1. Algemene doelstelling
Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel verder te optimaliseren zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger gewaarborgd blijft.
2. Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan.
Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de Minister dat deze belangen worden behartigd.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– Het stimuleren van uitkomstgerichte zorg: zorg die waarde toevoegt aan de kwaliteit van leven van de patiënt.
-
– Stimuleren dat patiënten en verzekerden een stevige (informatie-) positie innemen in het zorgstelsel, onder meer door patiënten te voorzien van informatie uit hun eigen dossier.
-
– Stimuleren van samen beslissen: kwalitatief goede en veilige zorgverlening met keuzevrijheid voor consumenten.
-
– Stimuleren van transparantie over kwaliteit (in klinische uitkomsten en patiënt relevante uitkomsten) en kosten van zorg.
-
– Stimuleren dat patiënten- en gehandicaptenorganisaties sterkere organisaties worden en goede informatievoorziening, lotgenotencontact en belangenbehartiging tot stand brengen.
-
– Het stimuleren van een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag.
-
– Het stimuleren van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel door kwalitatief goede en samenhangende opleidingen.
-
– Het stimuleren van landelijke en regionale samenwerking aan een evenwichtige arbeidsmarkt met voldoende medewerkers die goed zijn toegerust voor en tevreden zijn met het belangrijke werk dat zij doen.
-
– Het stimuleren van innovaties in de zorg en de ontwikkeling en toepassing van ontwikkelde kennis en bevorderen van (digitale) vaardigheden.
-
– Het stimuleren van rechtmatige zorg: door initiatieven om fouten en fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen en fraude aan te pakken.
-
– Het stimuleren van veilige en betrouwbare informatie-uitwisseling in de zorg, uitgaande van het eenmalig slim vastleggen en hergebruiken van informatie, in het bijzonder rondom medicatieveiligheid.
-
– Het realiseren van betrouwbare middelen voor de authenticatie/identificatie in de zorg en het verkennen van mogelijkheden om het zorgdomein te «ontzorgen» daarbij.
-
– Versnellen realisatie gegevensuitwisseling.
Financieren:
-
– Het financieren van patiënten- en gehandicaptenorganisaties om de belangen van hun doelgroep in het systeem te behartigen en hen goed te informeren.
-
– Het financieren van ZBO’s (CAK, NZa, ZiNL, CSZ) om hun wettelijke verantwoordelijkheid in het zorgstelsel invulling te kunnen geven.
-
– Het financieren van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg (ZonMw).
-
– Het financieren van agentschappen (CIBG, RIVM) om hun taken in het zorgstelsel uit te voeren.
-
– Het financieren van betrokken partijen om informatie over de kwaliteit van het zorgaanbod snel te ontsluiten voor patiënten.
-
– Het financieren van instrumenten om personeel in de zorg goed op te leiden en bij te scholen (SectorplanPlus, Stagefonds Zorg, subsidieregelingen kwaliteitsimpuls ziekenhuispersoneel, opleidingen publieke gezondheidszorg en jeugd-ggz).
-
– Het financieren van zorg, welzijn, preventie, jeugdzorg en sport in Caribisch Nederland.
-
– Het leveren van een financiële bijdrage aan een veilige en betrouwbare informatie-uitwisseling in de zorg. Hier wordt onder andere onder verstaan een bijdrage aan het gebruik van DigiD. De kosten voor het gebruiken worden sinds 2018 doorbelast. Deze kosten worden centraal voldaan door VWS.
-
– Het financieel stimuleren van de ontwikkeling en het gebruik van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO).
Regisseren:
-
– Het regisseren van een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel door wet- en regelgeving (klachtrecht, geschillenbeslechting, medezeggenschap, Wet BIG) en toepassing en handhaving daarvan.
-
– Regisseren dat alle betrokken partijen in de zorg, waaronder de patiënt, in staat zijn hun verantwoordelijkheid in het zorgstelsel waar te maken.
-
– Het regisseren van goed bestuur in de zorg en het toezicht daarop.
-
– Het regisseren van de dialoog tussen betrokken partijen, gericht op de toekomstige (arbeidsmarkt-) uitdagingen.
-
– Het regisseren van de verlaging van regeldruk in de zorg.
-
– Het voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg.
-
– Het vaststellen van duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden voor de NZa door het wettelijk kader voor de regulerings- en toezichtstaken aan te scherpen en voor ZiNL door een wettelijk kader te creëren voor het tegenhouden van kwaliteitsstandaarden met aanzienlijke financiële gevolgen.
-
– Het regisseren van de totstandkoming van een passend aanbod van (jeugd)zorg, preventie en sportactiviteiten in Caribisch Nederland.
-
– Het regisseren van de totstandkoming, implementatie en monitoring van een ketenbrede aanpak voor preventie, toezicht, opsporing en handhaving om rechtmatige zorg te bevorderen.
-
– Het regisseren van standaardisatie van de informatie-uitwisseling in de zorg en bewaking van een samenhangende basisinfrastructuur in de zorg en de samenwerking in het veld via het informatieberaad.
-
– Het regisseren via het Informatieberaad van regie over eigen gegevens, delen van zorginformatie, inzicht in beleidseffecten en veilig en betrouwbaar gegevens delen.
3. Beleidswijzigingen
Beleidswijzingen Regeerakkoord/ Beleidsagenda bewindspersonen VWS
Thema Werken in de zorg
(Ont)Regel de Zorg
Het doel van het programma (Ont)Regel de Zorg (TK 29 515, nr. 424) is het zorgbreed merkbaar verminderen van de ervaren regeldruk voor professional én patiënt/cliënt. Registreren is een belangrijk onderdeel van het werk van de zorgprofessional, maar afvinklijstjes voortkomend uit wantrouwen van managers, inkopers of toezichthouders leiden niet tot betere zorg. De aanpak is gericht op de actielijnen maatwerkaanpak (snappen of schrappen), ruimte voor experimenten (kan het ook anders?), bouwen aan een nieuwe basis (eenvoudiger registreren en verantwoorden), regelarm werken in de praktijk (leren van elkaar) en voorkomen van nieuwe regeldruk (de kraan dichtdraaien). Het jaar 2019 staat in het teken van de verdere uitvoering van dit programma.
Begin 2019 volgt een eerste voortgangsrapportage van de uitvoering van de afspraken uit het programma.
