Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 1 Volksgezondheid

1. Algemene doelstelling

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij gezond leven.

 

1981

1990

2000

2005

2010

2011

2012

2013

2014

1. Absolute levensverwachting in jaren:

                 

– mannen

72,7

73,8

75,5

77,2

78,8

79,2

79,1

79,4

79,9

– vrouwen

79,3

80,1

80,6

81,6

82,7

82,9

82,8

83,0

83,3

2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid:

                 

– mannen

59,9

60,6

61,5

62,5

63,9

63,7

64,7

64,6

64,9

– vrouwen

62,4

61,9

60,9

61,8

63,0

63,3

62,6

63,5

64,0

1. Bron absolute levensverwachting: Staat van Volksgezondheid en Zorg

2. De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2014 bedroeg 83,3 jaar. Dat is 3,4 jaar hoger dan die van mannen (79,9 jaar). Sinds 1981 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1981 een winst van 7,2 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 4,0 jaar ouder geworden.

3. Bron levensverwachting in goed ervaren gezondheid: CBS-StatLine – Gezonde levensverwachting; vanaf 1981. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal «gezonde» jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk:

1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid?

2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon?

Mensen die deze vraag beantwoorden met «goed» of «zeer goed» worden gezond genoemd.

2. Rol en verantwoordelijkheid Minister

Een belangrijke beleidsopgave van de Minister van VWS is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Dit laat onverlet dat mensen in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid en zichzelf – indien mogelijk – dienen te beschermen tegen gezondheidsrisico’s. De verantwoordelijkheid voor veilig voedsel en veilige producten ligt primair bij het bedrijfsleven. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken (EZ), ziet namens VWS onder meer toe op de naleving van de Warenwet en de Tabakswet. Op het gebied van voedselveiligheid en consumenteninformatie zijn vrijwel uitsluitend Europese Verordeningen rechtstreeks van toepassing.

De Minister vervult de volgende rollen:

Stimuleren:

  • Bevorderen dat mensen gezonder leven door gezonde keuzes makkelijker te maken en te zorgen voor betrouwbare informatie over een gezonde leefstijl.

Financieren:

  • Financieren van doelmatige, kwalitatieve en toegankelijke bevolkingsonderzoeken ter voorkoming en vroegtijdige opsporing van levensbedreigende ziekten, zoals borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.

  • Financiering van de neonatale hielprikscreening en de prenatale screening.

  • Vroegtijdige opsporing en bestrijding van infectieziekten. Dit betreft onder andere de financiering van het Rijksvaccinatieprogramma en de bescherming tegen infectieziekten.

  • Financiering voor het uitvoeren van wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed door het RIVM. Dit betreft onder andere infectieziektebestrijding en medische milieukunde.

  • Financiering van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.

  • Financiering van de abortusklinieken.

  • Financiering van de landelijke ondersteuningsstructuur ten behoeve van de kwaliteit en doelmatigheid van publieke gezondheid.

Regisseren:

  • Het opstellen van een wettelijk kader voor bescherming van consumenten tegen onveilige producten en levensmiddelen en het handhaven ervan door de NVWA.

  • Het opstellen van een wettelijk kader voor de bescherming van de gezondheid van burgers tegen de risico’s van het gebruik van alcohol en tabak en doen handhaven ervan door gemeenten respectievelijk de NVWA.

    Inzetten op een gezonder aanbod van voeding (Akkoord Verbetering Productsamenstelling).

    Aandacht voor een gezonde, beweegvriendelijke en veilige omgeving waarin de gezonde keuze de makkelijke keuze is.

  • Het tegengaan van ontstaan en verspreiding van antibioticaresistentie in de gezondheidszorg, voedsel, milieu en binnen de dierhouderij, in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZ.

  • Opstellen wettelijk kader en doen handhaven van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg.

  • In het geval van A-ziekten (Wet publieke gezondheid) geeft de Minister leiding aan de bestrijding van deze infectieziekten.

  • Coördinatie van het interdepartementaal drugsbeleid en zorgen voor het wettelijk kader (Opiumwet) en voor de gezondheidsaspecten van het drugsbeleid.

  • Het formuleren van wet- en regelgeving en beleid op het terrein van medisch-ethische vraagstukken.

3. Beleidswijzigingen

Beoordelingskamer vaccins:

In de periode van juli 2014 tot juli 2016 heeft een proefperiode met de beoordelingskamer vaccins (een samenwerking tussen de Gezondheidsraad (GR) en het Zorginstituut Nederland) plaatsgevonden. Op basis van het advies dat de GR en het Zorginstituut (ZiNL) in juli 2016 hierover hebben uitgebracht zal in 2017 een structurele invulling worden gegeven aan de beoordeling van vaccinaties en vaccins. Het doel is het proces rond advisering over vaccinaties en vaccins te stroomlijnen zodat de in Nederland beschikbare vaccins optimaal kunnen worden benut.

