Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel verder te optimaliseren zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger gewaarborgd blijft.
De Minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan. Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de Minister dat deze belangen worden behartigd.
Vanuit deze verantwoordelijkheid vervult de Minister de volgende rollen:
Stimuleren:
• Het stimuleren van uitkomstgerichte zorg: zorg die waarde toevoegt voor de kwaliteit van leven van de patiënt.
• Stimuleren dat patiënten en verzekerden een stevige (informatie-) positie innemen in het zorgstelsel, onder meer door patiënten te voorzien van informatie uit hun eigen dossier.
• Stimuleren van samen beslissen: kwalitatief goede en veilige zorgverlening met keuzevrijheid voor consumenten.
• Stimuleren van transparantie over kwaliteit (in klinische uitkomsten en patiënt relevante uitkomsten) en kosten van zorg.
• Stimuleren dat patiënten- en gehandicaptenorganisaties sterkere organisaties worden en goede informatievoorziening, lotgenotencontact en belangenbehartiging tot stand brengen.
• Het stimuleren van een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag.
• Het stimuleren van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel door kwalitatief goede en samenhangende opleidingen.
• Het stimuleren van landelijke en regionale samenwerking aan een evenwichtige arbeidsmarkt met voldoende medewerkers die goed zijn toegerust voor en tevreden zijn met het belangrijke werk dat zij doen.
• Het stimuleren van innovaties in de zorg en de ontwikkeling en toepassing van ontwikkelde kennis en bevorderen van (digitale) vaardigheden.
• Het stimuleren van rechtmatige zorg: door initiatieven om fouten en fraude in de zorg zoveel mogelijk te voorkomen en fraude aan te pakken.
• Het stimuleren van veilige en betrouwbare informatie-uitwisseling in de zorg, uitgaande van het eenmalig slim vastleggen en hergebruiken van informatie, in het bijzonder rondom medicatieveiligheid.
• Het realiseren van betrouwbare middelen voor de authenticatie/identificatie in de zorg en het verkennen van mogelijkheden om het zorgdomein te «ontzorgen» daarbij.
• Versnellen realisatie gegevensuitwisseling.
Financieren:
• Van patiënten- en gehandicaptenorganisaties om de belangen van verzekerden, waaronder patiënten te behartigen en hen goed te infomeren.
• Van ZBO’s (CAK, NZa, ZiNL, CSZ) om hun wettelijke verantwoordelijkheid in het zorgstelsel invulling te kunnen geven.
• Van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg (ZonMw).
• Van agentschappen (CIBG, RIVM) om hun taken in het zorgstelsel uit te voeren.
• Van betrokken partijen met een subsidie om informatie over de kwaliteit van het zorgaanbod snel te ontsluiten voor patiënten.
• Van instrumenten om personeel in de zorg goed op te leiden en bij te scholen (Stagefonds, kwaliteitsimpuls ziekenhuispersoneel, subsidieregelingen opleidingen publieke gezondheidszorg en jeugd-ggz).
• Van zorg en welzijn in Caribisch Nederland.
• Het leveren van een financiële bijdrage aan een veilige en betrouwbare informatie-uitwisseling in de zorg.
• Het financieel stimuleren van de ontwikkeling en het gebruik van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO).
Regisseren:
• Het regisseren van een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel door wet- en regelgeving (klachtrecht, geschillenbeslechting, medezeggenschap, Wet BIG) en toepassing en handhaving daarvan.
• Regisseren dat alle betrokken partijen in de zorg, waaronder de patiënt, in staat zijn hun verantwoordelijkheid in het zorgstelsel waar te maken.
• Het regisseren van goed bestuur in de zorg en het toezicht daarop.
• Het regisseren van de dialoog tussen betrokken partijen, gericht op de toekomstige (arbeidsmarkt-) uitdagingen.
• Het regisseren van de verlaging van regeldruk in de zorg.
• Het voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg.
• Het vaststellen van duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden voor de NZa door het wettelijk kader voor de regulerings- en toezichtstaken aan te scherpen en voor ZiNL door een wettelijk kader te creëren voor het tegenhouden van kwaliteitsstandaarden met aanzienlijke financiële gevolgen.
• Het regisseren van de totstandkoming van een passend aanbod van (jeugd)zorg, preventie en sportactiviteiten in Caribisch Nederland.
• Het regisseren van de totstandkoming, implementatie en monitoring van een ketenbrede aanpak voor preventie, toezicht, opsporing en handhaving om rechtmatige zorg te bevorderen.
• Het regisseren van standaardisatie van de informatie-uitwisseling in de zorg en bewaking van een samenhangende basisinfrastructuur in de zorg en de samenwerking in het veld via het informatieberaad.
• Het regisseren via het Informatieberaad van regie over eigen gegevens, delen van zorginformatie, inzicht in beleidseffecten en veilig en betrouwbaar gegevens delen.