Actieprogramma Werken in de Zorg
Op 14 maart 2018 is het Actieprogramma Werken in de Zorg uitgebracht (TK 29 282, nr. 303). Samen met partijen in het veld werkt VWS aan het doel van voldoende, tevreden en deskundige medewerkers in de zorg. Dit doen we langs de actielijnen «meer kiezen voor de zorg», «beter leren in de zorg» en «anders werken in de zorg». Het zwaartepunt van de aanpak ligt in de regio. Daar worden op basis van regionale analyses in regionale actieplannen aanpak tekorten (RAAT’s) afspraken gemaakt over onder andere meer opleidingsplaatsen, betere stagebegeleiding en nieuwe innovatieve onderwijsvormen. Partijen zetten zich via concrete acties in om deze regionale afspraken te realiseren. In najaar 2018 is een aantal activiteiten in gang gezet die in 2019 vervolg krijgen. De commissie «Werken in de zorg» zal ook in 2019 via bestuurlijke voortgangsgesprekken de voortgang in de regio monitoren en daar waar nodig adviseren over verbeteringen in de aanpak. Via het actie-leer-netwerk worden ervaren belemmeringen in wet- en regelgeving onderzocht en oplossingen en goede voorbeelden verspreid. Met de wervingscampagne «IK ZORG» zetten we met het veld in op het (weer) interesseren van mensen voor Zorg en Welzijn. In elke regio kunnen geïnteresseerden terecht bij actiecentra voor loopbaanoriëntatie, een opleiding en/of een (oriëntatie)baan in de zorg op maat. Wij zullen in het voorjaar en het najaar van 2019 aan de hand van concrete indicatoren aan de Tweede Kamer rapporten over de voortgang, zowel met betrekking tot het doel als de onderliggende actielijnen.
Uitkomstgerichte zorg
Als een patiënt kan kiezen tussen verschillende behandelingen dan zijn de mogelijke uitkomsten van belang. Momenteel is er onvoldoende informatie over voor patiënten relevante uitkomsten van zorg. In het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld om voor de patiënt meer zicht te krijgen op deze uitkomsten door in te zetten op het ontwikkelen van uitkomstindicatoren, bij voorkeur aansluitend bij internationale initiatieven. Het doel is dat in 2022 voor 50% van de ziektelast inzicht bestaat in uitkomsten voor de patiënt. Hiertoe zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij al lopende instrumenten zoals het programma Kwaliteit van zorg bij ZonMw. Dit programma zet enerzijds in op ontwikkeling van nieuwe uitkomstindicatoren en experimenten om die in kleinschalige settings uit te proberen, en anderzijds op duurzame implementatie door in te zetten op ICT-ondersteuning en nieuwe manieren van dataverzameling en belonen van uitkomsten.
Uitkomstgerichte Zorg loopt mee in de pilot Lerend Evalueren (TK 31 865, nr. 99).
Thema Maatschappelijke diensttijd
Maatschappelijke diensttijd
Om jongeren te stimuleren een bijdrage te leveren aan onze samenleving is in het Regeerakkoord de mogelijkheid van een maatschappelijke diensttijd opgenomen.
Dit nieuwe programma is in 2018 begonnen met (experiment) projecten via ZonMw welke in 2019 of 2020 tot afronding komen. De circa veertig projecten zullen een zo helder mogelijk beeld moeten scheppen van de mogelijkheden van de maatschappelijke diensttijd en zijn daarom breed in opzet: zowel qua duur, omvang, regio, doelgroep, aanbod en beloning is veel diversiteit. Jongeren tussen de 14–30 jaar kunnen aan de slag op het gebied van bijvoorbeeld integratie, veiligheid, sport, welzijn, cultuur en natuur. De projecten zullen worden geëvalueerd en de uitkomsten hiervan worden gebruikt bij de meer definitieve vormgeving van de maatschappelijke diensttijd. Hierbij zal onder andere worden nagegaan of de doelgroep jongeren in al haar diversiteit wordt bereikt, of jongeren hun talenten kunnen ontwikkelen door middel van het maken van maatschappelijke impact, en welke verbeteringen doorgevoerd kunnen worden in organisatie en begeleiding. Tot slot zal worden gemeten of de vrijwillige inzet van de jongeren bijdraagt aan sociale cohesie en inclusiviteit.
Overige beleidswijzigingen
Gewijzigd beleidskader patiënten- en gehandicaptenorganisaties
Het huidige subsidiekader loopt tot 1 januari 2019. Op basis van diverse dialoogsessies is het kader gewijzigd (TK 29 214, nr. 75). In 2018 is het gewijzigde beleidskader subsidiëring patiënten- en gehandicaptenorganisaties 2019–2022 gepubliceerd (Staatscourant 2018 nr. 32285) dat in werking treedt op 1 januari 2019. Dit beleidskader geldt als een overgangsperiode waarbij belangrijke stappen in de gewenste ontwikkelrichting naar een subsidiëring op basis van impact en bereik worden gezet (TK 29 214, nr. 77).
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is een kwaliteitswet ter bescherming van patiënten. De doelstelling van de wet is tweeledig: het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg. De evaluatie van de Wet BIG uit 2014 diende ertoe om te bezien of de Wet BIG voldoende aansluit op ontwikkelingen in de zorg en de samenleving. Uit de evaluatie kwam een aantal verbeterpunten naar voren. De verbeterpunten ten aanzien van het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de Wet zijn opgenomen in het ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet BIG (BIG I). Deze aanpassingen treden in 2019 in werking en zien op efficiënter gebruik van het tuchtrecht (zoals invoering van de tuchtklachtfunctionaris en het griffierecht), extra instrumenten om (ernstig) disfunctionerende beroepsbeoefenaren aan te pakken, verduidelijking dat voorbehouden handelingen met een cosmetisch doel alleen door zelfstandig bevoegde (BIG-geregistreerde) beroepsbeoefenaren mogen worden verricht en het eenvoudiger kunnen vinden van een BIG-geregistreerde in het register. In 2019 wordt het wetsvoorstel BIG II in beide Kamers behandeld. BIG II reguleert het beroep van de regieverpleegkundige, belegt een adviestaak bij het Zorginstituut voor het beoordelen van aanvragen voor beroepenregulering, biedt een grondslag om bij algemene maatregel van bestuur de eisen voor herregistratie uit te breiden met deskundigheidsbevorderende activiteiten, actualiseert de deskundigheidsgebieden van de apotheker en de verpleegkundige en harmoniseert het medisch tuchtrecht van Europees Nederland en Caribisch Nederland op een aantal kleine punten. Het streven is om het wetsvoorstel BIG II voor het eind van 2018 bij de Tweede Kamer aanhangig te maken. In 2019 worden parallel aan de wetsbehandeling de voorbereidingen getroffen voor een goede implementatie. Dit houdt in dat er brede communicatie naar de beroepsgroepen plaatsvindt, de uitvoeringsorganisaties zich voorbereiden, aan het scholingsprogramma voor de regieverpleegkundige vorm wordt gegeven en de internationale toetreding wordt georganiseerd. Ook wordt in 2019, in samenspraak met de betrokken partijen, nadere invulling gegeven aan het voornemen een experiment te starten om de regieverpleegkundige een zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen toe te kennen. Naar aanleiding van een vraag uit de Eerste Kamer in het kader van de wetsbehandeling is aangegeven dat de effecten van het griffierecht zullen worden gemonitord aan de hand van de cijfers van de tuchtcolleges.
