In paragraaf 3 worden alleen de mutaties toegelicht die hebben plaatsgevonden na de NvW begroting 2018. Voor een uitgebreide toelichting op de mutaties op basis van de Startnota wordt verwezen naar de NvW begroting (TK 34 775 XVI, nr. 15).
De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.
3.1. Verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 3 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2018 de verticale ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten zien.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Bruto Zvw-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 48.495,3 | 51.168,7 | 53.966,1 | 56.819,0 | 60.006,2 |
Bijstellingen Startnota | 22,0 | 326,1 | 41,8 | – 547,5 | – 264,3 |
Bruto Zvw-uitgaven NvW begroting 2018 | 48.517,3 | 51.494,8 | 54.007,9 | 56.271,5 | 59.741,9 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | |||||
Autonoom | – 534,6 | – 895,6 | – 1.219,6 | – 1.420,9 | – 1.752,2 |
Actualisering zorguitgaven (zie tabel 3A) | – 434,6 | – 431,4 | – 431,6 | – 431,9 | – 431,9 |
Ramingsbijstelling geneesmiddelen | – 100,0 | – 100,0 | – 100,0 | – 100,0 | – 100,0 |
Loon- en prijsontwikkeling | 0,0 | – 364,2 | – 687,9 | – 889,1 | – 1.220,3 |
Beleidsmatig | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 |
Overig beleidsmatig | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 | 2,0 |
Technisch | – 8,1 | – 15,0 | – 13,9 | – 12,4 | – 12,1 |
Overig technisch | – 8,1 | – 15,0 | – 13,9 | – 12,4 | – 12,1 |
Totaal bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | – 540,8 | – 908,6 | – 1.231,5 | – 1.431,3 | – 1.762,3 |
Bruto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2018 | 47.976,5 | 50.586,2 | 52.776,5 | 54.840,2 | 57.979,6 |
Zvw-ontvangsten ontwerpbegroting 2018 | 3.308,4 | 3.492,5 | 3.676,8 | 3.863,3 | 4.053,4 |
Bijstellingen Startnota | – 100,7 | – 236,5 | – 382,9 | – 532,9 | – 573,0 |
Zvw-ontvangsten NvW begroting 2018 | 3.207,7 | 3.256,0 | 3.293,9 | 3.330,4 | 3.480,4 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | |||||
N.v.t. | |||||
Zvw-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2018 | 3.207,7 | 3.256,0 | 3.293,9 | 3.330,4 | 3.480,4 |
Netto Zvw-uitgaven NvW begroting 2018 | 45.309,6 | 48.238,7 | 50.714,0 | 52.941,1 | 56.261,5 |
Bijstellingen in de netto Zvw-uitgaven | – 540,8 | – 908,6 | – 1.231,5 | – 1.431,3 | – 1.762,3 |
Netto Zvw-uitgaven 1e suppletoire begroting 2018 | 44.768,8 | 47.330,2 | 49.482,5 | 51.509,7 | 54.499,1 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Zvw-uitgaven
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Eerstelijnszorg | – 33,9 | – 33,9 | – 33,9 | – 33,9 | – 33,9 |
Tweedelijnszorg | – 39,4 | – 39,4 | – 39,4 | – 39,4 | – 39,4 |
Geneesmiddelen | – 261,5 | – 260,3 | – 260,4 | – 260,4 | – 260,4 |
Hulpmiddelen | – 90,7 | – 88,6 | – 88,7 | – 89,0 | – 89,0 |
Ziekenvervoer | – 9,2 | – 9,2 | – 9,2 | – 9,2 | – 9,2 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 | – 434,6 | – 431,4 | – 431,6 | – 431,9 | – 431,9 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
In tabel 3A is het onderdeel «Actualisering Zvw-uitgaven» uit tabel 3 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2017 van het Zorginstituut en de NZa.
In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Zvw-uitgaven per sector/deelsector verder toegelicht.