Terugdringen van antibioticaresistentie

Antibioticaresistentie is een sluipende bedreiging voor de volksgezondheid. Tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland in 2016 was antibioticaresistentie daarom een belangrijk thema. De raadsconclusies op het gebied van zorg en landbouw die aan het eind van het voorzitterschap zijn vastgesteld, vormen de basis voor gezamenlijke afspraken tussen zorg en landbouw in de EU. Er zijn op het zorgdomein 32 zorgpartijen betrokken bij de uitvoering van het plan van aanpak (TK 32 620, nr. 159). Belangrijkste is het tot stand komen van regionale zorgnetwerken vanaf 2017, met als doel uitbraken te voorkomen en verspreiding van antibioticaresistentie in de regio terug te dringen. Voor dieren wordt met EZ samengewerkt om het volksgezondheidsbelang bij maatregelen in de dierhouderij goed te borgen. Op het terrein van innovatie is een landelijke structuur opgezet waarin wetenschap, onderzoek en farmacie gezamenlijk werken aan het ontwikkelen en implementeren van nieuwe antibiotica en alternatieven voor antibiotica. Op het gebied van milieu- en voedselveiligheid wordt door onderzoek beter inzicht in de transmissieroutes van (resistente) bacteriën naar de mens verkregen. In 2017 worden gerichte beleidsmaatregelen afgesproken en in gang gezet.

Preventiecoalities

Zorgverzekeraars en gemeenten moeten beter samenwerken om preventieve activiteiten voor risicogroepen meer in samenhang aan te bieden. Het Ministerie van VWS bevordert dit vanaf 2017 met een subsidieregeling waarmee het mogelijk wordt een beperkt deel van de coördinatiekosten via het Rijk te financieren. De effecten van de regeling worden gemonitord. Aan de Tweede Kamer wordt hierover jaarlijks gerapporteerd.

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

De NIPT betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan de NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In 2017 zal de bekostiging derhalve lopen via een subsidieregeling.

Health checks

Consumenten krijgen een steeds uitgebreidere keuze als het gaat om health checks. De huidige wettelijke kaders sluiten daar niet meer bij aan. Voor 2017 is het voornemen om een herziening van de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) voor te bereiden. De wetswijziging beoogt meer ruimte voor innovatie op dit terrein, de mogelijkheid voor mensen om zelf te kiezen voor de health check die zij nodig vinden en waarborgen voor de kwaliteit.

Depressiepreventie

Depressie is één van de zes speerpunten van het preventiebeleid. Depressie is een belangrijk probleem voor de volksgezondheid: per jaar krijgen ruim 560.000 mensen een depressie en in totaal leiden circa 800.000 mensen aan een depressie. Depressie staat al jaren in de top vijf van aandoeningen met hoogste ziektelast, hoogste ziektekosten en grootste veroorzaker van arbeidsverzuim. Ambitie in het Nationaal Programma Preventie (NPP) Alles is gezondheid is dat het aantal mensen met een depressie afneemt. Streven is om de incidentie en impact van depressie in 2030 met 1/3 af te laten nemen. Daarvoor is het nodig dat meer mensen uit de hoogrisicogroepen bereikt worden met depressiepreventie. Om dit te realiseren besteedt VWS vanaf 2017 samen met de betreffende beroepsgroepen en kennisinstellingen de komende jaren aandacht aan depressie via zowel een publiekscampagne depressie als een meerjarenprogramma depressiepreventie. VWS zet middelen in voor het uitvoeren van dit meerjarenprogramma om te komen tot meer aandacht voor depressiepreventie, te beginnen bij jongeren en jonge vrouwen, een sluitende ketenaanpak, juiste inzet van preventieve interventies voor zowel signaleren als behandelen en het opnemen van deze werkwijze in opleiding, richtlijnen en werkwijze van beroepsgroepen.

Evaluatie Drank- en Horecawet

In 2016 is de Drank- en Horecawet geëvalueerd. In het eerste kwartaal van 2017 wordt de kabinetsreactie op de evaluatie naar beide Kamers gestuurd.

Rookvrij opgroeien

Niet roken vóór, tijdens en na de zwangerschap is een nieuw speerpunt binnen het beleid voor tabaksontmoediging. In het najaar van 2016 start een publiekscampagne om het bewustzijn ten aanzien van rookvrij opgroeien te vergroten, de rol van de sociale omgeving van (aanstaande) ouders maakt hiervan onderdeel uit. Daarnaast is een Taskforce Rookvrij Opgroeien ingesteld die gedurende een periode van 2 jaar bewustwording en onderlinge samenwerking onder professionals moet bevorderen, zodat (aanstaande) ouders vaker gemotiveerd en beter begeleid worden bij het stoppen met roken.

Gezonde School

Een groot aantal programma’s op het gebied van Gezonde School loopt eind 2016 af (onder andere de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en Gezonde Leefstijl, Gezondeschool.nl, vignet Gezonde School). De PO-, VO- en MBO-raad, het RIVM en GGD GHOR Nederland komen gezamenlijk, in afstemming met instituten en fondsen tot een nieuw plan Gezonde School voor de periode 2017–2020. De Ministeries van OCW, VWS, SZW en EZ zijn hierbij nauw betrokken. De Tweede Kamer wordt voor het einde van 2016 geïnformeerd over de samenhangende visie op Gezonde School en de activiteiten die hieruit voor 2017 en verder voortvloeien.

