1. Algemene beleidsdoelstelling
Een kwalitatief goed, toegankelijk en betaalbaar aanbod voor curatieve zorg.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van VWS is verantwoordelijk voor een goed werkend en samenhangend stelsel voor curatieve zorg. De Zorgverzekeringswet vormt samen met de zorgbrede wetten, zoals de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) en de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) de wettelijke basis van dit stelsel.
Vanuit deze verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:
Stimuleren:
-
– Het bevorderen van de kwaliteit, (patiënt)veiligheid en innovatie in de curatieve zorg.
-
– Het ondersteunen van initiatieven om de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de curatieve zorg te garanderen en/of te verbeteren. Belangrijk daarin zijn de initiatieven om te komen tot een betrouwbare en veilige informatieuitwisseling. Het ondersteunen van initiatieven om fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen.
-
– Het bevorderen van de risicosolidariteit door het systeem van risicoverevening.
-
– Het bevorderen dat verzekerden beschikken over de juiste en begrijpelijke informatie om een keuze te kunnen maken voor een zorgverzekering en voor hun zorgaanbieder.
-
– Het stimuleren van regionale samenwerking tussen alle zorgaanbieders om antibioticaresistentie aan te pakken.
-
– Het stimuleren van de samenwerking tussen zorgaanbieders om optimale zorg te kunnen leveren door de juiste zorgverlener op de juiste plek zonder hapering.
-
– Het faciliteren en ondersteunen van gemeenten en regio’s in het realiseren van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag.
-
– Het opzetten van een gemeenschappelijk inkoopplatform ten behoeve van de inkoop van dure geneesmiddelen.
Financieren:
-
– Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het financieren van de zorguitgaven voor kinderen tot 18 jaar.
-
– Het bevorderen van kwalitatief goede zorg door medefinanciering van hoogwaardig oncologisch onderzoek.
-
– Het financieren van onderzoek dat gericht is op een snellere ontwikkeling van waarde toevoegende medische producten en behandelwijzen tegen aanvaardbare prijzen.
-
– Het financieren van onderzoek dat bijdraagt aan kwalitatief goed gepast gebruik van genees- en hulpmiddelen.
-
– Het financieren van initiatieven voor het ontwikkelen van alternatieve verdienmodellen voor geneesmiddelenontwikkeling.
-
– Verbetering van de kwaliteit van de zorg door financiering van de familie- en vertrouwenspersonen in ggz-instellingen.
-
– Financieren van diverse initiatieven gericht op suïcidepreventie waaronder 24/7 beschikbaarheid van acute anonieme psychische hulp.
-
– Het (mede)financieren van het digitale communicatiesysteem voor de zwaailichtsector.
-
– Het financieren van initiatieven die bijdragen aan een zorgvuldige orgaandonorwerving in de ziekenhuizen, het onderhouden van het donorregister en het geven van publieksvoorlichting over orgaandonatie.
-
– Het financieren van bijwerkingenregistraties en onderzoek ten behoeve van het monitoren van de productveiligheid.
-
– Bevorderen van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg door het (deels) compenseren van de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan onverzekerde (verwarde) personen, illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.
-
– Het compenseren van kostencomponenten die een gelijk speelveld verstoren (risicoverevening).
-
– Financieren van initiatieven op het gebied van ICT-infrastructuur ten behoeve van innovatieve zorgverlening en toegankelijkheid van gegevens voor patiënten.
Regisseren:
-
– Het onderhouden van wet- en regelgeving op het gebied van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, lichaamsmaterialen en bloedvoorziening.
-
– Het (door)ontwikkelen van productstructuren op basis waarvan onderhandelingen over bekostiging plaatsvinden.
-
– Het bepalen van de normen/criteria, waaraan de registers (bijvoorbeeld het BIG-register) die worden bijgehouden om de werking van het stelsel te bevorderen, moeten voldoen.
3. Beleidswijzigingen
Tolkenvoorziening huisartsen – statushouders
Huisartsen worden extra belast door de verhoogde instroom en snellere doorstroom van statushouders uit de opvanglocaties naar de gemeenten (en dus naar de reguliere zorg). VWS creëert daarom voor de duur van twee jaar tot 2020 een voorziening waarmee huisartsen een tolk kunnen inschakelen tijdens consulten met statushouders. De voorziening is uitsluitend beschikbaar voor statushouders voor een periode van zes maanden vanaf het moment dat zij zich inschrijven bij de huisarts. Deze periode is beperkt omdat het de eigen verantwoordelijkheid van statushouders is zo snel mogelijk de Nederlandse taal te leren.
Hoofdlijnenakkoord paramedische zorg
De ambitie is om de waarde van paramedische zorg merkbaar, zichtbaar en toetsbaar te maken voor zowel de patiënt die van deze zorg gebruik maakt als voor de maatschappij (burgers/verzekerden, zorgverzekeraars en andere zorgverleners). In juni 2017 is voor de jaren 2017 en 2018 een hoofdlijnenakkoord paramedische zorg2 gesloten. Dit eerste akkoord voor de paramedische zorg is in de kern een kwaliteitsakkoord. Tegelijkertijd wordt met dit akkoord ingezet op het verbeteren van de contractering en vermindering van de administratieve lasten. In het akkoord zijn concrete doelstellingen opgenomen en zijn daar per doelstelling acties aan gekoppeld om deze doelstellingen te bereiken. Een en ander is in detail uitgewerkt in een meerjarenagenda. De acties die met dit akkoord in gang zijn gezet zullen ook na 2018 doorlopen (TK 33 578, nr. 47).
Subsidieregeling borstprotheses transgenders
Bij de meerderheid van de man-vrouw transgenders is, ook na hormonale therapie, te weinig borstweefsel aanwezig om een voldoende vrouwelijk profiel te hebben. Transgenders ervaren dit als een ernstige belemmering bij hun transitie. Vergoeding via de Zorgverzekeringswet (Zvw) is niet mogelijk gebleken. Een subsidieregeling voor vergoeding van borstprotheses bij transgenders vanuit emancipatieperspectief heeft als doel om dit probleem weg te nemen (TK 29 689, nr. 832).