Ramingsbijstelling geneesmiddelen
De verwachte uitgaven aan geneesmiddelen zijn op basis van de inschatting van het Zorginstituut lager dan eerder geraamd. Dit is onder andere het gevolg van de prijsdruk op geneesmiddelen.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2018 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld als gevolg van de lagere loon- en prijsontwikkeling.
Technisch
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.
3.2. Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten
Tabel 4 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2018 de verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten zien.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 21.811,9 | 23.718,3 | 25.880,7 | 28.165,1 | 30.330,6 |
Bijstellingen Startnota | 49,8 | 609,4 | 827,9 | 901,7 | 958,7 |
Bruto Wlz-uitgaven NvW begroting 2018 | 21.861,7 | 24.327,7 | 26.708,6 | 29.066,8 | 31.289,3 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | |||||
Autonoom | – 137,0 | – 321,7 | – 487,0 | – 604,4 | – 795,7 |
Actualisering zorguitgaven (zie tabel 4A) | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 |
Ramingsbijstelling uitgaven Wlz | – 100,0 | – 105,0 | – 105,0 | – 105,0 | – 105,0 |
Loon- en prijsontwikkeling | – 48,6 | – 228,4 | – 393,7 | – 511,1 | – 702,4 |
Beleidsmatig | 155,2 | 101,0 | 60,7 | 31,4 | 5,3 |
Tijdelijke voorziening sociaal domein (IBP) | 100,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Actualisatie onderuitputting Zorg in natura (Wlz) | 54,0 | 54,0 | 54,0 | 54,0 | 54,0 |
Ramingsbijstelling NHC in Wlz-tarief | 11,0 | – 7,7 | – 29,9 | – 36,1 | – 42,7 |
Overgangsproblematiek naar Wlz (zorgval) | 10,0 | 20,0 | 25,0 | 30,0 | 40,0 |
Nominaal en onverdeeld wlz | – 1,0 | 32,0 | 19,0 | 5,0 | – 14,0 |
Overig beleidsmatig | – 18,8 | 2,7 | – 7,5 | – 21,5 | – 32,0 |
Technisch | – 301,5 | – 218,7 | – 222,7 | – 224,4 | – 213,9 |
Overheveling middelen tijdelijke voorziening sociaal domein (IBP) (overboeking naar gemeentefonds) | – 100,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Loon- en prijsbijstelling 2018 Wmo huishoudelijke hulp, Wmo 2015 en Jeugdwet (overboeking naar gemeentefonds) | 0,0 | – 154,2 | – 154,5 | – 156,2 | – 156,2 |
Loon- en prijsbijstelling 2018 Wmo huishoudelijke hulp, Wmo 2015 en Jeugdwet | – 144,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Loon- en prijsbijstelling 2018 beschermd wonen | – 44,8 | – 45,8 | – 45,8 | – 45,8 | – 45,8 |
Overige technische mutaties | – 12,7 | – 18,7 | – 22,4 | – 22,4 | – 11,9 |
Totaal bijstellingen | – 283,3 | – 439,4 | – 649,1 | – 797,4 | – 1.004,3 |
Bruto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2018 | 21.578,4 | 23.888,3 | 26.059,5 | 28.269,4 | 30.285,0 |
Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2018 | 1.879,1 | 1.938,0 | 2.012,3 | 2.093,9 | 2.179,0 |
Bijstellingen Startnota | – 16,2 | – 44,8 | – 30,5 | – 30,5 | – 30,5 |
Wlz-ontvangsten NvW begroting 2018 | 1.862,9 | 1.893,1 | 1.981,7 | 2.063,3 | 2.148,4 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | |||||
Autonoom | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 |
Actualisering zorguitgaven | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 |
Totaal bijstellingen | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 |
Wlz-ontvangsten 1e suppletoire begroting 2018 | 1.838,1 | 1.868,3 | 1.956,9 | 2.038,5 | 2.123,6 |
Netto Wlz-uitgaven NvW begroting 2018 | 19.998,8 | 22.434,6 | 24.726,8 | 27.003,5 | 29.140,9 |
Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven | – 258,5 | – 414,6 | – 624,3 | – 772,6 | – 979,5 |
