Base description which applies to whole site

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. ISB 1 en 2, NvW)

Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB 3 t/m 7) (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4) = (2) + (3)

 

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

143.836

3.309.336

‒ 3.371

16.108

3.322.073

waarvan betalingsverplichtingen

443.836

1.449.336

‒ 3.371

16.108

1.462.073

Verwerving vermogenstitels

0

0

0

7.766

7.766

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

330.000

0

0

330.000

Afdrachten Staatsloterij

100.000

100.000

0

0

100.000

Lening SRH

1.660

1.660

0

0

1.660

Lening KLM

0

1.000.000

0

0

1.000.000

Overige betalingsverplichting

12.176

17.676

‒ 3.371

8.342

22.647

      

waarvan garantieverplichtingen

‒ 300.000

1.860.000

0

0

1.860.000

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

‒ 300.000

1.860.000

0

0

1.860.000

      
      

Uitgaven

442.176

1.447.676

‒ 3.371

15.936

1.460.241

waarvan juridisch verplicht

 

99,3%

  

99,2%

      

Vermogensverschaffing

330.000

330.000

0

7.766

337.766

Kapitaalinjectie Invest-NL

330.000

330.000

0

0

330.000

Verwerving vermogenstitels

0

0

0

7.766

7.766

      

Vermogensonttrekking

100.000

100.000

0

0

100.000

Afdrachten Staatsloterij

100.000

100.000

0

0

100.000

      

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

5.000

5.000

0

65

5.065

NLFI

5.000

5.000

0

65

5.065

      

Garanties

3.176

3.176

0

0

3.176

Regeling BF

20

20

0

0

20

Dotatie begrotingsreserve TenneT

3.156

3.156

0

0

3.156

      

Opdrachten

4.000

9.500

‒ 3.371

8.105

14.234

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

4.000

4.000

129

5.936

10.065

Opstart Invest-NL

0

5.500

‒ 3.500

2.169

4.169

      

Leningen

0

1.000.000

0

0

1.000.000

Lening KLM

0

1.000.000

0

0

1.000.000

      

Ontvangsten

1.816.656

1.983.883

‒ 489.156

58.488

1.553.215

      

Vermogenonttrekking

1.809.000

1.954.000

‒ 489.156

10.134

1.474.978

Opbrengst verkoop vermogenstitels

0

0

31.344

7.766

39.110

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

1.455.000

1.225.000

‒ 527.500

0

697.500

Afdrachten Staatsloterij

100.000

100.000

0

0

100.000

Winstafdracht DNB

254.000

629.000

7.000

2.368

638.368

waarvan: Griekse inkomsten ANFA

0

0

0

0

0

waarvan: Griekse inkomsten SMP

6.250

6.250

0

0

6.250

      

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

4.500

4.500

0

23

4.523

NLFI

4.500

4.500

0

23

4.523

      

Garanties

3.156

9.156

0

48.000

57.156

Premieontvangsten garantie TenneT

3.156

3.156

0

48.000

51.156

Premieontvangsten garantie KLM

0

6.000

0

0

6.000

      

Opdrachten

0

0

0

331

331

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

0

0

0

331

331

      

Leningen

0

16.227

0

0

16.227

Rentebaten lening KLM

0

16.227

0

0

16.227

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Vermogensverschaffing (+ € 7,8 mln.)

Er is vermogenswinstbelasting betaalt als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en de Saudi British Bank (SABB). De belastingplicht van de consortiumpartners (waarvan de Staat één van de partners is) loopt via de vennootschap NWM (het huidige consortiumvehikel). Bij deze vennootschap is reeds een voorziening getroffen voor deze vermogenswinstbelasting, die vrijvalt. Hierdoor heeft het betalen van deze belasting per saldo geen effect. Het aandeel van de Staat hierin betreft € 7,8 mln. en wordt in deze tweede suppletoire begroting als desaldering verwerkt bij zowel de uitgaven als ontvangsten.

Ontvangsten

Opbrengst verkoop vermogenstitels (+ € 39,1 mln.)

De Staat heeft zijn resterende belang in de Saudi British Bank (SABB) en RFS Holdings afgewikkeld. De opbrengst van de verkoop betreft € 31,3 mln. Verder is vermogenswinstbelasting betaalt als gevolg van de fusie tussen Alawwal Bank en SABB. De belastingplicht van de consortiumpartners (waarvan de Staat één van de partners is) loopt via de vennootschap NWM (het huidige consortiumvehikel). Bij deze vennootschap is reeds een voorziening getroffen voor deze vermogenswinstbelasting, die vrijvalt. Hierdoor heeft het betalen van deze belasting per saldo geen effect. Het aandeel van de Staat hierin betreft € 7,8 mln. en wordt in deze tweede suppletoire begroting als desaldering verwerkt bij zowel de uitgaven als ontvangsten.

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen (- € 527,5 mln.)

De coronacrisis heeft impact op de staatsdeelnemingen. Dit heeft geleid tot een neerwaartse meerjarige bijstelling op de door de Staat te ontvangen dividenden.

Winstafdracht DNB (+ € 9,4 mln.)

De winstafdracht van De Nederlandsche Bank (DNB) aan de Staat in 2020 valt € 9,4 mln. hoger uit dan geraamd bij de eerste suppletoire begroting. Het betreft winstafdracht over de winst gemaakt in 2019. Hierop had de coronacrisis dus nog geen invloed.

Premieontvangsten garantie TenneT (+ € 48,0 mln.)

In 2010 heeft de Staat een garantie van € 300 mln. voor 10 jaar afgegeven aan TenneT. Als vergoeding voor deze garantie heeft TenneT in totaal € 48 mln. aan premies betaald. De Staat heeft deze premies in een begrotingsreserve gestort ter dekking van eventuele schade. De garantie is in 2020 komen te vervallen zonder dat er een claim heeft plaatsgevonden. Het opgebouwde bedrag van € 48 mln. uit de reserve valt daarom nu vrij.

Licence