Onderzoeksinfrastructuur Prinses Maxima Centrum (PMC)
Om overlevingskansen voor kinderen met kanker te verbeteren is wetenschappelijk onderzoek van cruciaal belang. Om de doelmatigheid en opbrengsten van het onderzoek te verbeteren wordt in 2018 ingezet op het onder één dak brengen van kinderoncologische zorg en hoogwaardig onderzoek. Hiertoe wordt een researchorganisatie opgericht die wordt ondergebracht bij het PMC. Er wordt een subsidie verleend voor het bekostigen van de research infrastructuur in het algemeen (zoals het bekostigen van een deel van de vaste staf), de preklinische research infrastructuur (zoals de aanschaf van specifieke microscopen die gebruikt kunnen worden voor beeldvorming in cellen, tumoren en organen) en de klinische research infrastructuur (zoals het opzetten en uitbouwen van trialcentrum).
Pilot inbedding psychosociale zorg binnen de somatische zorg
Patiënten die kanker hebben gehad en als gevolg daarvan aanpassingsstoornissen krijgen die de huisarts niet kan behandelen, kunnen op grond van de Zvw geen aanspraak maken op behandeling. Ze worden ofwel overbehandeld (zwaardere indicatie, b.v. depressieve stoornis of angststoornis) ofwel onderbehandeld waardoor de klachten kunnen toenemen en uiteindelijk een zwaardere indicatie van toepassing wordt. Door deze onwenselijke situatie krijgt de patiënt niet de zorg waar hij behoefte aan heeft. Nu er een aanpassingsstoornisrichtlijn ligt voor (ex-) kankerpatiënten is het mogelijk om de psychische zorg voor deze groep patiënten duurzaam in te richten. Het landelijk overleg psychosociale oncologische zorg heeft samen met de Minister van VWS besloten om voor het inrichten van deze zorg te starten met een tweejarige pilot. De voorbereidende fase start in het najaar van 2017. In het eerste kwartaal van 2018 zullen de eerste patiënten binnen de pilot kunnen worden behandeld. Het doel van de pilot is het evalueren van de invloed van tijdige, gepaste en adequate zorg op de kosteneffectiviteit van de behandeling, het effect op het welzijn van de patiënt en op het werkelijke aantal patiënten dat wordt behandeld voor een aanpassingsstoornis bij kanker. De resultaten van de tweejarige pilot vormen de input voor een finale beslissing over mogelijke heropname van de aanpassingsstoornis ten gevolge van kanker in het basispakket of een andere vorm van financiering.
Hulpmiddelen
Kwaliteit loont en dat geldt ook voor hulpmiddelenzorg. Het juiste hulpmiddel bij de juiste patiënt – eenvoudig waar het kan en ingewikkeld waar nodig – is beter voor de patiënt en complicaties kunnen zo worden voorkomen. Dat is doelmatiger en gaat ook verspilling van middelen tegen. Op kleine schaal zijn de besparingen verkend of evident, maar veelal ontbreken harde cijfers over de potentiële baten van goede hulpmiddelenzorg. Zo is meestal niet duidelijk hoeveel zorg in voor de eerste lijn (bijvoorbeeld verpleging) of tweede lijn (behandeling) wordt voorkomen. Voor zorgverzekeraars is deze informatie belangrijk voor een doelmatige zorginkoop. De onderzoekskosten voor effectmeting (denk onder andere aan diabetes- en stomahulpmiddelen en dieetvoeding buiten het ziekenhuis) worden geraamd op circa € 0,2 miljoen per programma. Uitgaande van circa 15 programma’s worden de totale kosten geraamd op 3 miljoen. Met ondersteuning van deze programma’s worden de baten zichtbaar en willen we een meer integrale benadering stimuleren die meer op uitkomsten stuurt.
Verwarde personen
In het verlengde van de aanpak personen met verward gedrag is op 1 maart 2017 de «Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden» in werking getreden. De regeling heeft ten doel financiële belemmeringen om medisch noodzakelijke zorg te verlenen weg te nemen. Het betreft een tijdelijke regeling voor de duur van vijf jaar die zorgaanbieders de mogelijkheid biedt de kosten van medische zorg aan onverzekerde verzekeringsplichtigen te declareren bij het CAK. De regeling ondersteunt het werkprogramma van het Schakelteam voor mensen met verward gedrag (TK 25 424, nr. 338).
4. Budgettaire gevolgen van beleid
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.640.438 | 3.479.012 | 3.052.782 | 3.262.130 | 3.312.813 | 3.371.628 | 508.769 | ||
Uitgaven | 4.236.316 | 3.770.236 | 3.521.459 | 3.202.760 | 3.252.854 | 3.372.849 | 3.477.608 | ||
Waarvan juridisch verplicht (%) | 99,4% | ||||||||
1. Kwaliteit en veiligheid | 128.572 | 163.911 | 213.790 | 200.541 | 132.652 | 133.104 | 133.088 | ||
Subsidies | 120.556 | 147.128 | 195.300 | 183.161 | 119.462 | 118.398 | 118.601 | ||
IKNL en NKI | 52.590 | 52.466 | 52.466 | 52.466 | 52.466 | 52.466 | 52.466 | ||
Zwangerschap en geboorte | 4.796 | 6.073 | 5.323 | 2.923 | 2.423 | 2.423 | 2.423 | ||
Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA) | 3.339 | 3.360 | 3.648 | 3.648 | 3.648 | 3.648 | 3.648 | ||
Ontsluiten patiëntgegevens ziekenhuizen | 0 | 22.982 | 47.875 | 35.443 | 0 | 0 | 0 | ||
Stimuleren E-health en versterken inzet ICT ggz | 0 | 0 | 25.000 | 25.000 | 0 | 0 | 0 | ||
Nederlandse Transplantatie Stichting | 3.704 | 3.790 | 3.705 | 3.705 | 3.705 | 3.705 | 3.705 | ||
Orgaandonatie en transplantatie | 6.664 | 6.781 | 6.781 | 6.781 | 6.781 | 6.781 | 6.781 | ||
Expertisefunctie zintuigelijk gehandicapten | 21.967 | 21.967 | 21.967 | 21.967 | 21.967 | 21.967 | 21.967 | ||
Antibioticaresistentie | 0 | 6.500 | 10.000 | 15.100 | 15.100 | 15.100 | 15.100 | ||
Onderzoeksinfrastructuur Prinses Maxima Centrum (PMC) | 0 | 3.771 | 4.114 | 4.114 | 0 | 0 | 0 | ||
Borstimplantaten transgenders | 0 | 0 | 4.200 | 4.200 | 4.200 | 2.800 | 2.800 | ||
Overig | 27.496 | 19.438 | 10.221 | 7.814 | 9.172 | 9.508 | 9.711 | ||
Opdrachten | 4.612 | 7.047 | 7.510 | 6.555 | 6.610 | 8.076 | 7.957 | ||