4. Tabel budgettaire gevolgen van beleid
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.102.614 | 1.045.327 | 975.548 | 983.042 | 867.392 | 1.005.420 | 1.005.180 | ||
Uitgaven | 995.681 | 1.165.003 | 1.211.761 | 1.140.761 | 1.105.795 | 1.016.683 | 1.005.180 | ||
Waarvan juridisch verplicht (%) | 97% | ||||||||
1. Positie cliënt | 28.518 | 33.826 | 30.093 | 28.335 | 28.339 | 27.740 | 27.738 | ||
Subsidies | 19.601 | 19.867 | 21.446 | 21.448 | 21.452 | 21.453 | 21.451 | ||
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties | 18.699 | 19.318 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | ||
Overig | 902 | 549 | 446 | 448 | 452 | 453 | 451 | ||
Opdrachten | 8.917 | 13.959 | 8.647 | 6.887 | 6.887 | 6.287 | 6.287 | ||
Ondersteuning cliëntorganisaties | 3.560 | 3.847 | 3.850 | 3.850 | 3.850 | 3.850 | 3.850 | ||
Overig | 5.357 | 10.112 | 4.797 | 3.037 | 3.037 | 2.437 | 2.437 | ||
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 438.166 | 520.985 | 542.044 | 514.299 | 507.435 | 438.897 | 438.946 | ||
Subsidies | 417.945 | 501.638 | 520.045 | 492.282 | 485.217 | 416.339 | 416.485 | ||
Stageplaatsen zorg / Stagefonds | 102.650 | 112.000 | 112.000 | 112.000 | 112.000 | 112.000 | 112.000 | ||
Publieke Gezondheidszorgopleidingen | 17.143 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | ||
Vaccinatie stageplaatsen zorg | 3.851 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | ||
Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant | 24.369 | 32.800 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | ||
Opleidingsplaatsen jeugd ggz | 450 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | ||
Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg | 202.867 | 200.000 | 200.000 | 200.000 | 200.000 | 200.000 | 200.000 | ||
Versterking regionaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid | 11.184 | 11.500 | 11.500 | 11.500 | 11.500 | 11.500 | 11.500 | ||
Arbeidsmarktagenda (sectorbreed) | 0 | 25.000 | 15.000 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | ||
Arbeidsmarktagenda (verpleeghuizen) | 0 | 67.500 | 67.500 | 67.500 | 67.500 | 0 | 0 | ||
Verpleegkundige vervolgopleidingen in een veranderend zorglandschap | 0 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | 8.000 | ||
Overig | 55.431 | 17.638 | 40.845 | 21.082 | 21.017 | 19.639 | 19.785 | ||
Opdrachten | 5.469 | 7.169 | 9.861 | 9.878 | 10.079 | 10.419 | 10.419 | ||
Opleidingen & beroepenstructuur | 1.645 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | ||
Overig | 3.824 | 2.169 | 4.861 | 4.878 | 5.079 | 5.419 | 5.419 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 14.752 | 12.139 | 12.138 | 12.139 | 12.139 | 12.139 | 10.398 | ||
CIBG: Bijdrage voor onder andere UZI-register, BIG-register en SVB-Z | 14.752 | 11.639 | 11.638 | 11.639 | 11.639 | 11.639 | 9.898 | ||
RIVM: opleiding publiekegezondheidssector en kosten van ziekten | 0 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 39 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.644 | ||
ZiNL: sectie Zorgberoepen en opleidingen | 0 | 39 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.644 | ||
3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling | 160.454 | 239.996 | 274.098 | 232.010 | 204.322 | 182.019 | 168.695 | ||
Subsidies | 20.065 | 43.395 | 48.979 | 38.260 | 28.210 | 25.210 | 18.110 | ||
Nivel | 5.771 | 5.122 | 5.268 | 5.268 | 5.268 | 5.268 | 5.268 | ||
Programma Innovatie en zorgvernieuwing | 3.839 | 18.073 | 15.291 | 6.400 | 0 | 0 | 0 | ||
Nictiz | 0 | 5.800 | 5.800 | 5.800 | 5.800 | 5.800 | 5.800 | ||
Transparantie kwaliteit van zorg | 10.206 | 6.846 | 7.288 | 6.784 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | ||
Uitkomstgerichte zorg | 0 | 2.404 | 12.462 | 11.966 | 10.100 | 7.100 | 0 | ||
Rechtmatige zorg | 0 | 1.395 | 783 | 286 | 308 | 100 | 100 | ||
Overig | 249 | 3.755 | 2.087 | 1.756 | 1.734 | 1.942 | 1.942 | ||
Opdrachten | 960 | 6.162 | 15.268 | 3.114 | 3.114 | 3.114 | 3.114 | ||
Programma Innovatie en zorgvernieuwing | 634 | 1.482 | 11.387 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Verminderen ervaren regeldruk | 0 | 284 | 345 | 345 | 345 | 345 | 345 | ||
Rechtmatige zorg | 0 | 374 | 78 | 78 | 78 | 78 | 78 | ||
Overig | 326 | 4.022 | 3.458 | 2.691 | 2.691 | 2.691 | 2.691 | ||
Bijdragen aan agentschappen | 3.960 | 18.598 | 18.823 | 18.467 | 18.467 | 18.467 | 18.466 | ||
CIBG: WTZi en JMV | 3.790 | 15.258 | 18.823 | 18.467 | 18.467 | 18.467 | 18.466 | ||
Overig | 170 | 3.340 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 135.469 | 171.841 | 191.028 | 172.169 | 154.531 | 135.228 | 129.005 | ||
ZonMw: programmering | 135.469 | 171.841 | 191.028 | 172.169 | 154.531 | 135.228 | 129.005 | ||
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten | 241.637 | 252.980 | 241.431 | 238.660 | 234.307 | 232.695 | 230.682 | ||
Subsidies | 0 | 4.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Duurzaamheid zorg | 0 | 4.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 424 | 551 | 530 | 530 | 530 | 530 | 530 | ||
Uitvoering Wtcg | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 424 | 551 | 530 | 530 | 530 | 530 | 530 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 241.213 | 246.029 | 239.901 | 235.630 | 231.277 | 229.665 | 227.652 | ||