Werken in de zorg
Het zwaartepunt van de aanpak van het tekort aan zorgmedewerkers met het programma Werken in de Zorg ligt vooral in de regio. In iedere regio werken zorgorganisaties, medewerkers, scholen en andere betrokkenen samenwerken om het tekort terug te dringen.
Volgens de meest recente prognose (mei 2019) is het verwachte tekort in 2022 gedaald tot 80.000. Dit is vooral te danken aan de stijgende instroom. Tussen het tweede kwartaal van 2018 en het tweede kwartaal van 2019 begonnen 152.000 mensen aan een baan in de zorg. Echter de uitstroom uit de sector blijft hoog. In dezelfde periode stroomden 111.000 werknemers uit de sector, bijvoorbeeld naar een baan in een andere sector of naar pensioen. In het afgelopen jaar hebben we onze aanpak geïntensiveerd met daarbij een bijzondere focus op het behoud van medewerkers in de zorg.De ‘Ik Zorg'-campagne voor ondersteuning bij de werving van nieuwe medewerkers, heeft een vervolg gekregen. Met de subsidieregeling SectorplanPlus bieden we werkgevers extra ondersteuning voor scholing van nieuwe medewerkers. Hiervan wordt goed gebruik gemaakt. In de tweede en derde tijdvakken van de regeling hebben ruim 1.300 werkgevers voor in totaal ruim 175.000 deelnemers een subsidieaanvraag ingediend (Kamerstukken II 2019/20, 29282, nr. 391). Om ervoor te zorgen dat organisaties goed gebruik maken van bestaande ervaringen, bijvoorbeeld op het terrein van roosteren, is in 2019 het Actieleernetwerk opgezet. Meer dan 100 organisaties zijn aangesloten als koploper en er zijn tientallen workshops en bijeenkomsten voor instellingen gehouden (Kamerstukken II 2019/20, 29282, nr. 391). De focus ligt op de grootste uitdagingen voor organisaties, zoals een goed werkklimaat of de inzet van technologie. Het Regioteam Werken in de Zorg is in december 2019 gestart met concrete opdrachten op de thema’s behoud van medewerkers flexwerken in de zorg en andere manieren van werken. Per regio is een opdracht op maat gemaakt al naar gelang de specifieke behoeften van die regio en kijkend naar wat nodig is om tot extra kwantitatieve en kwalitatieve versnelling te komen, taakherschikking en jobcarving toe te passen (Kamerstukken II 2019/20, 29282, nr. 391).Toekomst Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG)
Als gevolg van verschillende ontwikkelingen, zoals opkomende technologie en het werken in teams is de vraag gerezen of de wet BIG nog toekomstbestendig is. Hierop heeft de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in oktober 2019 een advies uitgebracht. De Raad beschrijft in zijn advies de knelpunten in de praktijk en reikt drie verschillende vergezichten aan voor toekomstige beroepenregulering: de BIG als kwaliteitsregistratie instrument, de BIG onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, de BIG als Wet op de bekwaamheden. Gevoed door het advies van de RVS is eind 2019 begonnen met deze toekomstvisie. De Kamer wordt over de toekomstvisie geïnformeerd na de zomer van 2020 . (Kamerstukken II 2019/20, 29282, nr.392).Regieverpleegkundige
In de brief (Kamerstukken II 2019/20, 29282 nr. 381) van 8 oktober 2019 is de Kamer geïnformeerd dat het wetsvoorstel BIG2 wat betreft de regieverpleegkundige definitief niet zal worden ingediend. De andere onderdelen van BIG2, de adviestaak over nieuwe beroepen voor het Zorginstituut en deskundigheidsbevordering, worden meegenomen in het traject over de toekomstbestendigheid van de wet BIG en in de loop van 2020 aan de Kamer verzonden.Wettelijke verplichting elektronische gegevensuitwisseling
Er is in 2019 gewerkt aan een wettelijke verplichting om gegevens digitaal uit te wisselen. Dit doet VWS samen met het zorgveld, de zorgprofessionals, dienstverleners en leveranciers. Het wetsvoorstel leidt tot een betere gegevensuitwisseling in de zorg, wat op zijn beurt moet resulteren in meer juiste zorg, op de juiste plek en op het juiste moment. De Kamer is over de eerste set gegevensuitwisselingen geinformeerd (Kamerstukken II 2018/2019, 27529 nr. 189).
Veilige digitale Toegang
Steeds meer zorgaanbieders bieden hun patiënten digitale inzage in hun medische gegevens. VWS stimuleert dit onder andere via de VIPP-regelingen. Het is belangrijk dat de digitale toegang tot deze medische gegevens op een veilige manier geregeld wordt. Vrijwel alle zorgaanbieders vallen straks onder de wet Digitale Overheid, deze is in februari 2020 aangenomen door de Tweede Kamer. Dit wil zeggen dat de gegevens alleen maar ontsloten mag worden via een inlogmiddel dat van een voldoende betrouwbaarheidsniveau is. In 2019 heeft VWS het programma Digitale Toegang opgestart. Binnen dit programma wordt er gewerkt aan een technische oplossing om zoveel mogelijk zorgpartijen aan te laten sluiten op DigiD en andere toegelaten inlogmiddelen. Dit programma werkt nauw samen met de VIPP programma’s om de eerste VIPP partijen aan te sluiten in 2020. Vanaf 2021 zal de rest van het zorgveld volgen.