Kwaliteitsbeleid paramedische zorg | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
Voorwaardelijke Toelating | 0 | 0 | 720 | 720 | 720 | 1.080 | 1.440 | ||
Publiekscampagne orgaandonatie | 1.557 | 0 | 1.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 3.055 | 6.047 | 3.990 | 4.835 | 4.890 | 5.996 | 5.517 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 3.355 | 8.018 | 7.284 | 7.280 | 4.580 | 4.630 | 4.530 | ||
aCBG | 0 | 2.700 | 2.700 | 2.700 | 0 | 0 | 0 | ||
CIBG: Donorregister | 3.035 | 2.380 | 2.440 | 2.440 | 2.440 | 2.440 | 2.440 | ||
Overig | 320 | 2.938 | 2.144 | 2.140 | 2.140 | 2.190 | 2.090 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 50 | 1.718 | 3.696 | 3.545 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | ||
Beschikbaarheid medische produkten | 0 | 0 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | ||
Overig | 50 | 1.718 | 1.696 | 1.545 | 0 | 0 | 0 | ||
2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 3.924.276 | 3.475.170 | 3.252.355 | 2.943.319 | 3.065.564 | 3.198.190 | 3.306.245 | ||
Subsidies | 22.459 | 35.112 | 41.448 | 38.107 | 36.571 | 34.593 | 34.445 | ||
Sluitende aanpak verwarde personen | 0 | 11.124 | 13.524 | 13.525 | 13.525 | 13.526 | 13.527 | ||
Eerstelijns gezondheidscentra in VINEX-gebieden | 1.532 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | ||
Kwaliteitsgelden Wijkverpleging | 0 | 600 | 1.400 | 1.200 | 1.200 | 1.200 | 1.200 | ||
Uitvoering wet verplichte ggz | 0 | 1.096 | 905 | 905 | 905 | 0 | 0 | ||
Vertrouwenspersoon in de ggz | 6.476 | 6.413 | 6.541 | 6.416 | 6.416 | 6.416 | 6.416 | ||
Suïcidepreventie | 3.154 | 4.028 | 4.040 | 3.652 | 3.652 | 3.652 | 3.652 | ||
Overig | 11.297 | 9.851 | 13.038 | 10.409 | 8.873 | 7.799 | 7.650 | ||
Bekostiging | 3.896.700 | 3.429.894 | 3.182.583 | 2.882.883 | 3.011.886 | 3.146.489 | 3.254.691 | ||
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18- | 2.508.700 | 2.490.500 | 2.693.800 | 2.845.100 | 2.974.100 | 3.108.700 | 3.216.900 | ||
Rijksbijdrage dempen premie ten gevolgen van HLZ | 1.353.000 | 902.000 | 451.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Zorg illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen | 35.000 | 37.394 | 37.783 | 37.783 | 37.786 | 37.789 | 37.791 | ||
Opdrachten | 3.315 | 4.371 | 20.725 | 14.037 | 9.890 | 9.892 | 9.893 | ||
Kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid hulpmiddelen | 0 | 2.100 | 3.200 | 3.300 | 3.400 | 3.400 | 3.400 | ||
Tolkenvoorziening huisartsen – statushouders | 0 | 1.247 | 2.805 | 779 | 0 | 0 | 0 | ||
Publiekscampagne Depressie | 900 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | ||
Pilot Inbedding Psychosociale zorg bij somatische aandoeningen | 0 | 0 | 4.000 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 2.415 | 24 | 9.720 | 4.958 | 5.490 | 5.492 | 5.493 | ||
Bijdragen aan agentschappen (apparaat) | 1.802 | 1.660 | 1.569 | 1.567 | 1.567 | 1.566 | 1.566 | ||
CIBG: WPG/GVS/APG | 1.802 | 1.660 | 1.569 | 1.567 | 1.567 | 1.566 | 1.566 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 4.133 | 6.030 | 6.725 | 5.650 | 5.650 | 5.650 | ||
ZonMw: goed gebruik hulpmiddelen | 0 | 4.133 | 6.030 | 6.725 | 5.650 | 5.650 | 5.650 | ||
3. Ondersteuning van het stelsel | 183.467 | 131.155 | 55.314 | 58.900 | 54.638 | 41.555 | 38.275 | ||
Subsidies | 2.339 | 5.207 | 4.607 | 12.947 | 11.387 | 2.067 | 2.067 | ||
Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen | 927 | 1.243 | 1.243 | 1.243 | 1.243 | 1.243 | 1.243 | ||
Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg | 1.120 | 2.720 | 2.720 | 11.560 | 10.000 | 680 | 680 | ||
Overig | 292 | 1.244 | 644 | 144 | 144 | 144 | 144 | ||
Bekostiging | 47.750 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Afwikkeling algemene kas ZFW | 47.750 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Inkomensoverdrachten | 110.137 | 104.142 | 22.056 | 17.676 | 15.003 | 11.241 | 7.961 | ||
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel | 25.041 | 23.036 | 21.950 | 17.570 | 14.897 | 11.135 | 7.855 | ||
Schadevergoeding Erasmus MC | 85.000 | 81.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 96 | 106 | 106 | 106 | 106 | 106 | 106 | ||
Opdrachten | 7.358 | 5.312 | 4.544 | 4.544 | 4.516 | 4.516 | 4.516 | ||
Risicoverevening | 1.826 | 2.292 | 1.927 | 1.927 | 1.927 | 1.927 | 1.927 | ||
Uitvoering zorgverzekeringstelsel | 548 | 853 | 508 | 508 | 480 | 480 | 480 | ||
Overig | 4.984 | 2.167 | 2.109 | 2.109 | 2.109 | 2.109 | 2.109 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 15.883 | 15.806 | 15.815 | 15.815 | 15.814 | 15.813 | 15.813 | ||
CJIB: Onverzekerden en wanbetalers | 15.883 | 15.806 | 15.815 | 15.815 | 15.814 | 15.813 | 15.813 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 561 | 4.075 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | ||
SVB: Onverzekerden | 0 | 559 | 3.600 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | ||
Overig | 0 | 2 | 475 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 127 | 4.217 | 4.218 | 4.218 | 4.218 | 4.218 | ||
VenJ: Bijdrage C2000 | 0 | 127 | 4.217 | 4.218 | 4.218 | 4.218 | 4.218 | ||
Ontvangsten | 152.126 | 2.053 | 1.053 | 1.053 | 1.053 | 1.053 | 1.053 | ||
Wanbetalers en onverzekerden | 82.640 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 69.486 | 2.053 | 1.053 | 1.053 | 1.053 | 1.053 | 1.053 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget voor 2018 van € 241,4 miljoen is 94% juridisch verplicht. Het betreft diverse subsidies op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid, subsidies ter bevordering van de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en subsidies die de werking van het stelsel bevorderen.