CAK | 135.381 | 125.631 | 116.449 | 115.134 | 112.697 | 107.711 | 107.703 | ||
NZa | 55.585 | 59.260 | 57.455 | 57.455 | 57.455 | 57.455 | 57.455 | ||
Zorginstituut Nederland | 47.313 | 58.011 | 60.454 | 54.764 | 52.713 | 56.083 | 54.081 | ||
CSZ | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | ||
Overig | 434 | 627 | 3.043 | 5.777 | 5.912 | 5.916 | 5.913 | ||
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 1.500 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 0 | 1.500 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | ||
EZK: ACM | 0 | 0 | 0 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | ||
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland | 125.422 | 117.216 | 124.095 | 127.457 | 131.392 | 135.332 | 139.119 | ||
Bekostiging | 125.422 | 117.216 | 124.095 | 127.457 | 131.392 | 135.332 | 139.119 | ||
Zorg en welzijn | 121.978 | 117.216 | 124.095 | 127.457 | 131.392 | 135.332 | 139.119 | ||
Overig | 3.444 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
6. Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude | 1.486 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Subsidies | 1.384 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 1.384 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Overig | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Ontvangsten | 90.082 | 70.960 | 58.660 | 58.360 | 58.360 | 58.360 | 58.360 | ||
Wanbetalers en onverzekerden | 72.646 | 66.102 | 53.802 | 53.502 | 53.502 | 53.502 | 53.502 | ||
Overig | 17.436 | 4.858 | 4.858 | 4.858 | 4.858 | 4.858 | 4.858 |
Bovenstaande informatie is bedoeld voor de Staten-Generaal. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend.
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget voor 2019 van € 590,5 miljoen is 96% juridisch verplicht. Het betreft de subsidies aan patiënten- en gehandicaptenorganisaties, subsidies opleidingen, beroepen en arbeidsmarktbeleid, subsidie aan Nivel, subsidies transparantie kwaliteit van zorg en aan het programma innovatie en zorgvernieuwing.
Bekostiging
Van het beschikbare budget voor 2019 van € 124,1 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van de zorg, welzijn, sport, preventie en jeugdzorg van Caribisch Nederland.
Opdrachten
Van het beschikbare budget voor 2019 van € 34,3 miljoen is 88% juridisch verplicht. Het betreft onder andere opdrachten gericht op de ondersteuning van patiënten- en cliëntenorganisaties, arbeidsmarktonderzoek en opdrachten gericht op het programma innovatie en zorgvernieuwing.
Bijdragen aan agentschappen
Van het beschikbare budget voor 2019 van € 31 miljoen is 100% juridisch verplicht.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget voor 2019 van € 430,9 miljoen is 98% juridisch verplicht.
Bijdragen aan medeoverheden
Van het beschikbare budget voor 2019 van € 1 miljoen is 100% juridisch verplicht.
5. Toelichting op de instrumenten
1. Positie cliënt
Subsidies
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties
De drie landelijke pg-koepels en circa 200 landelijke pg-organisaties ontvangen instellingssubsidie voor het uitvoeren van informatievoorziening, lotgenotencontact en belangenbehartiging (€ 17,4 miljoen in 2019). Daarnaast wordt een samenhangend projectsubsidieprogramma bij ZonMw ingericht met dezelfde duur als het beleidskader, waarop niet alleen de bestaande pg-organisaties maar ook nieuwe organisaties/netwerken kunnen inschrijven (https://www.zonmw.nl/nl/onderzoek-resultaten/gehandicapten-en-chronisch-zieken/voor-elkaar/) (€ 4 miljoen in 2019).
Opdrachten
Ondersteuning cliëntenorganisaties
Drie koepelorganisaties en circa 200 landelijke pg-organisaties ontvangen instellingssubsidie voor belangrijke functies zoals informatievoorziening, lotgenotencontact en belangenbehartiging en via ZonMw projectsubsidies voor een samenhangend subsidieprogramma (€ 3,9 miljoen in 2019).
Overig
Voor onder andere de depressiecampagne, de campagne «Werken in zorg en welzijn» en het project «NIX18» is budget beschikbaar (€ 4,7 miljoen).
2. Opleidingen, Beroepenstructuur en Arbeidsmarkt
Subsidies
Opleidingen
-
– Stageplaatsen zorg/Stagefonds
Praktijkstages zijn een essentieel onderdeel van zorgopleidingen. Met de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II worden zorginstellingen gestimuleerd tot het aanbieden van voldoende en kwalitatief goede stageplaatsen. Voor het studiejaar 2018–2019 is hiervoor een budget van € 112 miljoen beschikbaar.
Begin 2019 zal een herijking van de verdeling van de subsidiemiddelen over de verschillende opleidingsrichtingen en- niveaus plaatsvinden. Naast realisatiecijfers uit voorgaande jaren zal nadrukkelijk worden gekeken naar de verwachte ontwikkeling op de arbeidsmarkt in zorg en welzijn (www.azwinfo.nl). Dit zodat het Stagefonds een passende bijdrage blijft leveren aan de realisatie van een evenwichtige arbeidsmarkt in zorg en welzijn.
-
– Publieke Gezondheidszorgopleidingen
Deze regeling heeft als doel te stimuleren dat voldoende gespecialiseerde artsen worden opgeleid voor de uitvoering van de Wet publieke gezondheidszorg en de Jeugdwet. In 2019 is voor deze opleidingen € 21 miljoen beschikbaar.
