Met het bedrijvenbeleid werkt EZK aan een uitmuntend concurrerend ondernemings- en vestigingsklimaat dat bedrijven stimuleert om duurzaam en innovatief te ondernemen. Nederland behoort tot de mondiale top 5 van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld en is tevens ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid op in deze toppositie te behouden en verder te versterken in een wereld waarin digitalisering, verduurzaming en internationalisering nieuwe economische kansen bieden. Innovatie en duurzaam en succesvol ondernemerschap, zowel in het grootbedrijf als bij de verschillende type MKB-ondernemers in ons land, zijn cruciaal voor ons toekomstig verdienvermogen.
Om deze toppositie te handhaven en te versterken zet het kabinet in op het realiseren van de volgende vier strategische doelen:
1. Stimuleren van (duurzame) innovatie;
2. Versterken van het groei- en aanpassingsvermogen van bedrijven en in het bijzonder het Midden- en Kleinbedrijf (MKB);
3. Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private programma’s voor onderzoek, innovatie en menselijk kapitaal;
4. Waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie, onder meer in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en met een adequate overheidsdienstverlening voor ondernemers.
1) Stimuleren van (duurzame) innovatie
Innovatie is één van de belangrijkste bronnen voor economische groei en welvaart. Succesvolle innovaties creëren niet alleen economische toegevoegde waarde, maar bieden ook (deel)oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, bijvoorbeeld op het gebied van medische zorg, watermanagement en duurzaam energie- en materiaalgebruik. Om bedrijven aan te zetten tot innovatie, stimuleert en financiert de overheid onderzoek en ontwikkeling (R&D) bij publieke kennisinstellingen en bedrijven. Het kabinet houdt vast aan de in Europees verband vastgelegde Nederlandse ambitie om een R&D-intensiteit van 2,5% van het BBP te realiseren (Kamerstuk 33 009, nr. 63). Investeren in R&D is echter geen doel in zichzelf, maar vormt één van de fundamenten voor het innovatief vermogen van een land, naast een goed ondernemingsklimaat, een goede kennisinfrastructuur, kennissamenwerking, een goed werkende financieringsmarkt en het beschikbaar zijn van bekwaam personeel. Succesvol innoveren vereist bovendien niet alleen technologische vernieuwing, maar ook investeringen in software en databases, nieuwe verdienmodellen, organisatorisch en menselijk kapitaal en nieuwe logistieke concepten. Met de klimaatambities van het kabinet zal innovatie zich ook nadrukkelijk gaan richten op het realiseren van een CO2-arme en innovatieve industrie in 2050.
2) Versterken van groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB
Marktdynamiek en concurrentievermogen zijn gebaat bij een grote verscheidenheid aan bedrijvigheid in zowel grootbedrijf als MKB. Het MKB kent ook deze grote verscheidenheid. Zo behoren tot het MKB ondermeer grote, kennisintensieve en multinationaal opererende ondernemingen, maar ook kleine bedrijven, startende bedrijven, éénpitters die vooral (flexibel) hun arbeidsinzet leveren, en ook het «brede» reguliere MKB zoals in de detailhandel.
Het Nederlandse MKB staat er, naar internationale maatstaven gemeten, goed voor, maar er komt veel op deze bedrijven af. De economie is in transitie door de voortgaande digitalisering, internationalisering en verduurzaming van productie en consumptie. Dat stelt nieuwe en extra eisen aan de wendbaarheid en het aanpassingsvermogen van het MKB. Door hun beperkte schaalgrootte worden zij voor extra uitdagingen gesteld, bijvoorbeeld bij het verkrijgen van financiering, of het toepassen van (nieuwe) regelgeving en technologie.
In het MKB-actieplan (Kamerstuk 32 637, nr. 316) heeft het kabinet voor het MKB een samenhangende beleidsaanpak gepresenteerd op de terreinen van menselijk kapitaal, financiering, innovatie, internationaal ondernemen, regelgeving, fiscaliteit, economische samenwerking tussen Rijk en regio en digitalisering in het MKB. Het doel daarvan is om de aanpassing van de verschillende soorten MBK-bedrijven aan de nieuwe marktcondities te versnellen en te ondersteunen, onder meer bij de digitale transitie van de economie. In de Nationale Digitaliseringsstrategie (Kamerstuk 26 643, nr. 541) streeft het kabinet er naar om digitale koploper van Europa te worden. Nederland moet zich ontwikkelen als proeftuin op het gebied van digitale innovatie.
3) Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking
Voor innovatie en vernieuwend ondernemerschap is de benutting en toepassing van wetenschappelijke kennis en nieuwe technologie één van de belangrijkste voorwaarden. Het maatschappelijk rendement van publiek gefinancierde onderzoeksinstellingen kan worden vergroot door bedrijven en kennisinstellingen meer te laten samenwerken bij de uitvoering van onderzoek; in het bijzonder op het terrein van de maatschappelijke thema’s en sleuteltechnologieën. Niet alleen de ondernemer en zijn omgeving staat daarom centraal in het bedrijvenbeleid, maar ook het stelsel van toegepast onderzoek en de interactie en publiek-private onderzoeksamenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden (nationaal, regionaal en Europees) in het relevante innovatienetwerk. Daartoe faciliteert EZK met het bedrijvenbeleid ook een responsief stelsel van (toegepast) onderzoek.
In de brief «Naar missiegedreven innovatie met impact» (Kamerstuk 33 009, nr. 63) heeft het kabinet de vernieuwde aanpak van de topsectorenaanpak uiteengezet. De publiek-private R&D-samenwerking in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) hebben er de afgelopen jaren toe geleid dat met publieke kennisinvesteringen additionele private kennisinvesteringen en cofinanciering zijn gerealiseerd. Door deze PPS-werkwijze zijn de beschikbare publieke en private investeringen voor onderzoek en ontwikkeling toegenomen. Met de nieuwe aanpak geeft het kabinet aan die hefboom een nieuwe impuls.
4) Het waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie, onder meer in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en een adequate overheidsdienstverlening voor ondernemers.
