciteit zal naar verwachting in 2014, een jaar later dan voorzien, beschikbaar komen.
Vervanging F-16 SDD/NL projecten
Het project Vervanging F-16 heeft tot doel tijdig te voorzien in de vervanging van de F-16 jachtvliegtuigen. De uitgaven betreffen de deelneming aan de System Development and Demonstration (SDD)-fase van het F-35 programma en de Nederlandse projecten die deel uitmaken van de vaste Nederlandse bijdrage aan de SDD.
Project-omschrijving | Project-volume | Verwachte uitgaven t/m 2011 | Verwachte uitgaven in 2012 | Planning DMP proces | Fasering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |||||
AH-64D Verbetering bewapening 1 | 25–50 | <25 | 2013–2017 | |||||||
AH-64D Zelfbescherming (ASE) 2 | 50–100 | <25 | <25 | B | 2011–2016 | |||||
Chinook Midlife Update (MLU) | >250 | <25 | A | 2012–2018 | ||||||
F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket1 | 25–50 | 2013–2015 | ||||||||
F-16 M6.5 onderhoudstape1 | <25 | <25 | 2012–2015 | |||||||
F-16 Verbetering lucht-grond bewapening, fase 2 | 50–100 | <25 | <25 | 2010–2021 | ||||||
Langer doorvliegen F-16 – Instandhouding | 100–250 | A | 2015–2020 | |||||||
Langer doorvliegen F-16 – Operationele zelfverdediging1 | 50–100 | A | 2015–2017 | |||||||
Langer doorvliegen F-16 – Vliegveiligheid en Luchtwaardigheid1 | 50–100 | A | 2016–2020 | |||||||
Patriot Vervanging COMPATRIOT1 | 25–50 | <25 | <25 | 2010–2015 | ||||||
Vervanging F-16 Voortgezette verwervingsvoorbereiding/productie | >250 | 100–250 | 100–250 | D | t/m 2023 | |||||
Vervanging Medium Power Radars in Wier en Nieuw Milligen2 | 50–100 | < 25 | B | C | D | 2011–2016 |
AH-64D Verbetering bewapening
Dit project behelst een herziening van het munitiepakket voor de Apache. In de beleidsbrief is de Kamer geïnformeerd over de verlenging van het project met een jaar.
AH-64D Zelfbescherming (ASE)
Met dit project worden de Apachehelikopters voorzien van een volwaardig zelfbeschermingsysteem.
Chinook Midlife Update (MLU)
Het betreft de instandhouding van en noodzakelijke operationele verbeteringen aan de Chinook-helikopter.
F-16 infrarood geleide lucht-lucht raket
Het project behelst de vervanging van de infrarood geleide lucht-lucht raketten voor de F-16. Als gevolg van het besluit tot de vermindering van het aantal F-16»s is het projectbudget verlaagd en is de fasering aangepast.
F-16 Verbetering lucht-grondbewapening, fase 2
Dit project behelst de verbetering en aanvulling van de bewapening van de F-16 en de vervanger daarvan. Twee van de vijf deelbehoeften worden vervuld met de aanschaf van de Small Diameter Bomb I. Met de beleidsbrief is de Kamer geïnformeerd over een herfasering van de overige drie deelbehoeften naar de periode van 2018 tot 2021. Het hiervoor gereserveerde budget is verlaagd.
Langer doorvliegen F-16 – Instandhouding
De F-16 zal drie jaar langer doorvliegen dan was voorzien. Om de technische instandhouding te waarborgen moet een aantal componenten worden vervangen, waaronder een deel van de generatoren, de airconditioning van de cockpit, kanonslopen, vleugels en delen van de doelaanwijsapparatuur. Daarnaast is groot onderhoud nodig voor een deel van de motoren.
Langer doorvliegen F-16 – Operationele zelfverdediging
In operationeel opzicht zal de F-16allengs minder voldoen aan de eisen van de tijd, onder meer vanwege de proliferatie van hoogwaardige luchtverdedigingssystemen en moderne gevechtsvliegtuigen. Om de operationele inzetbaarheid te kunnen garanderen is een modernisering en uitbreiding van het operationele zelfbeschermingssysteem noodzakelijk. Dit project sluit aan bij het project F-16 Zelfbescherming (ASE).
Langer doorvliegen F-16 – Vliegveiligheid en Luchtwaardigheid
Om de vliegveiligheid en luchtwaardigheid te waarborgen zijn aanpassingen van de software noodzakelijk evenals de vervanging van onder meer de Modular Mission Computer.
Patriot Vervanging COMPATRIOT
Het verbindingssysteem COMPATRIOT ondersteunt de commandovoering en vuurleiding van het Patriotsysteem. Het huidige COMPATRIOT-systeem is technisch en economisch verouderd en dient te worden vervangen. Het project is geherfaseerd.
Vervanging F-16 Voortgezette verwervingsvoorbereiding/productie
Zoals gemeld in de beleidsbrief wordt in het investeringsoverzicht € 4,5 miljard gereserveerd voor de vervanging van de F-16. Dit kabinet neemt geen besluiten over de vervanger van de F-16, het aantal aan te schaffen toestellen en het daarvoor benodigde budget. Defensie is in het kader van de vervanging van de F-16 een aantal verplichtingen aangegaan, waarvan de belangrijkste hieronder worden opgesomd.
Defensie neemt deel aan het Production, Sustainment and Follow-on Development (PSFD) Memorandum of Understanding voor de F-35 (Joint Strike Fighter). Voorts heeft Defensie in mei 2008 een Memorandum of Understanding getekend voor deelneming aan de operationele testfase (IOT&E).
In het kader van de operationele testfase zijn verder verplichtingen aangegaan voor twee testtoestellen. In 2009 is een verplichting aangegaan voor het eerste testtoestel uit de Low Rate Initial Production (LRIP)-3 productieserie, inclusief bijkomende middelen en eind april 2011 voor het tweede testtoestel uit de LRIP-4 productieserie, tevens inclusief een deel van de bijkomende middelen.
