A. Algemene doelstelling
Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Financiën heeft de rol van regisseur van de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. De Minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder de uitvoerder van de faciliteit verzekeringen mag afgeven. Sinds de stelselwijziging die op 1 januari 2010 in werking is getreden, treedt de Staat op als verzekeraar en voert Atradius Dutch State Business N.V. de EKV-faciliteit uit, op naam en voor rekening en risico van de Staat. De Minister van Financiën is budgetverantwoordelijk. De Minister van Financiën is, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, beleidsverantwoordelijk voor het verstrekken van de verzekeringen.
Op basis van de Kaderwet Financiële Verstrekkingen Financiën biedt de Nederlandse Staat, ter aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten beschikbaar binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen (de EKV-faciliteit) kunnen Nederlandse bedrijven meer grote en op (middel)lange termijn gefinancierde exportorders verwerven, hetgeen een positief effect heeft op de werkgelegenheid.
De randvoorwaarden voor het aangaan van verzekeringen kunnen ieder moment worden aangepast zodat onverantwoord grote risico’s worden vermeden. Het risicoprofiel van de bestaande EKV-portefeuille en van nieuwe aanvragen wordt daarom nauwlettend gevolgd door het Ministerie van Financiën door middel van een Risk Management Framework.
Om zo veel mogelijk te voorkomen dat de Staat risico’s in verzekering neemt die door de markt kunnen worden gedekt, is de «risicodracht» opgezet. In de risicodracht staat vermeld op welke risico’s (landen, looptijd en omvang) de Staat potentieel dekking aanbiedt. Voor de overige risico’s gaat de Staat er in principe vanuit dat deze door de markt zelf in dekking kunnen worden genomen. De risicodracht wordt periodiek aangepast na overleg met de uitvoerder van de faciliteit of indien reacties van marktpartijen hiertoe aanleiding geven.
De Minister heeft een stimulerende rol ten aanzien van het bevorderen van een gelijkwaardig speelveld op het gebied van de exportondersteunende maatregelen. Om Nederlandse exporteurs en hun financiers internationaal onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren, wordt door Nederland in internationaal verband overlegd over de exportondersteunende maatregelen. Zo worden in OESO- en EU-verband afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals minimum premies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden, maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoord leenbeleid. De OESO voert een actieve dialoog met de opkomende economieën die geen deel uitmaken van de OESO om mogelijke verstoringen van het speelveld zoveel mogelijk te beperken.
C. Beleidswijzigingen
Om ervoor te zorgen dat de exportkredietverzekeringsfaciliteit aansluit bij de huidige marktbehoefte is er periodiek contact met exporteurs. De laatste tijd geven de exporteurs regelmatig aan dat de financieringsmogelijkheden bij marktpartijen sterk teruglopen en dat verschillende overheden hier maatregelen tegen treffen. Op basis van de internationale vergelijking, zoals uitgevoerd binnen het benchmarkonderzoek over 2012, blijkt inderdaad dat er internationaal steeds meer wordt gedaan op het gebied van (her)financieren van exporttransacties. In Nederland gebeurt dit niet. Om er voor te zorgen dat Nederlandse exporterende bedrijven niet op een achterstand komen te staan ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten wordt in 2014 meer dan voorheen ingezet op het beschikbaar houden van voldoende financiering tegen een scherpe prijs. Om dit te bereiken, zonder dat de Staat onnodig op de stoel van de marktpartijen gaat zitten, wordt er in samenwerking met banken en de exportsector bekeken in welke mate exportfinanciering verder ontwikkeld kan worden. Hierbij kan worden gedacht aan een herfinancieringsfaciliteit.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2.934.821 | 10.616.386 | 10.616.386 | 10.616.386 | 10.616.386 | 10.616.386 | 10.616.386 |
waarvan garantieverplichtingen: | 2.922.409 | 10.603.780 | 10.603.780 | 10.603.780 | 10.603.780 | 10.603.780 | 10.603.780 |
Reguliere EKV | 2.942.882 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 |
Investeringsverzekeringen | – 20.473 | 453.780 | 453.780 | 453.780 | 453.780 | 453.780 | 453.780 |
MIGA | 150.000 | 150.000 | 150.000 | 150.000 | 150.000 | 150.000 | |
Uitgaven | 70.109 | 113.106 | 110.006 | 118.006 | 118.006 | 118.006 | 118.006 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
Exportkredietverzekering | |||||||
Schade-uitkering EKV | 57.697 | 100.000 | 96.900 | 104.900 | 104.900 | 104.900 | 104.900 |
Schade-uitkering investeringsverzekeringen | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
Schade-uitkering MIGA | |||||||
Schade-uitkering Omzetpolissen | |||||||
Uitgaven Seno-Gom | 286 | ||||||
Opdrachten | |||||||
Kostenvergoeding Atradius DSB | 12.126 | 12.606 | 12.606 | 12.606 | 12.606 | 12.606 | 12.606 |
Ontvangsten | 350.432 | 143.550 | 99.500 | 83.750 | 82.250 | 82.250 | 69.750 |
Premies EKV | 43.629 | 55.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Premies investeringsverzekeringen | 537 | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 1.250 |
Premies omzetpolissen | 15 | ||||||
Schaderestituties EKV | 97.911 | 52.300 | 28.000 | 28.000 | 28.000 | 28.000 | 28.000 |
Schaderestituties Seno-Gom | 185 | ||||||
Ontvangsten Seno-Gom | 207.655 | 34.500 | 29.750 | 14.000 | 12.500 | 12.500 | 0 |
Overige ontvangsten | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
D2. Budgetflexibiliteit
Exportkredietverzekering
Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van door exporteurs en exportfinanciers (banken) afgesloten exportkredietverzekeringen indien de verzekerde risico’s zich materialiseren en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan. De openstaande garantieverplichting was ultimo 2012 € 17,4 mrd.
