Base description which applies to whole site

Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen

Op dit artikel is ten opzichte van de Najaarsnota in 2019 € 10,3 mln minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 488,5 mln minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn € 2,2 mln hoger dan begroot bij Najaarsnota.

Verplichtingen

Verplichtingenmutaties groter dan € 5 mln:

  • De onderbenutting op de diverse garantieregelingen was ca. € 485 mln. Dit betreft in het bijzonder de volgende regelingen: BMKB ‒ € 227,5 mln; Groeifaciliteit ‒ € 93,7 mln; Garantie Ondernemingsfinanciering ‒ € 159,1 mln, en MKB-financiering ‒ € 5 mln. Dit laatste bedrag betrof een garantie van € 5 mln aan de Council of Europe Bank ten behoeve van de funding van Qredits, die voor 2019 was geraamd, maar in 2020 zal worden verstrekt. Daarnaast werden enkele stortingen verricht in de begrotingsreserves van de garantieregelingen voor in totaal een bedrag van € 23,2 mln. Dit betrof de volgende bedragen: BMKB (16,9 mln), Groeifaciliteit (€ 1,8 mln), Garantie Ondernemingsfinanciering (€ 4,1 mln); MKB-financiering (€ 0,4 mln). :

  • Binnen het financiële instrument «subsidies» is er bij Verduurzaming Industrie sprake van een lagere realisatie dan begroot (- € 11,8 mln) als gevolg van een tegenvallend beroep op de subsidieregeling DEI+ voor de Industrie en de Topsector Energiestudies regeling voor pre-engineering en haalbaarheidsonderzoek ter bevordering van CCS -projecten. Dit heeft onder meer te maken met de 1 jarige bestedingseis die hiervoor in 2019 nog gold en er zijn projecten die vertraging oplopen vanwege de Stikstofproblematiek.

  • Voor Urgendamaatregelen Industrie is sprake van een lagere realisatie (- € 12,3) dan begroot als gevolg van een tegenvallend beroep op de regeling Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI) en vertraging van specifieke projecten vanwege langere doorlooptijd EU-staatssteuntoets.

  • Wat betreft de bijdragen aan mede-overheden heeft EZK bij de ontwikkeling van de Regionale Investeringssteun Groningen een bijdrage toegezegd. In 2019 is met een incidentele specifieke uitkering van € 5 mln de laatste tranche van deze bijdrage verstrekt.

Uitgaven

Uitgavenmutaties groter dan € 5 mln:

  • De schadedeclaraties voor de BMKB vielen fors lager uit dan de raming in de begroting vanwege het lage aantal faillissementen (- € 12,7 mln). Hierdoor was het mogelijk om € 16,9 mln als saldo van ontvangsten, schadedeclaraties en beschikbare begrotingsmiddelen af te storten aan de begrotingsreserve BMKB.

  • Ook voor de Groeifaciliteit (GF) en de Garantieondernemingsfinanciering (GO) werden nauwelijks schades gedeclareerd, respectievelijk € 6,8 mln en € 8,5 mln lager dan geraamd. Hierdoor kon voor de GF € 1,8 mln en voor de GO € 4,1 mln worden gestort in de begrotingsreserves. Voor de garanties MKB-financiering werd € 0,4 mln gestort in de begrotingsreserve.

  • EZK heeft bij de ontwikkeling van de Regionale Investeringssteun Groningen een bijdrage toegezegd. In 2019 is met een incidentele specifieke uitkering van € 5 mln de laatste tranche van deze bijdrage verstrekt.

Ontvangsten

Ontvangstenmutaties groter dan € 5 mln:

  • Voor de Garantie Ondernemersfinanciering en de Groeifaciliteit is minder ontvangen dan geraamd, respectievelijk ‒ € 5,2 mln en ‒ € 5 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat de afgelopen jaren de benutting voor beide regelingen onder het maximaal beschikbare garantieplafond lag, waardoor de ontvangsten ook lager uitvallen.

  • De ontvangsten voor de BMKB zijn € 4,2 mln hoger dan geraamd. Dit komt in het bijzonder door de uitwinning van zekerheden, schuldregelingen van de banken met ondernemingenen en door het afwijzen van verliesdeclaraties.

  • De ontvangsten uit de Rijksoctrooiwet zijn € 5,8 mln hoger dan geraamd. De octrooiontvangsten in Nederland berusten voor het overgrote deel op de in Nederland gevalideerde Europese octrooien die zijn verleend door het Europees Octrooibureau (EOB). Deze octrooiontvangsten op basis van Europees verleende octrooien bestaan voor 90-95% uit de jaarlijks te betalen (per jaar oplopende) instandhoudingstaksen. Het EOB heeft zijn octrooiverleningsprocessen efficiënter gemaakt en heeft de afgelopen jaren aanzienlijk méér octrooien verleend, met als gevolg ook méér Europese octrooien die hier gevalideerd zijn en in stand worden gehouden (met meer ontvangsten). Sinds 2013 is een trend waarneembaar dat octrooien via betaling van (jaarlijks hogere) instandhoudingstaksen bovendien langer (ook tussen het 15e en 20e levensjaar) in stand worden gehouden, met als gevolg méér en hogere ontvangsten (voortvloeiend uit zowel gevalideerde Europese octrooien alsook Nederlandse Rijksoctrooien).

Licence