Op dit artikel zijn de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van EZK geraamd, voor zover die betrekking hebben op het kerndepartement (Directoraten-Generaal en stafdirecties) en de diensten van EZK (ACM44, CPB en SodM). Enkele stafdirecties van EZK werken als gemeenschappelijke dienst voor EZK en LNV. In deze begroting is enkel het EZK-aandeel van deze gedeelde diensten geraamd, te weten 57%, de overige 43% van het budget staat op de LNV-begroting geraamd. De uitgaven aan externe inhuur, de uitgaven aan ICT en de bijdragen aan shared service organisaties (SSO’s) worden apart inzichtelijk gemaakt en meerjarig geraamd. Tevens bevat dit artikel een raming voor de bijdragen aan DICTU voor zover het opdrachten betreft ten behoeve van het kernministerie EZK.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
VERPLICHTINGEN | 297.577 | 319.399 | 294.229 | 276.027 | 273.973 | 270.506 | 273.375 |
UITGAVEN | 297.577 | 319.399 | 294.229 | 276.027 | 273.973 | 270.506 | 273.375 |
Personele uitgaven | 203.759 | 222.665 | 201.977 | 188.309 | 189.026 | 186.372 | 188.701 |
– waarvan eigen personeel | 165.163 | 167.998 | 160.852 | 159.633 | 157.660 | 154.951 | 155.540 |
– waarvan externe inhuur | 20.279 | 20.770 | 14.320 | 11.695 | 11.695 | 11.695 | 11.695 |
– waarvan overige personele uitgaven | 18.317 | 33.897 | 26.805 | 16.981 | 19.671 | 19.726 | 21.466 |
Materiële uitgaven | 93.818 | 96.734 | 92.252 | 87.718 | 84.947 | 84.134 | 84.674 |
– waarvan ICT1 | 3.200 | 21.641 | 20.208 | 14.976 | 14.639 | 14.778 | 14.778 |
– waarvan bijdrage aan SSO’s | 13.914 | 13.753 | 13.810 | 14.066 | 13.382 | 13.382 | 13.382 |
– waarvan DICTU1 | 55.491 | 28.068 | 25.671 | 20.377 | 20.370 | 20.370 | 20.370 |
– waarvan overige materiële uitgaven | 21.213 | 33.272 | 32.563 | 38.299 | 36.556 | 35.604 | 36.144 |
ONTVANGSTEN | 28.284 | 25.426 | 25.426 | 25.437 | 25.426 | 24.781 | 24.781 |
– waarvan ACM | 17.783 | 18.134 | 18.134 | 18.134 | 18.134 | 18.134 | 18.134 |
– waarvan SodM | 2.075 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 | 3.150 |
– waarvan CPB | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 | 1.643 |
– waarvan kerndepartement | 6.783 | 2.499 | 2.499 | 2.510 | 2.499 | 1.854 | 1.854 |
Toelichting op de uitgaven
Personele uitgaven
Betreft alle personeelsuitgaven voor het kerndepartement en de diensten. In de begroting 2020 zijn de ramingen voor externe inhuur apart gespecificeerd. Onder de overige personele uitgaven zijn de uitgaven van het sociaal plan voor onder andere afronding uitvoeringsorganisatie DLG, wachtgelduitgaven en personeelsgerelateerde kosten zoals kosten woon-werkverkeer geraamd.
Voor 2020 wordt voor totaal EZK een percentage externe inhuur voorzien dat ruim boven de zgn. Roemer-norm ligt (maximaal 10% van de personeelskosten voor externe inhuur). Onderstaande tabel geeft de percentages externe inhuur weer voor alle onderdelen van EZK. De inhuur van externen bij het kerndepartement ligt in 2019 boven de zgn. Roemer-norm en in 2020 onder deze norm. DICTU zit in zowel 2019 als 2020 aanzienlijk boven deze norm. De norm wordt in 2020 naar verwachting ook overschreden door RVO en SodM.
Percentage externe inhuur | 20181 | 20192 | 2020 |
---|---|---|---|
Kerndepartement | 8,2% | 12,6% | 8,4% |
Autoriteit Consument & Markt | 7,6% | 7,6% | 7,6% |
Centraal Planbureau | 2,3% | 2,9% | 0,9% |
Staatstoezicht op de Mijnen | 12,9% | 13,0% | 11,3% |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 16,6% | 18,0% | 17,0% |
Agentschap Telecom | 11,2% | 10,0% | 10,0% |
Dienst ICT Uitvoering | 60,6% | 58,2% | 52,3% |
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit | 11,1% | – | – |
Nederlandse Emissieautoriteit | 9,5% | 9,5% | 8,8% |
Totaal | 19,9% | 24,9% | 22,1% |
De percentages externe inhuur 2018 van voormalig EZ (nu EZK en LNV), is conform opgave in Jaarverslag 2018.