Netto Wlz-uitgaven 1e suppletoire begroting 2018 | 19.740,3 | 22.019,9 | 24.102,6 | 26.230,9 | 28.161,3 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
Toelichting
Uitgaven
Autonoom
Actualisering Wlz-uitgaven
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Binnen contracteerruimte | 247,9 | 247,9 | 247,9 | 247,9 | 247,9 |
Ouderenzorg | 80,6 | 80,6 | 80,6 | 80,6 | 80,6 |
Gehandicaptenzorg | 144,9 | 144,9 | 144,9 | 144,9 | 144,9 |
Langdurige ggz | – 37,3 | – 37,3 | – 37,3 | – 37,3 | – 37,3 |
Volledig pakket thuis | 51,2 | 51,2 | 51,2 | 51,2 | 51,2 |
Extramurale zorg | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 | – 24,8 |
Overig binnen contracteerruimte | 33,3 | 33,3 | 33,3 | 33,3 | 33,3 |
Persoonsgebonden budgetten | – 247,9 | – 247,9 | – 247,9 | – 247,9 | – 247,9 |
Buiten contracteerruimte | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 |
Overige buiten contracteerruimte | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 |
Stand 1e suppletoire begroting 2018 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 | 11,7 |
Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.
In tabel 4A is het onderdeel «Actualisering Wlz-uitgaven» uit tabel 4 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens over 2017 van het Zorginstituut en de NZa. De totale uitgaven binnen het Wlz-kader (= contracteerruimte plus pgb) wijzigen niet; wel is er sprake van technische verschuivingen tussen sectoren binnen de contracteerruimte. Hierbij is rekening gehouden met de voorkeuren van cliënten voor de verschillende leveringsvormen (zorg in natura en pgb).
In het verdiepingshoofdstuk wordt de actualisering van de Wlz-uitgaven per sector/deelsector verder toegelicht.
Loon- en prijsontwikkeling
De raming van de loon- en prijsbijstelling van de brutozorguitgaven is op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2018 van het Centraal Planbureau (CPB) neerwaarts bijgesteld als gevolg van de lagere loon- en prijsontwikkeling.
Beleidsmatig
Tijdelijke voorziening sociaal domein (IBP)
Met het interbestuurlijk programma (IBP) is afgesproken om een tijdelijke voorziening te treffen voor gemeenten, die een stapeling van tekorten ervaren bij de uitvoering van de taken in het sociaal domein. De omvang van de voorziening is € 200 miljoen. De voorziening wordt gevuld met € 100 miljoen in 2018 vanuit VWS en € 100 miljoen in 2018 uit de algemene uitkering. De verdeling van de middelen over de gemeenten zal worden aangeleverd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Actualisatie onderuitputting Zorg in natura (Wlz)
Op basis van de actualisatiecijfers wordt de in de VWS-begroting 2018 veronderstelde onderuitputting van de Wlz-leveringsvorm zorg in natura vanaf 2018 verlaagd van 0,6% naar 0,3%. De in de begroting geraamde uitgaven voor zorg in natura vallen hierdoor € 54 miljoen hoger uit. Het budget dat beschikbaar is voor inkoop van zorg in natura verandert niet.
Ramingsbijstelling NHC in Wlz-tarief
De indexering van de normatieve huisvestingscomponent is door het NZa lager vastgesteld dan in de raming was verondersteld. Hierdoor is de raming naar beneden bijgesteld.
Overgangsproblematiek naar Wlz (zorgval)
Bij de overgang van zorg en ondersteuning vanuit de Zvw en/of Wmo naar zorg vanuit de Wlz kunnen cliënten in de thuissituatie te maken krijgen met een terugval in uren zorg (omdat de inzet van Wlz-zorg thuis aan financiële grenzen is gebonden). Om de gevolgen van deze zogenaamde «zorgval» te voorkomen is besloten om de maatwerkregelingen zoals extra kosten thuis (EKT) en de meerzorgregeling uit te verruimen. Om dit te kunnen financieren zijn extra middelen nodig oplopend tot € 40 miljoen in 2022.
