Personele en materiële uitgaven:
Dit artikel behandelt de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor vak-attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor- en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.
Het ambtelijk personeel betreft de algemene leiding van het departement (inclusief de ministers en de staatssecretaris), de beleidsdirecties, de ondersteunende diensten, het uitgezonden personeel op de ambassades en het lokaal aangenomen personeel op de ambassades. Ook worden in dit artikel de buitenlandvergoedingen aan uitgezonden personeel, overige vergoedingen, diverse overige personele uitgaven en de uitgaven voor het post-actieve personeel verantwoord. De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het gebouw in Den Haag, beveiligingsmaatregelen, automatisering en communicatiemiddelen, klein onderhoud en bouwkundige projecten.
Op de personele en materiële kosten zijn jaarlijks loon-, prijs-, en koersontwikkelingen van toepassing. Deze ontwikkelingen dekt Buitenlandse Zaken af binnen de daarvoor in de HGIS getroffen voorziening (zie artikel 10). Loonkostenstijgingen vloeien vooral voort uit afgesloten CAO’s; de prijsstijgingen waarmee Buitenlandse Zaken te maken heeft passen binnen het kader van algehele (mondiale) inflatie. Daarnaast spelen koersfluctuaties tussen vooral de Euro en de Amerikaanse dollar een belangrijke rol.
Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid
De minister van Financiën heeft de Kamer toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Bij de verdeling van de apparaatsuitgaven hieronder wordt onderscheid gemaakt per thema en tussen de uitgaven voor posten in het buitenland en het kernministerie. Van de totale apparaatskosten van EUR 760 miljoen in 2013 kan ca. EUR 252 miljoen toe worden gerekend aan het kernministerie. Bij de verdeling van deze kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal (consulair en bedrijfsvoering is één directoraat generaal) toe te rekenen. Het restant (EUR 508 miljoen) zijn uitgaven die toegerekend kunnen worden aan het postennetwerk. Omdat in 2010 een inventarisatie heeft plaatsgevonden over de thematische invulling van de personele inzet op de post is het mogelijk een schatting te maken van de kosten van het postennetwerk op een aantal terreinen. Deze categorieën zijn: economie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer. In onderstaand overzichten is schematisch de verdeling opgenomen.
Verdeling apparaatskosten posten EURO 508 miljoen
Verdeling apparaatskosten kernministerie EURO 252 miljoen
Uitwerking regeerakkoord en begrotingsakkoord
Bovenop de oplopend tot 2015 EUR 74 miljoen besparing op personele en materiele kosten dient Buitenlandse Zaken op het apparaat vanaf 2013 additioneel EUR 5,5 miljoen te besparen (deel BZ-apparaat Lente-akkoord). Met de oploop van de bezuinigingen uit het Regeerakkoord in 2016 (EUR 3 miljoen), betekent dat de bezuinigingen op personele en materiele kosten in 2016 oplopen tot EUR 82,5 miljoen. Dekking voor de additionele besparingen is vooral via digitalisering in het algemeen (de overstap naar centraal beheer van de digitale stukkenstroom en archieven levert een additionele structurele besparing op) en extra besparing via regionalisering van administratieve en consulaire processen in het postennet.
Budgettaire gevolgen:
Bedragen in EUR 1 000 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 695 730 | 708 316 | 692 706 | 667 277 | 647 422 | 679 536 | 675 529 | |
Uitgaven | 695 617 | 743 784 | 759 974 | 718 965 | 722 461 | 678 456 | 674 436 | |
11.1.1 | Personeel | 448 421 | 429 663 | 425 918 | 408 161 | 406 955 | ||
Eigen personeel | 441 000 | 422 645 | 418 909 | 401 152 | 399 946 | |||
Inhuur extern | 7 421 | 7 018 | 7 009 | 7 009 | 7 009 | |||
11.1.2 | Materieel | 311 553 | 289 302 | 296 543 | 270 295 | 267 481 | ||
waarvan ICT | 32 100 | 28 400 | 26 300 | 25 400 | 25 400 | |||
waarvan bijdragen aan SSO's | 29 600 | 29 100 | 29 100 | 29 100 | 29 100 | |||
11.2 | Koersverschillen | pm | pm | pm | pm | pm | ||
Ontvangsten | 152 939 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | |
11.10 | Diverse ontvangsten | 64 193 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | 58 626 | 58 626 |
11.20 | Koersverschillen | 88 746 | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|
Personeel | |||||
Loonkosten departement | |||||
Gemiddelde bezetting | 1 580 | 1 550 | 1 528 | 1 528 | 1 528 |
Gemiddelde prijs | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 | 80 000 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1 000) | 126 371 | 123 993 | 122 241 | 122 233 | 122 233 |
Loonkosten posten (incl. themadeskundigen) | |||||
Gemiddelde bezetting | 1 073 | 1 031 | 985 | 985 | 985 |
Gemiddelde prijs | 99 000 | 99 000 | 99 000 | 99 000 | 99 000 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1 000) | 106 196 | 102 087 | 97 539 | 97 539 | 97 539 |
Totaal loonkosten ambt. Personeel (A) | |||||
Gemiddelde bezetting | 2 652 | 2 581 | 2 513 | 2 513 | 2 513 |
Gemiddelde prijs | 87 684 | 87 591 | 87 448 | 87 449 | 87 449 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1 000) | 232 567 | 226 080 | 219 780 | 219 772 | 219 772 |
Vergoedingen (B) | |||||
Gemiddelde bezetting | 1 073 | 1 031 | 985 | 985 | 985 |
Gemiddelde kosten | 69 882 | 68 913 | 68 554 | 68 554 | 68 554 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1 000) | 74 962 | 71 062 | 67 542 | 67 542 | 67 542 |
Lokaal personeel (C) | |||||
Gemiddelde bezetting | 2 280 | 2 272 | 2 197 | 2 197 | 2 197 |
Gemiddelde prijs | 41 000 | 40 000 | 40 000 | 40 000 | 40 000 |
Toegelicht begrotingsbedrag (x EUR 1 000) | 93 470 | 90 893 | 87 893 | 87 893 | 87 893 |
Overige personeelsuitgaven | 47 422 | 41 628 | 50 703 | 32 954 | 31 748 |
Totaal personeel (A–D) | 448 421 | 429 663 | 425 918 | 408 161 | 406 955 |
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten Buitenlandse Zaken
Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor één Baten-lastendienst, het CBI. In de onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven voor het kerndepartement en de apparaatskosten van de baten-lastendienst bij elkaar gevoegd. In de baten-lastenparagraaf worden de kosten van het CBI nader toegelicht. Het merendeel van de kosten zijn bedoeld voor programma uitgaven.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement (uitgaven) | 695 617 | 743 901 | 754 404 | 714 445 | 718 091 | 674 086 | 670 066 |
Baten-lastendienst CBI (kosten) | 18 156 | 36 168 | 31 542 | 28 085 | 28 652 | 26 154 | 25 178 |