Vanwege de herverkavelingen uit het Regeerakkoord valt het Agentschap NEa m.i.v. 2018 onder EZK en maakt de NVWA m.i.v. 2018 onderdeel uit van LNV. Door de transitie van voormalig EZ naar twee aparte departementen gedurende 2018, was het niet mogelijk om voor het kerndepartement onderscheid te maken tussen externe inhuur van EZK en LNV. Vanaf 2019 is het percentage weergegeven voor EZK. EZK is bij de splitsing van EZ eigenaar geworden van RVO en DICTU die hoge inhuurpercentages hebben. Dat verklaart een deel van de stijging t.o.v. 2018.
-
– Het hoge percentage externe inhuur voor het kerndepartement in 2019 komt voornamelijk door de externe inhuur bij de NCG. De NCG wordt momenteel omgevormd tot uitvoeringsorganisatie belast met de versterkingsopgave, dit vereist op korte termijn extra tijdelijke capaciteit.
-
– Bij de percentages externe inhuur voor DICTU moet worden bedacht dat ICT-beheer en -ontwikkeling voor dit rijksbreed opererende agentschap een kerntaak is, hetgeen externe inhuur boven de Roemer-norm onvermijdelijk maakt, gegeven de bestaande krapte op de arbeidsmarkt en de wisselende behoefte aan gespecialiseerde ICT-kennis. Bovendien is het inhuren van schaarse ICT expertise relatief duur. Als gevolg daarvan zijn de personeelsuitgaven voor externe inhuur ten opzichte van de totale personeelsuitgaven eveneens relatief hoog.
-
– RVO is een uitvoerder van een groot aantal verschillende opdrachtgevers, namelijk meerdere ministeries, decentrale overheden en de Europese Unie. RVO verzorgt de uitvoering van ruim 650 regelingen, subsidies, vergunningen en ontheffingen. Van subsidies voor boeren, tot octrooiverlening, ondersteuning bij het verkennen van buitenlandse markten en de afhandeling van schadegevallen in Groningen. Omdat dit per taak toegesneden expertise vereist, die per jaar kan fluctueren qua capaciteitsomvang, is flexibele capaciteitsinzet een randvoorwaarde voor kwalitatief hoogstaande dienstverlening.
Genoemde agentschappen zien mogelijkheden om dichterbij de norm te komen. Gelet op het specifieke karakter van DICTU en RVO zijn er echter grenzen aan de mogelijkheden om de externe inhuur te beperken, zonder risico’s te lopen voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van de dienstverlening. De ontwikkeling van de uitgaven externe inhuur heeft zowel de aandacht van de departementsleiding als van de onderdelen die substantieel boven de Roemer-norm scoren (DICTU, RVO). Periodiek wordt een dashboard besproken met het actuele beeld van de uitgaven externe inhuur en beide agentschappen hebben een plan van aanpak geïmplementeerd om het inhuurpercentage te verlagen, door middel van:
-
– Het formuleren van beleid voor externe inhuur in het strategisch personeelsplan en hieruit een doelstelling formuleren voor de optimale verhouding tussen inhuur en eigen personeel.
-
– Het terugbrengen van de externe inhuur door deze te vervangen door eigen personeel (verambtelijking) middels vaste of tijdelijke contracten. Echter, het blijkt niet altijd mogelijk om externe inhuur te vervangen door vaste dan wel tijdelijke contracten, door (wisselende) specifieke kennis en schaarste op de arbeidsmarkt voor o.a. ICT-professionals.
In de agentschapsparagraaf worden de uitgaven aan externe inhuur bij DICTU en RVO verder toegelicht.
Materiële uitgaven
Betreft de materiële uitgaven van de ondersteunende processen voor het kerndepartement en de buitendiensten. Dit omvat onder andere huisvesting, communicatie, ICT en de bijdrage aan het Inkoopuitvoeringscentrum (IUC) dat gepositioneerd is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Vanaf de begroting 2014 zijn de uitgaven voor ICT en bijdrage aan shared service organisaties (SSO’s) apart zichtbaar gemaakt. ICT bevat zowel de uitgaven voor projecten als structurele uitgaven (onderhoud, licenties en vervanging). De bijdragen aan SSO’s betreffen onder andere het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en Expertisecentrum/Ontwikkelingscentrum Rijk. De bijdrage aan DICTU is bestemd voor ICT-dienstverlening aan het kerndepartement. Het betreft hier werkplekservices, infrabeheer en applicatieservices.