Aanpak gezondheid vergunninghouders

Naar aanleiding van het uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom van 28 april 2016 wordt in 2016, 2017 en 2018 in overleg met de VNG ingezet op de ondersteuning van gemeenten bij het bevorderen van de gezondheid van nieuwe vergunninghouders. Daarbij wordt aangesloten bij de migratieketen (huisvesting, integratie, school, werk) en het bestaande gezondheidsbeleid. Hiervoor worden via het Ondersteuningsteam asielzoekers en vergunninghouders (OTAV, samenwerkingsverband Rijk en VNG) en GGD, 25 regiocoördinatoren ingezet. De concrete behoeften van gemeenten en beschikbare kennis en instrumenten worden landelijk bijeengebracht in een kennisdelingsprogramma, gecoördineerd door Pharos. Dit moet er toe leiden dat gemeenten in 2018 de kennis en vaardigheden bezitten en concrete activiteiten verrichten om de gezondheid van statushouders te bevorderen, geborgd binnen het lokale gezondheidsbeleid.

4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Begrotingsuitgaven (bedragen x € 1.000)
     

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

625.302

599.956

646.009

637.798

654.104

649.991

650.700

                   

Uitgaven

591.257

604.871

653.099

643.568

656.749

650.957

650.700

Waarvan juridisch verplicht

   

96,1%

       
                   

1. Gezondheidsbescherming

104.033

107.126

104.232

121.156

121.831

120.213

118.591

                 
 

Subsidies

2.134

2.792

4.251

6.468

8.089

6.468

4.846

   

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie

2.020

2.788

4.247

6.462

8.083

6.462

4.840

   

Overig

114

4

4

6

6

6

6

                   
 

Opdrachten

1.227

2.949

1.450

1.787

1.509

1.509

1.509

   

Aanschaf Jodiumtabletten

0

774

0

0

0

0

0

   

Overig

1.227

2.175

1.450

1.787

1.509

1.509

1.509

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

100.569

101.047

98.430

97.592

96.925

96.927

96.927

   

Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit

79.647

80.198

81.550

81.380

81.386

81.388

81.388

   

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

20.526

18.700

15.846

14.956

14.273

14.273

14.273

   

Overig

396

2.149

1.034

1.256

1.266

1.266

1.266

                 
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

21

237

0

0

0

0

0

   

Overig

21

237

0

0

0

0

0

                   
 

Bijdragen aan medeoverheden

82

101

101

15.309

15.308

15.309

15.309

   

College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

0

101

101

101

101

101

101

   

Lokaal verbinden

0

0

0

15.208

15.207

15.208

15.208

   

Overig

82

0

0

0

0

0

0

               

2. Ziektepreventie

416.453

428.378

477.291

452.555

465.235

461.044

462.404

                 
 

Subsidies

207.238

212.626

247.469

221.933

221.647

212.483

210.184

   

Ziektepreventie

7.633

11.989

16.337

14.733

14.598

8.934

8.934

   

RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid

199.604

200.637

204.824

207.200

207.049

203.549

201.250

   

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

0

0

26.308

0

0

0

0

                   
 

Opdrachten

284

709

11.528

7.653

14.683

14.683

14.683

   

(Vaccin)onderzoek

284

0

10.270

7.427

7.427

7.427

7.427

   

Overig

0

709

1.258

226

7.256

7.256

7.256

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

207.352

214.064

217.315

221.990

227.926

232.899

236.558

   

RIVM: Opdrachtverlening Centra

207.352

214.064

217.315

221.990

227.926

232.899

236.558

                 
 

Bijdragen aan medeoverheden

1.579

979

979

979

979

979

979

   

Overig

1.579

979

979

979

979

979

979

               

3. Gezondheidsbevordering

50.805

51.089

53.827

52.176

52.102

52.102

52.103

                   
 

Subsidies

33.082

32.460

33.744

32.272

31.705

31.705

31.705

   

Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)

1.787

2.115

7.515

7.515

7.207

7.207

7.207

   

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

10.326

11.339

12.270

12.240

12.340

12.540

12.540

   

Letselpreventie

4.325

4.172

4.207

4.187

3.612

3.612

3.612

   

Bevordering kwaliteit en toegankelijkheid zorg

4.751

4.676

4.472

2.855

2.855

2.855

2.855

   

Bevordering van seksuele gezondheid

2.631

2.815

2.767

2.767

2.867

2.867

2.867

   

Overig

9.263

7.343

2.513

2.708

2.824

2.624

2.624

                 
 

Opdrachten

3.647

4.340

4.814

4.636

5.054

5.054

5.054

   

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

2.782

3.100

3.100

3.100

3.100

3.100

3.100

   

Communicatie verhoging leeftijdsgrenzen alcohol en tabak

0

0

1.060

1.060

1.060

1.060

1.060

   

Overig

865

1.240

654

476

894

894

894

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

0

105

190

190

265

265

265

   

Overig

0

105

190

190

265

265

265

                 
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

55

700

700

700

700

700

   

Overig

0

55

700

700

700

700

700

                 
 