Nominaal en onverdeeld Wlz
Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de middelen op de post nominaal en onverdeeld Wlz.
Overig beleidsmatig
Deze post is het saldo van verschillende beleidsmatige mutaties.
Technisch
Overheveling middelen tijdelijke voorziening sociaal domein (IBP) (overboeking naar gemeentefonds)
Met het interbestuurlijk programma (IBP) is afgesproken om een tijdelijke voorziening te treffen voor gemeenten, die geconfronteerd worden met een stapeling van tekorten bij de uitvoering van de taken in het sociaal domein. De omvang van de voorziening is € 200 miljoen. De voorziening wordt gevuld met € 100 miljoen in 2018 vanuit VWS en € 100 miljoen in 2018 uit de algemene uitkering. De verdeling van de middelen over de gemeenten zal worden aangeleverd door de VNG.
Dit bedrag wordt overgeheveld van het Uitgavenplafond Zorg naar de algemene uitkering van het gemeentefonds (Uitgavenplafond Rijksbegroting).
Loon- en prijsbijstelling 2018 Wmo huishoudelijke verzorging, Wmo 2015 en Jeugdwet (overboeking naar gemeentefonds)
Deze mutatie betreft het overboeken van de reservering van de loon- en prijsbijstelling vanaf 2019 naar de integratie-uitkering Sociaal domein (delen Wmo 2015 en Jeugdwet) en de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging. Vanaf 2019 maken deze budgetten onderdeel uit van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Dit betreft een overboeking van het Uitgavenplafond Zorg naar het Uitgavenplafond Rijksbegroting.
Loon- en prijsbijstelling 2018 Wmo huishoudelijke verzorging, Wmo 2015 en Jeugdwet
Deze mutatie betreft het overhevelen van de reservering van de loon- en prijsbijstelling 2018 naar de integratie-uitkering Sociaal domein (delen Wmo 2015 en Jeugdwet) en de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging voor het jaar 2018.
Loon- en prijsbijstelling 2018 beschermd wonen
Deze mutatie betreft het overhevelen van de reservering van de loon- en prijsbijstelling 2018 naar de integratie-uitkering Sociaal domein, deel beschermd wonen.
Overig technisch
Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.
Ontvangsten
Autonoom
Actualisering zorguitgaven
De lagere ontvangsten (eigen bijdragen + overige baten) in 2017 zijn structureel van aard. De realisatie wijkt af van eerdere geraamde effecten van beleidswijzigingen onder meer vanuit het extramuraliseren, de overheveling van eerstelijns verblijf naar de Zvw en de verlaging van de eigen bijdrage bij het Modulair Pakket Thuis (MPT) en nominale bijstellingen.
3.3. Verticale ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven
Bij de begrotingsgefinancierde zorguitgaven gaat het met name om middelen die op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet in het gemeentefonds beschikbaar zijn voor de zorg en ondersteuning van jeugdigen, ouderen en mensen met beperkingen. Deze uitgaven staan op de begroting van het gemeentefonds.
Naast de Wmo 2015 en de Jeugdwet vallen enkele andere begrotingsgefinancierde posten onder de brutozorguitgaven. Tot deze categorie horen bepaalde uitgaven voor zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland, de uitgaven voor de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de subsidie(regelingen) NIPT, abortusklinieken, overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ), en kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid. Deze uitgaven worden op de VWS-begroting verantwoord op de artikelen 1, 2, 4 en 8. Ten slotte zijn er bedragen gereserveerd op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Dit betreft onder meer de loon- en prijsbijstelling voor de begrotingsgefinancierde zorguitgaven.