Al jaren blijft de instroom in de publiek gefinancierde opleidingen arts Maatschappij en Gezondheid achter bij wat VWS aan opleidingplaatsen beschikbaar stelt. Om de instroom te bevorderen en tegelijkertijd de kwaliteit van de opleidingen te verhogen hebben de VWS en de diverse betrokkenen in de sector een gezamenlijk traject gestart. Een speerpunt daarbij is de invoering van een landelijk werkgeverschap voor nieuwe aiossen (artsen in opleiding tot specialist). Met instemming van de betrokken partijen is besloten het landelijk werkgeverschap vanaf 1 januari 2019 onder te brengen bij de SBOH en vanaf die datum de financiering van de opleidingen via de SBOH te laten verlopen. Alsdan kan de huidige regeling komen te vervallen op grond waarvan thans een subsidie kan worden verstrekt aan opleidingsinstellingen die een opleiding tot arts maatschappij en gezondheid voor de profielen infectieziektebestrijding, jeugdgezondheidszorg, medische milieukunde en tuberculosebestrijding verzorgen. Het voornemen is om vanaf 2019 met dat doel instellingssubsidie te verschaffen aan de SBOH.
-
– Vaccinatie stageplaatsen zorg
De subsidieregeling vaccinatie stageplaatsen zorg draagt eraan bij dat jaarlijks 30 à 35 duizend stagiairs voorafgaand aan hun stage gevaccineerd worden tegen hepatitis B. Dit komt ten goede aan de volksgezondheid en voorkomt studie-uitval of -vertraging. In 2019 is hiervoor € 4,7 miljoen beschikbaar.
-
– Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant
Nieuwe beroepsbeoefenaren (verpleegkundig specialisten (VS) en physician assistants (PA)) worden opgeleid om minder complexe en routinematige taken van de huisarts of de specialist over te nemen. Het is de verwachting dat de maximaal beschikbare bekostigde instroom van 700 benut zal worden. In 2019 is hiervoor een bedrag van € 38,0 miljoen beschikbaar.
-
– Opleidingen in een Jeugd ggz-instelling
De regeling heeft als doel te borgen dat zorgverleners in de jeugd ggz tijdens hun opleiding ook praktijkervaring in deze sector kunnen opdoen. Het beleid achter deze subsidieregeling is geëvalueerd in de evaluatie Beschikbaarheidbijdragen voor medische vervolgopleidingen. De instroom is gestegen van 7 toegekende opleidingsplaatsen in 2016 naar 14 in 2017 en 2018. In 2019 is voor de regeling € 1,5 miljoen beschikbaar.
Arbeidsmarkt
-
– Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg
Het doel van de Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg (KPZ) is om de ziekenhuizen en UMC’s te stimuleren meer en strategischer te investeren in bij- en nascholing van personeel. Als onderdeel van het tussenakkoord medisch-specialistische zorg 2018 is de regeling een jaar verlengd tot en met 2018. In het Hoofdlijnenakkoord Medisch Specialistische Zorg 2019–2022 hebben de partijen afgesproken dat de middelen voor de KPZ beschikbaar blijven voor de sector (circa € 200 miljoen per jaar).
-
– Versterking regionaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid
Met de subsidie aan RegioPlus voor het programma «koersen op kansen, regionaal resultaat» investeert VWS in een goed werkende, landelijk dekkende regionale arbeidsmarktinfrastructuur. Het regionaal arbeidsmarktbeleid staat komend jaar in het teken van het Actieprogramma Werken in de Zorg en in het bijzonder de 28 regionale actieplannen aanpak tekorten (RAAT). Het actieprogramma brengt de succesvolle regionale aanpak vanuit RegioPlus en het Zorgpact bijeen. Voor regionaal arbeidsmarktbeleid is in 2019 € 11,5 miljoen beschikbaar.
-
– Actieprogramma Werken in de Zorg sectorbreed en verpleeghuizen
Binnen het kader van het actieprogramma Werken in de Zorg wordt geïnvesteerd in een pakket aan maatregelen gericht op het vergroten van de instroom in de zorgsector. Met een sluitende aanpak worden geïnteresseerden die zich melden via bijvoorbeeld de wervingscampagne toegeleid naar een baan of opleiding in de zorg. Het betreft verschillende maatregelen variërend van loopbaanadvies en begeleiding tot functiespecifieke en kwalificerende scholing. Dit gebeurt onder andere via SectorplanPlus en Sterk in je Werk. In totaal is hiervoor in 2019 € 82,5 miljoen beschikbaar, waarvan € 67,5 miljoen specifiek voor verpleeghuizen.
Beroepenstructuur
-
– Verpleegkundige vervolgopleidingen in een veranderend zorglandschap
Steeds vaker wordt complexere zorg verleend buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld bij de patiënt thuis of bij de huisarts. Deze verandering leidt er toe dat gespecialiseerde verpleegkundigen op steeds meer verschillende plekken in de zorg werken. De opleidingstructuren van (verpleegkundige) vervolgopleidingen sluiten nog onvoldoende aan op deze verandering. Veel vervolgopleidingen zijn meer gericht op werken in het ziekenhuis en worden meestal ook verzorgd door ziekenhuizen. Om tekorten te voorkomen of te bestrijden gaan we samen met betrokken partijen verkennen hoe de structuur van vervolgopleidingen voor professionals die werken buiten het ziekenhuis vorm kan krijgen. In totaal is hiervoor in 2019 € 8 miljoen beschikbaar.
Overig
Via onderzoek wordt samen met sociale partners in de zorg de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in kaart gebracht en worden prognoses gemaakt over de verwachte zorgvraag en hoeveel en welk type zorgverlener daarbij past. De ingezette taakherschikking, de veranderende zorgvraag en de snelgaande veranderingen op de arbeidsmarkt vragen aanpassingen in de reguliere opleidingen en in bij- en nascholing. Ook wordt van zorgverleners steeds meer gevraagd om samen te werken over de domeinen heen en om te «zorgen voor» in plaats van «zorgen dat». Al deze veranderingen zullen worden gefaciliteerd en bestendigd door werkgevers, opleiders en beroepsverenigingen hierin te ondersteunen. Via de leerstoel betaalbare zorg die is ingesteld door het Radboud UMC wordt onafhankelijk, beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek naar de betaalbaarheid van zorg gestimuleerd.
Opdrachten
Opleidingen en beroepenstructuur
De ingezette taakherschikking en de inzet van nieuwe beroepen zoals de Bachelor Medisch Hulpverlener zal worden gemonitord en geëvalueerd. Ook wordt er geïnvesteerd in het opzetten van een onderzoeksinfrastructuur voor verpleegkundige en verzorgende. Hiervoor is in 2019 € 5 miljoen beschikbaar.
