Base description which applies to whole site

Niet-beleidsartikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Algemene Doelstelling

Op dit artikel staan alle personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu met uitzondering van de agentschappen Inspectie Leefomgeving en Transport, Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, Nederlandse Emissieautoriteit en Rijkswaterstaat. Het omvat de verplichtingen en uitgaven voor ambtelijk personeel, inhuur externen en materieel voor het kerndepartement.

Budgettaire gevolgen van beleid

art. 98 Apparaatsuitgaven kerndepartement (bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

325.007

332.456

317.847

287.290

284.877

281.184

281.662

Uitgaven:

326.186

341.205

321.827

290.304

285.210

281.397

281.875

98.01

Personele uitgaven

218.813

237.469

218.900

205.830

200.119

195.974

195.970

 

– waarvan eigen personeel

197.627

203.761

192.144

185.712

182.319

178.173

178.169

 

– waarvan externe inhuur

12.071

24.454

17.418

10.229

8.023

8.023

8.023

 

– waarvan overige personele uitgaven

9.115

9.254

9.338

9.889

9.777

9.778

9.778

98.02

Materiële uitgaven

107.373

103.736

102.927

84.474

85.091

85.423

85.905

 

– waarvan ICT

25.542

25.534

19.845

19.751

19.773

19.797

19.998

 

– waarvan bijdrage aan SSO's

59.460

52.361

54.937

40.607

40.568

40.333

40.133

 

– waarvan overige materiële uitgaven

22.371

25.841

28.145

24.116

24.750

25.293

25.774

Ontvangsten

37.258

17.891

3.530

3.530

3.530

3.530

3.530

Personele uitgaven

Dit betreft alle uitgaven van het eigen personeel, de externe inhuur en postactieven voor het kerndepartement.

Eigen personeel

Onder uitgaven eigen personeel vallen de loonkosten en de uitgaven voor de personele exploitatie.

  • Onder loonkosten wordt verstaan alle uit de rechtspositiebepalingen en aanverwante (wettelijke) regelingen voortvloeiende uitgaven aan en ten behoeve van de werknemers, zoals salaris, vakantie- en eindejaarsuitkering, vergoedingen voor inbesteding van personeel, toelagen, toeslagen en vergoedingen, gratificaties, onkostenvergoedingen waaronder woon-werkverkeer (ook collectieve inkoop openbaar vervoerskaarten), sociale lasten en de bijdrage aan de zorgverzekeringswet, pensioenpremies en de eindheffing loonbelasting.

  • Onder personele exploitatie worden andere personele uitgaven verstaan zoals verhuiskosten, hotels in het kader van dienstreizen, werving en selectie, keuringen, assesments, outplacement, loopbaanbegeleiding en re-integratie, arbeidsgezondheidskundige begeleiding, werkplekaanpassing, uitbesteding arbo-dienstverlening, bedrijfshulpverlening, representatie voor eigen personeel, opleiding, coaching, training, bezoek van symposia en congressen, personeelsevenementen, bijeenkomsten en recepties, noodzakelijke contributies van personeel, uitgaven sociaal flankerend beleid en dergelijke.

Externe inhuur

Dit betreft de uitgaven voor externe inhuur.

Overige personele uitgaven

De overige personele uitgaven betreft de uitgaven aan postactieven. Onder postactieven wordt verstaan uitgaven aan en ten behoeve van voormalig personeel, voor zover niet ten laste komend van derden (pensioen- of uitkeringsfonds) zoals Functioneel leeftijdsontslag (FLO), werkloosheidsuitkeringen, wachtgelden en de daarmee samenhangende uitvoeringskosten van derden.

Materiële uitgaven

Dit betreft materieeluitgaven van het kerndepartement waarvoor geldt dat deze betrekking hebben op uitgaven die bedoeld zijn voor activiteiten ter ondersteuning van het primaire proces.

ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven zoals onderhoud en licenties. De bijdrage aan de Shared Service Organisaties betreft onder andere P-Direkt (Salarisbedrijf van het Rijk), FM Haaglanden en de Rijksvastgoedbedrijf.

Apparaatsuitgaven per dienstonderdeel van de Bestuurskern (bedragen x € 1 000)

Totaal apparaat Bestuurskern

321.827

   

Directoraat-Generaal Bereikbaarheid

47.507

Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal

35.656

Directoraat-Generaal Ruimte en Water

25.792

Beleids- en Bestuursondersteuning

37.494

Financiën en Bedrijfsvoering

136.443

– waarvan IenM-brede apparaatsuitgaven

93.054

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

16.725

Planbureau voor de Leefomgeving

22.210

Deze tabel splitst de apparaatsuitgaven van het kerndepartement per integratieonderdeel uit voor het jaar 2017.