Bijdragen aan medeoverheden

14.076

14.129

14.379

14.378

14.378

14.378

14.379

   

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

14.076

13.932

13.932

13.932

13.932

13.932

13.932

   

Overig

0

197

447

446

446

446

447

               

4. Ethiek

19.966

18.278

17.749

17.681

17.581

17.598

17.602

                 
 

Subsidies

16.573

16.877

16.688

16.699

16.599

16.616

16.620

   

Abortusklinieken

15.705

15.551

15.523

15.534

15.534

15.551

15.555

   

Beleid Medische Ethiek

868

1.326

1.165

1.165

1.065

1.065

1.065

                   
 

Opdrachten

210

382

332

332

332

332

332

   

Overig

210

382

332

332

332

332

332

                 
 

Bijdragen aan agentschappen

1.130

1.019

729

650

650

650

650

   

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

1.130

1.019

729

650

650

650

650

                 
 

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

2.053

0

0

0

0

0

0

   

ZiNL: Rijksbijdrage abortusklinieken

2.053

0

0

0

0

0

0

               

Ontvangsten

21.221

7.403

7.403

7.403

10.903

10.903

10.903

   

Bestuurlijke boetes

4.112

4.252

4.252

4.252

4.252

4.252

4.252

   

Overig

17.109

3.151

3.151

3.151

6.651

6.651

6.651

Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget voor 2017 van € 302,2 miljoen is 95% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de tot en met 2016 aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies en de Subsidieregeling publieke gezondheid en de financiering van de abortusklinieken.

Opdrachten

Van het budget voor 2017 van € 18,1 miljoen is 88% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van verplichtingen die tot en met 2016 zijn aangegaan.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget betreft de financiering van de opdrachtverlening voor 2017 aan het RIVM, de NVWA en het CIBG. Op basis van het offertetraject is het budget 2017 van € 316,7 miljoen voor 98% juridisch verplicht.

Bijdragen aan medeoverheden

Dit betreft de heroïneverstrekking door gemeenten op medisch voorschrift via een toevoeging aan het gemeentefonds, de bijdrage aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden en de bijdrage aan Caribisch Nederland inzake medisch voorschrift via een toevoeging aan het gemeentefonds. Het budget voor 2017 van € 15,5 miljoen is voor 100% juridisch verplicht.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Dit betreft de afgifte van Schengenverklaringen via het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het budget voor 2017 van € 0,7 miljoen is voor 100% juridisch verplicht.

5. Toelichting op de instrumenten
1. Gezondheidsbescherming

Subsidies

Uitvoering landelijke nota gezondheidsbeleid/Nationaal Programma Preventie

In 2017 zal verdere uitwerking worden gegeven aan de voornemens die zijn opgenomen in landelijke nota gezondheidsbeleid die in december 2015 (TK 32 793, nr. 204) is verschenen.

  • Nationaal Programma Preventie (NPP)

    In het najaar 2016 zal een besluit worden genomen over de wijze van voortzetting van het NPP

  • Betrouwbaarheid van de publieke gezondheidszorg

    Het Stimuleringsprogramma Betrouwbare publieke gezondheid loopt tot eind 2017.

    In 2017 wordt een aantal concrete eindproducten opgeleverd. Eind 2017 zijn bestuurlijk gedragen veldnormen gereed voor de vier pijlers van de GGD (monitoren, uitvoeren gezondheidsbescherming, coördinatie bij crises en toezicht). De resultaten van het onderzoek van de IGZ naar de vier pijlers worden meegenomen in de implementatie van deze veldnormen. Daarnaast komt een set landelijke indicatoren beschikbaar ten aanzien van de inzet en effectiviteit van de publieke gezondheid. Ook in 2017 is er in het stimuleringsprogramma aandacht voor de verbinding tussen publieke gezondheid en het sociaal domein.

  • Preventiecoalities

    Dit betreft het faciliteren van preventiecoalities. Deze hebben als doel het stimuleren van samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars door middel van een bijdrage aan de coördinatiekosten van preventieve activiteiten bij risicogroepen.

  • Veenkoloniën

    Tijdens de begrotingsbehandeling van VWS in 2014 heeft de Tweede Kamer het amendement-Wolbert aangenomen. Dit amendement vraagt om een regionale aanpak van gezondheidsachterstanden in de Veenkoloniën waar meerdere gemeenten en regionale (zorg)organisaties bij betrokken zijn. VWS financiert deze regionale aanpak, het programma besteedt nadrukkelijk aandacht aan de wensen, behoefte en participatie van bewoners.

Bijdragen aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De Minister van VWS is opdrachtgever voor het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft een centrale rol bij het bewaken van de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten op grond van de wettelijke normen en ontvangt hiertoe financiering van de Minister van VWS. In totaal ontvangt de NVWA in 2017 € 81,6 miljoen.

In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren levensjaren door voedselinfecties zich ontwikkelt.

Kengetallen voedselveiligheid: Aantal verloren gezonde levensjaren ten gevolge van voedselinfecties door ziekteverwekkende micro-organismen in voedsel in Nederland gegevens 2014 (RIVM Letter Reports disease burden 2012, 2013, 2014 en 2016; M. Bouwknegt et al.)