Opdrachten
Van het beschikbare budget voor 2018 van € 32,8 miljoen is 77% juridisch verplicht. Het betreft diverse opdrachten op het gebied van kwaliteit en (patiënt)veiligheid en opdrachten die de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en de werking van het stelsel moeten bevorderen.
Bekostiging
Van het beschikbare budget voor 2018 van € 3,2 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de rijksbijdrage aan het Zorgverzekeringsfonds voor de financiering van verzekerden jonger dan 18 jaar en de bekostiging van de compensatie van (een deel van) de gederfde inkomsten van zorgaanbieders als gevolg van het verstrekken van zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget 2018 van € 22,1, miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de de overgangsregeling FLO/VUT voor het ambulancepersoneel.
Bijdragen aan agentschappen
Van het beschikbare budget voor 2018 van € 24,7 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het CJIB voor de actieve opsporing van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget voor 2018 van € 13,8 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft voornamelijk de bijdrage aan het Zorginstituut Nederland voor de actieve opsporing van onverzekerden en wanbetalers Zorgverzekeringswet en de middelen aan ZonMw voor het programma goed gebruik hulpmiddelen.
Bijdragen aan ander begrotingshoofdstukken
Van het beschikbare budget 2018 van € 4,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage aan C2000.
5. Toelichting op de instrumenten
1. Kwaliteit en veiligheid
Subsidies
Integraal kankercentrum Nederland (IKNL) en Nederlands Kanker Instituut (NKI)
Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) is een kennis- en kwaliteitsinstituut voor professionals en bestuurders in de oncologische en palliatieve zorg met als doel deze zorg voortdurend te verbeteren. Het IKNL draagt bij aan het verbeteren van de oncologische en palliatieve zorg door het verzamelen van gegevens, het opstellen van richtlijnen, het bewaken van kwaliteit, het faciliteren van samenwerkingsverbanden en bij- en nascholing. In totaal is voor de uitvoering van deze activiteiten in 2018 een bedrag van € 35,2 miljoen beschikbaar.
Het Nederlands Kanker Instituut (NKI) is een internationaal erkend centre of excellence op het gebied van oncologisch onderzoek. VWS financiert het NKI met als doel fundamenteel, translationeel en klinisch kankeronderzoek te bevorderen ten behoeve van verbetering van de overleving van kanker en kwaliteit van leven van de patiënt. In totaal is in 2018 een bedrag beschikbaar van circa € 17,2 miljoen.
Zwangerschap en geboorte
De recente cijfers over de perinatale sterfte laten zien dat er in Nederland sprake is van een dalende trend. De cijfers uit verschillende andere Europese landen laten zien dat een verdere daling van de perinatale sterfte mogelijk is. De komende jaren zal daarom worden ingezet op het doorvoeren van verdere verbeteringen in de geboortezorg. In 2018 is hiervoor in totaal circa € 5,3 miljoen beschikbaar. Een deel hiervan gaat als subsidie naar het College Perinatale Zorg (CPZ) en Perined (de gefuseerde organisatie van de Perinatale Audit Nederland (PAN) en Perinatale Registratie Nederland (PRN) gesubsidieerd. Perined zorgt ervoor dat de afzonderlijke registraties (van de verschillende beroepsgroepen) worden gekoppeld, waardoor een sectorbrede perinatale registratie ontstaat, die mogelijkheden biedt voor onderzoek, vergelijkingen en indicatoren op basis waarvan verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Daarnaast ontvangt Perined middelen voor de perinatale audit. CPZ geeft richting aan de beste geboortezorg voor moeder en kind op basis van de adviezen van de stuurgroep Zwangerschap en Geboorte «Een goed begin»(2010).
Een ander deel wordt beschikbaar gesteld om zorgprofessionals binnen de geboortezorg in staat te stellen hun ICT-infrastructuur patiëntgerichter te maken, zodat de patiënt toegang krijgt tot zijn gegevens en deze kan gebruiken voor regie over zijn gezondheid en om digitaal gegevensuitwisseling tussen zorgprofessionals mogelijk te maken.
Verder is er voor de periode 2017–2021 € 20 miljoen beschikbaar voor de voortzetting van het ZonMw-programma Zwangerschap en geboorte op basis van de nieuwe onderzoeksagenda «Een gezonde start voor moeder en kind; Integrale zorg rondom zwangerschap en geboorte». De middelen voor dit ZonMw-programma zijn overgeheveld naar artikel 4.
Registratie en uitwisseling zorggegevens (PALGA)
De Stichting Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA) beheert de landelijke databank met alle pathologie-uitslagen en het computernetwerk voor de gegevensuitwisseling met alle pathologielaboratoria in Nederland. Voor de uitvoering van deze activiteiten is in 2018 een bedrag beschikbaar van € 3,6 miljoen.
Ontsluiten patiëntgegevens medisch specialistische zorg
Gedurende de periode 2017–2019 stelt het Ministerie van VWS € 105 miljoen beschikbaar aan ziekenhuizen en andere instellingen voor medisch-specialistische zorg om hen in staat te stellen hun ICT-infrastructuur patiëntgerichter te maken en gestandaardiseerde gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Hiermee krijgt de patiënt op veilige wijze toegang tot zijn gegevens en kan hij deze gebruiken voor regie over zijn gezondheid, bijvoorbeeld door de inzet van apps of delen met andere zorgverleners. Door de standaardisering van de gegevensuitwisseling wordt ook een basis gelegd voor de inzet van e-health in de zorg en de ontwikkeling dat zorg steeds meer in netwerken en door meerdere zorgverleners wordt geleverd.
Stimuleren E health en versterken inzet ICT ggz
In de nieuwe afspraken «aanpak wachttijden ggz» (2018) is afgesproken om de inzet van e-health in de ggz te stimuleren en te investeren in informatievoorziening zoals een verbeterde uitwisseling tussen zorgverleners en hun patiënt en zorgverleners onderling. Hiervoor is in 2018 en 2019 jaarlijks een bedrag van € 25 miljoen beschikbaar.
Nederlanse Transplantatie Stichting
De Nederlandse Transplantatie Stichting krijgt op structurele basis subsidie voor activiteiten op het terrein van voorlichting over orgaandonatie en het ondersteunen en monitoren van de donorwerving in ziekenhuizen. In 2018 gaat het om een bedrag van € 3,7 miljoen.
