Algemene doelstelling
Het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraagstukken door de twee krachtens artikel 20, derde lid, van de Wet personenvervoer 2000 aangewezen openbare lichamen die verkeer- en vervoerstaken verrichten (vervoerregio’s). Dit betreffen thans de Stadsregio Amsterdam en het samenwerkingsverband van gemeenten in de zuidelijke Randstad, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Financieren
Rol en verantwoordelijkheden
De Minister is systeemverantwoordelijk voor de bijdrage aan de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die het mogelijk maakt dat er in de gebieden waar de vervoerregio’s actief zijn maatwerkoplossingen kunnen worden geboden voor verkeers- en vervoervraagstukken. Dit artikel hangt samen met artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid en artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor waarin het bredere beleidsveld wordt geschetst.
De samenwerkingsverbanden Stadsregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn verantwoordelijk voor de beleidsinhoudelijke beslissingen over hun verkeer- en vervoeraangelegenheden.
Beleidswijzigingen
Voor 2018 zijn er geen beleidswijzigingen.
Budgettaire gevolgen van beleid
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 923.409 | 875.709 | 881.534 | 880.156 | 894.269 | 883.468 | 869.279 | |
Uitgaven: | 893.936 | 930.277 | 881.588 | 881.547 | 880.078 | 869.277 | 869.279 | |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | |||||||
25.01 | Brede doeluitkering | 893.936 | 930.277 | 881.588 | 881.547 | 880.078 | 869.277 | 869.279 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
25.01 Brede Doeluitkering
Budgetflexibiliteit
Conform de wet BDU wordt jaarlijks voorafgaand aan het uitkeringsjaar de brede doeluitkering ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoersbeleid geheel als betalingsverplichting vastgelegd.
Toelichting op de financiële instrumenten
Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de Brede Doeluitkering aan de Stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek. Uitbetaling vindt plaats in vijf termijnen, waarvan de tweede termijn een dubbele is.
De Stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn vrij in de afweging aan welke verkeer- en vervoertaken zij de BDU-middelen besteden. Zij bepalen dat aan de hand van de doelen die zij willen bereiken op hun verkeer- en vervoersterrein. Daarbij hebben zij veel ruimte voor een eigen invulling, rekeninghoudend met de specifieke kenmerken van hun regio.