Om ondernemers de ruimte te geven om succesvol te kunnen ondernemen en hun positie zowel regionaal, nationaal als internationaal te versterken biedt EZK (veelal samen met andere departementen) verschillende publieke diensten aan. De geboden informatie en dienstverlening is veelzijdig: van informatie over wetgeving, belastingregels en maatschappelijk verantwoord ondernemen tot subsidies en directe (financiële) ondersteuning bij regionale en (inter)nationale activiteiten van ondernemers uit binnen- en buitenland. Toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige publieke diensten verhogen de kwaliteit van het ondernemerschap en bespaart ondernemers kostbare tijd. Om de (hoge) kwaliteit van het Nederlandse vestigings- en ondernemingsklimaat op peil te houden werkt EZK nauw samen met haar internationale, Europese en regionale partners en andere vakdepartementen. Hierbij besteedt het kabinet aandacht voor het vergroten van experimenteerruimte in wet- en regelgeving, betere regelgeving en het wegnemen van belemmeringen voor innovatie (Kamerstuk 32 637, nr. 314).
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft in het Bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de vier hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.
In dit begrotingsartikel ligt de nadruk, zoals aangegeven, op overheidsinterventies met financiële gevolgen voor de begroting. Naast financiële interventies spelen in het Bedrijvenbeleid echter ook niet-financiële interventies een belangrijke rol bij het realiseren van de strategische doelen, bijvoorbeeld op het terrein van wet- en regelgeving, maar ook en vooral bij het organiseren van publiek-private samenwerking (bijvoorbeeld binnen de vernieuwde topsectoren aanpak en op regionaal niveau). Niet alleen de ondernemer en zijn omgeving staat centraal in het beleid, maar ook de interactie en publiek-private samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden in het relevante innovatienetwerk (innovatiesysteem- en systeemperspectief).
Stimuleren | Financieren | Regisseren | (Doen) uitvoeren | |
---|---|---|---|---|
Stimuleren van (duurzame) innovatie | √ | |||
Versterken van groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB | √ | |||
Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking | √ | √ | √ | |
Het waarborgen van goede randvoorwaarden voor ondernemerschap en innovatie, onder meer in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en een adequate overheidsdienstverlening voor ondernemers. | √ | √ | √ |
Stimuleren van (duurzame) innovatie
De Minister stimuleert een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven door:
• private investeringen in R&D onder meer te bevorderen via de WBSO en het inrichten van een effectief en efficiënt werkend stelsel van intellectueel eigendom;
• samen met de provincies de R&D-samenwerking in het midden- en kleinbedrijf binnen de Topsectoren te stimuleren via de regeling MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT);
• internationale samenwerking op het terrein van R&D te faciliteren, onder meer via Internationaal Innoveren en Eurostars;
• cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO); voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;
• het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;
• samen met de (regionale) partners van het «Techniekpact» te zorgen voor voldoende technisch personeel;
• in samenwerking met bedrijfsleven, maatschappelijke middenveld, de vakbeweging, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en andere ministeries door middel van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) convenanten in te zetten op het identificeren, voorkomen en verminderen van IMVO-risico’s in de waardeketens van het Nederlands bedrijfsleven.
Daarnaast heeft de Minister ook een uitvoerende rol bij het verlenen van Nederlandse octrooien volgens de in de Rijksoctrooiwet 1995 geformuleerde voorwaarden. Naast stimulering van private investeringen in R&D richt deze zich ook op valorisatie van publiek gefinancierde kennis.
Versterken van groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB
De Minister stimuleert het groei- en aanpassingsvermogen van bedrijven en in het bijzonder het MKB door:
• het versnellen van de toepassing van digitalisering door het MKB via de programma’s «versnelling digitalisering MKB», «smart industry» de verlenging van de «retailagenda» en het identificeren en helpen opschalen van (regionale of sectorale) best practices op het gebied van digitalisering;
• het versterken van de samenwerking tussen het MKB en HBO/MBO-instellingen, zodat de toegang tot personeel verbetert en het toezien op belangrijke hervormingen van de arbeidsmarkt als het gaat om de in het Regeerakkoord aangekondigde aanpassing van de verplichting tot loondoorbetaling bij ziekte;
• de toegang tot financiering te verbeteren door nieuwe financieringsinitiatieven (formules) als overheid actief te stimuleren zoals «financieringstafels» en «fintech», door garant te staan voor in de kern gezonde bedrijven en door het verbeteren van toegang tot (risico)kapitaal in cruciale fases in de levenscyclus van bedrijven;
• het aanbieden van een pakket van fiscale ondernemersstimulering gericht op zelfstandig ondernemerschap, bedrijfsoverdrachten en bedrijfsinvesteringen; daarnaast wordt gewerkt aan de oprichting van Invest-NL. Dit om gewenste investeringen in bedrijven en projecten mogelijk te maken die onvoldoende financiering in de markt kunnen aantrekken;
• eerlijk en verantwoord handelsverkeer te bevorderen via afspraken, gedragscodes of regelgeving (corporate governance, franchise, betaalme.nu);
• MKB-ondernemers beter bij wet- en regelgeving betrekken via MKB-toets waarvoor in de zomer van 2018 een platform wordt ingesteld en het toegankelijker maken van aanbestedingen voor het MKB via de actieagenda «beter aanbesteden»;
• het inschakelen van de Nederlandse industrie en instituten bij de productie en ontwikkeling van militair materieel (industriële participatie).
Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking
De Minister van EZK en de bewindspersonen van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast, praktijkgericht en fundamenteel onderzoek. De Minister financiert en regisseert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door:
• de TO2-instituten TNO (inclusief ECN per 1 april 2018), Deltares, Marin en NLR te financieren.
• gezamenlijke regie met OCW op de publiek-private samenwerking via NWO, waarbij EZK specifiek NWO-TTW (voorheen STW) subsidieert.
Sinds de oprichting van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is de Minister van LNV verantwoordelijk voor de aansturing van het onderzoek van Wageningen Research. De Minister van LNV verleent de subsidie aan dit instituut in overleg met de Minister van EZK vanuit diens systeemverantwoordelijkheid voor toegepast onderzoek.
Daarnaast heeft de Minister een stimulerende rol met:
• de PPS-toeslag, voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s);
• de financiële bijdrage aan het ruimtevaartbeleid, met name in Europees verband.
Tot slot heeft de Minister een regisserende rol bij het tot stand komen van publiek-private samenwerking binnen het bedrijvenbeleid.
Waarborgen van goede randvoorwaarden in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en excellente overheidsdienstverlening voor ondernemers.