Gespecificeerde Toestemming
Samen met het veld is gestart met het onderzoeken of er gebruiksvriendelijke, juridisch houdbare manieren zijn om zorgverleners toestemming te verlenen in de context van de actuele behandelrelatie en om gegevens voor later gebruik raadpleegbaar te maken via elektronisch uitwisselingssystemen. Hiermee wordt gehoor gegeven aan het advies van het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) Begin oktober 2019 zijn de beide Kamers hierover geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/2019, 27529, nr. 192.)
E-health
In 2019 zijn via de e-health monitor van Nictiz/Nivel voor de laatste keer de drie e-health doelstellingen van het vorige kabinet gemeten. Dit omdat de doelstellingen een looptijd hadden tot en met 2019. De monitor uit 2019 laat zien dat de doelstellingen niet gehaald zijn. Het enthousiasme onder professionals is wel gestegen en professionals willen ook graag met e-health aan de slag: 61% van de medisch specialisten, 59% van de huisartsen en 75% van de verpleegkundigen. Patiënten die al werken met slimme zorg zijn enthousiast (33%) en willen graag meer doen met slimme zorg. Het aanbod van online inzage stijgt weliswaar, maar blijft toch achter bij de doelstelling. Bij zelfmetingen blijkt dat 39% van de chronisch zieken niet zelf wil meten. 40% van de chronisch zieken voert deze metingen wel uit. Hoewel gezegd kan worden dat deze doelstelling wel behaald is, is ook de conclusie dat een aanzienlijk deel van de patiënten er (nog) geen behoefte aan heeft. De onderzoekers constateren verder een daling van het gebruik van beeldbellen in de ziekenhuis- en ouderenzorg. Wel geven zij aan dat er inmiddels andere ontwikkelingen zijn op het gebied van slimme zorg zoals app-contact met een arts en andere toezichthoudende technieken.
In 2019 is net als in voorgaande jaren weer een e-health week georganiseerd. Tijdens deze week organiseerden 310 partners samen meer dan 270 evenementen. De bezoekers gaven het evenement dat zij bezochten gemiddeld een 7,8 en 79% van de bezoekers liet weten dat zij met de verkregen informatie aan de slag gaan, de toepassing gaat gebruiken of zich er verder in gaan verdiepen.
De extra middelen uit het Regeerakkoord zijn in 2019 o.a. ingezet voor het communicatietraject Zorg van Nu. Er is een website met 180 slimme technologische mogelijkheden om patiënten en professionals te ondersteunen en een informatieteam dat dagelijks het land in gaat. Met de facebookpagina worden circa 780.000 mensen per maand bereikt. In 2019 zijn 45.000 gesprekken gevoerd met patiënten, mantelzorgers en professionals op verschillende locaties in het land. Uit een enquête onder mensen die gesprekken hebben gevoerd bij het informatieteam. Daar geeft 84% aan dat hun kennis is vergroot, 83% dat hun houding ten aanzien van inzet van e-health positiever is en 79% dat ze na het gesprek sneller op zoek willen gaan naar nieuwe toepassingen. Er zijn 10 teahealth-partys gehouden en in Rotterdam is het eerste lokale informatieteam van Zorg van Nu geopend (Kamerstukken II 2018/2019, 27529, nr. 188).
In 2019 is gestart met het vergroten van de digitale vaardigheden van professionals in zorg en ondersteuning door via de coalitie Digivaardig in de Zorg en de bijbehorende reeds ontwikkelde leermiddelen van zorg- en onderwijsinstellingen te delen. De kennissite had in 2019 circa 174.000 views.
Vaardigindezorg
Tevens zijn zelftests ontwikkeld voor professionals en voor managers om zelf te testen hoe digivaardig ze zijn en via de beschikbare leermiddelen op de site kunnen ze hun de vaardigheden vergroten.
De middelen uit het Regeerakkoord zijn verder ingezet voor een veilige manier om informatie in te zien, zonder dat de privacy van mensen in gevaar komt. De Patiëntenfederatie Nederland werkt hier samen met diverse zorgpartijen en met VWS in het programma Medmij. Medmij is een afsprakenstelsel en kent een uitgebreide set aan informatiestandaarden, zodat mensen een veilige en betrouwbare persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) kunnen gebruiken waarmee gegevens kunnen worden uitgewisseld met de systemen van zorgverleners. In 2019 zijn gecontroleerde live-gangen van Medmij uitgevoerd waarin uitwisseling conform Medmij plaatsvindt met echte gegevens van echte patienten. Deze helpen om zicht te krijgen in de ervaringen van patiënten en zorgverleners. In 2019 hebben de eerste 23 PGO’s het Medmij-label behaald en 2 leveranciers van zorgaanbieders (Kamerstukken II 2018/2019, 27529, nr. 184). Daarnaast hebben er vele gesprekken plaatsgevonden tussen zorgaanbieders en hun ICT-leveranciers om te kunnen voldoen aan het afsprakenstelsel. De verwachting is dat in 2020 steeds meer gezondheidsgegevens beschikbaar kunnen komen in PGO’s.