Voor de overige nog te contracteren bijkomende middelen zijn nog geen verplichtingen aangegaan. Het eerste toestel wordt naar verwachting in augustus 2012 geleverd, het tweede toestel in maart 2013. Daarbij moet, zoals in de jaarrapportage over 2010 is gemeld, voor het eerste testtoestel rekening worden gehouden met een prijsstijging van ongeveer tien tot vijftien procent. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geraamde uitgaven voor de PSFD, de IOT&E en de twee testtoestellen.
Projectomschrijving | Project-volume | Raming uitgaven (bedragen x € 1 miljoen) | Fasering tot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 e.v. | |||
PSFD MoU | 123,0 | 71,3 | 10,8 | 8,7 | 2,6 | 2,3 | 27,3 | 2024 |
IOT&E MoU | 21,0 | 10,6 | 10,4 | 2015 | ||||
Testtoestellen inclusief bijkomende middelen | 237,1 | 138,8 | 72,6 | 25,7 | 2013 |
Project-omschrijving | Project-volume | Raming uitgaven | Fasering tot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||||
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) blok 1 en 2 | 34,2 | 31,4 | 2,8 | 2013 | |||||
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn defensiebreed (MILSATCOM) | 133,0 | 99,4 | 9,0 | 9,0 | 9,1 | 6,5 | 2015 | ||
Modernisering navigatiesystemen | 36,4 | 16,6 | 2,3 | 5,0 | 6,8 | 5,7 | 2015 | ||
NH-90 | 1 174,9 | 781,8 | 122,2 | 107,1 | 113,5 | 40,3 | 10,0 | 2016 | |
Richtkijker wapen schutter lange afstand | 30,5 | 21,2 | 4,0 | 3,3 | 2,0 | 2014 |
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED)
Het programma C-IED bestaat uit meerdere deelprojecten om de Improvised Explosive Devices (IED) dreiging breder aan te pakken. Het eerste blok is inmiddels voltooid, het tweede blok is in de realisatiefase. Blok 3 behelst de structurele inbedding van C-IED-middelen bij Defensie.
Militaire Satelliet Communicatie lange termijn (MILSATCOM)
Het project betreft de behoefte aan satellietcapaciteit voor militair gebruik. Het project is geherfaseerd en met een jaar verlengd.
Modernisering navigatiesystemen
Dit project voorziet in een krijgsmachtbrede behoefte aan modernisering en uitbreiding van navigatiemiddelen en daarmee samenhangende maritieme identificatiemiddelen. Als gevolg van herschikkingen wordt het project met twee jaar verlengd.
NH-90
Defensie neemt deel aan het internationale NH-90 programma met als doel de aanschaf van twintig NH-90 helikopters. Met de brief van 20 mei 2011 (Kamerstuk 25 928, nr. 48) is de Kamer geïnformeerd over de herijking van het project. Het project is verlengd tot 2016.
Richtkijker wapen schutter lange afstand
Het geweer lange afstand (GLA) zal worden voorzien van apparatuur om onder alle omstandigheden effectief te kunnen worden ingezet. Het project is geherfaseerd en met twee jaar verlengd.
Project-omschrijving | Project-volume In M€ | Verwachte uitgaven t/m 2011 | Verwachte uitgaven in 2012 | Planning DMP proces | Fasering | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||||||
Combat Identification (Combat ID) 1 | 25–50 | A | 2013–2017 | ||||||||
Counter Improvised Explosive Devices (C-IED) blok 33 | 50–100 | < 25 | A | 2012–2022 | |||||||
Defensie bewaking en beveiligingssysteem (DBBS) | 100–250 | A | 2013–2019 | ||||||||
Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen | > 250 | < 25 | <25 | B | C | D | 2009–2019 | ||||
Joint Fires3 | 25–50 | A | 2014–2018 | ||||||||
Medium altitude long endurance (MALE) UAV | 100–250 | <25 | A | 2014–2017 | |||||||
MILSATCAP3 | 25–50 | <25 | A | 2011–2018 2 | |||||||
Nieuwe generatie identificatiesystemen (IFF mode 5/Mode S) 3 | 25–50 | A | 2014–2017 | ||||||||
Uitbreiding CBRN capaciteiit in het kader van ICMS3 | 50–100 | A | 2012–2014 | ||||||||
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS) | 100–250 | <25 | <25 | C | D | 2007–2017 | |||||
Vernieuwing TITAAN3 | 50–100 | <25 | <25 | A | 2011–2016 | ||||||
Vervanging grondterminals MILSATCOM3 | 25–50 | A | 2018–2020 | ||||||||
Vervanging HF/VHF-radio (EZB/FM9000) | 100–250 | A | 2013–2021 | ||||||||
Vervanging licht indirect vurend wapensysteem (LIVS)3 | 50–100 | A | 2017–2020 | ||||||||
Verwerving HV-brillen 4 | 25–50 | <25 | <25 | 2011–2014 |
Combat Identification (Combat ID)
Combat ID geeft grond- en luchtgebonden eenheden een identificatiecapaciteit zodat het identificeren van eenheden vanuit de lucht, maar ook onderling op de grond, kan worden verbeterd. Het project is als gevolg van de herschikkingen bij Defensie met een jaar verlengd.
Defensie bewaking en beveiliging systeem (DBBS)
Dit project behelst de bedrijfsmatige vervanging van de verouderde elektronische bewakings- en beveiligingssystemen van de statische defensielocaties, zoals gebouwen en installaties.
Defensiebrede vervanging operationele wielvoertuigen
Het project behelst de defensiebrede vervanging van de operationele wielvoertuigen. Defensie streeft ernaar een deel van het project versneld uit te voeren.
Joint Fires
Voorwaartse waarnemers en Forward Air Controllers zullen worden samengevoegd in zogeheten Fire Support Teams die op compagniesniveau worden ingedeeld. Ten behoeve daarvan wordt uitrusting aangeschaft en is een modificatie nodig van de apparatuur voor doelbepaling. Hierdoor zal de uitwisseling tussen de Fire Support Teams van het CZSK en van het CLAS verder worden vergroot. De coordinatie tussen deze teams zal op brigade- en bataljonsniveau in een speciaal stafelement worden belegd.