De Minister biedt overheids- en informatiediensten aan ter ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door:
• toegang tot overheidsdiensten (financieel en/of door middel van kennis) via:
(a) de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;
(b) het aansturen van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) met als oogmerk het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Nederland, samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; en
(c) het Innovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van topsectoren, ondernemers en kennisinstellingen uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D en innovatie-ambities;
• samenwerking met de relevante regionale netwerken en partners.
• informeren en ondersteunen van ondernemers (van het starten van een bedrijf tot het vinden van een opvolger) via de Kamer van Koophandel (KvK).
• het regisseren en uitvoeren van het Programma «Merkbaar betere regelgeving en dienstverlening 2018–2019».
Om – aanvullend op de begroting – de Kamer te informeren over voortgang en effecten van beleid treft u op de website https://www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl informatie aan over de indicatoren en kengetallen. Deze website is te zien als een digitale bijlage van de EZK-begroting.
Nederland behoort tot de mondiale top van de meest dynamische en concurrerende kenniseconomieën in de wereld en is ook één van de landen met de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld. Het kabinet zet er met het bedrijvenbeleid op in deze toppositie te behouden en verder te versterken en onze welvaart duurzaam veilig te stellen voor de toekomstige generaties in een wereld die sterk in beweging is. Dat blijkt ook uit de voortgang op de hieronder verder toegelichte positie op ranglijsten en beleidsinitiatieven.
Nederland voor het eerst meest concurrerende economie in Europa
Nederland staat in 2019 op de vierde plaats op de ranglijst van meest concurrerende economieën. Dit blijkt uit de jaarlijkse ranglijst van het Global Competitiveness Report die is opgesteld door het World Economic Forum (WEF). Nederland is hiermee de meest concurrerende economie in Europa en is Zwitserland voorbijgestreefd. De Nederlandse economie is volgens de WEF veel wendbaarder geworden door een ondernemende cultuur, platte organisaties en groei van innovatieve bedrijven.
Omvang middelen publiek-private samenwerkingsprojecten neemt verder toe
Voor innovatie en daarmee economische groei is de ontwikkeling, kwaliteit, en benutting van wetenschappelijke en toegepaste kennis een van de belangrijkste voedingsbronnen. Het draait hierbij om kenniscreatie en kennisdiffusie. Het verspreiden en delen van kennis vindt onder meer plaats als publieke kennisinstellingen samenwerken met bedrijven bij het programmeren en uitvoeren van onderzoek en innovatie. De omvang van de publiek-private R&D-samenwerking (PPS) die plaatsvindt binnen het kader van Topconsortia voor Kennis & Innovatie (TKI’s) blijft zich positief ontwikkelen. De omvang van de middelen voor PPS-projecten bedroeg in 2018 ongeveer € 1.282 mln, ruim € 700 mln meer dan in 2013 en ongeveer € 75 mln hoger dan in 2017. Voorlopige resultaten over 2019 komen later dit jaar beschikbaar en worden gepresenteerd in de begroting van EZK voor 2021.
Gunstiger beeld Nederlandse R&D-positie door revisie R&D-statistiek
Een doelstelling van het kabinet is om de R&D-inspanningen in Nederland op 2,5 % van het bbp te brengen. Volgens voorlopige cijfers van het CBS bedroegen de totale R&D-uitgaven in Nederland in 2018 2,16 % van het bbp. Door een revisie van de R&D-statistiek door het CBS, ingegeven door wijzigingen in de internationale richtlijnen voor het samenstellen van de R&D-statistiek (OECD, Frascati Manual 2015), scoort Nederland nu aanzienlijk hoger bij de R&D-uitgaven. Eerder werd nog uitgegaan van een niveau van 1,99 % van het bbp in 2017 voor de totale R&D-uitgaven. Een belangrijk instrument dat zich direct richt op R&D-bevordering is de WBSO. Dit instrument is in 2018-2019 geëvalueerd59. De evaluatie duidt op doeltreffendheid en op kostenefficiëntie wat betreft de uitvoeringskosten van het instrument. De onderzoekers schatten in dat de economische baten van de WBSO groter zijn dan de economische kosten, mede vanwege de spillovereffecten die aan R&D verbonden zijn.
Invulling instrumentarium voor verduurzaming industrie
In het Regeerakkoord heeft het kabinet in navolging van het internationale Klimaatakkoord van Parijs in 2015 een ambitieus klimaatdoel gesteld: een reductie van 49 % broeikasgasemissies in 2030 ten opzichte van 1990. Voor de industrie geldt het indicatieve doel van 59 % reductie. Volgens het CBS is in 2018 een reductie van 30 Mton CO2-equivalanten (34%) gerealiseerd ten opzichte van 1990. In het Klimaatakkoord van 28 juni 2019 is afgesproken dat de industrie de uitstoot richting 2030 met indicatief 19,4 Mton CO2-equivalenten verder moet reduceren. Daarvan volgt 5,1 Mton uit het Energieakkoord 2013 en 14,3 Mton uit het Klimaatakkoord. Om deze opgave te realiseren zet het kabinet complementaire instrumenten in die het aanbod van schone technologie voortstuwen (o.a. met missiegedreven innovatieprogramma’s). Het kabinet zorgt ook voor bevordering van de vraag ernaar, onder meer door de introductie van een nationale CO2-heffing in 2021. Voor demonstratie, uitrol en opschaling van emissiereducerende technologie in de industrie verbreedt het kabinet de DEI- en de SDE+-regelingen (zie beleidsartikel 4). De bijdrage die EZK levert aan de circulaire maakindustrie in het kader van het interdepartementale programma Circulaire Economie draagt hier mede aan bij.
Eerste resultaten MKB-actieplan
In het MKB-actieplan heeft het kabinet in 2018 voor het mkb een samenhangende beleidsaanpak gepresenteerd op de terreinen van menselijk kapitaal, financiering, de toepassing van innovatie, internationaal ondernemen, regelgeving, fiscaliteit, economische samenwerking tussen Rijk en regio en digitalisering in het mkb. Het doel van het MKB-actieplan is om de aanpassing van de verschillende soorten mkb-bedrijven aan de nieuwe marktcondities te versnellen en te ondersteunen, onder meer bij de digitale transitie van de economie. Op 11 juli 2019 is de eerste voortgangsrapportage van het MKB-actieplan gepresenteerd (Kamerstuk nr. 32 637, nr. 379). In deze rapportage is de voortgang weergegeven op alle acties en maatregelen uit het MKB-actieplan, zoals bijvoorbeeld de start van MKB!dee, de regionale Smart Industry Hubs en de MKB-werkplaatsen voor de digitalisering van het brede mkb. De conclusie is dat er reeds veel resultaat geboekt is en er ook nog veel op de rol staat voor de komende jaren. Er wordt gewerkt aan een verdere monitoring van het MKB-actieplan, waarvan dit jaar de eerste uitkomsten worden verwacht.
Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid: missies en meerjarenprogramma’s sleuteltechnologieën vastgesteld
Het kabinet heeft in april 2019 (Kamerstuk nr. 33 009, nr. 70) 25 missies binnen vier maatschappelijke thema’s (Energietransitie en duurzaamheid; Landbouw/water/voedsel; Gezondheid en zorg; Veiligheid) geformuleerd om richting te geven aan de gezamenlijke innovatieprogrammering van bedrijven en kennisinstellingen in de negen Topsectoren. De missies richten zich op meer gezonde levensjaren, voldoende schoon water en veilig voedsel, minder uitstoot van broeikasgassen, betaalbare duurzame energie en een veilig Nederland om in te wonen en te werken. Daarnaast is er een plan van aanpak uitgewerkt om voor sleuteltechnologieën meerjarenprogramma’s op te stellen, zoals in 2018 is aangekondigd. In 2019 is vervolgens een porfolio van Meerjarenprogramma’s sleuteltechnologieën uitgewerkt door de industrie en kennisinstellingen en deze vormt de basis voor de Kennis- en innovatieagenda sleuteltechnologieën. Nieuwe innovatieve toepassingen en ook sleuteltechnologieën vormen de technologische (kennis)basis voor de vernieuwing op al deze maatschappelijke terreinen. De toepassing van deze nieuwe technologieën maken oplossingen mogelijk die nu niet voor handen zijn. De komende tijd zal verder gewerkt worden aan het in beeld brengen van de voortgang van dit beleid rond missies en sleuteltechnologieën.
Acties in het kader van de Nederlandse digitaliseringsstrategie zijn gestart
In 2019 heeft het kabinet de ‘NDS 2.0’ naar de Kamer gestuurd. Hierin is de voortgang van de Nederlandse digitaliseringstrategie opgenomen. Ook zijn er een zestal prioriteiten benoemd, waaraan een extra impuls wordt gegeven: kunstmatige intelligentie, digitale overheid, data, digitale vaardigheden & inclusie, digitale connectiviteit en digitale weerbaarheid. Eén van de gerealiseerde acties in 2019 is de lancering van het strategisch actieplan AI (SAPAI) en de AI coalitie. In het actieplan zijn acties opgenomen om de kansen van AI op verantwoorde wijze te benutten. Inmiddels zijn ruim 200 organisaties lid van de AI-coalitie.
Kennis- en innovatieagenda Cybersecurity uitgewerkt en van start gegaan
Het jaar 2019 heeft voornamelijk in het teken gestaan van het proces rond de uitwerking van een Kennis- en innovatieagenda voor het onderwerp Cybersecurity, binnen de missie gedreven aanpak Topsectoren. Er zijn prioritaire thema’s vastgesteld die in de publiek private aanpak zullen worden uitgewerkt. Vervolgens zijn er drie analyses uitgevoerd. Het betrof een analyse naar de sterktes en zwaktes van het kennisveld rond cybersecurity in Nederland, een analyses rond de werking van de valorisatieketen van cybersecurity en er is een behoefteanalyse gemaakt door het cybersecurity bedrijfsleven. Tot slot hebben de deelnemende ministeries, onder leiding van EZK, een besluit genomen over de ontwikkeling van een nieuw samenwerkingsplatform waarbinnen de concrete uitwerking van de KIA thema’s, vanuit een keten georiënteerde en thematische aanpak worden uitgewerkt. Uit het beschikbare budget hebben er diverse impulsen ter versterking van de nationale kennisbasis plaatsgevonden middels onderzoekscalls in samenwerking met NWO, TNO, bedrijfsleven en andere departementen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 1.654.654 | 1.555.400 | 1.745.131 | 2.135.414 | ‒ 390.283 |
Waarvan garantieverplichtingen | 805.621 | 714.964 | 814.748 | 1.300.000 | ‒ 485.252 |
Waarvan overige verplichtingen | 849.033 | 840.436 | 930.383 | 835.414 | 94.969 |
Uitgaven | 843.401 | 875.705 | 913.165 | 937.668 | ‒ 24.504 |
Subsidies | 97.343 | 91.402 | 102.042 | 146.319 | ‒ 44.277 |
Lucht- en Ruimtevaart | 1.587 | 107 | 0 | 0 | |
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) | 15.818 | 14.036 | 15.496 | 34.747 | ‒ 19.251 |
Eurostars | 13.325 | 15.432 | 16.530 | 17.958 | ‒ 1.428 |
Bevorderen Ondernemerschap | 7.465 | 12.058 | 18.367 | 14.301 | 4.066 |
Groene Groei en Biobased Economy | 1.147 | 131 | 8 | 0 | 8 |
Cofinanciering EFRO, inclusief INTERREG | 37.356 | 31.016 | 24.709 | 27.464 | ‒ 2.755 |
Bijdrage aan ROM's | 5.375 | 4.956 | 5.661 | 5.507 | 154 |
Verduurzaming industrie | 8.216 | 12.588 | 43.900 | ‒ 31.312 | |
Startup-beleid | 3.637 | 3.637 | |||
Urgendamaatregelen industrie | 386 | 386 | |||
Invest-NL | 1.010 | 1.010 | |||
Overige subsidies | 15.270 | 5.450 | 3.650 | 2.442 | 1.208 |
Garanties | 58.916 | 51.190 | 52.121 | 56.892 | ‒ 4.771 |
BMKB | 34.818 | 22.176 | 23.682 | 36.375 | ‒ 12.693 |
Storting reserve BMKB | 11.147 | 21.676 | 16.877 | 16.877 | |
Groeifaciliteit | 4.216 | 483 | 2.017 | 8.772 | ‒ 6.755 |