Orgaandonatie en transplantatie
Een twintigtal ziekenhuizen in regio’s rondom de academische centra van Groningen, Nijmegen, Maastricht, Utrecht, Amsterdam, Leiden en Rotterdam krijgen subsidie voor beleid en organisatie rond orgaandonatie. Daarnaast wordt een deel van de Zelfstandig Uitname Teams (ZUT) gefinancierd voor zover deze niet onder de beschikbaarheidbijdrage postmortale orgaandonatie vallen. Voor 2018 is hiervoor een bedrag van € 6,8 miljoen gereserveerd.
Expertisefunctie zintuiglijk gehandicapten
De extramurale zintuiglijk gehandicaptenzorg (ZG) valt onder de Zvw. De specifieke expertisefunctie van de aanbieders van ZG-zorg kan echter niet vanuit de Zvw worden gefinancierd, omdat zij niet onder te brengen is in prestaties ten behoeve van individuele cliënten. Daarom wordt deze expertisefunctie gefinancierd vanuit VWS met een instellingssubsidie aan de aanbieders van ZG-zorg. Hiervoor is in 2018 een bedrag van € 22 miljoen beschikbaar. In 2018 onderzoekt een adviescommissie de mogelijkheden om de financiering van de expertisefunctie met ingang van 2019 op een andere manier in te richten.
Antibioticaresistentie
In de Kamerbrief over de voortgang aanpak antibioticaresistentie (TK 32 620, nr. 187) is aangegeven dat er 10 zorgnetwerken moeten komen waarin zorgaanbieders in de eerste en de tweedelijn regionaal samenwerken om antibioticaresistentie aan te pakken. Deze netwerken worden in de opstartfase in 2017 en 2018 gesubsidieerd door VWS. In 2018 zal worden uitgewerkt op welke wijze de netwerken structureel kunnen worden bekostigd. Voor de aanpak van antibioticaresistentie in de zorg is in 2018 een bedrag van € 10 miljoen en vanaf 2019 een bedrag van € 15,1 miljoen beschikbaar.
Onderzoeksinfrastructuur Prinses Maxima Centrum (PMC)
Om overlevingskansen voor kinderen met kanker te verbeteren is wetenschappelijk onderzoek van cruciaal belang. Om de doelmatigheid en opbrengsten van het onderzoek te verbeteren wordt in 2018 ingezet op het onder één dak brengen van kinderoncologische zorg en hoogwaardig onderzoek. Hiertoe wordt een researchorganisatie opgericht die wordt ondergebracht bij het PMC. Het PMC krijgt van 2017 t/m 2019 een subsidie van circa € 4,1 miljoen per jaar voor de infrastructuur van kinderoncologisch onderzoek.
Borstimplantaten transgenders
Bij de meerderheid van de man-vrouw transgenders is, ook na hormonale therapie, te weinig borstweefsel aanwezig om een voldoende vrouwelijk profiel te hebben. Transgenders ervaren dit als een ernstige belemmering bij hun transitie. Vergoeding via de Zorgverzekeringswet (Zvw) is niet mogelijk gebleken. Voor deze regeling is in de jaren 2018 t/m 2020 € 4,2 miljoen per jaar gereserveerd. In deze jaren is rekening gehouden met een mogelijke inhaalvraag. In de jaren daarna is een bedrag van € 2,8 miljoen per jaar beschikbaar. De subsidieregeling wordt in het voorjaar van 2018 opengesteld.
Overig
Hieronder vallen ondermeer de subsidies voor projecten inzake bescherming persoonsgegevens (€ 0,2 miljoen), de kwaliteitsgelden ggz (€ 2,5 miljoen) en subsidies voor het toepassen van innovatieve perfusietechnieken voor donororganen (€ 2 miljoen).
Opdrachten
Programma Gender en gezondheid
Voor het doen van onderzoek naar genderverschillen in de gezondheidszorg, en het beter verspreiden van kennis voert ZonMw van 2016 tot en met 2022 het programma «Gender en gezondheid» uit. VWS heeft hiervoor in totaal € 12 miljoen ter beschikking gesteld. De middelen hiervoor zijn overgeheveld naar artikel 4.
Doelmatigheid UMC's/Citrienfonds
Vanaf 2014 is voor een periode van 5 jaar een bedrag van € 25 miljoen beschikbaar gesteld aan de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) voor projecten die een bijdrage leveren aan een duurzame gezondheidszorg. Dit gebeurt in de vorm van een fonds, genaamd het Citrienfonds. De UMC’s werken via het Citrienfonds samen met stakeholders aan duurzame en breed inzetbare verbeteringen in de zorg vanuit hun maatschappelijke rol als innovators van de gezondheidszorg. Door het fonds wordt aan de belangrijkste uitdaging van dit moment gewerkt, namelijk ervoor zorgen dat de kwaliteit van de zorg goed blijft of zelfs nog beter wordt én dat de zorg ook in de toekomst betaalbaar blijft.
In samenpraak met de NFU zijn 5 thema’s gekozen: Registratie aan de bron, Naar regionale oncologienetwerken, doen of laten? Terugdringen van onnodige zorg, Sturen op kwaliteit en E-health. ZonMw coördineert dit. In 2020 zal worden geëvalueerd in welke mate de doelstellingen zijn behaald. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Experiment Topzorg
Met het experiment TopZorg subsidieert VWS gedurende de periode 2015–2019 de combinatie van zeer specialistische zorg met wetenschappelijk onderzoek in drie niet-academische ziekenhuizen, namelijk het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg en het Oogziekenhuis Rotterdam. Doel van het experiment TopZorg is om vast te stellen of het meerwaarde biedt om een dergelijke combinatie van zorg en onderzoek ook te faciliteren voor niet-academische ziekenhuizen. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Kwaliteitsbeleid paramedische zorg
De ambitie is om de waarde van paramedische zorg merkbaar, zichtbaar en toetsbaar te maken voor zowel de patiënt die van deze zorg gebruik maakt als voor de maatschappij (burgers/verzekerden, zorgverzekeraars en andere zorgverleners). In juni 2017 is voor de jaren 2017 en 2018 een hoofdlijnenakkoord paramedische zorg3 gesloten. Dit eerste akkoord voor de paramedische zorg is in de kern een kwaliteitsakkoord. Tegelijkertijd wordt met dit akkoord ingezet op het verbeteren van de contractering en vermindering van de administratieve lasten. De acties die met dit akkoord in gang zijn gezet zullen ook na 2018 doorlopen. Partijen hebben de afspraken in een meerjarenagenda in detail uitgewerkt. Hiervoor is jaarlijks € 1 miljoen gereserveerd.