MALE UAV
Op grond van de in 2006 vastgestelde behoefte aan strategische, operationele en tactische waarnemingscapaciteit wordt in lijn met de beleidsbrief het project Medium Altitude Long Endurance (MALE) UAV voortgezet. Het betreft de aanschaf van een systeem bestaande uit vier toestellen inclusief sensoren, grondelementen voor de bediening en de apparatuur voor dataverwerking.
MILSATCAP
Het project betreft de verwerving van militaire capaciteit op het gebied van satellietcommunicatie.
Nieuwe generatie identificatiesystemen (IFF mode 5/mode S)
Het project behelst de vervanging van het mode 4 IFF/mode 3A voor respectievelijk mode 5/mode S in Navo-verband. Als gevolg van herschikkingen is het project een jaar verschoven.
Uitbreiding CBRN-compagnie
Als gevolg van ICMS worden de capaciteiten voor chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) rampenbestrijding uitgebreid. Het betreft de oprichting van een tweede CBRN-verdedigingscompagnie, een CBRN-responscapaciteit en een multidisciplinaire trainingsfaciliteit.
Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS)
Het doel van het project is de verbetering van de uitrusting en de (informatie-)ondersteuning van de te voet optredende soldaat. De periode waarin het materieel bij Defensie wordt ingevoerd is met een jaar verlengd. Hierdoor zullen de betalingen ook later eindigen.
Vernieuwing TITAAN (voorheen Vervanging deelsystemen TITAAN)
Iedere vijf jaar moeten de deelsystemen TITAAN, de basis ICT-infrastructuur voor grondgebonden optreden, worden vervangen. Als gevolg van de ontwikkelingen op ICT-gebied zijn daarnaast regelmatig aanpassingen aan het TITAAN-netwerk noodzakelijk. De instroom van het systeem is met een jaar vertraagd als gevolg van nadere studie om TITAAN geschikt te maken voor een defensiebrede toepassing.
Vervanging grondterminals MILSATCOM
Doel van het project is om te voorzien in een gefaseerde vervanging van de huidige mobiele landterminals van het Militaire Satelliet Communicatie (MILSATCOM)-systeem. Als gevolg van de beleidsbrief is het project een jaar verschoven.
Vervanging HF/VHF-radio (EZB/FM9000)
Het project behelst de vervanging van twee typen radio’s als deel van het draadloze transmissieplan Defensie.
Vervanging licht indirect vurend systeem (LIVS)
Dit project behelst de vervanging van grondgebonden vuursteuncapaciteit voor het CLAS en het CZSK bij de uitfasering van de 120mm mortieren. Deze vuursteuncapaciteit van de lichte eenheden heeft tot taak doelen te bestrijden die buiten het bereik liggen van de bij de gevechtseenheden ingedeelde wapensystemen. Het project is als gevolg van herschikkingen met twee jaar vertraagd.
Verwerving HV-brillen
Het project behelst de verwerving van helderheidsversterkende (HV)-brillen ten behoeve van het optreden in duisternis. Het betreft de vervanging van en daarnaast een aanvulling op de huidige door Defensie gebruikte HV-brillen. Het project is geherfaseerd en met een jaar verlengd.
Operationele doelstelling 2:
Instandhouding van materieel
Door de onderhoudscapaciteiten van de systeemlogistieke bedrijven te voegen bij de operationele commando’s worden (de verantwoordelijkheden voor) onderhoudswerkzaamheden geïntegreerd. Het wapensysteemmanagement blijft bij de Defensie Materieel Organisatie.
Motivering
Om de output van de operationele eenheden te verzekeren, moeten deze beschikken over voldoende inzetbaar materieel. De DMO voorziet hierin enerzijds door zorg te dragen voor (hoger) onderhoud aan de wapensystemen en de componenten hiervan en anderzijds door het op peil houden van de benodigde hoeveelheid reservedelen. Voor het verbeteren van de materiële beschikbaarheid van de wapensystemen tegen zo laag mogelijke kosten, gebruikt Defensie het «wapensysteemmanagement».
Het totaalbedrag dat de DMO in 2012 ter beschikking staat ter verwezenlijking van deze tweede eerste operationele doelstelling is € 648 miljoen.
Instrumenten
Voor de professionalisering van het wapensysteemmanagement wordt een aantal instrumenten ingevoerd. Het behelst uniforme systeem- en Integrated Logistic Support-plannen, verbeterde opleidingen, categorisering van het materieel, verbeterde en integrale instandhoudingsanalyses, kenniscentra, aansluiting bij SAP en kostenmodellen, verheldering van ketens en ketenprocessen en verbetering van informatievoorziening in de keten door het gebruik van portals.
Redeployment ISAF
De werkzaamheden die de DMO uitvoert ten behoeve van de redeployment duren naar verwachting tot eind 2012. Dan zal het materieel zijn opgenomen in de voorraden, overgedragen aan de operationele commando’s, afgestoten of geschonken aan derden. Door een tekort aan personeel kunnen de richtlijnen voor de onderhoudsniveaus niet worden toegepast voor het CLAS, het CKmar en voor het materieel dat door fast track procurement is verworven. De DMO maakt daarom gebruik van externe capaciteiten. Het budget voor de redeployment maakt geen deel uit van beleidsartikel 25, maar is opgenomen in beleidsartikel 20 Inzet.
De inspanningen voor de DMO liggen op de gebieden van:
-
– Het sluiten van contracten voor de uitbesteding van werk, de aankoop van reservedelen en voor
vervangingsinvesteringen.
-
– De afstoting van overtollig materieel, zowel vanuit het missiegebied als vanuit Nederland;
-
– De uitvoering van werkzaamheden door de Logistieke Bedrijven van de DMO;
-
– Het geven van advies en het verlenen van assistentie op het gebied van systeem- en ketenlogistiek.
Prestatiegegevens DMO
De prestaties op het gebied van logistieke ondersteuning door de DMO aan de andere defensieonderdelen worden vastgelegd in ondersteuningsovereenkomsten. Tussen de gebruiker, de normsteller en de onderhouder wordt op meerdere niveaus overleg gevoerd over de uitvoering daarvan. Centraal daarbij staat het door de DMO uit te voeren onderhoud aan de hoofdwapensystemen en in het verlengde daarvan de tijdige beschikbaarheid van het (hoofd)wapensysteem voor de operationele inzet. Daarnaast heeft in zogenoemde «klantenraden» bilaterale afstemming plaats tussen elk van de ketenlogistieke bedrijven en de klanten waarbij de levering van brandstof, munitie en kleding- en persoonsgebonden uitrusting centraal staat.