VWS heeft met de middelen uit het Regeerakoord een gebruikersregeling ontwikkeld voor persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO). Vanaf oktober 2019 kan daardoor iedere Nederlander die dat wil kosteloos een PGO kiezen mits deze voldoet aan de regels van Medmij (Kamerstukken II 2018/2019, 27529, nr. 184). Het daadwerkelijke gebruik van PGO's was in 2019 nog niet hoog, omdat nog gewerkt werd aan de digitale gegevensuitwisseling tussen burgers en zorgverleners.
In 2019 is de voorbereiding opgepakt van de vormgeving van de Stichting Medmij. Per 1 januari 2020 is de start van Stichting Medmij een feit. Zij gaat aan de slag met het beheer en de doorontwikkeling van het afsprakenstelsel Medmij en de standaarden.
Grenzeloze e-health
Het VWS programma Grenzeloze e-health brengt verschillende initiatieven en ontwikkelingen in Nederland internationaal onder de aandacht: de #DutchApproach. Dat programma beoogt met expertise, ervaring en passie en met slim gebruik van technologie en data échte problemen op te lossen, waarbij de patiënt zelf beschikt over de beschikbare data.
Maatschappelijke diensttijd
De Maatschappelijke Diensttijd is in 2019 met jongeren en ruim 200 betrokken organisaties in 87 proeftuinen verder ontwikkeld in de praktijk. In totaal zijn circa 12.000 jongeren gestart met hun maatschappelijke diensttijd. In de eerste subsidieronde (begonnen in 2018) was er een groot aantal proeftuinen actief in de sectoren zorg & welzijn en cultuur. In de tweede ronde is er een toename geweest van proeftuinen die zich richten op duurzaamheid en techniek & ICT.
De doorlopende lerende evaluatie laat zien dat er een duidelijke maatschappelijke impact is. Er is een grote diversiteit onder de deelnemende jongeren en daarvan geeft een meerderheid aan binnen de diensttijd waardevolle vaardigheden te hebben ontwikkeld en dat de diensttijd leidt tot betekenisvolle ontmoetingen.
Eind 2019 is de subsidieoproep gedaan voor projecten maatschappelijke diensttijd met het nieuwe ontwerp. Er is voor gekozen om de MDT te richten op jongeren tussen de 14 en 27 jaar. Omdat talentontwikkeling een belangrijke ambitie is, wordt als voorwaarde gesteld dat ontwikkelingsgerichte begeleiding op maat wordt geleverd. Een andere belangrijke randvoorwaarde is dat organisaties die MDT-projecten indienen zich moeten aansluiten bij andere partners zodat MDT verder kan toegroeien naar een landelijk dekkend netwerk.
Realisatie1 | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 1.146.832 | 937.311 | 1.102.614 | 1.376.672 | 1.885.695 | 993.873 | 891.822 |
Uitgaven | 873.244 | 879.448 | 995.682 | 1.130.063 | 1.348.386 | 1.230.086 | 118.300 |
1. Positie cliënt | 24.556 | 24.859 | 28.517 | 33.931 | 34.432 | 30.093 | 4.339 |
Subsidies | 17.890 | 17.883 | 19.600 | 18.682 | 16.201 | 21.446 | ‒ 5.245 |
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties | 17.463 | 17.541 | 18.699 | 18.647 | 16.200 | 21.000 | ‒ 4.800 |
Overig | 427 | 342 | 901 | 35 | 1 | 446 | ‒ 445 |
Opdrachten | 5.466 | 6.906 | 8.917 | 15.249 | 18.231 | 8.647 | 9.584 |
Ondersteuning cliëntorganisaties | 3.144 | 2.437 | 3.560 | 3.847 | 3.987 | 3.850 | 137 |
Overig | 2.322 | 4.469 | 5.357 | 11.402 | 14.244 | 4.797 | 9.447 |
Bijdragen aan agentschappen | 1.200 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 1.200 | 70 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 389.110 | 393.142 | 438.166 | 502.121 | 436.639 | 542.044 | ‒ 105.405 |
Subsidies | 373.060 | 376.410 | 417.945 | 484.030 | 420.711 | 520.045 | ‒ 99.334 |
Stageplaatsen zorg / Stagefonds | 109.950 | 107.881 | 102.650 | 108.950 | 111.955 | 112.000 | ‒ 45 |
Publieke Gezondheidszorgopleidingen | 16.634 | 16.172 | 17.143 | 18.870 | 26.209 | 21.000 | 5.209 |
Vaccinatie stageplaatsen zorg | 4.504 | 4.086 | 3.851 | 4.461 | 5.285 | 4.700 | 585 |
Opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistant | 19.433 | 22.227 | 24.369 | 26.684 | 29.821 | 38.000 | ‒ 8.179 |