Storting reserve Groeifaciliteit | 2.144 | 4.466 | 1.767 | 1.767 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 1.610 | 109 | 3.245 | 11.745 | ‒ 8.500 |
Storting reserve GO | 4.940 | 2.060 | 4.098 | 4.098 | |
Storting reserve MKB Financiering | 41 | 220 | 435 | 435 | |
Opdrachten | 29.971 | 17.708 | 13.989 | 19.578 | ‒ 5.589 |
Onderzoek en opdrachten | 4.255 | 4.245 | 3.655 | 3.898 | ‒ 243 |
Caribisch Nederland | 190 | 2.725 | 976 | 1.237 | ‒ 261 |
ICT beleid | 16.834 | 7.488 | 4.863 | 5.871 | ‒ 1.008 |
Regeldruk | 735 | 901 | 1.380 | 2.206 | ‒ 826 |
Mainport Rotterdam | 7.537 | 0 | 0 | ||
Regiekosten regionale functie | 263 | 261 | 94 | 650 | ‒ 556 |
Invest-NL | 157 | 1.009 | 381 | 0 | 381 |
Cyber security | 2.209 | 3.216 | ‒ 1.007 | ||
Small Business Innovation Research | 1.079 | 431 | 2.500 | ‒ 2.069 | |
Bijdragen aan agentschappen | 107.074 | 97.132 | 100.232 | 94.099 | 6.133 |
Bijdrage RVO.nl | 98.351 | 89.754 | 91.771 | 78.499 | 13.272 |
Bijdrage Agentschap Telecom | 3.240 | 1.880 | 474 | 1.949 | ‒ 1.475 |
Bijdrage Logius | 2.672 | 706 | 700 | 887 | ‒ 187 |
Invest-NL | 2.811 | 4.792 | 7.287 | 12.764 | ‒ 5.477 |
Bijdragen aan ZBO’s /RWT’s | 268.831 | 314.877 | 321.274 | 296.809 | 24.465 |
Bijdrage aan TNO | 138.926 | 160.517 | 171.636 | 152.551 | 19.085 |
Kamer van Koophandel | 109.969 | 128.721 | 124.494 | 120.821 | 3.673 |
NWO TTW | 19.936 | 25.639 | 25.144 | 23.437 | 1.707 |
Bijdragen aan medeoverheden | 2.045 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 |
Sterke Regio's en Nota Ruimte | 2.045 | 5.000 | 0 | 5.000 | |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 279.221 | 303.396 | 318.506 | 323.971 | ‒ 5.465 |
Internationaal Innoveren | 36.499 | 40.990 | 35.978 | 46.336 | ‒ 10.358 |
PPS-toeslag | 100.804 | 123.069 | 144.922 | 142.950 | 1.972 |
TO2 (exclusief TNO) | 32.348 | 42.181 | 48.914 | 45.355 | 3.559 |
Topsectoren overig | 31.193 | 13.393 | 1.897 | 6.285 | ‒ 4.388 |
Ruimtevaart (ESA) | 66.599 | 70.480 | 73.878 | 68.610 | 5.268 |
Bijdrage NBTC | 8.694 | 8.860 | 9.036 | 8.860 | 176 |
Bijdragen organisaties | 3.084 | 4.423 | 3.881 | 5.575 | ‒ 1.694 |
Ontvangsten | 134.101 | 119.980 | 121.961 | 113.157 | 8.804 |
BMKB | 37.316 | 35.017 | 37.196 | 33.000 | 4.196 |
Groeifaciliteit | 5.510 | 4.099 | 3.012 | 8.000 | ‒ 4.988 |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 9.132 | 7.764 | 7.762 | 13.000 | ‒ 5.238 |
Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) | 178 | 0 | |||
Onttrekking reserve GSF | 10.136 | 0 | |||
MKB Financiering | 41 | 220 | 435 | 435 | |
Luchtvaartkredietregeling | 13.507 | 7.052 | 2.879 | 9.906 | ‒ 7.027 |
Rijksoctrooiwet | 40.260 | 40.839 | 46.811 | 36.312 | 10.499 |
Eurostars | 1.629 | 586 | 7.724 | 5.094 | 2.630 |
F-35 | 2.009 | 2.289 | 2.755 | 5.000 | ‒ 2.245 |
Diverse ontvangsten | 14.383 | 22.114 | 13.384 | 2.845 | 10.539 |
Verplichtingen
Garantieverplichtingen
De garantieverplichtingen zijn voor ca. € 462 mln niet benut. Dit is het saldo van een onderbenutting van € 485 mln op de garantieverplichtingen en stortingen in de begrotingsreserves van € 23,2 mln.
De onderbenutting van ca. € 485 mln betreft in het bijzonder de volgende regelingen: BMKB ‒ € 227,5 mln; Groeifaciliteit ‒ € 93,7 mln; Garantie Ondernemingsfinanciering ‒ € 359,1 mln en hogere garantieverplichtingen voor MKB-financiering € 195 mln. In het kader van MKB-financiering is namelijk een garantie verstrekt van € 200 mln ten behoeve van het NESEC Shipping Debt Fund. Een garantie van € 5 mln aan de Council of Europe Bank ten behoeve van de funding van Qredits, was voor 2019 geraamd, maar zal in 2020 worden afgerond.
Daarnaast werden enkele stortingen verricht in de begrotingsreserves van de garantieregelingen voor in totaal een bedrag van € 23,2 mln. Dit betrof de volgende bedragen: BMKB (€ 16,9 mln), Groeifaciliteit (€ 1,8 mln), Garantie Ondernemingsfinanciering (€ 4,1 mln); MKB-financiering (€ 0,4 mln).
Naast de onderuitputting op de garantieverplichtingen zijn de belangrijkste mutaties ten opzichte van het geraamde verplichtingenbudget:
Overige verplichtingen
Naast de garantieverplichtingen is per saldo voor ca. € 72 mln meer aan verplichtingen aangegaan dan de oorspronkelijke begroting. De belangrijkste oorzaken hiervoor zijn:
– In 2019 werd de subsidie van in totaal € 35 mln voor een periode van vier jaar aan Techleap.NL verstrekt voor het nieuwe programma dat bestaat uit een expertisecentrum voor het ecosysteem en een groeiprogramma om de groei van potentiële scale-ups te bevorderen.
– Na oprichting van Invest-NL in december 2019 is de subsidie voor de ontwikkeltaak in 2020 van € 10 mln aan Invest-NL gecommitteerd.