De leverbetrouwbaarheid van bevoorrading vormt hierbij vooralsnog de belangrijkste indicator voor de tijdige beschikbaarheid van het materieel dat de operationele commando’s nodig hebben. De leverbetrouwbaarheid van bevoorrading wordt in de vorm van prestatie-indicatoren gerapporteerd door de ketenlogistieke bedrijven.
Indicator | Toelichting | Streefwaarde |
---|---|---|
Leverbetrouwbaarheid bevoorrading | De indicator geeft inzicht in de mate waarin de leveringen uit de voorraad worden gerealiseerd. | 80% |
Berekeningswijze | ||
Het aantal tijdige leveringen van de voorraad gedeeld door het aantal in de meetperiode gedane voorraadaanvragen x 100% |
De streefwaarde van de indicator «leverbetrouwbaarheid bevoorrading» is voor alle DMO-bedrijven op 80 procent gesteld. De streefwaarde vormt een goed uitgangspunt voor een verantwoord evenwicht tussen doeltreffendheid en doelmatigheid. De doeltreffendheid wordt gewaarborgd door een goed inzicht in de bevoorrading van de kritische artikelen die nodig zijn voor de operationele gereedheid en door daarnaast de kwaliteit van de bevoorrading in de inzetgebieden voorop te stellen. De doelmatigheid wordt gewaarborgd door de streefwaarde niet onnodig hoog te laten zijn.
In 2012 zal de DMO in de vorm van een pilot bij de meting van de prestaties op het gebied van bevoorrading onderscheid gaan maken tussen reguliere activiteiten tijdens oefeningen en training (O&T) en activiteiten bij operaties. Hierdoor zal, onder andere, meer inzicht ontstaan in de gevolgen van operaties op de reguliere O&T-activiteiten.
Operationele doelstelling 3:
Afstoting overtollig materieel
De DMO is binnen Defensie belast met de afstoting van overtollige roerende zaken. Bij afstoting heeft verkoop de voorkeur en dat geschiedt in samenwerking met Domeinen Roerende Zaken, onderdeel van het ministerie van Financiën.
Een raming van de verkoopopbrengsten voor de komende jaren is in de begroting opgenomen. Een deel van de opbrengsten is zeker, aangezien het termijnbetalingen betreft van reeds gesloten contracten.
Bij de afstoting van roerende zaken wordt onderscheid gemaakt tussen strategische en niet-strategische roerende zaken. Overtollige niet-strategische roerende zaken worden rechtstreeks aan de Domeinen Roerende Zaken overgedragen en openbaar verkocht. Strategische roerende zaken zoals wapensystemen worden om veiligheidsredenen niet aan Domeinen overgedragen. De verkoop geschiedt in samenwerking met Domeinen in principe op grond van government-to-government overeenkomsten. Iedere voorgenomen verkooptransactie van strategisch materieel wordt in de commissie «verkoop defensiematerieel» behandeld. Hierin zijn de ministeries van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken, Landbouw & Innovatie en Defensie vertegenwoordigd.
Overtollige waardevolle wapensystemen kunnen veelal niet in de bestaande staat worden verkocht. Ze worden in de door de klant gewenste staat van onderhoud gebracht of gemodificeerd. Daarnaast is het meestal noodzakelijk personeel op te leiden. Dit gebeurt op meerdere opleidingsinstituten. Defensie streeft ernaar het ondersteuningspakket zo beperkt mogelijk te houden zodat slechts een gering beroep wordt gedaan op de personele en materiële capaciteiten van Defensie.
Als gevolg van de economische crisis bieden verkopers meer materieel aan en kunnen kopers op de markt voor defensiematerieel minder besteden. In 2011 is er contact geweest met mogelijke kopers. Desondanks zijn tot nu toe nog geen grote verkoopcontracten gesloten. Wel is op grond van de in voorgaande jaren gesloten contracten materieel overgedragen, onder andere F-16’s aan Chili.
Projecten in Afstoting
Bevoorradingsschip
Het project behelst de afstoting van Hr.Ms. Zuiderkruis en Hr.Ms. Amsterdam.
Mijnenbestrijdingsvaartuigen van de Alkmaar-klasse
Het project behelst de afstoting van vier mijnenjagers.
Lynx-helikopter
Het project behelst de afstoting van twintig helikopters.
Agusta Bell 412 Search And Rescue
Het project behelst de afstoting van drie helikopters.
Leopard 2A6 Gevechtstank
Het project behelst de afstoting van 119 gevechtstanks.
Pantserhouwitser
Het project behelst de afstoting van 32 pantserhouwitsers.
Pantserrupscommandovoertuig M-577
Het project behelst de afstoting van de nog resterende dertig pantserrupscommandovoertuigen M-577. Deze worden voor een deel vervangen door de Fennek, de CV-90 en de Boxer.
Pantserrupsvoertuig tegen luchtdoelen (PRTL)
Het project behelst de afstoting van zestig pantserrupsvoertuigen Cheetah die zijn vervangen door het Stinger-wapensysteem.
Pantserrupsvoertuig YPR-765 en YPR-806
Het project behelst de afstoting van 539 pantserrupsvoertuigen. Deze worden voor een deel vervangen door de Fennek, de CV-90 en de Boxer.
F-16 vliegtuigen in MLU-configuratie
Het project behelst de afstoting van aanvankelijk negentien en nu nog achttien F-16 toestellen. Een toestel is in maart 2011 door een ongeval zwaar beschadigd en moest worden afgeschreven.
Cougar-transporthelikopter
Het project behelst de afstoting van de Cougar-transporthelikopters.
DC-10 vliegtuig
Het project betreft de afstoting van een DC-10 vliegtuig. Naar aanleiding van de motie van het lid Voordewind van 6 juni jl. (Kamerstuk 32 733, nr. 28) zal Defensie het toestel tot en met 2013 aanhouden.