Overig
De overige bedragen worden ingezet voor de ontwikkeling van kennis en expertise op het terrein van de zorg, voor beleid en praktijk. Daarbij gaat het onder meer om bijdragen aan de onderzoeksprogramma’s van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Centraal Planbureau (CPB), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: Bijdrage voor onder andere BIG-register en toezicht en handhaving WNT
-
– Het CIBG is verantwoordelijk voor het beheer van het BIG-register. Zowel Nederlandse als buiten Nederland gediplomeerde zorgverleners kunnen zich in het BIG-register registreren. Deze gediplomeerden die in de Nederlandse gezondheidszorg willen werken moeten -op grond van de Europese richtlijn erkenning beroepskwalificaties – een aanvraag indienen voor een EU erkenning van hun beroepskwalificaties (EER-gediplomeerden) dan wel een verklaring van vakbekwaamheid (niet-EER-gediplomeerden). Voor de procedure ten aanzien van buiten Nederland gediplomeerden ontvangt het CIBG een financiële bijdrage.
-
– In de Wet Normering Topinkomens (WNT) is toezicht en de handhaving geregeld. Toezicht en de handhaving voor de zorg is ondergebracht bij het CIBG.
In totaal is voor al deze taken in 2019 € 11,6 miljoen gereserveerd.
3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling
Subsidies
Nivel
Voor onderzoek naar de effectiviteit en de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland en (de relatie tussen) de verschillende partijen in de zorg wordt subsidie verleend (€ 5,3 miljoen in 2019) aan het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel). Het Nivel ontwikkelt en beheert hiertoe databases, panels en monitors.
Programma Innovatie en zorgvernieuwing
De activiteiten zijn gericht op het bereiken van de drie doelstellingen die het kabinet in 2014 heeft geformuleerd ter ondersteuning van de brede maatschappelijke beweging naar meer zelfredzaamheid, meer zelfregie en meer zelfzorg. Hiervoor worden via het programma Innovatie en zorgvernieuwing subsidies verstrekt aan initiatieven die aan deze doelen bijdragen. De voortgang van de doelen monitoren we via de e-healthmonitor van Nictiz.
In het Regeerakkoord zijn extra middelen vrijgemaakt om de schaarse capaciteit aan zorgpersoneel optimaal te benutten voor zorg en aandacht voor cliënten en patiënten. Het kabinet acht het wenselijk digitaal ondersteunde zorg gericht in te zetten en de verspreiding van innovatieve werkwijzen (e-health) te bevorderen. We doen dat door een impulsfinanciering voor persoonlijke gezondheidsomgeving. Via deze regeling worden partijen in staat gesteld om hun product(en) aan het afsprakenstelsel voor Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO’s) aan te passen en worden patiënten in staat gesteld om die PGO’s ook daadwerkelijk te gaan gebruiken
Totaal is er in de begroting 2019 voor het programma Innovatie en zorgvernieuwing € 14,3 miljoen gereserveerd voor subsidies.
Nictiz
Het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (Nictiz) is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Voor de invulling van de coördinerende functie die Nictiz heeft bij de ontwikkeling van ICT- en informatiestandaarden en implementatieondersteuning bij het gebruik van deze standaarden is in 2019 een bedrag van € 5,5 miljoen beschikbaar. Om de zorgsector te ondersteunen bij de efficiënte inzet van eHealth, analyseert en duidt Nictiz ontwikkelingen in het gebruik van ICT in de zorg. Tevens fungeert Nictiz als nationaal en internationaal kennis- en expertisecentrum en vervult het een verbindende rol bij de ontwikkeling en het gebruik van ICT in de zorg.
Transparantie kwaliteit van zorg
Het Kwaliteitsinstituut, als onderdeel van het Zorginstituut, heeft met betrekking tot transparantie een belangrijke rol en is daarom gemandateerd (Staatscourant 27102, nr. 1) voor het verstrekken van subsidies voor de stimulering van de transparantie over de kwaliteit van zorg (Staatscourant 26926) (€ 5 miljoen).
Uitkomstgerichte zorg
Voor de in het Regeerakkoord beschikbaar gestelde middelen zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij al lopende instrumenten zoals het programma Kwaliteit van zorg bij ZonMw (€ 12,5 miljoen).
Rechtmatige zorg
In 2019 gaan we verder met het uitvoeren van de acties en maatregelen uit het programmaplan Rechtmatige Zorg 2018–2021, aanpak van fouten en fraude in de zorg, zoals in 2018 aan de Kamer is aangeboden (TK 28 828, nr. 108). De aanpak betreft het voorkomen van fouten en fraude met onder andere de focus op vijf specifieke zorgsectoren (medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, mondzorg, wijkverpleging en persoonsgebonden budget) en wetgevingstrajecten die onder meer een betere gegevensuitwisseling mogelijk moeten maken tussen handhavingorganisaties en het invoeren van een Waarschuwingsregister Zorg. In 2019 wordt de Tweede Kamer middels een eerste voortgangsrapportage geïnformeerd over de stand van zaken en de behaalde resultaten uit het programmaplan (€ 0,8 miljoen).
Overig
-
– Big data
In het najaar van 2018 volgt een Kamerbrief met visie op big data. Verwachting is dat daar in ieder geval de ethische aspecten van big data en privacy een belangrijke rol zullen spelen.
-
– Informatiebeveiliging en cybersecurity
VWS zet zich via verschillende activiteiten in voor het vergroten van de bewustwording in de zorg.
-
– Werkorganisatie Informatieberaad Zorg (WIZ)
De werkorganisatie Informatieberaad zal in 2018 naast externe kennis en capaciteit ook de leden van het Informatieberaad (de bureau’s van de koepels en brancheorganisaties) direct moeten kunnen steunen bij het vertalen van de afspraken naar de consequenties voor hun sector en achterban. Daarvoor is € 0,5 miljoen beschikbaar voor subsidies.
-
– Veilige gegevensuitwisseling en authenticatie in de zorg
De toename van elektronische informatie-uitwisseling in de zorg en de groei in het gebruik van eHealth toepassingen vragen om een veilige en betrouwbare authenticatie door patiënten en door zorgverleners die dit thans doen met behulp van de UZI-pas. In 2019 wordt de nieuwe aanbesteding van de UZI-pas afgerond.
VWS levert actief een bijdrage aan BZK voor het doorontwikkelen, implementeren en stimuleren van het gebruik van veilige authenticatie in de zorg.
