Base description which applies to whole site

Agentschap Inspectie Leefomgeving en Transport

Introductie

Het Ministerie van IenW kent een scheiding tussen beleid, uitvoering en toezicht. Het formuleren van beleid en wet- en regelgeving is primair belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. De toezichthoudende taken zijn bij IenW belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). De ILT voert ook taken uit namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid.

Producten en diensten

De producten en diensten van de ILT betreffen de toelating op de markt (vergunningen) en vervolgens de handhaving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

De ILT zet haar schaarse capaciteit selectief in op de terreinen waar de maatschappelijke risico’s het grootst zijn en waar het handelen van de ILT het meeste effect kan sorteren. Een belangrijke pijler voor deze afweging is de ILT-Brede Risicoanalyse (IBRA). Deze ontwikkelde methode helpt de ILT om ordelijk te kiezen, op basis van maatschappelijke schade, aan welke taken zij prioriteit geeft en aan welke niet. De grootste risico’s worden door de ILT programmatisch aangepakt. De ILT gaat steeds meer in programma’s werken, met telkens de meest kansrijke combinatie van disciplines, specialisten en instrumenten. Daarbij worden instrumenten ingezet van gerichte nalevingscommunicatie tot opsporing. In 2020 lopen de volgende programma’s gebaseerd op IBRA:

  • 1. Legionella

  • 2. Verstoring marktwerking taxivervoer

  • 3. Veiligheid op het spoor

  • 4. Bodem, grond- en oppervlaktewater

  • 5. Afval circulair

  • 6. Slim en veilig goederenvervoer over de weg

  • 7. Duurzame producten

  • 8. Minder broeikasgassen

  • 9. Schoon schip

  • 10. Veilig en duurzaam Schiphol

In het meerjarenplan 2020 van de ILT wordt er verder op deze programma’s ingegaan.

1. Vergunningverlening

Nieuwe toetreders tot een markt moeten aantonen dat ze aan de wettelijke eisen voldoen. Wordt daar aan voldaan, dan verleent de ILT één of meer vergunning(en) of certificaten. De wetgever verbindt door die keuze veiligheidseisen aan marktordeningsprincipes: zonder vergunning mag het bedrijf niet handelen.

2. Handhaving

Het handhaven van wet- en regelgeving geschiedt door middel van dienstverlening, toezicht en opsporing. Het zwaartepunt van de inspectieactiviteiten ligt op het terrein van het toezicht. De ILT kent de volgende toezicht vormen:

  • Objectinspecties;

  • Administratiecontroles;

  • Audits;

  • Dienstverlening (meldingen, vragen).

3. Incident- en ongevalsonderzoek

Ongevallenonderzoek is bij ernstige ongevallen opgedragen aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). In voorkomende gevallen levert de ILT expertise en deskundigen en soms (zoals bij scheepvaart en railvervoer) heeft de ILT een eigen taak bij het onderzoeken van ongevallen. Ongevallenonderzoek kan aanleiding zijn om de dienstverlening te vergroten en/of het toezicht te versterken. In ernstige gevallen van falen kan uit het onderzoek een toezichtmaatregel voortvloeien.

Incidenten en ongevallen vragen om een snelle respons en een gecoördineerde aanpak. Ondanks dat crisismanagement geen toezichtstaak is, is de (systeem)verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de crisisbeheersingstaak belegd bij de Inspecteur-generaal. Het betreft de preparatie, respons en (deels) nazorg van incidenten.

Begroting baten en lasten

De begroting van baten en lasten voor het jaar 2020 (bedragen x € 1.000)

Bedragen x € 1.000

realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Baten

             

Omzet IenW

126.661

144.216

135.971

138.913

139.013

139.691

139.714

Omzet overige departementen

348

332

831

831

831

831

831

Omzet derden

24.017

24.256

23.869

23.869

23.869

23.869

23.869

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

152

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

1.284

0

0

0

0

0

0

               

Totaal baten

152.461

168.804

160.671

163.613

163.713

164.391

164.414

               

Lasten

             