Micro-organismen

Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)1

 

2011

2012

2013

2014

Toxoplasma gondii

2.000

1.950

1.930

1.950

Campylobacter spp.

1.650

1.560

1.430

1.530

Salmonella spp.

680

1.3502

600

500

S. aureus toxine

670

670

670

670

C. perfringens toxine

490

490

490

490

Norovirus

300

300

280

280

Rotavirus

210

185

210

100

B. cereus toxine

100

100

100

100

Listeria monocytogenes

140

90

60

180

STEC O157

56

57

60

60

Giardia spp.

17

14

13

13

Hepatitis-A virus

9

9

8

10

Cryptosporidium spp.

8

8

8

8

Hepatitis-E virus

2

2

2

3

Totaal

6.330

6.780

5.850

5.890

Bron: Nationaalkompas, RIVM

DALY=Disability Adjusted Life Year. Maat voor ziektelast in een populatie uitgedrukt in tijd; opgebouwd uit het aantal verloren levensjaren (door vroegtijdige sterfte) en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld een ziekte), gewogen voor de ernst hiervan (ziektejaarequivalenten). In deze maat komen de drie belangrijke aspecten van de volksgezondheid terug: kwantiteit (levensduur), kwaliteit van leven en het aantal personen dat een effect ondervindt.

De getallen in de tabel zijn afgerond. Het totaal kan afwijken van de som van de weergegeven getallen.

1

Vanwege noodzakelijke modelaanpassingen zijn de getallen voor 2011 en 2012 enigszins afwijkend van de getallen die in 2014 in de begroting zijn gerapporteerd.

2

Deze geschatte stijging met ca. 700 DALY’S komt door de Salmonella-uitbraak in 2012 ten gevolge van besmette gerookte zalm.

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

Het RIVM heeft de wettelijke taak periodiek te rapporteren over de toestand en de toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid. Het RIVM heeft samen met een consortium van kennisinstellingen in 2016 de eerste versie van de Staat voor Volksgezondheid en Zorg uitgebracht (www.staatvenz.nl). Op deze website worden actuele en eenduidige cijfers over de domeinen van het Ministerie van VWS gepresenteerd. In 2017 wordt de Staat verder gevuld. Het RIVM brengt verder elke vier jaar de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV) uit. In 2017 zullen trendscenario’s worden gepresenteerd en verschijnen drie thematische toekomstverkenningen. In totaal is voor het RIVM in 2017 € 15,8 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

ZonMw voor uitvoering van het preventieprogramma

Het vijfde Preventieprogramma (PP5) levert kennis op die bijdraagt aan de doelstellingen van het Nationaal Programma Preventie (NPP). Het kader voor PP5 wordt naast het NPP gevormd door vier thema’s waarop VWS aan ZonMw om onderzoek heeft gevraagd:

  • Kennis die bijdraagt aan algemene aspecten van preventiebeleid.

  • Kennis die tot verdere verbetering van het instrumentarium leidt.

  • Enkele specifieke onderzoeksterreinen passend bij de domeinen van het NPP.

  • Monitoring van uitvoeringsprogramma’s (het voorstel voor een monitor specifiek voor het NPP wordt nader uitgewerkt).

De hiervoor beschikbare middelen (€ 5 miljoen in 2017) staan verantwoord op artikel 4 Zorgbreed beleid. In de paragraaf «Toelichting op de instrumenten» van artikel 4 is een overzichtstabel opgenomen.

Bijdragen aan medeoverheden

Lokaal verbinden

Het huidige programma «Gezond in ...» (TK 32 620, nr. 132) loopt tot en met 2017 via een decentralisatie-uitkering. In 2017 wordt besloten hoe deze gelden vanaf 2018 worden ingezet.

2. Ziektepreventie

Subsidies

Ziektepreventie

De Minister zorgt op het terrein van de ziektepreventie subsidies (€ 16,3 miljoen) voor een goede bescherming tegen infectieziekten, preventie van chronische ziekten en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) door onder andere te zorgen voor:

  • Een goede landelijke structuur om bekende en onbekende infectieziektedreigingen inclusief zoönosen en vectorgebonden aandoeningen snel te kunnen signaleren en bestrijden.

  • Het internationaal uitwisselen van informatie en afstemmen van voorbereidings- en bestrijdingsmaatregelen.

  • Subsidiëring van de stichting Q-support om patiënten, die na de Q-koorts-epidemie te maken hebben met langdurige klachten, te ondersteunen, te adviseren en te begeleiden.

  • Het ondersteunen van de oprichting van het Kennisplatform Intensieve Veehouderij en Humane Gezondheid dat handvatten kan meegeven aan lokale bestuurders voor de afweging van gezondheid in de bestuurlijke beslissingen bij ontwikkelingen in de veehouderij.

  • Financiering van het vervolgonderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden ten behoeve van kennisvermeerdering over eventuele risico’s van ziekteverwekkers afkomstig uit de veehouderij.