Opdrachten
Dit budget is juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met Atradius DSB. Deze overeenkomst loopt door tot en met 2014.
E. Toelichting op de instrumenten
Exportkredietverzekering
Voor de exportkredietverzekering is in de begroting een bedrag van € 10 mld. opgenomen als plafond voor hoeveel de Staat jaarlijks als saldo van nieuwe verplichtingen kan aangaan.
Via de exportkredietverzekeringen worden Nederlandse exporteurs en hun financiers gedekt tegen het politieke en commerciële risico dat zij lopen bij middellange en langlopende exportcontracten naar landen met een (ver)hoog(d) risico en/of buitenlandse afnemers met een relatief hoog risicoprofiel. Dit instrument vergroot dus de mogelijkheden voor Nederlandse export.
Voor zowel de inkomsten als de schade-uitkeringen, behorende bij dit instrument, geldt dat deze worden beïnvloed door externe factoren, zoals de vraag naar exportkredietverzekeringen door exporteurs en het betaalgedrag van debiteuren in derde landen.
Tevens kan de Staat jaarlijks voor maximaal € 453 mln. aan verplichtingen aangaan voor nieuwe investeringsverzekeringen. Via deze verzekeringen worden Nederlandse bedrijven die langdurig investeren gedekt tegen het politieke risico dat zij lopen in het land. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van het totaal door de Staat verzekerde bedrag in de afgelopen jaren: het totale uitstaande obligo. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen definitieve verzekeringen (polissen) en voorlopige verzekeringen (dekkingstoezeggingen).
Opdracht
Atradius Dutch State Business (ADSB) is de uitvoerder van de EKV-faciliteit. ADSB geeft in naam en voor rekening van de Staat der Nederlanden exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen af. Voor de uitvoering en het beheer van de portefeuille ontvangt ADSB jaarlijks een vergoeding.
Meetbare gegevens
Binnen de EKV-faciliteit worden twee kengetallen gebruikt om inzicht te krijgen in hoeverre de doelstelling wordt behaald. Beide kengetallen, de benchmark en BERB, bieden informatie over het gelijkwaardige speelveld. Er wordt gestreefd naar een best of class notering (A rating) binnen de jaarlijkse benchmark op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden. De benchmark is een vergelijkend onderzoek tussen de Nederlandse faciliteit en faciliteiten in een aantal voor de concurrentie relevante landen. Een best of class resultaat betekent dat de Nederlandse faciliteiten aansluiten bij de landen die het beste scoren op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden.
Internationaal is afgesproken dat EKV-faciliteiten over een langere periode kostendekkend moeten zijn, om concurrentieverstoring te voorkomen. Dat betekent dat op lange termijn de premie-inkomsten voldoende moeten zijn om de uitvoeringskosten en de netto schade-uitkeringen (inclusief de recuperaties) te dekken. De kostendekkendheid van de Nederlandse faciliteit wordt gemeten door het model voor Bedrijfseconomische Resultaatbepaling (BERB). Daaruit blijkt dat de Nederlandse EKV-faciliteit over de periode 1999 t/m 2012 een positief resultaat van € 226 mln. heeft geboekt. Gegeven de voorwaarde dat het resultaat minimaal nul moet zijn, is er hoewel er in een individueel jaar een negatieve uitschieter kan zijn, op de lange termijn een grotere kans op een licht positief resultaat. De omvang van het huidige cumulatieve positieve resultaat is, gegeven de verplichtingen over diezelfde periode, dusdanig beperkt dat dit geen aanleiding is om het huidige acceptatiebeleid aan te passen.
Kengetallen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|
BERB | > 0 mln | > 0 mln | > 0 mln | > 0 mln | > 0 mln |
Benchmark | A | A | A | A | A |