In tabel 5 wordt de ontwikkeling van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven weergegeven. De uitgaven die onder de Wmo 2015 en Jeugdwet vallen, worden in tabel 6 gespecificeerd.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Netto begrotingsgefinancierde Zorguitgaven ontwerpbegroting 2018 | 7.437,0 | 7.430,2 | 7.358,9 | 7.429,9 | 7.374,0 |
Bijstellingen Startnota | 17,0 | – 5.208,0 | – 5.218,9 | – 5.287,8 | – 5.289,7 |
Netto begrotingsgefinancierde Zorguitgaven NvW begroting 2018 | 7.454,0 | 2.222,2 | 2.140,0 | 2.142,1 | 2.084,3 |
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | |||||
Wmo 2015 en Jeugdwet (gemeentefonds). Zie tabel 6 | 193,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 |
Autonoom | 4,1 | 9,8 | 8,6 | 11,4 | 0,9 |
Loon- en prijsontwikkeling | 4,1 | 9,8 | 8,6 | 11,4 | 0,9 |
Beleidsmatig | – 27,1 | – 5,0 | 15,1 | – 1,9 | – 1,9 |
Subsidie NIPT (Artikel 1) | – 8,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Subsidie kwaliteit, transparantie en patiëntveiligheid (Artikel 2) | – 14,0 | – 3,0 | 17,0 | 0,0 | 0,0 |
Subsidieregeling overgang integrale tarieven MSZ (Artikel 2) | 2,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Zorgopleidingen (Artikel 4) | – 0,5 | – 0,5 | – 0,5 | – 0,5 | – 0,5 |
Zorg, jeugd en welzijn in Caribisch Nederland (Artikel 4) | – 4,0 | – 0,1 | – 0,1 | – 0,1 | – 0,1 |
Wtcg (Artikel 8) | – 1,8 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Loon- en prijsbijstelling begrotingsgefinancierde zorg | – 1,4 | – 1,4 | – 1,3 | – 1,3 | – 1,4 |
Technisch | – 15,0 | – 15,0 | – 15,0 | – 10,0 | 0,0 |
H62 Onafhankelijke cliëntondersteuning | – 15,0 | – 15,0 | – 15,0 | – 10,0 | 0,0 |
Totaal bijstellingen | 155,8 | 35,6 | 54,4 | 45,3 | 44,8 |
Netto begrotingsgefinancierde Zorguitgaven 1e suppletoire begroting 2018 | 7.609,8 | 2.257,8 | 2.194,4 | 2.187,4 | 2.129,1 |
De bijstellingen op de begrotingsgefinancierde zorguitgaven worden toegelicht bij de begrotingsartikelen.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
Netto Wmo- en Jeugdwet-uitgaven ontwerpbegroting 2018 | 6.887,8 | 6.871,6 | 6.877,0 | 6.943,3 | 6.939,9 |
Bijstellingen Startnota | 0,8 | – 5.244,6 | – 5.250,9 | – 5.317,2 | – 5.313,8 |
Netto Wmo- en Jeugdwet-uitgaven NvW begroting 2018 | 6.888,6 | 1.627,0 | 1.626,1 | 1.626,1 | 1.626,1 |
Technisch | 193,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 |
Loon- en prijsbijstelling 2018 overig Wmo 2015 en Jeugdwet | 144,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Loon- en prijsbijstelling 2018 beschermd wonen | 44,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 |
Overige | 5,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Totaal bijstellingen 1e suppletoire begroting 2018 | 193,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 | 45,8 |
Netto Wmo- en Jeugdwet-uitgaven 1e suppletoire begroting 2018 | 7.082,4 | 1.672,7 | 1.671,9 | 1.671,9 | 1.671,8 |
Alleen de middelen die behoren tot het Uitgavenplafond Zorg worden hier verantwoor
Toelichting
Uitgaven
Technisch
Loon- en prijsbijstelling 2018 Wmo huishoudelijke verzorging, Wmo 2015 en Jeugdwet
Deze mutatie betreft het overhevelen van de reservering van de loon- en prijsbijstelling 2018 naar de integratie-uitkering Sociaal domein (delen Wmo 2015 en Jeugdwet) en de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging voor het jaar 2018.
Loon- en prijsbijstelling 2018 beschermd wonen
Deze mutatie betreft het overhevelen van de reservering van de loon- en prijsbijstelling 2018 naar de integratie-uitkering Sociaal domein, deel beschermd wonen.