Apparaatskosten

152.109

168.123

160.459

163.413

163.513

164.191

164.214

Personele kosten

111.073

117.925

118.599

121.361

121.256

121.934

121.957

Waarvan eigen personeel

101.894

109.977

113.328

114.284

115.241

115.241

115.241

Waarvan externe inhuur

9.158

7.748

5.071

6.877

5.815

6.493

6.516

Waarvan overige personele kosten

22

200

200

200

200

200

200

Materiële kosten

41.035

50.198

41.860

42.052

42.257

42.257

42.257

Waarvan apparaat ICT

54

200

200

200

200

200

200

Waarvan bijdrage aan SSO's

23.930

21.730

20.374

20.453

20.558

20.558

20.558

Waarvan overige materiële kosten

17.051

28.268

21.286

21.399

21.498

21.498

21.498

Rentelasten

0

0

0

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

1.262

581

112

100

100

100

100

Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Materieel

1.262

581

112

100

100

100

100

Waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

Overige lasten

2.583

100

100

100

100

100

100

Dotaties voorzieningen

2.027

100

100

100

100

100

100

Bijzondere lasten

556

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

155.954

168.804

160.671

163.613

163.713

164.391

164.414

Saldo van baten en lasten

– 3.493

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenW

De omzet IenW is een vergoeding voor de productgroepen vergunningverlening en handhaving (toezicht, incidentmelding en onderzoek).

Specificatie omzet IenW (x € 1.000)

Hoofdstuk XII

realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Artikel 24 Handhaving en Toezicht

116.679

131.498

123.234

126.178

126.274

126.947

126.970

Artikel 97 Algemeen departement

12.471

12.718

12.737

12.735

12.739

12.744

12.744

Artikel 16 Openbaar vervoer en Spoor

253

           

Eenmalige storting EV (uit artikel 24)

– 1.100

           

Correctie nutv werkzaamheden

– 1.642

           

Totaal

126.661

144.216

135.971

138.913

139.013

139.691

139.714

De ILT ontvangt vanaf 2020 een hogere structurele agentschapsbijdrage (€ 12 miljoen). Vanaf 2021 wordt in een oploop de begroting structureel opgehoogd met € 15 miljoen per jaar. Deze middelen worden ingezet om vanaf 2020 extra inspecteurs in te zetten. Op basis van de ILT-brede risicoanalyse (IBRA) worden de nieuwe medewerkers daar ingezet, waar het risico hoog is en waar de inzet vergroot moet worden om tot een voldoende niveau van toezicht te komen. De focus verschuift daarbij van reguliere werkzaamheden naar een meer programmatische aanpak. In het Meerjarenplan 2020 van de ILT wordt dieper ingegaan op de besteding van deze extra middelen.

Naast bovengenoemde structurele ophoging is er ook sprake van andere (incidentele) ophogingen. Deze mutaties worden toegelicht in de verdiepingsbijlage van deze begroting onder artikel 24 Handhaving en Toezicht.

Omzet overige departementen

De omzet afkomstig van andere departementen betreft de middelen voor het toezicht op naleving van de Wet normering topinkomens in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook zet de ILT, in opdracht van dezelfde Minister, haar werkzaamheden voort op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.

Omzet derden

De opbrengsten derden betreffen de doorberekende kosten aan de afnemers van de vergunningen en overige externe opdrachten. Het toezicht op de woningcorporaties wordt doorbelast aan de sector en is ook opgenomen onder omzet derden (raming 2020: € 14,3 miljoen).

Specificatie omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Opbrengsten vergunningverlening

9.284

9.065

9.065

9.065

9.065

9.065

9.065

Opbrengsten woningcorporaties

13.773

14.691

14.304

14.304

14.304

14.304

14.304

Overige opbrengsten

960

500

500

500

500

500

500

Totaal omzet derden

24.017

24.256

23.869

23.869

23.869

23.869

23.869

Lasten

Personele kosten

De ILT ontvangt in 2020 een hogere agentschapsbijdrage (€ 12 miljoen). Vanaf 2021 wordt in de begroting structureel opgehoogd met € 15 miljoen per jaar. Deze middelen worden ingezet om vanaf 2020 extra inspecteurs in te zetten.

De externe inhuur betreft voornamelijk inhuur op ICT-terrein.

Specificatie personele kosten
 

realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Aantal FTE

1.103

1.149

1.184

1.194

1.204

1.204

1.204

Eigen personele kosten (x € 1.000)

101.894

109.977

113.327

114.284

115.241

115.241

115.241

Inhuur (x € 1.000)

9.158

7.748

5.071

6.877

5.815

6.493

6.516

Totale kosten

111.052

117.725

118.398

121.161

121.056

121.734

121.757

Materiële kosten

De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, opleidingen en overige kosten voor middelen ten behoeve van de uitvoering van de inspectietaken. De eerder begrote kostendalingen op huisvesting en ICT-beheer worden vanaf 2020 gerealiseerd.

