Verplichtingen
De lagere verplichtingen van € 265,9 miljoen worden met name veroorzaakt door het doorschuiven van het verplichtingenbudget van de OV-beschikbaarheidsvergoeding (- € 279,4 miljoen) naar 2021. De hoogte en hoeveelheid van de aanvragen waren vooraf niet exact bekend waardoor gekozen is om het volledige beschikbare verplichtingenbudget in 2020 te laten staan en het resterende budget door te schuiven naar 2021. Daarnaast heeft er een terugbetaling van de Waddenveren plaatsgevonden die vervolgens in mindering is gebracht op de uitgaven (- € 4,0 miljoen) en is er per saldo € 19,5 miljoen verplichtingenbudget overgeboekt ten behoeve van specifieke uitkeringen aan de provincie Groningen inzake de Wunderline (€ 1,7 miljoen), het Regionaal Economisch Programma (REP) (€ 5,1 miljoen), de 4e trein Sneek-Leeuwarden (€ 0,7 miljoen) en is er verplichtingenbudget naar voren gehaald om de Wunderline vast te kunnen leggen (€ 12,0 miljoen). Hiernaast zijn er voor diverse kleinere opdrachten minder verplichtingen aangegaan (- € 2,0 miljoen).
Uitgaven
1 Spoor
Opdrachten
De lagere kasrealisatie van € 1,3 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door vertragingen van diverse opdrachten. Hieronder vallen de uitwerking van het integraal marktordeningsbesluit (€ 0,3 miljoen), de vervoerconcessie 2025-2035 (€ 0,2 miljoen) en een opdracht omtrent spoortrillingen (€ 0,1 miljoen). Het restant (€ 0,7 miljoen) is het saldo van kleinere verplichtingen die tevens niet tot betaling zijn gekomen in 2020.
Subsidies
Middels een brief aan de Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2020/21, 35570, nr. 100) is een mogelijke overschrijding op het kas- en verplichtingenbudget gemeld ten behoeve van de nachttrein Wenen-Amsterdam. Deze mogelijke overschrijding (een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk_XII van maximaal € 2,2 miljoen kasbudget en maximaal € 6,7 miljoen verplichtingenbudget) heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden in 2020.
Bijdrage aan medeoverheden
Middels een brief aan de Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2020/21, 35570, nr. 100) is een overschrijding van € 7,5 miljoen aan kas- en verplichtingenbudget gemeld als gevolg van diverse specifieke uitkeringen aan de provincies Groningen en Friesland. De overschrijding van € 7,5 miljoen op dit artikelonderdeel heeft ook daadwerkelijk plaatsgevonden. Het gaat hierbij, zoals toegelicht in eerder genoemd kamerstuk, om het Regionaal Economisch Programma (€ 5,1 miljoen), de 4e trein Sneek-Leeuwarden (€ 0,7 miljoen) en de rijksbijdrage voor de Wunderline (€ 1,7 miljoen).
Leningen
Op dit artikelonderdeel zijn de verstrekte leningen van maximaal 6 maanden aan de Terschellinger Stoomboot Maatschappij (€ 3,0 miljoen) en Wagenborg Passagiersdiensten (€ 1,0 miljoen) geboekt. De terugbetaling heeft voor de jaarwisseling plaatsgevonden en is in mindering gebracht op de uitgaven behorende bij de leningen.
2 Maatregelenpakket OVS
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector
De lagere kasrealisatie van € 21,2 miljoen op de OV-beschikbaarheidsvergoeding wordt veroorzaakt door een betaling aan de provincie Groningen die de jaargrens heeft gepasseerd (€ 9 miljoen) en marginaal minder en lagere aanvragen dan verwacht (€ 12,2 miljoen).
Ontvangsten
De lagere ontvangsten van € 4,2 miljoen worden voornamelijk veroorzaakt door de verstrekte leningen van maximaal 6 maanden die zijn terugbetaald door de Terschellinger Stoomboot Maatschappij (€ 3,0 miljoen) en Wagenborg Passagiersdiensten (€ 1,0 miljoen). De terugbetaling heeft voor de jaarwisseling plaatsgevonden en deze ontvangsten zijn in mindering gebracht op de oorspronkelijke lening. Daarnaast is er een autonome tegenvaller vanwege het uitblijven van betalingen door deelnemende partijen aan het Toekomstbeeld OV 2040 (€ 0,2 miljoen).