-
– Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt en regeling voorwaardelijke toelating
Het Zorginstituut gaat in samenwerking met ZonMw vanaf 2019 uitvoering geven aan de subsidieregeling Veelbelovende Zorg Sneller bij de Patiënt (TK 29 269, nr. 905) Het doel van deze regeling is het versnellen van de toegang van de patiënt tot potentieel veelbelovende en innovatieve zorg via opname in het basispakket. De subsidieregeling vervangt per 2019 de huidige regeling voorwaardelijke toelating. Het Zorginstituut heeft de komende jaren ook nog uitvoering aan de aflopende regeling voorwaardelijke toelating, waarin de komende jaren nog lopende trajecten en reeds ingediende onderzoeksvoorstellen worden behandeld. Voor de uitvoering van de reeds ingediende aanvragen en lopende trajecten in de regeling voorwaardelijke pakkettoelating wordt het Zorginstituut in 2019 aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 0,7 miljoen. In aanvulling hierop wordt ten behoeve van de uitbreiding van personele capaciteit i.v.m. de nieuwe subsidieregeling in 2019 een budget van € 0,7 miljoen gesteld.
Opdrachten
Programma Innovatie en zorgvernieuwing
In 2019 wordt wederom een e-health week georganiseerd en worden nieuwe Health Deals3 gesloten. Met de extra middelen uit het Regeerakkoord wordt vanuit VWS het communicatietraject Zorg van Nu gestart om het algemene publiek en professionals te wijzen op de kansen en mogelijkheden van innovaties in de zorg en in nieuwe zorgprocessen, via het delen en laten ervaren van goede voorbeelden. Met het zorgveld wordt bezien wat nodig is voor ondersteuning van professionals bij de implementatie van e-health toepassingen en wordt een instrument ontwikkeld om de burger en de professional behulpzaam te zijn bij een verantwoorde keuze uit het grote aanbod aan gezondheidsapps.
Rechtmatige zorg
Het programmaplan Rechtmatige Zorg 2018–2021 – aanpak van fouten en fraude in de zorg is in 2018 aan de Kamer aangeboden (TK 28 828, nr. 108). Doel is het voorkomen van fouten en fraude met onder andere de focus op vijf specifieke zorgsectoren (medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg, mondzorg, wijkverpleging en persoonsgebonden budget) en wetgevingstrajecten die onder meer een betere gegevensuitwisseling mogelijk moeten maken tussen handhavingorganisaties en het invoeren van een Waarschuwingsregister Zorg.
In 2019 werkt VWS verder met het uitvoeren van de acties en maatregelen uit het programmaplan en wordt de Tweede Kamer middels een eerste voortgangsrapportage geïnformeerd over de stand van zaken en de behaalde resultaten uit het programmaplan.
Overig
-
– Big data
In het najaar van 2018 volgt een Kamerbrief met visie op big data. De verwachting is dat daarbij in ieder geval de ethische aspecten van big data en privacy een belangrijke rol zullen spelen. In 2019 zullen de activiteiten naar een volgende fase worden gebracht.
-
– Werkorganisatie Informatieberaad Zorg (WIZ)
In 2018 gaat de «werkorganisatie Informatieberaad Zorg (WIZ)» aan de slag. Hiermee wordt kennis en capaciteit beschikbaar gesteld aan de leden van het Informatieberaad die de ambities en afspraken van het Informatieberaad vertalen naar de activiteiten en implementatieplannen die voor alle sectoren opgesteld zullen moeten worden. Hiervoor is structureel jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar voor opdrachten.
-
– Informatieberaad
Het Informatieberaad komt ook in 2019 minstens viermaal per jaar bijeen. Om de besluitvorming in goede onderlinge afstemming met de leden, het veld en internationale gremia voor te bereiden, is € 1,2 miljoen beschikbaar. Er is € 0,1 miljoen bestemd voor het begeleiden van de verschillende gremia onder het Informatieberaad, € 0,3 miljoen voor communicatie en € 0,7 miljoen voor onderzoek en advies van experts op de te nemen besluiten.
In 2018 is het Programma Implementatie Europese Zorgdiensten (PIEZO) gestart. Het programma wordt gefinancierd door VWS en de EU. De doelstelling van PIEZO is in eerste instantie betere zorg voor buitenlandse patiënten uit de EU die binnen Nederland ongeplande zorg nodig hebben, doordat de Nederlandse zorgprofessionals een patiëntsamenvatting kunnen opvragen bij het land van herkomst. In Nederland zal het hiervoor benodigde knooppunt in 2021 operationeel zijn. Voor het totale project ontvangt Nederland van de EU € 850.000.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: WTZi en JMV
-
– Instellingen die zorg willen aanbieden die op grond van de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg voor vergoeding in aanmerking komt, dienen op grond van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) een toelating te hebben. De uitvoering van de WTZi (toelatingen) vindt plaats bij het CIBG.
-
– Het Landelijk Register Zorgaanbieders (LRZa) is een landelijk en openbaar register van zorgaanbieders. Dit register maakt duidelijk wie, waar, welke zorg verleent en draagt bij aan de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).
-
– Via het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (JMV) verantwoorden zorgaanbieders zich jaarlijks over de geleverde (financiële) prestaties. Alle partijen die een rol spelen binnen het zorgstelsel hebben toegang tot deze uniforme, digitale informatie via www.jaarverslagenzorg.nl.
-
– Het UZI-register (Unieke Zorgverlener Identificatie register) van het CIBG verstrekt UZI-passen aan zorgaanbieder en indicatieorganen waarmee unieke identificatie van zorgaanbieders en indicatieorganen in de zorg mogelijk wordt gemaakt.