Opleidingsplaatsen jeugd ggz | 845 | 450 | 708 | 1.908 | 1.500 | 408 | |
Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg | 135.468 | 194.024 | 202.867 | 200.151 | 207.139 | 200.000 | 7.139 |
Versterking regionaal onderwijs- en arbeidsmarktbeleid | 7.949 | 8.078 | 11.184 | 11.503 | 11.550 | 11.500 | 50 |
Arbeidsmarktagenda (sectorbreed) | 24.784 | 0 | 15.000 | ‒ 15.000 | |||
Arbeidsmarktagenda (verpleeghuizen) | 65.267 | 0 | 67.500 | ‒ 67.500 | |||
Verpleegkundige vervolgopleidingen in een veranderend zorglandschap | 0 | 8.000 | ‒ 8.000 | ||||
Overig | 79.122 | 23.097 | 55.431 | 22.652 | 26.844 | 40.845 | ‒ 14.001 |
Opdrachten | 4.619 | 4.517 | 5.469 | 2.798 | 4.894 | 9.861 | ‒ 4.967 |
Opleidingen & beroepenstructuur | 0 | 0 | 0 | 2.254 | 2.500 | 5.000 | ‒ 2.500 |
Overig | 4.619 | 4.517 | 5.469 | 544 | 2.394 | 4.861 | ‒ 2.467 |
Bijdragen aan agentschappen | 11.431 | 12.215 | 14.752 | 15.293 | 10.973 | 12.138 | ‒ 1.165 |
CIBG: Bijdrage voor onder andere UZI-register, BIG-register en SVB-Z | 11.431 | 12.215 | 14.752 | 15.293 | 10.973 | 11.638 | ‒ 665 |
RIVM: opleiding publiekegezondheidssector en kosten van ziekten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 500 | ‒ 500 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 61 | 0 | 61 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 61 | 0 | 61 |
3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling | 124.203 | 134.187 | 160.454 | 225.497 | 291.106 | 291.923 | ‒ 817 |
Subsidies | 7.711 | 13.046 | 20.065 | 31.640 | 29.820 | 49.129 | ‒ 19.309 |
Nivel | 5.835 | 5.710 | 5.771 | 5.392 | 6.080 | 5.268 | 812 |
Programma Innovatie en zorgvernieuwing | 0 | 1.770 | 3.839 | 7.813 | 4.378 | 15.441 | ‒ 11.063 |
Nictiz | 5.113 | 5.349 | 0 | 5.990 | 8.460 | 5.800 | 2.660 |
Transparantie kwaliteit van zorg | 1.805 | 3.784 | 3.006 | 7.203 | 6.488 | 7.288 | ‒ 800 |
Uitkomstgerichte zorg | 0 | 0 | 0 | 0 | 315 | 12.462 | ‒ 12.147 |
Rechtmatige zorg | 0 | 0 | 0 | 1.605 | 1.172 | 783 | 389 |
Overig | ‒ 5.042 | ‒ 3.567 | 7.449 | 3.637 | 2.927 | 2.087 | 840 |
Opdrachten | 226 | 590 | 960 | 5.847 | 16.367 | 15.499 | 868 |
Programma Innovatie en zorgvernieuwing | 0 | 506 | 634 | 991 | 416 | 11.387 | ‒ 10.971 |
Verminderen ervaren regeldruk | 0 | 0 | 0 | 97 | 516 | 345 | 171 |
Rechtmatige zorg | 0 | 0 | 0 | 175 | 49 | 78 | ‒ 29 |
Overig | 226 | 84 | 326 | 4.584 | 15.386 | 3.689 | 11.697 |
Bijdragen aan agentschappen | 2.535 | 1.453 | 3.960 | 16.067 | 18.061 | 18.823 | ‒ 762 |
CIBG: WTZi en JMV | 750 | 774 | 3.790 | 4.057 | 10.415 | 18.823 | ‒ 8.408 |
Overig | 1.785 | 679 | 170 | 12.010 | 7.646 | 0 | 7.646 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 113.731 | 119.098 | 135.469 | 171.943 | 226.858 | 208.472 | 18.386 |
ZonMw: programmering | 113.731 | 119.098 | 135.469 | 170.943 | 226.858 | 208.472 | 18.386 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 |
4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten | 227.614 | 214.965 | 241.637 | 237.149 | 458.249 | 241.431 | 216.818 |
Subsidies | 80 | 0 | 0 | 6.334 | 0 | 0 | 0 |
Duurzaamheid zorg | 80 | 0 | 0 | 6.334 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 2.526 | 186 | 424 | 605 | 1.090 | 530 | 560 |
Uitvoering Wtcg | 156 | 172 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 2.370 | 14 | 424 | 605 | 1.090 | 530 | 560 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 225.008 | 214.779 | 241.213 | 228.710 | 256.409 | 239.901 | 16.508 |
CAK | 100.916 | 87.335 | 135.381 | 117.534 | 129.101 | 116.449 | 12.652 |
NZa | 52.756 | 54.821 | 55.585 | 59.468 | 60.752 | 57.455 | 3.297 |
Zorginstituut Nederland | 67.738 | 70.016 | 47.313 | 49.463 | 63.501 | 60.454 | 3.047 |
CSZ | 2.700 | 2.500 | 2.500 | 2.245 | 2.200 | 2.500 | ‒ 300 |
Overig | 898 | 107 | 434 | 0 | 855 | 3.043 | ‒ 2.188 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 1.500 | 750 | 1.000 | ‒ 250 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 1.500 | 750 | 1.000 | ‒ 250 |
Begrotingsreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 200.000 | 0 | 200.000 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 200.000 | 0 | 200.000 |
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland | 106.717 | 110.954 | 125.422 | 131.365 | 127.960 | 124.595 | 3.365 |
Bekostiging | 106.717 | 110.954 | 125.422 | 131.365 | 127.870 | 124.595 | 3.275 |
Zorg en welzijn | 106.717 | 110.954 | 125.422 | 131.365 | 127.870 | 124.595 | 3.275 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 90 | 0 | 90 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 90 | 0 | 90 |
6. Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude | 1.044 | 1.341 | 1.486 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 444 | 1.028 | 1.384 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 444 | 1.028 | 1.384 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 600 | 313 | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 600 | 313 | 102 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 36.610 | 11.375 | 90.082 | 85.356 | 76.293 | 58.660 | 17.633 |
Wanbetalers en onverzekerden | 0 | 0 | 72.646 | 74.939 | 61.638 | 53.802 | 7.836 |
Overig | 36.610 | 11.375 | 17.436 | 10.417 | 14.655 | 4.858 | 9.797 |
1. Positie client
Subsidies
Patiënten- en gehandicapten organisaties
Voor het ZonMw-programma Voor Elkaar! is € 4,3 miljoen overgeheveld naar Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s binnen dit artikel. Daarnaast maakten minder organisaties gebruik van een gedeelde backoffice waardoor de subsidiebijdrage van totaal circa € 0,5 miljoen hiervoor niet werd uitgegeven.
Opdrachten
Overig
Zoals gemeld in de tweede suppletoire begroting 2019, zijn er middelen vanuit andere artikelen overgeboekt voor Communicatie. Dit zijn middelen die bestemd zijn voor diverse campagnes of andere communicatietrajecten voor verschillende dossiers. Hier valt te denken aan NIX 18, LHBTI campagne, het nationaal preventieakkoord of Waardig Ouder Worden.
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Subsidies
Publieke Gezondheidszorgopleidingen
Voor Publieke Gezondheidszoerg opleidingen worden de hogere kosten worden veroorzaakt doordat de vergoedingen kostendekkend zijn gemaakt en door de actualisatie van de gegevens over de doorstroom. Dit is reeds in de tweede suppletoire begroting 2019 vermeld.Bij opleiding tot verpleegkundig specialist/physician assistent (VS/PA) zijn, zoals vermeld in de tweede suppletoire begroting 2019, zijn de uitgaven lager dan begroot vanwege de financiële doorwerking van de lagere instroom van studenten in eerdere jaren dan waar rekening mee werd gehouden. Dit ondanks dat er extra plekken in 2019 zijn aangeboden.Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg
Zoals vermeld in de tweede suppletoire begroting 2019, wordt de verhoging van het budget veroorzaakt door de toekenning van de Overheidsbijdrage in de Arbeidsontwikkeling (OVA) en een aantal ontvangen bezwaren op deze regeling.
Arbeidsmarktagenda
Het arbeidsmarktprogramma Sectorplanplus kent meerjarige tijdvakken, waarbij de uitgaven in meerdere jaren vallen. Vanwege verschuiving van de middelen naar latere tijdvakken is een aantal kasschuiven tussen de jaren nodig. De grootste is de schuif van 2019 naar 2022 (€ 55 miljoen). Dit is ook in de eertse suppletoire begroting 2019 gemeld en in de tweede suppletoire begroting is er sprake van een verschuiving € 27,1 miljoen.
Verpleegkundige vervolgopleidingen in een veranderend zorglandschap
De middelen waren bedoeld om vervolgopleidingen beter aan te laten sluiten bij het veranderende zorglandschap. De middelen zijn gebruikt voor verschillende initiatieven die daar aan bijdragen, zoals onder andere het project CZO Flex Level, de projectsubsidie opleiden Ziekenhuisartsen en het verhogen van de subsidie voor de publieke gezondheidszorgopleidingen.