Fennek Medium Range Anti Tank (MRAT) pantserwielvoertuig
Het project betreft de afstoting van de helft van de tachtig MRAT-wapensystemen.
Fokker 50 Vliegtuig
Het project behelst de afstoting van twee Fokker 50-vliegtuigen die geschikt zijn voor passagiersvervoer.
2.2.7 Commando DienstenCentra (CDC) – beleidsartikel 26
Algemene doelstelling
Het Commando DienstenCentra (CDC) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het CDC draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht, is wereldwijd actief en voorziet in randvoorwaarden en faciliteiten zodat de defensieonderdelen zich kunnen concentreren op hun kerntaken.
Samenhang met defensiebeleid
Om de krijgsmacht effectief te kunnen inzetten is het noodzakelijk dat de operationele eenheden over producten en diensten kunnen beschikken die hen ondersteunen bij de uitvoering van het primaire proces. De levering van deze producten en diensten heeft plaats binnen de daarvoor gestelde financiële en normatieve kaders.
Verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het CDC een bijdrage levert.
Externe factoren
Het CDC wordt nadrukkelijk beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals door ontwikkelingen op de markt. De omvang, de ambitie en de samenstelling van de krijgsmacht beïnvloeden de vraag naar producten en diensten van het CDC.
Budgettaire gevolgen van het beleid
De financiële middelen die het CDC ter beschikking staan voor het behalen van de operationele doelstellingen van Defensie zijn in de onderstaande tabel opgenomen. Hierin is een splitsing aangebracht tussen de indeling in bedrijfsgroepen in de jaren 2010 en 2011 en de indeling in divisies vanaf 2012. Tevens is deze tabel budgettaire gevolgen voor jaren 2010 en 2011 ingedeeld conform de oude definities van apparaat- en programma-uitgaven. Vanaf 2012 zijn de nieuwe definities gehanteerd.
Bedragen x € 1 000 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 042 011 | 1 140 688 | 988 278 | 934 848 | 843 710 | 871 489 | 817 878 |
Uitgaven | |||||||
Programma-uitgaven | |||||||
waarvan juridisch verplicht per 31-12-2011 | 145 848 | 80 477 | 51 851 | 27 501 | 15 528 | ||
Dienstverlenende eenheden | 12 262 | 11 674 | 11 573 | 10 180 | 10 180 | ||
Bedrijfsgroep Informatievoorziening en technologie | 50 764 | 55 842 | |||||
Bedrijfsgroep Transport | 93 032 | 74 044 | |||||
Bedrijfsgroep Gezondheidszorg | 92 562 | 81 319 | |||||
Bedrijfsgroep Facility Services | 210 522 | 170 551 | |||||
Bedrijfsgroep Personele diensten | 115 619 | 103 162 | |||||
Nederlandse Defensie academie | 58 563 | 57 073 | |||||
Attachés | 21 939 | 20 688 | |||||
Investeringen infrastructuur | 219 435 | 170 551 | 157 749 | 193 384 | 136 209 | 159 661 | 159 111 |
Investeringen informatievoorziening | 88 300 | 84 987 | 69 680 | 79 486 | 91 567 | 89 421 | 95 400 |
Exploitatie informatievoorziening | 143 657 | 137 459 | |||||
Totaal programma-uitgaven | 1 094 393 | 955 676 | 239 691 | 284 544 | 239 349 | 259 262 | 264 691 |
Apparaatsuitgaven | |||||||
Staf CDC | 53 070 | 175 145 | 20 858 | 20 858 | 15 802 | 15 803 | 12 802 |
Ondersteuning operationele eenheden |
|
| 769 289 | 707 511 | 641 758 | 605 508 | 608 780 |
Bijdragen aan SSO's | 12 294 | 9 867 | 9 013 | 9 117 | 9 096 | 9 120 | 9 120 |
Attachés | 20 327 | 20 085 | 18 398 | 16 706 | 16 706 | ||
Apparaatsuitgaven verdeeld naar categorie: | |||||||
personele uitgaven | 423 911 | 405 397 | 360 503 | 344 213 | 346 137 | ||
huisvesting | 96 365 | 85 936 | 83 672 | 82 498 | 81 076 | ||
ICT | 143 152 | 134 623 | 131 710 | 117 469 | 117 470 | ||
overige exploitatie | 156 058 | 131 754 | 109 169 | 102 957 | 102 725 | ||
Totaal apparaatsuitgaven | 65 364 | 185 012 | 819 487 | 757 571 | 685 054 | 647 137 | 647 408 |
Totaal Uitgaven | 1 159 757 | 1 140 688 | 1 059 178 | 1 042 115 | 924 403 | 906 399 | 912 099 |
Totale ontvangsten | 68 915 | 164 535 | 53 769 | 85 519 | 69 719 | 61 819 | 55 319 |
waarvan verkoopopbrengsten | 19 234 | 99 166 | 9 400 | 41 200 | 25 400 | 17 500 | 11 000 |
waarvan overige ontvangsten | 49 681 | 65 369 | 44 369 | 44 319 | 44 319 | 44 319 | 44 319 |
Nieuwe indeling CDC vanaf 2012
De bezuinigingen van de beleidsbrief van 8 april 2011 maken het noodzakelijk de doelmatigheid van de CDC-organisatie nader te bezien. Al in 2011 is een reorganisatie ingezet waarbij afscheid wordt genomen van de bedrijfsgroepen van het CDC. Door samenvoeging van bestaande (staf)elementen van de bedrijfsgroepen en de staf van het CDC kan doelmatiger worden geopereerd. Als tussenstap in het veranderingsproces worden de zeven bestaande bedrijfsgroepen met ingang van 2012 omgevormd tot vier nieuwe divisies. Het betreft de divisies Facilitair & Logistiek, Personeel & Gezondheid, Vastgoed & Beveiliging en Informatievoorziening. De Nederlandse Defensie Academie (NLDA) blijft naast de divisies als afzonderlijke eenheid bestaan.
Met de beschreven veranderingen ontstaat een flexibele organisatie die snel kan reageren op veranderingen in haar omgeving en waarbij de interne ondersteuning optimaal is georganiseerd. Benchmarkonderzoeken en sourcing-toetsen zorgen ervoor dat het CDC als interne leverancier binnen de defensieorganisatie de prijzen zo laag mogelijk en marktconform houdt.
