Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) | Stand 1e suppletoire begroting (2)1 | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | ||
---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | ||||
Verplichtingen | 414.206 | 477.2982 | 15.412 | 99.381 | 592.091 |
Uitgaven | 414.206 | 477.298 | 15.412 | 99.381 | 592.091 |
11.1 Apparaat (excl. AIVD) | 414.206 | 477.298 | 15.412 | 99.381 | 592.091 |
Personele uitgaven | 210.592 | 255.089 | 11.177 | 40.570 | 306.836 |
waarvan eigen personeel | 181.324 | 205.466 | 13.921 | 22.104 | 241.449 |
waarvan inhuur externen | 15.290 | 27.094 | ‒ 2.776 | 37.436 | 61.813 |
waarvan overige personele uitgaven | 13.978 | 22.529 | 32 | ‒ 18.970 | 3.574 |
Materiële uitgaven | 203.614 | 222.209 | 4.235 | 58.257 | 284.701 |
waarvan Bijdrage aan SSO's | 190.896 | 199.609 | 5.118 | 48.657 | 253.384 |
waarvan ICT | 42 | 847 | 0 | 394 | 1.242 |
waarvan overige materiële uitgaven | 12.676 | 21.753 | ‒ 883 | 9.206 | 30.075 |
Bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 554 | 554 |
Diverse bijdragen | 0 | 0 | 0 | 554 | 554 |
Ontvangsten | 19.292 | 64.341 | ‒ 189 | 43.847 | 107.999 |
In deze cijfers zijn ook de mutaties uit derde incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2019/20, 35478, nr. 1) verwerkt.
Per abuis is per derde incidentele suppletoire begorting (Kamerstukken II, 2019/20, 35553 nr. 1) niet gecommuniceerd dat er circa € 0,5 mln. gerealloceerd is vanaf verplichtingen op artikel 11 terwijl dat wel gebeurd is. Vandaar dat de hier gecommuniceerde standen afwijken van de derde incidentele suppletoire begroting.
Toelichting
Mutaties Miljoenennota
Kasschuif Omgevingswet 2020-2021
De combinatie van een stevige implementatieopgave en de maatregelen rond het coronavirus heeft grote impact op alle partijen die werken aan de Omgevingswet. Dit vraagt extra tijd, de Kamer is daarover in het voorjaar 2020 geïnformeerd (Kamerstukken II 2019/20, 33118, nr. 139). Het Rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen hebben overeenstemming bereikt over een uitstelperiode van één jaar (Kamerstukken 2019/2020, 33118 nr. 145), wat inhoudt dat de nieuwe ingangsdatum 1 januari 2022 wordt. Een deel van de middelen komt dit jaar niet meer tot besteding en wordt middels een kasschuif meegenomen naar 2021.
Loon- en prijsbijstelling
Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020.
Overige mutaties 2e suppletoire begroting 2020
11.1 Apparaat (excl. AIVD)
Personele uitgaven
Waarvan eigen personeel
Dit betreft het deel eigen personeel (€ 6 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft het de raming voor het deel eigen personeel (€ 1,5 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM. De ontvangst van de NAM zal naar verwachting in het eerste kwartaal 2021 binnenkomen.
Daarnaast worden middelen gerealloceerd van overige personele uitgaven naar eigen personeel om de uitgaven op de juiste regeling te verantwoorden, waaronder apparaatsbudget van de NCG (€ 9,9 mln.) dat bij de eerste suppletoire begroting is overgeboekt van de begroting van EZK.
Waarvan inhuur externen
Dit betreft het deel externe inhuur (€ 22 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft het de raming voor het deel externe inhuur (€ 8 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM.
Daarnaast betreft het de BTW-component van de uitvoeringskosten die de NCG t/m het derde kwartaal heeft gemaakt (€ 5 mln.) evenals de raming voor de BTW-component van de uitvoeringskosten in het vierde kwartaal (€ 2 mln.). Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, nr. 493) is de BTW-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.
Verder vinden er diverse kleinere mutaties plaats om de uitgaven voor externe inhuur op de juiste regeling te verantwoorden. Dit betreft onder andere externe inhuur ten behoeve van de Basisregistratie Ondergrond, DigiInkoop, Stikstof en de NOVI.
Waarvan overige personele uitgaven
Dit betreft met name reallocaties van overige personele uitgaven naar eigen personeel om de uitgaven op de juiste regeling te verantwoorden.
Daarnaast worden er middelen gerealloceerd van overige personele uitgaven naar bijdrage aan SSO's, om de uitgaven voor de Dienstverleningsovereenkomsten (DVA's) op het juiste instrument te verantwoorden.
Materiële uitgaven
Waarvan bijdrage aan SSO's
Het zijn voornamelijk bijdragen van andere departementen aan BZK voor de dienstverlening van FMH. Daarnaast wordt de raming van de DVA's tussen de baten-lastenagentschappen bijgesteld, daar staan hogere ontvangsten tegenover. Er worden tevens middelen gerealloceerd van overige personele uitgaven om de uitgaven voor de DVA's op het juiste instrument te verantwoorden.
Verder betreft dit het deel bijdrage aan SSO's (€ 4 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft dit de raming voor het deel bijdrage aan SSO's (€ 1,5 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM.
Waarvan overige materiële uitgaven
Dit betreft het deel overige materiële uitgaven (€ 7 mln.) van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) tot en met het derde kwartaal 2020 die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zijn in rekening gebracht bij de NAM. Ook betreft dit de raming voor het deel overige materiële uitgaven (€ 2 mln.) van de uitvoeringskosten van de NCG in het vierde kwartaal die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen eveneens in rekening gebracht worden bij de NAM.
Bijdrage aan agentschappen
Diverse bijdragen
DICTU voert een opdracht uit voor de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Om deze uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden, worden de middelen gerealloceerd.
Ontvangsten
Dit betreft met name de ontvangsten voor uitgaven die in rekening zijn gebracht bij de NAM. Dit betreft de uitvoeringskosten van de NCG (€ 39 mln.) die tot en met het derde kwartaal van 2020 gemaakt zijn voor de versterkingsopgave in Groningen. De bijdragen van de NAM voor het eerste en tweede kwartaal zijn reeds ontvangen en de bijdrage van de NAM voor het derde kwartaal wordt voor eind 2020 verwacht.
Daarnaast wordt de raming van de DVA's tussen de baten-lastenagentschappen bijgesteld, daar staan hogere uitgaven tegenover. Ook konden door de coronamaatregelen sommige werkzaamheden van Doc-Direkt (beheer, bewerken, digitale informatiehuishouding) niet worden uitgevoerd (archiefwet), waardoor er minder inkomsten zijn ontvangen.