  • Financiering van onder andere de herijking en implementatie van richtlijnen voor goed gebruik van antibiotica, de versterking van de positie van ziekenhuizen en GGD’en, nieuwe vormen van bekostiging van diagnostiek en behandeling, en onderzoek om de ontwikkeling van nieuwe antibiotica en alternatieven voor antibiotica te stimuleren zoals verwoord in de kamerbrief van 24 juni 2015 over de aanpak van antibioticaresistentie (TK 32 620, nr. 159).

  • Financiering van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) voor activiteiten gericht op het ondersteunen van de JGZ-organisaties en de professionals bij het invoeren van vernieuwingen en verbeteringen in de praktijk.

RIVM: Regelingen publieke en seksuele gezondheid

De Subsidieregeling publieke gezondheid wordt uitgevoerd door het RIVM en bestaat uit:

  • Het financieren, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de landelijke bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker (€ 121,9 miljoen). Het financieren van het Nationaal Programma Grieppreventie. Doel van dit programma is om kwetsbare groepen (alle 60-plussers en mensen onder de 60 jaar met een risico-indicatie, zoals longziekten, hart- of nieraandoeningen en diabetes mellitus) te beschermen tegen (de ernstige gevolgen van) griep (€ 37,1 miljoen).

  • Het financieren van soa-onderzoek en aanvullende seksuele gezondheidszorg en coördinatie (€ 33,9 miljoen).

Verder verstrekt het RIVM subsidies op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies op het terrein van de seksuele gezondheid (€ 12 miljoen). Inhoudelijk is dit onderwerp opgenomen onder het artikelonderdeel Gezondheidsbevordering.

Kengetallen Deelname aan vaccinatieprogramma, bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten
 

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

1. Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma

94,0%

94,5%

95,2%

95,0%

95,4%

95,5%

95,4%

94,8%

2. Percentage deelname aan Nationaal Programma Grieppreventie

73,5%

71,5%

70,4%

68,9%

65,7%

62,4%

59,6%

52,8%

3. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker

82,4%

82,0%

81,5%

80,7%

80,1%

79,7%

79,4%

78,8%

4. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

66,6%

66,0%

65,3%

64,3%

65,0%

63,9%

64,7%

64,6%

5. Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek darmkanker

71,3%

6. Percentage deelname aan hielprik

99,9%

99,8%

99,8%

99,7%

99,5%

99,5%

99,5%

99,3%

Bron:

1. Staat van Volksgezondheid en Zorg

Voor het verslagjaar 2016 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2015) is dit percentage 94,2%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2013 dat basisimmuun is voor DKTP vóór het bereiken van hun 2-jarige leeftijd.

2. Staat van Volksgezondheid en Zorg

Dit kerncijfer betreft het percentage gevaccineerde personen in de groep patiënten die conform het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor vaccinatie tegen influenza.

3. Staat van Volksgezondheid en Zorg

Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. De populatie van het bevolkingsonderzoek bestaat uit 50–75 jarige vrouwen.

4.Staat van Volksgezondheid en Zorg

Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De populatie van het bevolkingsonderzoek bestaat uit 30–65 jarige vrouwen.

5. Staat van Volksgezondheid en Zorg

Dit kerncijfer betreft het percentage personen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek (screening) naar dikkedarmkanker.

6. Staat van Volksgezondheid en Zorg

Dit kerncijfer betreft het percentage pasgeborenen dat gescreend is.

Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. De beschermingsgraad ligt in de praktijk hoger dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.

Niet Invasieve Prenatale Test (NIPT)

De NIPT betreft een screening tijdens de zwangerschap. De test kan onder andere het downsyndroom opsporen zonder dat er sprake is van een verhoogd risico op een miskraam. Omdat eventuele opname in het basispakket afhankelijk is van de advisering van het Zorginstituut (en de Gezondheidsraad) kan NIPT als eerste test niet eerder dan per 2018 opgenomen worden in het basispakket. In 2017 zal de bekostiging lopen via een subsidieregeling (€ 26,3 miljoen).

Opdrachten

(Vaccin)onderzoek

Er is onder andere budget beschikbaar voor vaccinonderzoek (€ 5,8 miljoen), ontwikkeling van het Respiratoir syncytieel virus (RSV)-vaccin (€ 2,8 miljoen) en onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (€ 1,7 miljoen). Vanaf 2013 zijn deze taken ondergebracht bij de Projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein (ALT). Het voornemen is om het onderdeel (vaccin)onderzoek van Projectdirectie ALT met ingang van 2017 te privatiseren.

Bijdragen aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening Centra

Het RIVM stelt zich tot doel om de gezondheid van de Nederlandse bevolking te beschermen en te bevorderen. Het RIVM doet dit door middel van het (doen) uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en advisering op het terrein van volksgezondheid en het voeren van de regie op diverse terreinen van de publieke gezondheid. Binnen het RIVM zijn hiertoe verschillende centra actief, zoals:

  • Het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) dat financiële middelen ontvangt voor het vervullen van zijn taken ten aanzien van de preventie en bestrijding van infectieziekten met specifiek ook aandacht voor antimicrobiële resistentie, het bevorderen van seksuele gezondheid door de ondersteuning van professionals bij een goede uitvoering en taken op het gebied van vaccinologie (€ 45,9 miljoen). Voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma is € 90,2 miljoen beschikbaar.