In onderstaande tabel zijn de totale uitgaven verdeeld over de eenheden van CDC:
Bedragen x € 1 000 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|
Verdeling gelden naar divisies CDC | 1 059 178 | 1 042 115 | 924 403 | 906 399 | 912 099 |
Staf CDC | 20 858 | 20 858 | 15 802 | 15 803 | 12 802 |
Divisie Facilitair en Logistiek | 189 997 | 166 605 | 147 680 | 143 838 | 145 215 |
Divisie Informatievoorziening | 270 910 | 264 339 | 261 439 | 238 334 | 243 637 |
Divisie Vastgoed en Beveiliging | 234 978 | 268 147 | 204 026 | 225 575 | 225 150 |
Divisie Personeel en Gezondheid | 157 163 | 138 383 | 112 678 | 109 166 | 110 079 |
Nederlandse Defensie academie | 41 697 | 39 827 | 35 895 | 34 909 | 35 053 |
Defensieattachés | 20 327 | 20 085 | 18 398 | 16 706 | 16 706 |
Overige exploitatie | 123 248 | 123 871 | 128 485 | 122 068 | 123 457 |
Budgetflexibiliteit
De programma-uitgaven bestaan uit investeringen en overige programma-uitgaven. In het kader van de investeringen is in januari 2012 voor 61 procent contractuele verplichtingen aangegaan. Voor de overige programma-uitgaven is 48 procent juridisch verplicht. Het niet-juridisch verplichte deel van de programma-uitgaven is in principe verbonden aan het vastgestelde activiteitenniveau teneinde te komen tot realisatie van de operationele doelstellingen in de beleidsartikelen 20, 21, 22, 23 en 24.
Instrumenten
De commandant van het CDC beschikt na de reorganisatie nog over een klein kabinet voor de persoonlijke ondersteuning. Daarnaast is de interne ondersteuning van het CDC samengevoegd in een ondersteuningsgroep. Daarin zijn taken als Finance and Control, Personeel en Organisatie, communicatie en bestuursondersteuning voor het gehele CDC gecentraliseerd. De ondersteuning die door de dienstverlenende eenheden van het CDC wordt geleverd, wordt hieronder kort toegelicht.
Divisie Facilitair & Logistiek
De divisie CDC Facilitair & Logistiek is gericht op lokale en regionale dienstverlening en bestaat uit de voormalige bedrijfsgroepen Facility Services, Catering en Transport. De divisie draagt onder andere bij aan de inzet en operationele gereedheid van de operationele commando’s door het bewaken van een strategische voedselvoorraad, evenals door het verzorgen van tijdige verplaatsingen bij zowel inzet als operationele gereedstelling. Deze onderstaande drie indicatoren vormen de verantwoordingsinformatie van de divisie Facilitair & Logistiek.
Prestatie-indicator | Strategische voorraad rantsoenen |
---|---|
Formule | Daadwerkelijk aanwezige voorraad gedeeld door de benodigde voorraad volgens operationele aanwijzingen keer 100% |
Norm | ≥100% |
Prestatie-indicator | Kwaliteit & tijdigheid strategische verplaatsingen – Inzet |
---|---|
Formule | Aantal correct uitgevoerde verplaatsingen luchttransport Afghanistan gedeeld door het totaal aantal verplaatsingen luchttransport Afghanistan keer 100% |
Norm | 95% |
Prestatie-indicator | Kwaliteit & tijdigheid strategische verplaatsingen – OG |
---|---|
Formule | Aantal correct uitgevoerde verplaatsingen in het kader van operationele gereedheid gedeeld door het totaal aantal verplaatsingen in het kader van operationele gereedheid keer 100% |
Norm | 95% |
Divisie Personeel & Gezondheid
Binnen deze divisie bestaan het cluster Personele Diensten (CPD) en het cluster Gezondheidszorg (CG). De prestatie-indicator die bij het CPD centraal staat, is de realisatie van de instroomketen.
De prestatie-indicatoren die bij het CG centraal staan, zijn de levering en voorradigheid van medische ge- en verbruiksartikelen, de levering en voorradigheid van bloed en bloedproducten, de samenwerking met relatieziekenhuizen en medische opleidingen.
Prestatie-indicator | Levering medische ge- en verbruiksartikelen |
---|---|
Formule | De gerealiseerde versus geplande/gevraagde levering van ge- en verbruiksgoederen door het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum aan vredesoperaties. |
Norm | 95% |
Prestatie-indicator | Voorraad medische ge- en verbruiksartikelen |
---|---|
Formule | Hoeveelheid middelen die beschikbaar is versus het totaal aantal middelen dat beschikbaar zou moeten zijn. Het betreft de materiële gereedheid (in aantallen) van de strategische voorraad geneesmiddelen. |
Norm | ≥100% |
Prestatie-indicator | Levering bloed en bloedproducten |
---|---|
Formule | Over een periode gerealiseerde orders van bloedproducten door de Militaire Bloedbank (MBB) versus geplande/gevraagde orders. |
Norm | 95% |
Prestatie-indicator | Voorraad bloed en bloedproducten |
---|---|
Formule | Hoeveelheid middelen die beschikbaar is versus het totaal aantal middelen dat beschikbaar zou moeten zijn. Het betreft de materiële gereedheid (in aantallen) van de strategische voorraad bloed (lineaire opbouw in het jaar). |
Norm | ≥100% |
Prestatie-indicator | Inzet medisch-specialistische teams |
---|---|
Formule | De gerealiseerde versus geplande/gevraagde levering van medisch-specialistische teams door het Instituut Defensie Samenwerking Relatieziekenhuizen. |
Norm | 95% |
Prestatie-indicator | Medische opleidingen |
---|---|
Formule | De gerealiseerde versus geplande/gevraagde levering van het aantal geneeskundige opleidingen. |
Norm | 95% |
Divisie Vastgoed & Beveiliging 44
De divisie Vastgoed & Beveiliging is de vastgoedbeheerder van Defensie en komt voort uit de bedrijfsgroep Vastgoed en beveiliging.