Overig
Hier worden ondermeer de kosten geraamd voor de publiekscampagne orgaandonatie (€ 1,8 miljoen), initiatieven gericht op de EMA vestiging in Nederland (€ 1,1 miljoen), het lidmaatschap aan de International Health Terminology Standards Development Organisation (€ 0,3 miljoen), het meldpunt voor Kinderen met een intensieve zorgvraag (€ 0,2 miljoen) en het implantatenregister (€ 0,5 miljoen).
Bijdragen aan agentschappen
aCBG
Het agentschap College ter beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG) ontvangt in de periode 2017 tot en met 2019 jaarlijks € 2,7 miljoen om te investeren in uitbreiding en opleiding van personeel en het coachen en trainen van beoordelaars uit de nieuwere EU-lidstaten. Dit hangt samen met de voorgenomen Britse uittreding uit de EU en het daarmee gepaard gaande vertrek van de European Medicines Agency (EMA) uit Londen. Hierdoor neemt het aantal door het aCBG en elders te beoordelen toelatingsdossiers naar verwachting toe.
CIBG: donorregister
Het agentschap CIBG ontvangt in 2018 een bijdrage van € 2,4 miljoen voor het verzorgen van het Donorregister waarin de keuze omtrent orgaandonatie van burgers wordt vastgelegd.
Overig
Hieronder vallen onder meer het implantatenregister (€ 0,7 miljoen) en het expertisecentrum hulpmiddelen en implementatie verordening (€ 0,7 miljoen).
2. Toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg
Subsidies
Sluitende aanpak verwarde personen
Voor een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag wordt een samenhangend pakket aan maatregelen genomen waarvoor vanaf 2017 jaarlijks € 30 miljoen beschikbaar is gesteld.
Om ervoor te zorgen dat iedereen in Nederland de zorg krijgt die hij/zij nodig heeft, wordt een subsidieregeling opgesteld waar zorgaanbieders – onder strikte voorwaarden – de kosten kunnen declareren voor zorg aan mensen die onverzekerd zijn. Deze subsidieregeling dekt alleen de eerste nood af. Opzet van de regeling is nadrukkelijk om deze mensen hierna alsnog zo snel mogelijk te verzekeren. Voor deze subsidieregeling is vanaf 2017 € 11,5 miljoen beschikbaar. Tevens is er op de begroting vanaf 2017 jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar voor onder andere de voortzetting van de activiteiten van het aanjaagteam verwarde personen.
Daarnaast is er voor de periode 2017–2021 in totaal een bedrag van € 48 miljoen beschikbaar voor een meerjarig ZonMw-programma om projecten en initiatieven te faciliteren die bijdragen aan het realiseren van een regionale sluitende aanpak voor personen met verward gedrag. De middelen hiervoor zijn opgenomen onder artikel 4.
Voor het vervoer van personen met verward gedrag door regionale ambulancevoorzieningen is jaarlijks € 6 miljoen beschikbaar gesteld. De middelen hiervoor zijn opgenomen bij de premie-uitgaven aan ambulancezorg welke worden toegelicht in het Financieel Beeld Zorg. In overleg met Ambulancezorg Nederland en Zorgverzekeraars Nederland is ervoor gekozen vanaf 2018 tijdelijk een deel van deze middelen via het bovengenoemde ZonMw-programma beschikbaar te stellen voor pilots met vervoer van personen met verward gedrag door regionale ambulancevoorzieningen. Het gaat om € 4 miljoen in 2018, € 3,5 miljoen in 2019, € 3 miljoen in 2020 en € 1,5 miljoen in 2021.
Eerstelijns gezondheidscentra in VINEX-gebieden
Het is van belang dat er in grootschalige nieuwbouwlocaties, waar nog niet voldoende patiënten wonen, geïntegreerde eerstelijnszorg wordt aangeboden. Daarom worden gezondheidscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties contractueel belast met het aanbieden van die zorg bij wijze van dienst van algemeen economisch belang. Dit betekent dat zij de taak hebben om op die locaties geïntegreerde eerstelijnszorg te verlenen en verder te ontwikkelen. Hiertoe zullen zij gedurende de aanloopperiode (maximaal vijf jaar) subsidie ontvangen. Hiervoor is voor 2018 € 2 miljoen gereserveerd.
Kwaliteitsgelden wijkverpleging
Naast de aandacht voor de nieuwe bekostiging van de wijkverpleging is er ook een kwaliteitsslag in de wijkverpleging nodig. De ontwikkeling van richtlijnen in de wijkverpleging speelt daarin een belangrijke rol. Naast de € 1 miljoen die hiervoor reeds via ZonMw beschikbaar wordt gesteld, stelt VWS hiervoor in 2018 € 1,4 miljoen en structureel € 1,2 miljoen extra beschikbaar. In 2018 worden deze middelen aangewend voor een intensivering van het reeds bestaande ZonMw-programma.
Vertrouwenspersoon in de ggz
De patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) is de onafhankelijke ondersteuner van cliënten in de ggz. De werkzaamheden van de PVP hebben een wettelijke basis in de Wet Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en het besluit PVP Bopz. Met de instellingssubsidie aan de Stichting PVP stelt VWS de PVP in staat om deze wettelijke taak uit te voeren. Daarnaast financiert VWS de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP). Een familievetrouwenspersoon (fvp) voorziet familieleden en naasten van advies, bijstand en informatie over de patiënt in de geestelijke gezondheidszorg. Met de subsidie aan de LSFVP draagt VWS bij aan de financiering van een landelijk dekkend netwerk van familievertrouwenspersonen. Sinds mei 2016 ontvangt de LSFVP naast een instellingssubsidie een projectsubsidie. Dit vloeit voort uit het amendement De Lange en Tanamal dat is aangenomen bij de VWS-begrotingsbehandeling 2016 (TK 34 300, nr. 28). Met het wetsvoorstel Wet verplichte ggz dat in behandeling is bij de Eerste Kamer krijgt ook de fvp een wettelijke verankering.
In totaal is voor de vertrouwenspersonen in de ggz in 2018 een bedrag beschikbaar van € 6,5 miljoen.