De organisatieverandering bij ILT is in volle gang. Onder meer het programmatisch werken wordt geïmplementeerd zoals in het Meerjarenplan ILT 2020 verder wordt toegelicht. Daarnaast wordt het IV- landschap vernieuwd. Dit levert de komende jaren naar verwachting besparingen op de ICT-kosten op, afhankelijk van het tempo waarmee de verouderde applicaties kunnen worden vervangen en stopgezet. Mede daardoor kunnen de kosten voor externe ICT-inhuur worden teruggebracht.

Kasstroomoverzicht over het jaar 2020 (x € 1.000)
 

realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

1. Rekening courant RHB 1 januari + stand depositorekeningen

26.542

34.721

35.202

35.214

35.214

35.214

35.214

2a totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

611

168.804

160.671

163.613

163.713

164.391

164.414

2b totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

6.359

– 168.123

– 160.458

– 163.413

– 163.513

– 164.191

– 164.214

2. Totaal operationele kasstroom

6.970

681

212

200

200

200

200

3a. totaal investeringen (–/–)

– 5

– 200

– 200

– 200

– 200

– 200

– 200

3b. totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+)

114

3. Totaal investeringskasstroom

109

– 200

– 200

– 200

– 200

– 200

– 200

4a. eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

4b. eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

1.100

4c. aflossingen op leningen (–/–)

4d. beroep op leenfaciliteit(+/+)

4. Totaal financieringskasstroom

1.100

               

5. Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekening en (=1+2+3+4)

34.721

35.202

35.214

35.214

35.214

35.214

35.214

(Maximale roodstand € 0,5 mln.)

             

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen.

Investeringskasstroom

De investeringenkasstroom is naar verwachting beperkt omdat de ILT overgaat van eigen auto’s naar leaseauto’s. De resterende investeringen betreffen bedrijfsspecifieke apparatuur.

Financieringskasstroom

Gelet op de beschikbare liquiditeiten is het doelmatig om de beperkte investeringen te financieren met eigen kasmiddelen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Omschrijving Generiek Deel

realisatie 2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

1. Kostprijzen per productgroep (x € 1.000)

             

– Handhaving

129.094

134.673

134.594

137.388

137.476

138.023

138.042

– Vergunningverlening

26.860

26.631

26.077

26.224

26.237

26.368

26.372

2. Tarieven/uur (x € 1)

             

– Handhaving

143,6

139,6

139,5

142,4

142,5

143,0

143,1

– Vergunningverlening

141,7

131,3

128,5

129,3

129,3

130,0

130,0

3. Omzet per productgroep (x € 1.000)

             

– Handhaving

125.386

135.637

134.985

137.929

138.025

138.698

138.721

– Vergunningverlening

13.169

12.949

12.949

12.949

12.949

12.949

12.949

4. FTE-totaal

(excl. externe inhuur)

1.103

1.149

1.184

1.194

1.204

1.204

1.204

5. Saldo van baten en lasten (%)

– 2,29%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

6. Kwaliteitsindicator 1: doorlooptijd vergunningen

n.b.

95%

95%

95%

95%

95%

95%

7. Kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum

27 sec.

< 20 sec.

< 20 sec.

< 20 sec.

< 20 sec.

< 20 sec.

< 20 sec.

               

Omschrijving Specifiek Deel

             

8. Kwaliteit Handhaving:

             

Klachten (bezwaar en beroep)

787

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Gegrond verklaard (%)

n.b.

0%

0%

0%

0%

0%

0%

Toelichting

Bovenstaand overzicht bevat de doelmatigheidsindicatoren van de ILT en is opgesteld conform de Rijksbegrotingsvoorschriften.

De kwaliteitsindicatoren (6, 7 en 8) betreffen de kwaliteit van vergunningverlening, dienstverlening en handhaving. De doorlooptijd vergunningen (ad 6) betreft het percentage waarbij de ILT binnen de behandeltermijn de vergunningaanvraag heeft behandeld. ILT streeft ernaar om 95% van de vergunningen binnen de termijn te behandelen. Zoals gemeld in het jaarverslag 2018 kan voor 2018 geen eenduidig percentage worden bepaald doordat voor de diverse onderdelen de (wettelijke) definities van behandeltermijnen verschillen.

Verder streeft de ILT ernaar om de wachttijden bij het informatiecentrum onder de 20 seconden te houden (ad 7).

Aangezien «gegronde klachten» in het Inspectieproces niet bestaan, cq. van de klachten niet formeel wordt vastgesteld of deze wel of niet gegrond zijn, is deze vervangen door «bezwaar- en beroepszaken» (ad 8). De ILT streeft naar 0% gegrond verklaarde bezwaren en beroepen.

Licence