Base description which applies to whole site

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Het afgeven van verzekeringen en garanties ter dekking van risico’s die zijn verbonden aan het handels- en dienstenverkeer van ondernemers met landen buiten Nederland en investeringen in het buitenland die zonder deze verzekeringen en garanties niet tot stand zouden zijn gekomen, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit).

De minister van Financiën heeft de rol van regisseur bij de uitvoering van de ekv-faciliteit. De Nederlandse Staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business N.V. (ADSB30) voert de ekv-faciliteit uit, in naam van en voor rekening en risico van de Staat. De minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder ADSB verzekeringen mag afgeven. De minister van Financiën is budgetverantwoordelijk en is samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp verantwoordelijk voor het beleid op gebied van de ekv. Beide ministers stimuleren een gelijkwaardig speelveld op het gebied van de ekv-faciliteit.

Op basis van de ‘Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën’ biedt de Nederlandse Staat, in aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers risico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen kunnen Nederlandse bedrijven meer orders binnenhalen die in het bijzonder op (middel)lange termijn gefinancierd worden.

De ekv-faciliteit van de Nederlandse Staat is aanvullend aan de markt. Dit betekent dat exporteurs kans kunnen maken op de ekv-faciliteit als commerciële verzekering niet beschikbaar is. Zo kan het handels- en dienstenverkeer, ook met politiek en economisch ingewikkelde landen, toch doorgaan. Er is duidelijk vastgelegd welke risico’s (looptijd, omvang en landen) verzekerd kunnen worden op de private markt en dus voor welke risico’s de Nederlandse Staat aanvullende zekerheid kan bieden. Daarnaast stelt de minister van Financiën voor alle verzekeringsproducten een risicokader vast. Hierin staan de randvoorwaarden voor het afgeven van een verzekering, waarmee de Staat vaststelt welke risico’s als verantwoord worden beschouwd.

Net als Nederland hebben veel andere landen ook een ekv-faciliteit. Nederland zet zich internationaal in om afspraken te maken over exportondersteuning en om Nederlandse exporteurs en hun financiers onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren. Deze afspraken tussen verschillende OESO-landen zijn vastgelegd in de ‘Arrangement on Officially Supported Export Credits31’ en waarborgen een internationaal gelijk speelveld. Zo zijn er afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over de kostendekkendheid van de steun, minimumpremies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden en verantwoord leenbeleid. Voor ekv-producten die niet onder de Arrangement vallen is het Europese staatsteunkader van toepassing.32

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo), compliance en anti-omkoping hebben internationaal, maar ook nationaal de aandacht. Er is continu aandacht voor een gedegen uitvoering van het beleid voor mvo, compliance en anti-omkoping binnen de ekv-aanvragen. Het Nederlandse beleid voor de toetsing van ekv-aanvragen op de milieu- en sociale-effecten, dat in een aantal opzichten strenger is dan de internationale richtlijnen op dit gebied, is vastgelegd in het zogeheten Beleidsdocument mvo33. ADSB publiceert jaarlijks een duurzaamheidsverslag waarin de inspanningen en resultaten worden beschreven.

De beleidsmatige inzet bij de ekv is verder gericht op activiteiten die een positieve bijdrage leveren aan de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs en bedrijven ondersteunen in de energietransitie. Dit is in lijn met de verklaring die Nederland ondertekende tijdens de COP26-klimaatconferentie in Glasgow voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie (‘de COP26-verklaring’). Per 1 januari 2023 is het COP26-beleid voor de ekv effectief. Daarmee is ekv-steun aan fossiele projecten per 2023 reeds beëindigd, behoudens beperkte en duidelijk gedefinieerde uitzonderingen die in lijn zijn met de 1,5°C doelstelling.

Meetbare gegevens

Voor de ekv-faciliteit worden vier indicatoren gehanteerd om inzicht te krijgen in hoeverre de doelstelling wordt behaald.

Directe en indirecte bijdrage aan het Nederlandse bbp

Deze indicator geeft inzicht in de directe en indirecte bijdrage van de ekv-faciliteit aan het Nederlandse bbp op basis van berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hiervoor wordt aangesloten bij de wijze waarop de doeltreffendheid van de faciliteit is onderzocht in de beleidsdoorlichtingen van 2016 en 2021. De streefwaarde is gebaseerd op historische realisaties.