-
– De Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg (SBV-Z) van het CIBG is een betrouwbare bron voor het leveren van burgerservicenummers (BSN’s) aan de zorgsector.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
ZonMw
ZonMw is een intermediaire organisatie die op programmatische wijze projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laat uitvoeren. ZonMw bewaakt daarbij de kwaliteit, relevantie en samenhang. In onderstaande tabel zijn de activiteiten uitgesplitst naar de verschillende beleidsterreinen waarop de programma’s bij ZonMw betrekking hebben.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal ZonMw | 191.028 | 172.169 | 154.531 | 135.228 | 129.005 |
Artikel 1 Volksgezondheid: onder andere Preventieprogramma's, Antibioticaresistentie Infectieziektebestrijding, Versterking Uitvoeringspraktijk JGZ, Richtlijnen Jeugdgezondheidszorg en Translationeel Adult Stamcelonderzoek | 26.258 | 25.526 | 28.066 | 29.639 | 30.243 |
Artikel 2 Curatieve zorg: onder andere Doelmatigheidsonderzoek, Goed Gebruik Geneesmiddelen, Topzorg, Citrienfonds, Verwarde personen, Gender en gezondheid, Zwangerschap en geboorte, Expertisefunctie Zintuigelijk Gehandicapten, Translationeel Onderzoek, Personalised medicine, Oncode, aanpassingsstoornissen en onderzoeksprogramma ggz | 112.942 | 105.254 | 90.973 | 77.282 | 77.899 |
Artikel 3 Landurige zorg en ondersteuning: onder andere Nationaal Programma Ouderenzorg, Palliantie, meer dan Zorg, «Gewoon Bijzonder»: nationaal programma gehandicapten Memorabel, academische werkplaatsen ter versterking kennisinfrastructuur langdurige zorg en Active and Assisted Living | 28.748 | 26.690 | 24.359 | 19.768 | 15.609 |
Artkel 4 Zorgbreed beleid: Experimenten maatschappelijke diensttijd | 9.060 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 5 Jeugd: onder andere Academische Werkplaatsen Transformatie Jeugd, Zorg voor jeugd en Effectief Werken in de Jeugdsector | 4.811 | 5.673 | 4.217 | 4.195 | 4.288 |
Artikel 6 Sport en bewegen: onder andere Onderzoeksprogramma Sport, Kennis- en innovatieagenda sport, Topteam sport en Sportimpuls | 9.208 | 9.026 | 6.916 | 4.344 | 966 |
Op de andere begrotingsartikelen staan ook begrotingsposten op het gebied van Kennisontwikkeling en innovatie, bijvoorbeeld RIVM (artikel 1), Nivel (artikel 2), Vilans (artikel 3) en Movisie (artikel 3).
4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
CAK
Het CAK voert diverse wettelijke taken uit, te weten:
-
• de centrale betaling aan 3.500 instellingen voor langdurige zorg (namens de Wlz-uitvoerders) (Wlz);
-
• het innen van de eigen bijdragen voor langdurige zorg (Wlz);
-
• de uitvoering van de burgerregelingen (wanbetalers, onverzekerden, gemoedsbezwaarden, onverzekerbare vreemdelingen en de zogeheten buitenlandtaak (inclusief het Nationaal contactpunt));
-
• uitvoering van de subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden;
-
• het vaststellen, opleggen en innen van de eigen bijdrage maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015);
-
• het verstrekken van de Schengenverklaringen;
-
• het beheer van de website Regelhulp;
-
• de afhandeling van de laatste werkzaamheden rond de per 1 januari 2014 afgeschafte Wtcg en CER.
In het Regeerakkoord 2017–2021 is afgesproken om een abonnementstarief in te voeren van € 17,50 per vier weken voor huishoudens die gebruikmaken van Wmo-voorzieningen.
Het totaal beschikbare budget voor het CAK in 2019 is € 116,4 miljoen.
NZa
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is belast met het toezicht op en regulering van de zorgsector en moet het algemeen consumentenbelang voorop stellen bij de uitoefening van haar taken. De taken zijn:
-
• tarieven en prestaties in de zorg reguleren;
-
• toezien op de rechtmatige uitvoering van de Zvw;
-
• toezien op de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wlz;
-
• toezien op de naleving van de Wmg.
Inclusief de middelen voor het centraal meldpunt zorgfraude (€ 1 miljoen) bedraagt het beschikbare budget in 2019 circa € 57,5 miljoen.
Zorginstituut Nederland
Het Zorginstituut Nederland heeft de volgende taken:
-
• adviseert over het verzekerde Zvw- en Wlz-pakket;
-
• stimuleert de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland;
-
• zorgt er voor dat iedereen toegang heeft tot begrijpelijke en betrouwbare informatie over de kwaliteit van geleverde zorg (het Kwaliteitsinstituut);
-
• adviseert over de gewenste ontwikkeling van beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg (de adviescommissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen);
-
• is fondsbeheerder van het Zorgverzekeringsfonds, het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten en het Fonds Langdurige Zorg;
-
• uitvoerder van de financiering van zorgverzekeraars uit de fondsen (in het bijzonder de risicoverevening);
-
• bevordert de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Wlz;
-
• adviseert of het wenselijk is dat een nieuw beroep of specialisme in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg moet worden gereguleerd.
Het in 2019 beschikbare budget bedraagt € 60,5 miljoen.
CSZ
Het College Sanering Zorginstellingen (CSZ) voert onder andere de meldings- en goedkeuringsregeling voor de vervreemding van onroerende zaken uit. In 2019 is hiervoor € 2,5 miljoen gereserveerd.
Overig
Op deze post staan middelen gereserveerd voor uitvoeringskosten van verschillende zbo’s, die nog niet specifiek toe te rekenen zijn.
5. Zorg, Preventie, Sport, Welzijn en Jeugdzorg op Caribisch Nederland
Bekostiging
Zorg, Preventie, Sport, Welzijn en Jeugdzorg
Sinds 1 januari 2011 is er één zorgverzekering voor iedereen in Caribisch Nederland. Dat wil zeggen dat iedereen die legaal op Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont en/of werkt, is verzekerd van zorg. De totale geraamde kosten die naar verwachting in 2019 gemoeid zijn met zorg en welzijn op Caribisch Nederland bedragen circa € 124,1 miljoen. Circa € 2,5 miljoen hiervan is voor de jeugdzorg op Caribisch Nederland bestemd en ongeveer € 3 miljoen voor welzijn en sport. De rest van de middelen voor de jeugdzorg, circa € 3 miljoen, worden verantwoord op artikel 10. Op alle drie de eilanden is een Centrum voor Jeugd en Gezin.
Ontvangsten
Wanbetalers en onverzekerden
Van de ontvangsten bestuursrechtelijke premie wordt 23% toegevoegd aan de begroting van VWS. Op grond van de Wet verbetering wanbetalersmaatregelen vloeien de bestuurlijke boeten, bedoeld in de artikelen 9b en 9c (onverzekerdenregeling), naar de ontvangsten op de VWS-begroting (artikel 9c, 4e lid, Zvw). Voor 2019 worden de totale ontvangsten op de VWS-begroting (voor zowel wanbetalers als onverzekerden) geraamd op € 53,8 miljoen.
Overig
Een aantal van de met de opleidingsbudgetten samenhangende subsidie-regelingen komt naar verwachting niet volledig tot uitputting, vooral omdat bij de zorgopleidingen, publieke gezondheidsopleidingen en de opleidingen tot verpleegkundige specialist en physician assistant sprake is van lager dan geraamde instroom. De verleende bedragen worden daarom in de loop van het jaar verlaagd en dit leidt tot ontvangsten.