– Ophoging van het verplichtingenbudget van TNO met € 24,2 mln. Dit komt met name door een bijdrage van € 4,7 mln van het Ministerie van SZW voor het Kennisontwikkelingsprogramma Werkgeversinterventies Arbeidsintegratie, kennisontwikkeling van de Inspectie SZW door TNO en het Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden, een bijdrage van € 2,4 mln van het Ministerie van J&V voor de programmalijnen crisisbeheersing en intelligence en werkzaamheden op het beleidsterrein van J&V, € 1 mln voor de uitvoering van het amendement Amhaouch/Wörsdörfer (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 13), een bijdrage van € 4,7 mln van het Ministerie van BZK als aanvulling op het GIP programma 2019, € 4,2 mln aan loon- en prijsbijstelling en een verhoging van € 4,4 mln ten behoeve van de opdrachtverlening voor 2020.
– Een verhoging van het budget voor de PPS-toeslag met € 23,1 mln. Dit betrof een ophoging met € 11,1 mln ten behoeve van een project uit 2018 dat niet meer in 2018 verleend kon worden. Dit budget uit 2018 ad € 11,1 mln is daarom opnieuw toegevoegd aan de begroting 2019. Daarnaast is een verhoging van het verplichtingenbudget doorgevoerd van € 8,3 mln omdat hogere verplichtingen werden verwacht op basis van het private commitment in 2018. Tot slot is € 2,9 mln prijsbijstelling uitgekeerd.
Uitgaven
Subsidies
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
Dit betreft overboekingen naar het Provinciefonds ten behoeve van de decentrale uitvoering van de MIT van in totaal € 20,5 mln. Daarnaast droeg het Ministerie van LNV van € 0,4 mln bij ten behoeve van MIT-haalbaarheidsprojecten voor visserij.
Verduurzaming Industrie
De lagere realisatie dan begroot wordt grotendeels verklaard door een overheveling van budget naar RVO voor ondersteuning en uitvoeringskosten van diverse subsidieregelingen (€ 3,8 mln), een budgetoverheveling naar beleidsartikel 4 voor de Programmatische aanpak waterstof (€ 10 mln), een overheveling naar beleidsartikel 4 ten behoeve van een specifieke maatregel voor de Industrie in het kader van Urgenda (€ 11 mln) en onderuitputting als gevolg van een tegenvallend beroep op de subsidieregeling DEI+ voor de Industrie en de Topsector Energiestudies regeling voor pre-engineering en haalbaarheidsonderzoek ter bevordering van CCS- projecten. Dit heeft onder andere te maken met de éénjarige bestedingseis die voor deze regelingen in 2019 nog gold en projecten die vertraging opliepen vanwege de stikstofproblematiek.
Garanties
De schadedeclaraties voor de BMKB vielen fors lager uit dan de raming in de begroting vanwege het lage aantal faillissementen. Hierdoor was het mogelijk om € 16,9 mln als saldo van ontvangsten, schadedeclaraties en beschikbare begrotingsmiddelen af te storten in de begrotingsreserve BMKB. Ook voor de Groeifaciliteit (GF) en de Garantieondernemingsfinanciering (GO) werden nauwelijks schades gedeclareerd, respectievelijk € 6,8 mln en € 8,5 mln lager dan geraamd. Hierdoor kon voor de GF € 1,8 mln en voor de GO € 4,1 mln worden gestort in de begrotingsreserves. Voor de garanties MKB-financiering werd € 0,4 mln gestort in de begrotingsreserve.
Opdrachten
Caribisch Nederland
Dit budget is ingezet voor de beleidondersteunende unit bij het Rijkskantoor Caribisch Nederland (RCN) op Bonaire. Daarnaast is een opdracht verstrekt aan CBS voor het verrichten van de zogenaamde additionele statistieken op het gebied van BBP, werk en inkomen. Deze statistieken zijn een belangrijke input voor het economisch en sociale beleid op de eilanden. Tenslotte verricht CBS in opdracht van EZK een zogenaamde exit survey onder vertrekkende toeristen.
Naast deze uitgaven is in het kader van Bevorderen Ondernemerschap (in de categorie subsidies) een subsidie verstrekt aan de Kamer van Koophandel van Sint Eustatius en Saba die een belangrijke rol speelt in het stimuleren van ondernemerschap op Caribisch Nederland. Omdat de Kamer door de kleine schaal van de eilandeconomie niet over voldoende financiële middelen beschikt om een goed functioneren te waarborgen, verstrekt EZK een jaarlijkse subsidie ter grootte van ca. € 0,1 mln. Daarnaast verstrekte EZK eenmalig een subsidie van circa € 0,4 mln aan de Kamer van Koophandel Bonaire voor de aanschaf van een nieuw Handelsregister IT-systeem voor Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba). De noodzaak hiertoe hangt samen met een op handen zijnde wijziging van de Wet op de Kamers van Koophandel en Nijverheid BES en de Handelsregisterwet 2009 BES, en het feit dat het huidige Handelsregister IT-systeem sterk verouderd is. Een goed functionerend Handelsregister IT-systeem is voor beide KvK’s nodig om de wettelijke taken te kunnen uitvoeren.
Bijdragen baten lasten diensten
RVO
Dit betreft de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling van € 2,2 mln. Ook werd in de suppletoire begrotingen voor € 13,5 mln budget beschikbaar gesteld voor een uitvoeringsopdracht aan RVO in 2019 voor onder meer de uitvoeringskosten voor: de transitieagenda en uitvoeringsprogramma circulaire economie in de maakindustrie, Green Deals, Maatschappelijk verantwoord Inkopen (MVI), Eureka, Programma verduurzaming industrie, MKB!dee, Nationaal Landingspunt, Startup Delta, Ideas from Europe, Fast Lane, Hannover Messe, Holland Lounge en Ruimte in regels. Daarnaast werd € 2,5 mln overgeheveld naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken ten behoeve van de kosten van lokaal personeel van het Innovatie Attaché Netwerk.