Suïcidepreventie
Stichting 113Online (sinds kort 113Zelfmoordpreventie, verder te noemen 113) ontvangt een subsidie voor het verlenen van acute anonieme hulp. In 2018 is € 3,4 miljoen beschikbaar voor 113. Daarnaast ontvangt 113 een subsidie voor de coördinatie en het aanjagen van de uitvoering van de Landelijke agenda suïcidepreventie. De Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd over de landelijke suïcidecijfers en de uitvoering van deze agenda. Voor de uitvoering van deze agenda is in 2018 € 0,3 miljoen beschikbaar. Verder ontvangt 113 een subsidie voor Supranet. Het doel van deze subsidie is het realiseren van een regionale aanpak binnen zeven regio’s om het aantal suïcides terug te dringen. In 2018 is hiervoor € 0,4 miljoen beschikbaar.
Memorabel
Voor het vervolg op het ZonMw-onderzoeksprogramma Memorabel (deel 2) is in totaal € 32 miljoen beschikbaar voor de periode 2017–2020. Met dit programma wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderzoek naar de oorzaken, preventie, diagnostiek en behandeling van dementie en de zorg voor mensen met dementie. Voor de curatieve zorg is hier jaarlijks € 3 miljoen voor beschikbaar gesteld, die zijn overgeheveld naar artikel 4.
Overig
Hieronder vallen ondermeer de competentieversterking van zittende apothekers (€ 1,8 miljoen), fair medicines (€ 1 miljoen), de medicijnbalans (€ 0,5 miljoen), kinderformularium (€ 0,3 miljoen), NEMESIS III (€ 0,7 miljoen), de inloophuizen voor kankerpatiënten (€ 0,4 miljoen) en Beter met elkaar (2,6 miljoen).
Bekostiging
Rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds voor financiering van verzekerden 18-
Kinderen tot achttien jaar betalen geen nominale premie Zvw. De rijksbijdrage Zorgverzekeringsfonds (circa € 2,7 miljard) voorziet in de financiering van deze premie.
Rijksbijdrage demping premie ten gevolgen van HLZ
De transitie van de AWBZ naar de Wlz, waarbij tevens overhevelingen plaatsvinden van de AWBZ naar de Zvw, zorgt voor een effect op de Zvw-premie. Een tegengesteld effect doet zich voor als gevolg van de overheveling van de jeugd-ggz naar de gemeenten. Om het gesaldeerde premie-effect te dempen is een rijksbijdrage ingevoerd. Deze rijksbijdrage loopt af van € 1,8 miljard in 2015 naar € 0 in 2019. In 2018 is de rijksbijdrage € 451 miljoen.
Zorg aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen
Zorgaanbieders kunnen een bijdrage vragen aan het Zorginstituut Nederland als zij medisch noodzakelijke zorg hebben verleend aan illegalen en andere onverzekerbare vreemdelingen en de kosten daarvan niet of niet volledig verhaalbaar blijken op de patiënt. Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor compensatie uit collectieve middelen onder in de wet (Zvw, art. 122a) gestelde voorwaarden. Voor compensatie aan de zorgaanbieders is in 2018 € 37,8 miljoen beschikbaar. De uitvoeringskosten van deze regeling zijn overgeheveld naar artikel 4.
Opdrachten
Kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid hulpmiddelen
Kwaliteit loont en dat geldt ook voor hulpmiddelenzorg. Het juiste hulpmiddel bij de juiste patiënt – eenvoudig waar het kan en ingewikkeld waar nodig – is beter voor de patiënt en complicaties kunnen zo worden voorkomen. Dat is doelmatiger en gaat ook verspilling van middelen tegen. Op kleine schaal zijn de besparingen verkend of evident, maar veelal ontbreken harde cijfers over de potentiële baten van goede hulpmiddelenzorg. Zo is meestal niet duidelijk hoeveel zorg in voor de eerste lijn (bijvoorbeeld verpleging) of tweede lijn (behandeling) wordt voorkomen. Voor zorgverzekeraars is deze informatie belangrijk voor een doelmatige zorginkoop. De onderzoekskosten voor effectmeting (denk onder andere aan diabetes- en stoma hulpmiddelen en dieetvoeding buiten het ziekenhuis) worden geraamd op circa € 0,2 miljoen per programma. Uitgaande van circa 16 programma’s worden de totale kosten geraamd op € 3,2 miljoen. Met ondersteuning van deze programma’s worden de baten zichtbaar en willen we een meer integrale benadering stimuleren die meer op uitkomsten stuurt.
Tolkenvoorziening huisartsen – statushouders
Huisartsen worden extra belast door de verhoogde instroom en snellere doorstroom van statushouders uit de opvanglocaties naar de gemeenten (en dus naar de reguliere zorg). VWS creëert daarom voor de duur van twee jaar tot 2020 een voorziening waarmee huisartsen een tolk kunnen inschakelen tijdens consulten met statushouders. Hiervoor is in 2018 € 2,8 miljoen beschikbaar. De voorziening is uitsluitend beschikbaar voor statushouders voor een periode van 6 maanden vanaf het moment dat zij zich inschrijven bij de huisarts. Deze periode is beperkt omdat het de eigen verantwoordelijkheid van statushouders is zo snel mogelijk de Nederlandse taal te leren.
Pilot inbedding psychosociale zorg bij somatische aandoeningen
Het landelijk overleg psychosociale oncologische zorg heeft samen met de Minister van VWS besloten tot een tweejarige pilot voor het inrichten van zorg voor patiënten die kanker hebben gehad en als gevolg daarvan aanpassingstoornissen krijgen die niet kunnen worden behandeld door een huisarts. Voor deze pilot is in 2018 € 4 miljoen beschikbaar.
Overig
Hieronder vallen onder meer de kosten voor informatievoorziening binnen de farmacie (€ 1,6 miljoen), informatievoorziening rondom patiënten en geneesmiddelen (€ 0,5 miljoen), en opdrachten in het kader van de implementatie van de Wet verplichte ggz (€ 6,4 miljoen).
Bijlagen aan ZBO's/RWT's
Goed gebruik hulpmiddelen
Om er voor te zorgen dat hulpmiddelen doelmatig worden ingezet, worden effectmetingen gedaan naar de inzet hiervan. Hiervoor is in 2018 € 6 miljoen beschikbaar.
3. Ondersteuning van het stelsel
Subsidies
Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen (SKGZ)
De Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen (SKGZ) ontvangt voor het project «Zorgverzekeringslijn» een instellingssubsidie. In 2018 gaat het om een bedrag van € 1,2 miljoen. De activiteiten van de Zorgverzekeringslijn voorzien in informatie en advies over de zorgverzekering, de verzekeringsplicht, wat te doen bij betalingsproblemen of onverzekerdheid en biedt zo nodig en gewenst een doorverwijzing naar lokaal welzijnswerk of schuldbemiddeling.
Overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg (MSZ)
Voor vrijgevestigde medisch specialisten is een subsidieregeling ingesteld om de financiële belemmeringen voor een overstap naar loondienst te verminderen. Dit is een uitvloeisel van het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg 2014–2017 en de invoering van integrale tarieven in de medisch-specialistische zorg. Op aanvraag wordt 80% van het subsidiebedrag van € 100.000 per specialist uitgekeerd, bij de vaststelling vier jaar na aanvraag het restant van 20%. In 2018 is een bedrag van € 2,7 miljoen beschikbaar.
Inkomensoverdrachten
Overgangsregeling FLO/VUT ouderenregeling ambulancepersoneel
Bij de afschaffing van de regelingen rond Functioneel Leeftijdsontslag/Vervoegde Uittreding (FLO/VUT) zijn afspraken gemaakt over de vergoeding van het overgangsrecht ouderenregelingen voor de verschillende diensten om de continuïteit van ambulancezorg te garanderen en om een ongelijk speelveld tussen de verschillende soorten ambulancediensten (publiek, B3 en particulier) te voorkomen. De kosten van het overgangsrecht zijn in de tarieven voor de ambulancediensten verwerkt. Met de ambulancediensten is een overeenkomst gesloten, waarin is geregeld dat een groot deel van de kosten bij VWS gedeclareerd kan worden. Om verschillen in de tariefstelling ten gevolge van de ouderenregelingen te voorkomen, is ervoor gekozen de betalingen van alle drie deze regelingen via de begroting van VWS te laten verlopen. In 2018 is hiervoor een bedrag beschikbaar van € 21,9 miljoen.
Opdrachten
Risicoverevening
In 2018 zullen diverse onderzoeken worden uitgevoerd met als doel om de risicoverevening in de toekomst verder te verbeteren. Partijen hebben diverse inhoudelijke verbeteringen aangedragen. Deze inhoudelijke verbeteringen zijn besproken in de Werkgroep Ontwikkeling Risicoverevening (WOR) en leiden tot een onderzoeksprogramma ten behoeve van het risicovereveningsmodel 2019 en een meerjarig onderzoeksprogramma. Het meerjarige onderzoeksprogramma bevat onderzoeken waarvan de resultaten niet direct betrekking hebben op het vereveningsmodel voor komend jaar vanwege een meer fundamentele vraagstelling en langere doorlooptijd. Voor 2018 is hiervoor circa € 1,9 miljoen beschikbaar.
Verdere ontwikkeling DBC’s
De middelen op de begroting van VWS voor de (door)ontwikkeling en het beheer van de DBC-systematiek worden beschikbaar gesteld aan de NZa. Deze middelen worden geraamd op artikel 4 Zorgbreed beleid.
Bijdragen aan agentschappen
CJIB: onverzekerden en wanbetalers
Het kabinet vindt het ongewenst dat mensen zich aan de solidariteit van de Zorgverzekeringswet onttrekken door zich niet te verzekeren. Op grond van de Wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (Wet Ovoz) worden onverzekerde verzekeringsplichtigen actief opgespoord. Die opsporing vindt plaats door het CAK in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Bij niet nakomen van de verzekeringsplicht kan tot twee keer een bestuursrechtelijke boete worden opgelegd. Inning van de bestuurlijke boetes vindt plaats door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). De uitvoeringskosten van het CAK (zie beleidsartikel 4), de SVB en het CJIB worden door VWS betaald. Hiervoor is in 2018 voor het CJIB € 15,8 miljoen beschikbaar. In 2018 zal worden gestart met het uitvoeren van een gegevensuitwisseling met zorgverzekeraars van personen die ingevolge de Zorgverzekeringswet verzekerd zijn, maar geen grondslag hebben voor verzekering ingevolge de Wet langdurige zorg. Dit zijn mogelijk ten onrechte verzekerde personen.
Op grond van de wanbetalersregeling in de Zvw worden wanbetalers (www.staatvenz.nl/kerncijfers/wanbetalers-zorgverzekering) die geen premie betalen bij een premieachterstand van zes maanden overgedragen aan het CAK. Via onder andere bronheffing betalen zij verplicht een bestuursrechtelijke premie die 125% van de gemiddelde nominale Zvw-premie bedraagt. De uitvoeringskosten van het CAK worden door VWS betaald (zie beleidsartikel 4). Van de bestuursrechtelijke premie die wanbetalers betalen vloeit 23% naar de ontvangsten op de VWS-begroting. De overige ontvangsten vloeien in het Zorgverzekeringsfonds.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
SVB: Onverzekerden
Op grond van de Wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (Wet Ovoz) worden onverzekerde verzekeringsplichtigen actief opgespoord. Die opsporing vindt plaats door het CAK in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Bij niet nakomen van de verzekeringsplicht kan tot twee keer een bestuursrechtelijke boete worden opgelegd. Inning van de bestuurlijke boetes vindt plaats door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) (zie hierboven). De uitvoeringskosten van de SVB worden door VWS betaald. In 2018 zal worden gestart met het uitvoeren van een gegevensuitwisseling met zorgverzekeraars van personen die ingevolge de Zorgverzekeringswet verzekerd zijn, maar geen grondslag hebben voor verzekering ingevolge de Wet langdurige zorg. Dit zijn mogelijk ten onrechte verzekerde personen. In totaliteit is voor de uitvoeringskosten van de SVB in 2018 voor de SVB een bedrag van € 3,6 miljoen geraamd.
Zorginstituut Nederland: Doorlichten pakket
In het regeerakkoord Rutte-Asscher is afgesproken dat het Zorginstituut Nederland (ZiNL) jaarlijks een deel van het verzekerd pakket zal doorlichten (stringent pakketbeheer/systematische doorlichting pakket). Hiervoor wordt aan het ZiNL aanvullend budget beschikbaar gesteld ten behoeve van de uitbreiding van personele capaciteit en onderzoek. Voor 2018 is een budget van € 8,8 miljoen beschikbaar. Deze middelen zijn overgeheveld naar artikel 4.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
VenJ: Bijdrage C2000
VWS draagt 4,8% bij aan de exploitatiekosten van het digitale communicatiesysteem voor de hulpverleningsdiensten, C2000. Daarmee is het aandeel van de ambulancezorg gedekt. Deze uitgaven bedragen voor 2018 € 4,2 miljoen.