Overig
Zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2019, worden de extra opleidingpaatsen ggz via een kasschuif beschikbaar gesteld voor de jaren 2019 tot en met 2023. Het verschil wordt veroorzaakt door overboekingen binnen VWS voor onder andere campagnegeld voor het programma 'Werken in de Zorg', uitvoeringskosten van subsidies en een overboeking inzake de informatiewebsite 'Kosten van Ziekten'.
Opdrachten
Opleidingen beroepenstructuur
Dit verschil is ontstaan omdat er middelen waren gereserveerd voor het wetvoorstel voor de regieverpleegkundige dat in 2019 niet is doorgegaan.
3. Kwaliteit, transparantie en kennisontwikkeling
Subsidies
Programma innovatie en zorgvernieuwing
In het Regeerakkoord zijn extra middelen vrijgemaakt voor het vergroten van de inzet van digitaal ondersteunde zorg. Met de financiering zijn leveranciers in staat gesteld om hun product(en) aan de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO’s) aan te passen. Tevens is in 2019 een regeling ontworpen om elke burger gratis gebruik te laten maken van een PGO. Zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2019, ligt door de latere inwerkingtreding van de subsidieregeling voor gebruikers van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO) het zwaartepunt van de regeling in 2020. Daarom zijn hiervoor in 2019 minder middelen ingezet dan verwacht. Daarnaast heeft een interne herschikking plaatsgevonden voor het programma Zorg van Nu. Tot slot hebben er diverse technische mutaties plaatsgevonden.
Nationaal ICT Instituut in de Zorg
Het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (Nictiz) is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. De activiteiten van Nictiz ondersteunen het informatiebeleid in de gezondheidszorg, met name op het terrein van standaardisatie en interoperabiliteit. Gezien de toegenomen ambities op deze terreinen in het Nederlandse zorgveld hebben deze inspanningen bij Nictiz geleid tot een toename aan werk en kosten. De uitgaven komen daarom € 2,8 miljoen hoger uit dan geraamd in de begroting.
Uitkomstgerichte zorg
Zoals vermeld in de tweede suppletoire begroting 2019 betreft het niet tot besteding gekomen middelen uit het regeerakkoord die via een kassschuif in 2020 ter beschikking zijn gesteld. Het gesprek en afstemming met de veldpartijen over bestuurlijke inbedding van het programma liep vertraging op waardoor € 9,5 miljoen niet kon worden uitgegeven (hiervan is € 7,2 miljoen via een kasschuif beschikbaar gesteld voor 2020), daarnaast bleek de liquiditeitsbehoefte van het ZonMw-programma Kwaliteitsgelden € 1,9 miljoen lager en werd circa € 0,7 miljoen minder via opdrachten en subsidies uitgegeven.
Opdrachten
Programma innovatie en zorgverniewing
Er heeft een interne herschikking plaatsgevonden voor onder andere het programma Zorg voor Innoveren, slimmer beter en Juiste zorg op de Juiste plek. Tot slot hebben er diverse technische mutaties plaatsgevonden.
Overig
Zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2019, bestaat de post opdrachten overig uit diverse mutaties:
• De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bouwt en ontwikkelt een routeringsdienst voor de zorg. Deze voorziening is nodig voor de veilige authenticatie in het zorgdomein, zonder veel administratieve lasten en kosten voor zorgaanbieders. Voor de bouw en ontwikkeling van deze routeringsdienst en aansluiting van zorgaanbieders is € 5,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor 2019.
• Voor de jaren 2019 tot 2024 is geld beschikbaar gesteld voor internationale ontwikkelingen in uitwisseling van medische gegevens. Met dit programma wordt invulling gegeven aan randvoorwaarden om te voldoen aan een internationale verplichting, zodat iemand uit een ander land zich in Nederland kan melden bij een ziekenhuis en dat zijn/haar gegevens uit zijn/haar eigen land kunnen worden opgevraagd. Voor 2019 is hiervoor € 3,1 miljoen uitgegeven.
• In 2018 en 2019 is de Tweede Kamer geïnformeerd over activiteiten voor het benutten van data in de zorg (Kamerstukken II 2018/2019, 27529, nr. 164) en het opstellen en uitvoeren van een roadmap voor gegevensuitwisseling onder regie van VWS (Kamerstukken II 2018/2019, 27529, nr. 183). Hiervoor zijn meerdere actielijnen uitgezet en is voor 2019 € 2,2 miljoen beschikbaar gesteld.
• In 2018 is besloten dat een aantal niet-transactiegerichte Generieke Digitale Infrastructuur voorzieningen worden doorbelast aan departementen op basis van een verdeelsleutel. Voor 2019 is € 1,7 miljoen beschikbaar gesteld.
• Het resterende betreft het saldo van verschillende technische mutaties.