Divisie Informatievoorziening 45
De divisie, voortkomend uit de bedrijfsgroep IVENT, levert hoogwaardige ICT-diensten en beheert voor Defensie de werkplekken, de ICT-infrastructuur en (defensie)applicaties. De divisie draagt tevens zorg voor de documentaire informatievoorziening. De Joint CIS Group (JCG) is de huisleverancier van de operationele communicatie- en informatiesystemen van de operationele commando’s ter ondersteuning van de commandovoering bij militaire operaties en oefeningen en draagt hiermee bij aan de operationele gereedheid. De gereedstelling en inzet van de operationele informatievoorziening (IV) vormen de prestatie-indicator voor deze divisie op het vlak van inzet en operationele gereedheid.
Prestatie-indicator | Operationele IV JCG Inzet |
---|---|
Formule / definitie | De mate waarin de Joint CIS Group (JCG) aan de gemaakte afspraken heeft voldaan in de afgelopen periode met betrekking tot de afgesproken ondersteuning over de door de JCG beheerde netwerken/systemen. |
Norm | 80% |
Prestatie-indicator | Operationele IV JCG Operationele Gereedstelling |
---|---|
Formule | De verwachting voor de komende periode ten aanzien van de door de JCG beheerde netwerken en systemen levering van de gevraagde ondersteuning. |
Norm | 80% |
NLDA
De NLDA bestaat uit het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), de Koninklijke Militaire Academie (KMA), de Faculteit Militaire Wetenschappen (FMW), het Instituut Defensie Leergangen (IDL) en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH). De NLDA biedt officieren (en daarmee gelijkgesteld burgerpersoneel) initiële, middelbare en hogere militaire opleidingen gedurende de gehele loopbaan. Met deze opleidingen draagt het NLDA bij aan de operationele gereedheid van de operationele commando’s.
Investeringen Infrastructuur
Projectomschrijving | Voor Defensie-onderdeel | Projectvolume | t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Fasering tot | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nieuwbouw Schiphol | CKmar | 140,4 | 95,8 | 31,2 | 13,4 | 2013 | ||||
Herbelegging infrastructuur vliegbases Soesterberg en Gilze-Rijen | CLSK | 206,1 | 205,2 | 0,9 | 2012 | |||||
Infrastructuur en voorziening KMA | CDC | 52,3 | 20,7 | 7,3 | 3,2 | 2018 | ||||
Hoger Onderhoud Woensdrecht | DMO | 76,6 | 21,4 | 26,1 | 17,8 | 11,3 | 2014 | |||
Aanpassing/renovatie Plein/Kalvermarktcomplex | Algemeen | 26,0 | 22,2 | 3,8 | 2012 | |||||
Nieuwbouw LOKKmar | CKmar | 84,5 | 16,0 | 19,0 | 23,3 | 20,1 | 6,1 | 2015 | ||
EPA Maatregelen | Algemeen | 64,4 | 11,4 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 2018 |
Nieuwbouw Schiphol
Het project Nieuwbouw Schiphol ten behoeve van het CKmar wordt later opgeleverd dan oorspronkelijk gepland als gevolg van een vertraging bij de aanbestedingsprocedure. Het totale projectvolume is met € 4 miljoen verhoogd naar € 140,4 miljoen door het amendement van de leden Brinkman en Knops (Kamerstuk 32 123 X, nr. 53). Door gunstige aanbestedingen en deze verhoging kan het perceel Schieten, Sporten en School weer worden opgenomen in het project en als zodanig worden aanbesteed.
Herbelegging infrastructuur Vliegbases Soesterberg en Gilze-Rijen
Het project bevindt zich in de laatste fase en wordt in 2012 in zijn geheel voltooid.
Infrastructuur voorziening KMA
Het project zal wegens de bezuinigingen en in het kader van de uitwerking van het Herbeleggingspan Vastgoed Defensie worden herbezien. Hierbij wordt gestreefd naar een doelmatiger belegging en verdere concentratie van onderdelen van de NLDA waarvan de KMA deel uitmaakt. In afwachting van deze uitwerking en de nadere besluitvorming van deze plannen is de realisatie van fase 2 van dit project voorlopig doorschoven naar de periode 2015–2018.
Hoger onderhoud Woensdrecht
De realisatie van diverse deelprojecten (nieuwbouw van het hoofdgebouw, werkcentrum Avionica en het logistiek complex) is vertraagd doordat een integraal vergunningstraject moest worden doorlopen waarmee vooraf geen rekening was gehouden. Inmiddels is het vergunningentraject voltooid en is een aanvang gemaakt met de realisatie van de eerste deelprojecten. De voltooiing wordt nu verwacht in 2014.
Aanpassing en renovatie Plein/Kalvermarkt-complex
Het complex wordt volgens de huidige planning eind 2011 door de aannemer aan de Rijksgebouwendienst opgeleverd. De uitvoering loopt momenteel volgens planning. De ingebruikname is voorzien voor eind 2012 nadat Defensie de benodigde aanvullende beveiligingsvoorzieningen, IV-voorzieningen en overige inrichting heeft voltooid. In het kader van de bezuiniging op de staven van 30 procent en de invoering van het overheidsbrede «Nieuwe Werken»-concept, zal de uiteindelijke belegging van het complex bij de uitwerking van het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie worden herzien.
Nieuwbouw Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum CKmar (LOKKMAR)
Het LOKKMAR zal worden ondergebracht op het complex Koning Willem III/Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn. De realisatieperiode zal naar verwachting duren tot in 2015.
Energie Prestatie Adviezen (EPA)
Dit project betreft een verzameling van energiebesparende maatregelen voor de bestaande infrastructuur. Mede door dit project kan 2 procent energiereductie per jaar worden behaald. De uitvoering geschiedt grotendeels in combinatie met het jaarlijks uit te voeren onderhoud aan de infrastructuur van Defensie.