Invest-NL
In 2019 werd € 5,5 mln minder uitgegeven aan Invest-NL in opbouw. Dit betrof een lagere bijdrage van € 3,7 mln voor de ontwikkel- en financieringstaak omdat de organisatie van Invest-NL nog in opbouw was. Daarnaast is € 1,7 mln minder ter beschikking gesteld voor de transitiekosten samenhangend met Invest-NL en de instelling voor internationale financieringsactiviteiten omdat het zwaartepunt van de transitiekosten ligt bij de overgang van medewerkers en regelingen van RVO naar de internationale investeringsinstelling die op een later moment zal plaatsvinden.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
TNO
Dit komt met name door een bijdrage van € 4,7 mln van het Ministerie van SZW voor het Kennisontwikkelingsprogramma Werkgeversinterventies Arbeidsintegratie, kennisontwikkeling van de Inspectie SZW door TNO en het Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden, een bijdrage van € 2,4 mln van het Ministerie van J&V voor de programmalijnen crisisbeheersing en intelligence en werkzaamheden op het beleidsterrein van J&V, € 1 mln voor de uitvoering van het amendement Amhaouch/Wörsdörfer (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 13), een bijdrage van € 4,7 mln van het Ministerie van BZK als aanvulling op het GIP programma 2019 en € 4,2 mln aan loon- en prijsbijstelling.
Bijdrage aan medeoverheden
Sterke Regio’s
In het kader van de Regionale Investeringssteun Groningen is een specifieke uitkering verstrekt aan de provincie Groningen van € 5 mln.
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Innoveren
Dit betreft een verlaging van het budget vanwege een lagere uitfinanciering op de reeds aangegane verplichtingen (€ 8,4 mln) en een overboeking naar de bijdrage aan TNO en NLR van elk € 1 mln ten behoeve van de uitvoering van het amendement Amhaouch/Wörsdörfer (Kamerstuk 35 000 XIII, nr. 13).
Ruimtevaart
Overeenkomstig de motie Amhaouch (Kamerstuk 24 446, nr. 68) is de € 5 mln voor economische ontwikkeling en technologie ingezet voor een verhoging van de Nederlandse inschrijving in ESA-programma’s tijdens de ministeriële ESA-conferentie in november 2019.
Kengetallen
Strategisch doel 1 Stimuleren van (duurzame) innovatie
Kengetallen | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
MIT | RVO.nl | |||||||
Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT | 707 | 662 | 1.206 | 1.287 | 1.434 | 1.407 | 1.6921 | |
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln) | 26 | 61 | 86 | 83 | 96 | 102 | 112 | |
Eurostars | RVO.nl | |||||||
Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars | 49 | 20 | 69 | 75 | 72 | 72 | 68 | |
waarvan bedrijven | 37 | 13 | 50 | 52 | 49 | 55 | 43 | |
waarvan hightech MKB (%) | 81% | 100% | 96% | 90% | 98% | 93% | 88% | |
Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln) | 13 | 7 | 32 | 28 | 30 | 36 | 30 | |
Horizon2020 | RVO.nl/EC | |||||||
Aantal Nederlandse deelnemers aan H2020 | 1.544 | 449 | 712 | 984 | 1.388 | 1.576 | 1.8532 | |
waarvan bedrijven | 1.185 | 298 | 500 | 713 | 1.003 | 1.148 | 1.378 | |
Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro) | 3.403 | 538 | 1.016 | 1.644 | 2.272 | 3.026 | 4.001 | |
waarvan bedrijven (%) | 21% | 31% | 28% | 25% | 27% | 26% | 25% | |
Retourpercentage voor Nederland (%) | 7,5% | 8,1% | 7,7% | 7,5% | 7,6% | 7,6% | 7,7% | |
WBSO | RVO.nl | |||||||
Aantal bedrijven dat gebruik maakt van WBSO | 22.640 | 22.974 | 22.980 | 22.330 | 21.265 | 20.279 | 20.046 | |
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln) | 3.917 | 3.997 | 3.868 | 3.930 | 4.008 | 4.042 | 4.291 | |
Verduurzaming industrie | Emissie-registratie | |||||||
Broeikasgasemissies voor industrie inclusief afval (Mton CO2-eq) | 56,9 | 55,8 | 56,4 | 56,5 | 57,5 | 56,8 | n.n.b. |
Strategisch doel 2 Versterken groei- en aanpassingsvermogen bedrijven en in het bijzonder het MKB
Kengetallen | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
BMKB | RVO.nl | |||||||
Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln1 | 309 | 335 | 401 | 591 | 502 | 527 | 538 | |
Totaal aantal verstrekte garanties | 1.983 | 1.949 | 2.545 | 3.688 | 3.299 | 3.094 | 2.751 | |
Groeifaciliteit | RVO.nl | |||||||
Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln | 8 | 32 | 19 | 37 | 21 | 19 | 10 | |
Totaal aantal verstrekte garanties | 16 | 20 | 14 | 17 | 8 | 10 | 9 | |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | RVO.nl | |||||||
Verstrekte garanties GO, x € 1 mln | 103 | 82 | 137 | 58 | 91 | 56 | 45 | |
Totaal aantal verstrekte garanties | 51 | 39 | 76 | 36 | 80 | 54 | 31 | |
Qredits | Qredits | |||||||
Aantal verstrekte kredieten | 1.020 | 1.192 | 1.373 | 1.750 | 2.238 | 3.557 | 4.245 |
Deze cijfers wijken af van de realisatiecijfers die de afgelopen jaren zijn gepresenteerd. De afgelopen jaren werd 100% van het gerealiseerde borgstellingskrediet gerapporteerd, terwijl de borgstelling van de Staat 90% van het borgstellingskrediet afdekt. Vanaf heden wordt daarom 90% van het borgstellingskrediet als realisatie gerapporteerd. Dit is met terugwerkende kracht ook voor de voorgaande jaren gecorrigeerd.