Extracomptabele verwijzingen

Apparaatsuitgaven Staf Deltacommissaris (bedragen x € 1 000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Totaal apparaatsuitgaven Staf Deltacommissaris

1.502

2.038

1.813

1.762

1.762

1.762

1.762

De apparaatuitgaven van de Staf Deltacommissaris worden in lijn met de Waterwet op het Deltafonds begroot en verantwoord (zie artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven van het Deltafonds).

Apparaatsuitgaven agentschappen (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Totaal apparaatsuitgaven agentschappen

1.190.676

1.211.331

1.187.588

1.169.984

1.155.543

1.154.596

1.138.164

RWS

1.001.817

1.010.701

997.445

983.843

968.700

967.212

950.308

ILT

141.572

150.921

143.541

139.478

140.307

140.806

141.269

KNMI

40.202

42.320

40.009

39.994

39.860

39.860

39.869

NEA

7.085

7.389

6.593

6.669

6.676

6.718

6.718

Vier agentschappen vallen onder IenM: Rijkswaterstaat (RWS), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Bovenstaand zijn de begrote apparaatsuitgaven van deze agentschappen opgenomen. IenM draagt hier deels aan bij. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de agentschapsparagrafen.

Apparaatsuitgaven ZBO's en RWT's (bedragen x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Totaal apparaatsuitgaven ZBO's en RWT's

652.991

616.227

599.227

590.227

590.227

590.227

590.227

               

ProRail

483.000

446.000

429.000

420.000

420.000

420.000

420.000

Kadaster

165.000

165.000

165.000

165.000

165.000

165.000

165.000

StAB

4.991

5.227

5.227

5.227

5.227

5.227

5.227

IenM verstrekt bijdragen aan drie begrotingsgefinancierde ZBO’s en RWT’s: Prorail, Kadaster en StAB. Voor meer informatie over ZBO’s en RWT’s van IenM zie de bijlage ZBO’s en RWT’s van deze begroting.

Taakstelling Rutte II

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften wordt hieronder aangegeven hoe de taakstelling Rutte II binnen IenM is verdeeld naar de verschillende onderdelen van het ministerie (inclusief agentschappen en ZBO’s). Onderstaande tabel geeft de verdeling weer.

Tabel verdeling taakstelling Rutte II 2016–2018 (bedragen x € 1.000)
   

2016

2017

2018

Structureel

Kerndepartement

– 15.138

– 40.807

– 37.320

– 37.320

Agentschappen

       
 

NEa

– 90

– 180

– 269

– 269

 

KNMI

– 261

– 519

– 777

– 777

 

ILT

– 1.726

– 3.430

– 5.135

– 5.135

 

RWS

– 18.289

– 37.972

– 53.100

– 53.100

ZBO's

         
 

Kadaster

– 310

– 618

– 924

– 924

Overig

         
 

RIVM

– 361

– 824

– 1.000

– 1.000

 

Prorail

– 6.825

– 13.650

– 20.475

– 20.475

Totale taakstelling

– 43.000

– 98.000

– 119.000

– 119.000

Toelichting

Bij het Kerndepartement, zijn maatregelen om de taakstelling Rutte II (2016 en volgende) in te vullen voor het grootste deel gevonden in:

  • Versobering van de bedrijfsvoering; verlaging van de centrale budgetten op het gebied van materiële uitgaven (onder andere door efficiency of productiviteitverbeteringen, door verdergaande digitalisering).

  • Verbeterde inzet op integrale programma-aanpak, standaardisering, uniformering en vereenvoudiging van processen, vakmanschap en flexibele inzet over de grenzen van de organisatieonderdelen.

  • Maatregelen met personele gevolgen worden in overleg met de medezeggenschap opgepakt. Omdat de grens van het haalbare steeds dichterbij komt wordt getracht om de personele krimp zoveel mogelijk te beperken.

Bij de agentschappen wordt het grootste deel van de financiële taakstelling ten laste van de personele budgetten gebracht. Invulling geschiedt middels het nemen van efficiencymaatregelen en indien nodig taakversobering. Dit betekent dat bepaalde taken dan niet meer of minder intensief zullen worden uitgevoerd.

Licence