Toelichting op de ontvangsten
De ontvangsten betreffen bij de ACM voornamelijk de bijdragen uit de markt voor de sectoren energie, telecommunicatie, vervoer en post. Bij het SodM betreft het de kosten die zijn doorberekend aan de markt voor vergunningverlening en taken die volgen uit de (nieuwe) Europese Richtlijn 2013/30/EU. Bij het CPB gaat het om ontvangsten in verband met werken voor tweeden. De ontvangsten van het kerndepartement bestaan o.a. uit ontvangsten voor detacheringen en ontvangsten voor doorbelaste kosten.
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen, ZBO’s en RWT’s
De onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor EZK weer. Hierbij zijn de apparaatsuitgaven voor het kernministerie en de buitendiensten alsmede de apparaatskosten van de agentschappen en de ZBO’s en RWT’s (voor zover deze via de Rijksbegroting gefinancierd worden) weergegeven.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Apparaatsuitgaven departement | 297.577 | 319.399 | 294.229 | 276.027 | 273.973 | 270.506 | 273.375 |
Kerndepartement (beleid en staf) | 202.092 | 218.816 | 201.637 | 184.712 | 183.757 | 180.940 | 183.809 |
Apparaatsuitgaven diensten | 95.485 | 100.583 | 92.592 | 91.315 | 90.216 | 89.566 | 89.566 |
Centraal Planbureau (CPB) | 16.467 | 17.485 | 16.565 | 16.095 | 15.781 | 15.781 | 15.781 |
Autoriteit Consument en Markten (ACM)1 | 65.405 | 68.622 | 64.075 | 63.267 | 62.482 | 61.832 | 61.832 |
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) | 13.613 | 14.476 | 11.952 | 11.953 | 11.953 | 11.953 | 11.953 |
2. Apparaatskosten agentschappen | 881.774 | 988.627 | 940.629 | 925.129 | 823.715 | 834.157 | 840.142 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) | 574.143 | 679.330 | 619.604 | 598.633 | 492.005 | 497.148 | 497.148 |
Agentschap Telecom (AT) | 43.843 | 46.184 | 48.373 | 47.866 | 47.697 | 47.506 | 47.571 |
Dienst ICT Uitvoering (DICTU) | 256.227 | 253.450 | 263.905 | 269.183 | 274.566 | 280.056 | 285.656 |
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) | 7.561 | 9.663 | 8.747 | 9.447 | 9.447 | 9.447 | 9.767 |
3. Apparaatskosten ZBO’s en RWT’s | 919.398 | 961.163 | |||||
Centraal Bureau voor de Statistiek | 187.362 | 191.109 | |||||
Stichting COVA | 1.375 | 1.403 | |||||
Raad voor Accreditatie | 14.415 | 14.703 | |||||
Bestuur Autoriteit Consument en Markt | 737 | 736 | |||||
TNO | 497.435 | 530.777 | |||||
Kamers van Koophandel | 218.074 | 222.435 |
Om invulling te geven aan de Kaderrichtlijn, 2002/21/EG, zoals gewijzigd door 2009/140/EG, artikel 3 inclusief considerans 13, wordt opgemerkt dat van het totaalbedrag voor de apparaatsuitgaven van de ACM, een bedrag van circa € 13,3 mln in 2020 specifiek voor toezicht op de elektronische communicatiesector wordt geraamd (inclusief betreffende kosten van het bestuur van de ACM).
In de tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de agentschappen, ZBO’s en RWT’s vermeld. Echter, deze apparaatskosten worden niet alleen door EZK gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries en derden. In de betreffende agentschapsparagrafen en de bijlage ZBO’s en RWT’s wordt dit nader toegelicht.
2020 | |
---|---|
Totaal apparaat | 294.229 |
DG Klimaat en Energie | 26.821 |
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 23.803 |
Kerndepartement overig en diensten | 243.605 |
In bovenstaande tabel worden de personeelsuitgaven van het kerndepartement en de diensten weergegeven. Materiële kosten worden verantwoord op het onderdeel kerndepartement en diensten.