Strategisch doel 3 Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking
Kengetallen | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
TKI's | RVO.nl/TKI’s | |||||||
Omvang middelen PPS-programma’s TKI (x € 1 mln) | 571 | 814 | 970 | 1.060 | 1.207 | 1.282 | n.n.b.1 | |
waarvan private middelen (%) | 35% | 44% | 49% | 48% | 46% | 45% | n.n.b. | |
TO2 | ||||||||
Klanttevredenheid Deltares | 8 | 7,9 | 8,7 | 8,6 | 8,2 | 8,7 | 9,2 | Deltares |
Klanttevredenheid Marin | 8,8 | 9 | 8,8 | 8,9 | 8,6 | 8,8 | 8,6 | Marin |
Klanttevredenheid NLR | 8,5 | 8,7 | 8,8 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | 8,7 | NLR |
Klanttevredenheid TNO | 8,2 | 8,3 | 8,4 | 8,6 | 8,6 | 8,8 | 8,7 | TNO |
Kennisbenutting Deltares | 96% | 97% | 93% | 95% | 88% | Deltares | ||
Kennisbenutting Marin | 97% | 100% | 100% | 100% | 97% | Marin | ||
Kennisbenutting NLR | 99% | 99,5% | 99% | 96% | 97% | NLR | ||
Kennisbenutting TNO | 98% | 98% | 98% | 99% | 96% | TNO | ||
Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) | ||||||||
Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA | 552 | 121 | 121 | 136 | 160 | n.n.b. | ESA | |
Ruimtevaart geo-return/retour (%) | 1,1 | 1,14 | 1,02 | 1,18 | 1,16 | 1,11 | n.n.b. | ESA |
Strategisch doel 4 Waarborgen van goede randvoorwaarden in de vorm van lastenluwe en innovatievriendelijke regelgeving en excellente overheidsdienstverlening voor ondernemers
Kengetallen | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Innovatie Attaché Netwerk | IAN/RVO.nl | |||||||
Geformaliseerde samenwerkingsverbanden | 67 | 115 | 78 | 97 | 60 | 57 | 37 | |
Klanttevredenheid | 8,6 | 8,8 | 8,6 | 8,1 | 8,2 | 8 | 8,6 | |
Netherlands Foreign Investment Agency | NFIA/RVO.nl | |||||||
Projecten | 193 | 187 | 207 | 227 | 224 | 248 | 268 | |
Investeringsomvang (€ mln) | 1.658 | 3.185 | 1.765 | 1.467 | 1.227 | 2.760 | 4.105 | |
Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen) | 8.435 | 6.304 | 7.779 | 7.570 | 8.158 | 8.475 | 10.866 | |
KvK/Ondernemerspleinen | KvK | |||||||
Waardering Kamer van Koophandel1 | 7,1 | 7,1 | 7,2 | ‒ 10 | ‒ 10 | ‒ 5 | ||
Bereik Kamer van Koophandel | 51% | 52% | 55% | 55% | 54% | n.b.2 |
Ontvangsten
Voor de GO en de GF is minder ontvangen dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat de afgelopen jaren de benutting voor beide regelingen onder het maximaal beschikbare garantieplafond lag, waardoor de ontvangsten ook lager uitvallen.
Luchtvaartkrediet
De ontvangsten in het kader van de luchtvaartkredieten vielen in 2019 lager uit omdat enkele projecten niet succesvol zijn beëindigd waardoor er ook geen aflossing meer zal plaatsvinden op het verstrekte krediet.
Octrooiontvangsten
De octrooiontvangsten in Nederland berusten voor het overgrote deel op de in Nederland gevalideerde Europese octrooien die zijn verleend door het Europees Octrooibureau (EOB). Deze octrooiontvangsten op basis van Europees verleende octrooien bestaan voor 90-95% uit de jaarlijks te betalen (per jaar oplopende) instandhoudingstaksen. Het EOB heeft zijn octrooiverleningsprocessen efficiënter gemaakt en heeft de afgelopen jaren aanzienlijk méér octrooien verleend, met als gevolg ook méér Europese octrooien die hier gevalideerd zijn en in stand worden gehouden (met meer ontvangsten). Sinds 2013 is een trend waarneembaar dat octrooien via betaling van (jaarlijks hogere) instandhoudingstaksen bovendien langer (ook tussen het 15e en 20e levensjaar) in stand worden gehouden, met als gevolg méér en hogere ontvangsten (voortvloeiend uit zowel gevalideerde Europese octrooien alsook Nederlandse Rijksoctrooien).
Diverse ontvangsten
Dit betrof onder andere een ontvangst van € 3 mln in het kader van de uitvoeringsopdracht aan RVO over 2017. Er werd een bijdrage ontvangen van het Ministerie van Defensie en de provincie Noord-Brabant (samen € 3,3 mln) in het kader van een lening voor het realiseren van een logistieke oplossing voor de Europese distributie van reserve-onderdelen voor de F-35 in Woensdrecht. Door LIOF werd een lening afgelost van € 2 mln. Daarnaast is in het kader van de vaststelling van subsidies voor innovatie en ondernemerschap € 2,2 mln aan te veel uitgekeerde voorschotten terugontvangen.
Toelichting op de begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn ervoor bedoeld inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve wordt aangehouden om als buffer te dienen voor uitgaven door EZK indien bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven. Gegeven het huidige, gunstige, economisch klimaat wordt de komende jaren een groei van de buffers verwacht, als saldo van enerzijds stortingen (uit inkomsten premies en/of bijdragen uit de EZK-begroting) en anderzijds onttrekkingen (schades uit borgstellingen). Daarmee ontstaat een buffer voor jaren waarin het economisch klimaat minder gunstig is.
Er zijn begrotingsreserves voor de BMKB, de regeling Garantie Ondernemingsfinanciering (GO), de Groeifaciliteit (GF) en de garanties voor nieuwe aanbieders van MKB-financiering. De GO, GF en de garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo begrotingsjaar wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Stand 1/1/2019 | 91,5 |
---|---|
+ Storting | 16,9 |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2019 | 108,3 |
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 16,9 mln gestort in de begrotingsreserve BMKB.
Stand 1/1/2019 | 67,1 |
---|---|
+ Storting | 4,1 |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2019 | 71,2 |
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 4,1 mln gestort in de begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering.
Stand 1/1/2019 | 22,8 |
---|---|
+ Storting | 1,8 |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2019 | 24,6 |
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 1,8 mln gestort in de begrotingsreserve Groeifaciliteit.
Stand 1/1/2019 | 9,3 |
---|---|
+ Storting | 0,4 |
– Onttrekking | |
Stand per 31/12/2019 | 9,7 |
Op basis van de gerealiseerde schade-uitgaven, de beschikbare middelen op de begroting en de gerealiseerde ontvangsten is € 0,4 mln gestort in de begrotingsreserve Garantie MKB-financiering.
Stand begrotingsreserves per 31 december 2019 | Waarvan juridisch verplicht | |
---|---|---|
Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) | 108.333 | 100% |
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) | 71.210 | 100% |
Groeifaciliteit | 24.546 | 100% |
Garantie MKB-financiering | 9.696 | 100% |