  • Het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CVB) dat financiële middelen ontvangt voor het uitvoeren van zijn coördinerende taken gericht op de voorlichting over bevolkingsonderzoeken, het Nationaal Programma Grieppreventie en pre- en neonatale screeningen en de kwaliteit van de uitvoering en monitoring ervan. Mensen die tot de betreffende doelgroep behoren, kunnen vrijwillig aan de bevolkingsonderzoeken deelnemen (€ 14,1 miljoen). Ook verzorgt het CVB de uitvoering van de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (€ 19,4 miljoen), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) (€ 13,1 miljoen) en de hielprik (€ 19,1 miljoen).

  • Het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) dat financiële middelen ontvangt om de Minister van VWS en de regio’s bij te staan met gezondheidskundige advisering, advisering over het uitvoeren van gezondheidsonderzoek en risicoanalyses over mogelijke gezondheidseffecten en over psychosociale nazorg. Vragen over gezondheid en veiligheid in relatie tot milieu en het voorkomen van incidenten en rampen komen samen bij het CGM. Het CGM is erop gericht deze kennis waar nodig te ontwikkelen, te borgen en te ontsluiten voor professionals en bestuurders (€ 6 miljoen).

  • De Dienst Vaccinatievoorzieningen en Preventieprogramma’s (DVP) die ervoor zorgt dat er voldoende goede en betaalbare vaccins en antisera beschikbaar zijn voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) en calamiteiten (€ 1,9 miljoen). Voor de aanschaf van Antivirale middelen is € 4,6 miljoen beschikbaar.

  • Het Centrum Gezond Leven (CGL) dat financiële middelen ontvangt met als doel samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbevordering te faciliteren. Het CGL bevordert het gebruik van erkende leefstijlinterventies, onder meer door beschikbare interventies overzichtelijk te presenteren en te beoordelen op kwaliteit en samenhang en het versterken van gezondheidsbeleid via diverse handreikingen. Daarnaast voert het CGL het programma «Structurele versterking Gezondeschool.nl» uit (€ 2,9 miljoen).

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)

Organisaties zoals het Trimbos-instituut ontvangen instellings- en projectsubsidies voor het uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik en voor andere VWS-beleidsterreinen, zoals de geestelijke gezondheidszorg. Het Trimbos-instituut zet zich in om wetenschappelijk onderbouwde, onafhankelijke informatie te geven aan professionals en burgers. Voorbeelden zijn de uitvoering van de Nationale Drug Monitor (NDM), het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS), onderzoek op het gebied van uitgaansdrugs en de campagne NIX18. Voor 2017 gaat het om projectsubsidies van circa € 1,3 miljoen en bij de instellingssubsidies gaat het in totaal om circa € 6,1 miljoen.

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

De gezonde keuze moet zo makkelijk mogelijk worden gemaakt voor de Nederlandse bevolking, jong en oud. Om te voorzien in de juiste informatie over gezonde voeding voor burgers en professionals wordt subsidie verleend aan het Voedingscentrum.

Om gemeenten, scholen, sportverenigingen en andere lokale partijen te stimuleren om een gezonde(re) omgeving te creëren en in te zetten op een stijging van het aantal jongeren op een gezond gewicht in minimaal 75 (JOGG-)gemeenten in 2020, wordt de stichting Jongeren Op Gezond Gewicht (TK 34 080 A, nr. 1) gesubsidieerd. Hierbij werkt de stichting samen met diverse partijen: overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Vanuit Care for Obesity wordt door middel van 6 proeftuinen in 2017 en 2018 voorzien in een landelijk model voor een sluitende ketenaanpak op obesitas voor kinderen.

Ten slotte worden in nauwe samenwerking met de Ministeries van OCW, EZ en SZW kinderen in het onderwijs en voorschoolse voorzieningen gestimuleerd tot een gezonde leefstijl. Onderdeel daarvan is het streven dat alle schoolkantines beschikken over een gezond aanbod volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum.

De totale geraamde subsidies voor gezonde voedingskeuze en gezond gewicht, inclusief de bredere inzet op Gezonde School en Gezonde Kinderopvang, bedragen € 12,3 miljoen in 2017.

Letselpreventie

Voor letselpreventie is € 4,2 miljoen beschikbaar. De Stichting VeiligheidNL ontvangt € 3,5 miljoen voor het uitvoeren en monitoren van haar activiteiten die zijn gericht op letselpreventie door middel van interventies en programma’s voor bijvoorbeeld jongeren en ouderen.

Bevordering van kwaliteit en toegankelijkheid van zorg

De Stichting Pharos ontvangt als kennis- en adviescentrum subsidie voor het stimuleren van de toepassing van kennis in de praktijk voor de verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden (€ 3 miljoen). Het gaat daarbij om mensen die minder vaardig zijn in het verkrijgen, begrijpen en gebruiken van informatie over (hun) gezondheid bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen. Verder worden gemeenten geactiveerd om lokale gezondheidsachterstanden structureel aan te pakken. Het lokale proces wordt ondersteund door het landelijk stimuleringsprogramma waarin kennis van werkzame interventies, goede voorbeelden en ervaringen worden samengebracht, onder regie van Pharos en Platform31. Hiermee is € 1,5 miljoen gemoeid.