Bijdragen aan agentschappen
CIBG: WTZi en JMV
In de het budget voor het CIBG is ook budget voor Logius opgenomen. Het betreft de kosten van de doorbelasting voor het gebruik van DigiD in de zorg in plaats van de post overig.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
ZonMw: programmering
Conform de begroting heeft ZonMw een groot aantal projecten en onderzoeken op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laten uitvoeren. Per saldo zijn de uitgaven € 18,4 miljoen hoger dan begroot. Voor de uitvoering van het programma Voor Elkaar is € 2,5 miljoen meer uitgegeven dan begroot. Voorts is vanuit artikel 2 Curatieve zorg een budget van € 7,8 miljoen toegevoegd voor het Actieprogramma lokale initiatieven mensen met verward gedrag, € 5,0 miljoen voor het Citrienfonds en € 3,0 miljoen voor de verlenging van het programma Topzorg. De overige mutaties bedragen per saldo € 0,1 miljoen.
4. Inrichten uitvoeringsactiviteiten
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
CAK
Zoals vermeld in de eerste suppletoire begroting 2019 is een bedrag van € 5 miljoen in 2019 opnieuw beschibaar gekomen, zodat het in 2019 nabetaald kon worden aan het CAK. De in 2019 aan het CAK toegekende uitvoeringskosten zijn € 8,5 miljoen hoger dan in de begroting geraamd. Extra middelen zijn voornamelijk ingezet ten behoeve van diverse nieuwe projecten in 2019, waaronder de kosten voor het veranderprogramma CAK Change (€ 2,7 miljoen) en het programma Wmo2020 (€ 1,2 miljoen).
NZa
Voor Forensische zorg is € 0,5 miljoen overgeheveld vanuit de begroting van J&V en is € 2,6 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor met name het Informatieknooppunt Zorgfraude (€ 0,4 miljoen), loonindexering (€ 1,5 miljoen) en automatiseringskosten (€ 0,6 miljoen).
Zorginstituut Nederland
De in 2019 aan het Zorginstituut Nederland toegekende uitvoeringskosten zijn € 3,5 miljoen hoger dan geraamd in de begroting. Dit komt omdat het Zorginstituut gedurende het jaar aanvullende middelen zijn toegekend voor onderzoeken, bijvoorbeeld voor de totstandkoming van pakketadviezen en onderzoeken in het kader van het traject ‘Zinnige Zorg’.
Overig
Op deze post waren middelen gereserveerd voor uitvoeringskosten van verschillende zbo’s, die nog niet specifiek toe te rekenen waren. De uitgaven zijn op andere posten binnen dit instrument gerealiseerd.
Begrotingsgreserve
Overig
Zoals vermeld in de tweede suppletoire begroting 2019, is een begrotingsreserve garanties aangehouden.
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
Bij de eerste suppletoire begroting is het oorspronkelijke budget verhoogd met 5 miljoen euro vanwege een verwachte stijging van de zorguitgaven. Tegelijkertijd werd het budget verlaagd met 2,2 miljoen euro als gevolg van de overdracht van naschoolse opvangorganisaties aan de lokale overheid en een ongunstige wisselkoers. In de tweede suppletoire begroting is het budget met € 2,9 miljoen verhoogd als gevolg van onder andere de loonbijstelling en extra middelen voor de JOGG aanpak, de buurtcoaches en voor het Caribisch Sport- en Preventieakkoord. Ten opzichte van de realisatie 2018 zijn de zorguitgaven op Caribisch Nederland gedaald met 3,4 miljoen euro naar 128 miljoen euro. Deze daling komt mede dankzij de inzet op het betaalbaar houden van de zorg op de eilanden.
Ontvangsten
Wanbetalers en onverzekerden
Het CAK stort 23% van de geïnde bestuursrechtelijke premies en alle ontvangen bestuurlijke boetes regeling onverzekerden in ’s Rijks kas. In de begroting 2019 zijn de totale ontvangsten op de VWS-begroting (voor zowel wanbetalers als onverzekerden) geraamd op € 53,8 miljoen. De totale ontvangsten zijn in 2019 uitgekomen op € 61,6 miljoen. De hogere ontvangsten zijn het gevolg van een meer succesvolle inning bij wanbetalers en onverzekerden
Het aantal wanbetalers zorgpremie is gedaald van circa 224.000 eind 2018 naar circa 202.000 eind 2019. De daling wordt veroorzaakt doordat zorgverzekeraars gebruikmaken van de doorgevoerde aanpassingen in de wanbetalersregeling en op grote schaal betalingsregelingen aanbieden aan wanbetalers.
Overig
De ontvangsten zijn € 9,3 miljoen hoger dan geraamd. Voor een deel is dit te verklaren door uitval van studenten voor de opleiding VS/PA in het jaar 2018 ( € 0,5 miljoen). Tevens is de opleiding publieke gezondheidszorg € 2,0 miljoen lager door herzieningen uit het jaar 2018. Daarnaast is € 1,5 miljoen onder andere ontvangen naar aanleiding van de vaststellingen van instellings- en projectsubsidies op basis van de ingediende verantwoording in 2018. Zoals in de eerste suppletoire begroting 2019 gemeld heeft het CAK € 4,6 miljoen terugbetaald op de lening.