Bedrijfseconomische resultaatbepaling (BerB)

Het BerB-resultaat geeft aan in welke mate de ekv-faciliteit voldoet aan de internationale afspraak om minimaal kostendekkend te zijn. Deze afspraak is gemaakt om te voorkomen dat er concurrentieverstoring kan plaatsvinden. De BerB brengt in kaart in welke mate de inkomsten (premies en recuperaties) op de lange termijn de uitgaven (schades en uitvoeringskosten) dekken. Een positieve uitkomst duidt erop dat de faciliteit cumulatief gezien sinds 1999 kostendekkend is gebleken met inachtneming van nog te verwachten schades over de uitstaande risico’s. De BerB kent 1999 als startdatum omdat toen nieuwe internationale afspraken over kostendekkende minimumpremies van kracht werden.

Groene transacties

De beleidsmatige inzet voor groen bij de exportkredietverzekering is erop gericht bedrijven te ondersteunen bij de energietransitie en het aandeel in de portefeuille van transacties die een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te laten groeien.

In 2019 is een meetmethodiek ontwikkeld om te kunnen inventariseren welke transacties als groen gekwalificeerd kunnen worden(groenlabel). Deze meetmethodiek is gebaseerd op de richtlijnen van de International Finance Corporation (onderdeel van de Wereldbankgroep). Vanaf 2020 worden alle transacties geclassificeerd en worden de uitkomsten gebruikt om te rapporteren over het aantal groene transacties in de portefeuille. De doelstelling voor 2024 is het verhogen van het aantal groene transacties met 10% ten opzichte van 2023. De doelstelling voor 2025 wordt eind 2024 jaar vastgesteld. Er zijn verschillende maatregelen getroffen om groene export te stimuleren. Zo komen groene exporttransacties in aanmerking voor gunstige voorwaarden onder de ekv en daarnaast is er een nieuw instrument ontwikkeld genaamd ‘de groendekking’. De groendekking focust zich specifiek op de ontwikkeling van groene exporttransacties. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat de ekv een vraaggestuurd instrument is, waardoor de doelstelling afhankelijk blijft van het aanbod van projecten en export.

MKB transacties

De ekv wordt ook ingezet ter ondersteuning van het Nederlandse mkb. De ekv beschikt onder meer over liquiditeitsverruimende producten waar met name het Nederlandse mkb gebruik van maakt. De doelstelling voor 2024 is het verhogen van het aantal mkb transacties met 10% ten opzichte van 2023. De doelstelling voor 2025 wordt eind 2024 jaar vastgesteld.

Tabel 38 Indicatoren
 

2020

2021

2022

2023

Streefwaarde 2024 & 2025

Bijdrage bbp in %

0,07%

0,06%

0,06%

n.t.b.

>0,05%

Berb

€582 mln.

€667 mln.

€504 mln.

€285 mln.

> €0

Absoluut aantal nieuw aangegane totaal aan groene dekkingstoezeggingen en directe polissen

7

24

48

58

10% meer dan het voorgaande jaar

Absoluut aantal nieuw aangegane totaal aan mkb transacties

n.v.t.1

35

49

60

10% meer dan het voorgaande jaar

1

De cijfers van de mkb transacties zijn pas bijgehouden vanaf 2021.

Aanbevelingen beleidsdoorlichting ekv

In 2023 is de beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 5 over de periode 2016 t/m 2021 afgerond. Het rapport concludeert dat het aannemelijk is dat de ekv grotendeels doeltreffend en doelmatig is. Ook kent het rapport een aantal aanbevelingen. De belangrijkste aanbevelingen betreffen het evalueren van het mandaat van de ekv, het blijven inzetten op een gelijkwaardig internationaal speelveld, het periodiek evalueren van het mvo en anti-omkopingsbeleid en het verdiepen van de kennis over de aanvullendheid van de ekv aan de private markt. In de kabinetsreactie bij de beleidsdoorlichting is aangegeven hoe verder invulling wordt gegeven aan deze aanbevelingen. Eind 2024 zal gerapporteerd worden over de voortgang hiervan.