Bevordering van de seksuele gezondheid

Om de seksuele gezondheid te bevorderen verleent VWS rechtstreeks (onder andere Stichting Ambulante FIOM), dan wel via het RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding (onder andere Rutgers, Soa-Aids Nederland en de HIV-vereniging Nederland) subsidie aan diverse gezondheidsbevorderende instellingen. De middelen aan het RIVM staan verantwoord onder het artikelonderdeel Ziektepreventie. Naar aanleiding van een landelijke impuls aan onbedoeld zwangeren en tienermoeders ontvangt FIOM ook in 2017 een subsidie van € 0,5 miljoen. Uitgangspunt hierbij is dat de expertise op dit gebied wordt behouden en verder kan worden uitgedragen aan de hele sector. Voor deze impuls worden vooralsnog ook in 2018 middelen gereserveerd, waarna dit in de regulier zorg en ondersteuning moet zijn verankerd.

Overig

Dit betreft enkele kleine subsidies (onder € 1 miljoen) gebundeld voor onder andere verslavingszorg en gezonde leefstijl jeugd.

Opdrachten

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

De geraamde kosten voor de medicatie voor de medische heroïnebehandeling zijn € 3,1 miljoen; zie verder onder Bijdragen aan medeoverheden.

Bijdragen aan medeoverheden

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

VWS verstrekt een financiële bijdrage (circa € 13,9 miljoen) aan gemeenten voor het binnen een gesloten systeem aanbieden van een behandeling van een beperkte groep langdurige opiaatverslaafden, waarbij naast methadon medicinale heroïne wordt verstrekt.

Kengetallen Gezondheidsbevordering (in procenten)
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Rokers 18 jaar e.o.1

28,6

26,9

27,0

24,5

24,7

25,7

26,3

Rokers laatste maand, 12–16 jaar2

   

16,9

     

10,6

Alcoholgebruik laatste maand, 12–16 jaar2

   

37,8

     

25,5

Cannabisgebruik laatste jaar, 12–16 jaar2

   

6,0

     

8,2

Cannabisgebruik laatste jaar 18 jaar e.o.3

6,8

       

7,6

8,5

Overgewicht 18 jaar e.o.4

46,4

47,3

47,3

47,1

47,1

49,4

49,3

Overgewicht 4–18 jaar4

13,2

13,3

12,5

12,3

11,7

11,9

11,6

Aantal spoedeisende hulpbehandelingen in ziekenhuizen door privéongevallen en sportblessures (x 1.000)5

640

600

600

590

430

519

 
1

Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM

2

Jeugd en Riskant Gedrag 2015, Trimbos-instituut

3

Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM. Door wijziging in meetmethoden na 2009 zijn de cijfers met 2014 en 2015 beperkt vergelijkbaar.

4

Staat van Volksgezondheid en Zorg: Gezondheidsenquête CBS/Leefstijlmonitor RIVM. Door wijziging in meetmethoden tussen 2009–2010 en 2013–2015 zijn de cijfers vóór en na deze perioden slechts in beperkte mate te vergelijken.

5

Kerncijfers LIS, VeiligheidNL. De daling in 2013 is toe te schrijven aan een technisch registratieprobleem in dat jaar.

4. Ethiek

Subsidies

Abortusklinieken

Sinds de inwerkingtreding van Wet langdurige zorg vindt de subsidiëring van de abortusklinieken (€ 15,5 miljoen) plaats via de subsidieregeling Abortusklinieken. De abortusklinieken dienen over een Waz-vergunning (Wet afbreking zwangerschap) te beschikken.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

Het CIBG verzorgt het secretariaat van de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting.

De secretariaten van de regionale toetsingscommissies euthanasie en de centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen zijn bij een uitvoeringseenheid van het Ministerie van VWS ondergebracht. De daarmee samenhangende middelen (€ 3,7 miljoen) staan geraamd op artikel 10 onder Personele uitgaven kerndepartement.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO)

De CCMO is verantwoordelijk voor het waarborgen van de bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek door middel van toetsing aan de hiervoor geldende wettelijke bepalingen en protocollen. De CCMO ontvangt hiervoor een jaarlijkse bijdrage van € 2,2 miljoen. Deze middelen staan geraamd op artikel 10 bij het onderdeel Personele uitgaven SCP en raden.

Vanwege de implementatie van EU-verordening no 536/2014 voor klinisch geneesmiddelenonderzoek, die naar verwachting in 2018 in werking zal treden, zal de CCMO een aantal extra taken en bevoegdheden krijgen.

Ontvangsten

Bestuurlijke boetes

In het kader van haar handhavingsbeleid schrijft de NVWA bestuurlijke boetes uit. De ten gunste van de algemene middelen komende ontvangsten die hieruit voortvloeien worden geraamd op € 4,3 miljoen in 2017.

Overig

Dit betreft geraamde ontvangsten als gevolg van in eerdere jaren te hoog verstrekte subsidievoorschotten (€ 3,1 miljoen).

Licence