De uitvoering van de maatregelen die voortvloeien uit deze adviezen zal een aanmerkelijke besparing van het energieverbruik van het vastgoed opleveren. De verwachting is dat het energieverbruik van het vastgoed met 11 procent kan worden gereduceerd. De benodigde financiering voor het uitvoeren van de maatregelen is € 64,4 miljoen. Vanwege de bezuinigingen op Defensie is de realisatie iets versneld waarmee eerder besparingen worden gehaald in de exploitatie. Met ingang van 2012 is de jaarlijkse kasgeldreservering verhoogd van € 3,7 miljoen naar € 8,7 miljoen per jaar.
Project-omschrijving | Ten behoeve van | Project-volume | Verwachte uitgaven t/m 2011 | Verwachte uitgaven in 2012 | Fasering tot |
---|---|---|---|---|---|
Nieuwbouw DLBE CKmar | CKmar | 25–50 | 2015–2017 | ||
Herbelegging Frederikkazerne | BS/CDC/DMO | <25 |
Project District Landelijke en Buitenlandse Eenheden CKmar (DLBE CKmar)
Het project DLBE CKmar is verschoven naar 2015 en verder zodat prioriteit kan worden gegeven aan andere projecten, zoals het project «Aanpassen en uitbreiden infrastructuur van de Brigade Speciale Beveiliging (BSB) Camp New Amsterdam».
Herbelegging Frederikkazerne
Door het herbeleggingsplan Haagse regio evenals de ontruiming van de Alexanderkazerne voor de komst van het Internationale Strafhof, dient de Frederikkazerne te worden herbelegd ten behoeve van functies afkomstig van de Alexanderkazerne en vanuit de Haagse regio. Ook dit project zal ten aanzien van de inhoud en planning nader worden bezien vanwege de bezuinigingen en de uitwerking van het Herbeleggingsplan Vastgoed Defensie.
Investeringen Informatievoorziening (IV)
Project-omschrijving | Projectvolume | t/m 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Fasering tot |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ERP/M&F (SPEER) | 268,1 | 237,8 | 16,5 | 12,4 | 1,4 | 2014 | ||
Defensiebrede vervanging C2000 Randapparatuur | 7,6 | 3,6 | 4,0 | 2013 | ||||
DEFCERT fase 1 | 7,5 | 3,8 | 3,7 | 2012 | ||||
EKMS (Cryptosleutelmanagement) | 18,0 | 0,7 | 2,4 | 4,9 | 4,9 | 5,1 | 2015 | |
@migo | 19,0 | 16,4 | 2,6 | 2012 | ||||
Legacy ERP (PALS) | 34,2 | 24,6 | 4,8 | 4,8 | 2013 |
SPEER (ERP/M&F)
SPEER (Strategic Process & ERP Enabled Reengineering) is het defensiebrede programma voor het verbeteren, standaardiseren en integreren van de financiële en materieellogistieke processen. Dit verandertraject wordt ondersteund door de invoering van een Enterprise Resource Planning (ERP) van Systemen, Applicaties en Producten in gegevensverwerking (SAP). ERP is een geïntegreerd informatie- en besturingssysteem voor bedrijfsmatige processen.
Defensiebreed Computer Emergency Response Team (DEFCERT)
Voor de operationele inzetbaarheid doet Defensie steeds vaker een beroep op ICT. Deze operationele ICT wordt steeds geavanceerder doordat defensiebreed wereldwijd wordt samengewerkt. Ondertussen neemt echter ook de kwetsbaarheid van de ICT toe. Misbruik van ICT-systemen wordt steeds professioneler georganiseerd en bovendien eenvoudiger en goedkoper. De oprichting van het DEFCERT heeft als doel deze kwetsbaarheden proactief en reactief te verminderen. DEFCERT onderhoudt relaties met vergelijkbare nationale en internationale organisaties voor de noodzakelijke ondersteuning en kennisuitwisseling. Eind 2012 is DEFCERT naar verwachting gereed.
EKMS (Electronic Key Management System)
Defensie gebruikt voor haar taakuitvoering informatie met een vertrouwelijk of gerubriceerd karakter. Cryptomiddelen voorzien daarbij in de beveiliging. Het aanmaken, registreren en uitgeven van cryptosleutels, codeboeken, crypto hard- en software en documentatie gebeurde tot 2010 grotendeels handmatig en decentraal. Vanaf 2010 zijn cryptoproducenten, waaronder de Navo, de productie van papieren cryptogegevens gaan vervangen door elektronische leveringen. Digitale cryptogegevens dienen op een adequate manier te worden verwerkt, waarbij het beheer geautomatiseerd wordt ondersteund. TNO heeft onlangs vastgesteld dat hiervoor een geautomatiseerd systeem, het zogenaamde Electronic Key Management System (EKMS), het meest adequaat is. De invoering wordt voorzien vanaf 2012.
@MIGO-BORAS (Informatiegestuurd Optreden)
De doelstelling van @MIGO-BORAS is het versterken van de informatiepositie van het CKmar en het effectiever en planmatiger uitvoeren van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV). Dit gebeurt via een camerasysteem dat verschillende voertuigkenmerken kan herkennen. Hierdoor wordt een effectievere bestrijding van illegale immigratie mogelijk. Het nieuwe systeem kan ook (geanonimiseerde) passagegegevens van voertuigen verzamelen teneinde beter inzicht in verkeersstromen en patronen te verkrijgen. Het systeem zal op 1 januari 2012 in gebruik worden genomen.
PALS (Project Aanpassen Legacy SPEER)
PALS is het project dat zorgt voor de koppeling tussen SAP en andere informatiesystemen van Defensie, inclusief de daarvoor benodigde aanpassing van deze systemen. Het betreft zowel permanente koppelingen met systemen die niet worden vervangen door SAP, als tijdelijke koppelingen met systemen die wel worden vervangen. PALS volgt de planning van het programma SPEER. Het budget voor PALS is een voorziening voor de verwerving van externe deskundigheid bij het ontwerp, de bouw, het testen en het in bedrijf stellen van koppelingen tussen legacy-systemen en SAP. Zoals gemeld in de antwoorden op schriftelijke vragen naar aanleiding van de halfjaarlijkse voortgangsrapportage SPEER van 27 juni jl. (31 460, nr. 20) bleek in 2010 dat minder externe deskundigheid nodig was voor het project dan voorzien. Dat is ook voor 2011 het geval. Daarop is besloten tot een verlaging van het PALS-budget.