Verbeteren internationaal speelveld

Het ministerie zal ook in 2025 in internationaal verband bijdragen aan een internationaal gelijkwaardig speelveld, waaronder een Europese Unie (EU) strategie voor exportkredieten en verdere afspraken op het gebied van klimaat, mvo en compliance. Nederland zal zich inzetten om de internationale afspraken voor de ekv (het Arrangement on Officially Supported Export Credits) aan te scherpen en in lijn te brengen met de COP26-verklaring, het klimaatakkoord van Parijs en een 1,5-graad opwarmingslimiet. De EU heeft hiertoe een voorstel ingediend om steun aan de fossiele energiesector behoudens uitzonderingen in lijn met 1,5 graden uit te sluiten.

Tabel 39 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

3.821.773

10.090.394

10.086.158

10.086.170

10.086.811

10.086.811

10.086.811

        

Uitgaven

254.545

167.394

148.158

148.170

148.811

148.811

148.811

        

Opdrachten

22.639

20.386

19.386

19.386

20.017

20.017

20.017

Kostenvergoeding Atradius DSB

20.167

19.283

19.283

19.283

19.914

19.914

19.914

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

2.312

1.000

0

0

0

0

0

Overige uitgaven

160

103

103

103

103

103

103

        

Garanties

102.952

73.000

57.000

57.000

57.000

57.000

57.000

Schade-uitkering EKV

102.368

72.000

57.000

57.000

57.000

57.000

57.000

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

585

1.000

0

0

0

0

0

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

128.954

74.008

71.772

71.784

71.794

71.794

71.794

Mutatie begrotingsreserve EKV

128.954

74.008

71.772

71.784

71.794

71.794

71.794

        

Ontvangsten

130.264

148.457

131.458

124.475

123.489

120.489

105.589

        

Garanties

107.012

124.174

107.175

100.192

98.575

95.575

80.675

Premies EKV

68.954

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

70.244

Premies herverzekering leverancierskredieten

68

0

0

0

0

0

0

Schaderestituties EKV (oude methodiek)

37.908

0

0

0

0

0

0

Schaderestituties EKV voor 1999

0

28.834

26.743

19.681

18.000

15.000

100

Schaderestituties EKV vanaf 1999 tot 2019

0

3.764

1.528

1.540

1.550

1.550

1.550

Schaderestituties EKV na 2019

0

21.332

8.660

8.727

8.781

8.781

8.781

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

82

0

0

0

0

0

0

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

23.251

24.283

24.283

24.283

24.914

24.914

24.914

Mutatie begrotingsreserve EKV

23.251

24.283

24.283

24.283

24.914

24.914

24.914

Tabel 40 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

3.821.773

10.090.394

10.086.158

10.086.170

10.086.811

10.086.811

10.086.811

waarvan garantieverplichtingen

3.688.868

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

Herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

0

0

0

0

Exportkredietverzekeringen

3.688.868

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

waarvan: aangegane garantieverplichtingen

3.688.868

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

9.995.000

waarvan: vervallen garantieverplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen

132.905

95.394

91.158

91.170

91.811

91.811

91.811

Kostenvergoeding Atradius DSB

20.167

19.283

19.283

19.283

19.914

19.914

19.914

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

7.166

1.000

0

0

0

0

0

Storting begrotingsreserve EKV

128.954

74.008

71.772

71.784

71.794

71.794

71.794

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

‒ 23.565

1.000

0

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

183

103

103

103

103

103

103

Tabel 41 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Budgetflexibiliteit

Opdrachten

Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met ADSB.

Garanties

Deze uitgaven zijn 100% juridisch verplicht, aangezien deze voortvloeien uit afgesloten exportkredietverzekeringen. Indien de verzekerde risico’s zich materialiseren en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan, moet de Staat als verzekeraar tot uitkering overgaan.

Verplichtingen en uitgaven

Opdrachten

ADSB is de uitvoerder van de ekv-faciliteit. ADSB ontvangt voor de werkzaamheden in het kader van de ekv-faciliteit jaarlijks een vergoeding op basis van een vergoedingsovereenkomst.

Garanties

Schade-uitkering Exportkredietverzekeringen (ekv)

Voor de ekv-faciliteit is in de begroting een garantieplafond van € 10 mld. opgenomen. Dit is het bedrag dat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan worden aangegaan. Alle schade-uitkeringen, premies en restituties op dit artikel komen voort uit deze garantie.

De ekv heeft zowel definitieve als voorlopige juridische verplichtingen in de portefeuille. Indien het voor een exporteur nog onzeker is of de opdracht wordt gegund, maar er voor een offerte wel al financiering geregeld moet zijn, kan een dekkingstoezegging worden afgegeven. Dit is nog geen polis, maar de dekkingstoezegging zal bij daadwerkelijke gunning van een opdracht worden omgezet naar een polis. Gemiddeld wordt ongeveer de helft van de dekkingstoezeggingen uiteindelijk een polis. Als er duidelijke aanwijzingen zijn dat het risico sterk is verslechterd, is de Staat niet verplicht om een dekkingstoezegging in een polis om te zetten. Schade kan uitsluitend onder een polis worden uitgekeerd. Wanneer zich onder een ekv-polis schade voordoet, zal de Staat bij schade-uitkering doorgaans het betalingsschema van de debiteur volgen. Dit betekent dat het bedrag niet in een keer wordt uitgekeerd, maar gespreid over de resterende looptijd van de verzekering (doorgaans twee betalingen per jaar).

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Naar aanleiding van het garantiekader voor risicoregelingen wordt voor de ekv een risicovoorziening opgebouwd. De risicovoorziening fungeert als een buffer om tegenvallers, zoals een grote schade, op te vangen; ontvangsten en uitgaven kunnen bij de ekv sterk over de tijd verspreid zijn. De raming van de storting in de begrotingsreserve van de ekv is gelijk aan de raming van de premieontvangsten plus de raming van de schaderestituties van zaken waar tussen 1999 en 2019 schade op is uitgekeerd. De begrotingsreserve muteert eens per jaar op 31 december. De stand van de reserve was ultimo 2023 € 691,6 mln.

Tabel 42 Overzicht geraamd verloop begrotingsreserve ekv (bedragen x € 1.000)

Stand per 1/1/2024

Onttrekkingen 2024

Toevoegingen 2024

Stand per 1/1/2025

Onttrekkingen 2025

Toevoegingen 2025

Stand per 31/12/2025

691,6

24,3

74,0

741,3

24,3

71,8

788,8

Ontvangsten

Garanties

De ontvangsten bestaan uit premies en schaderestituties. De omvang van deze posten wordt beïnvloed door de hoeveelheid afgegeven exportkredietverzekeringen en ontwikkelingen in de kredietwaardigheid van buitenlandse debiteuren.

Als een ekv-polis wordt afgegeven, is de verzekerde premie verschuldigd. De premie wordt berekend op basis van internationaal afgesproken systematiek uit de Arrangement. De in Arrangement-verband overeengekomen minimumpremies zijn van belang voor het voorkomen van concurrentieverstoring. De premies dienen het onderliggende risico te reflecteren en bij te dragen aan de kostendekkendheid van de faciliteit.

Schaderestituties op de ekv kunnen uiteraard alleen ontstaan indien eerst uitgaven zijn gedaan in de vorm van schade-uitkeringen. In het kader van een aangescherpt ramingssystematiek zijn schaderestituties opgesplitst in drie tijdslijnen, namelijk vóór 1999, vanaf 1999 tót 2019 en ná 2019. Schaderestituties vóór 1999 hebben invloed op de Financiën begroting. Schaderestituties vanaf 1999 tót 2019 voeden de begrotingsreserve. Schaderestituties ná 2019 verlopen via de staatsschuld. De Club van Parijs is een belangrijk platform waar crediteurlanden informatie delen over betalingsachterstanden van overheden of overheidsbedrijven op publiek gedekte exportkredieten en bilaterale leningen. Deze coördinatie tussen landen verhoogt de schaderestituties van een publieke exportverzekeraar.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

De onttrekking aan de begrotingsreserve bestaat uit uitgaven aan definitieve schades op afgesloten polissen en de uitvoeringskosten van ADSB. Een onttrekking aan de begrotingsreserve is een ontvangst voor de Financiënbegroting.

32

De Arrangement of the Offically Suported Export Credits. Voor EU-lidstaten is de Arrangement bindend.

33

Kamerstukken II 2017-2018, 26 485, nr. 255

Licence