Base description which applies to whole site

5 Een veilig Groningen met perspectief

Algemene doelstelling

De inwoners van Groningen hebben dagelijks te maken met de gevolgen van de gaswinning. Dit brengt gevoelens van angst, frustratie en onzekerheid met zich mee. Voor het kabinet staan de veiligheid, de veiligheidsbeleving, het goed afhandelen van schade en het creëren van perspectief voor de inwoners voorop. Hier werkt het kabinet langs drie sporen aan:

  • 1. Op 29 maart 2018 heeft het kabinet besloten de gaswinning uit het Groningenveld op zo kort mogelijke termijn volledig te beëindigen (Kamerstuk 33 529, nr. 457). Op 17 juni 2019 heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat aangegeven dat hij maatregelen verkent om vanaf gasjaar 2019/20 het niveau van 12 mld Nm3 te bereiken. In het afbouwplan wordt de routekaart naar nul geschetst. Op basis van de huidige inzichten daalt de gaswinning vanaf 2022 tot 4 mld Nm3, waarna de nul snel in zicht komt.

  • 2. Het zo goed mogelijk afhandelen van de negatieve gevolgen van aardbevingen als gevolg van gaswinning.

  • 3. Het bieden van een toekomstperspectief aan de regio met het Nationaal Programma Groningen.

Rol en verantwoordelijkheid

Versterking

Op 1 januari 2019 is artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet in werking getreden. Hiermee berust bij de Minister van EZK de verantwoordelijkheid om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad. Over de publieke aansturing van de versterkingsoperatie hebben de regionale bestuurders, kabinet en de maatschappelijke organisaties in maart 2019 afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in het Besluit Versterken Gebouwen Groningen.

De Tijdelijke Commissie Versterken beoordeelt of een individueel gebouw aan de veiligheid voldoet en stelt de daaraan gekoppelde maatregelen en budget vast. De NCG is als voorloper van de publieke uitvoeringsorganisatie belast met de uitvoering van de versterking. De huidige NCG wordt omgevormd naar de voor versterkingsoperatie noodzakelijke uitvoeringsorganisatie en is belast met het uitvoeren van de versterkingsoperatie zoals vastgelegd in de door gemeenten opgestelde lokale plannen van aanpak. Om deze taak uit te voeren heeft de uitvoeringsorganisatie een ruim mandaat en de benodigde financiële armslag om vlot door te kunnen pakken. Gemeenten zijn opdrachtgevers van de uitvoeringsorganisatie. Waar mogelijk worden bij de versterkingsoperatie koppelkansen benut om bij het versterken ook nieuwe economische kansen en een leefbare en aantrekkelijke woon-, werk en leefomgeving te creëren. De Minister van BZK wordt verantwoordelijk voor de aansturing van de versterkingsoperatie. De daarmee samenhangende taken en bevoegdheden worden aan BZK overgedragen.

De publieke aansturing van de versterkingsoperatie wordt wettelijk vastgelegd. Hiertoe is een wetsvoorstel in voorbereiding dat zo spoedig mogelijk in procedure wordt gebracht. Dit zal een aanvulling zijn op het wetsvoorstel Tijdelijke wet Groningen die op 8 juli 2019 aan de Tweede Kamer is aangeboden, waarin de publieke afhandeling van de schade wordt geregeld. Het is de intentie dat er middels deze wetsvoorstellen één zbo komt voor de onafhankelijke beoordeling en afhandeling van schade en voor de onafhankelijke beoordeling van de versterking van gebouwen. De publieke uitvoering van de versterkingsoperatie zal plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van de Minister van BZK.

Schade

Op 31 januari 2018 is het nieuwe schadeprotocol vastgesteld (Kamerstuk 33 529, nr. 423) waarbij de afhandeling van schade publiek is gemaakt. In 2018 is daartoe de (Tijdelijke) Commissie Mijnbouwschade (TCMG) van start gegaan met de afhandeling van de schadegevallen.

Voorzien is dat in 2020 de Tijdelijke wet Groningen inwerking treedt, waardoor de kosten van de schadeafhandeling door middel van een heffing op de NAM worden verhaald in plaats van op basis van een overeenkomst.

Om – aanvullend op de begroting – de Kamer periodiek te informeren over voortgang en ontwikkelingen in het beleid wordt verwezen naar de website van de NCG https://www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/, waarop alle halfjaarrapportages van de NCG te vinden zijn. Deze rapportages geven een integraal beeld van de bestedingen in het kader van het meerjarenprogramma NCG en de bestedingen van middelen die vanuit het bestuursakkoord en aanvullend bestuursakkoord (beiden inmiddels afgerond) beschikbaar zijn gesteld door de NAM, gemeenten en provincie. Voorts bevat de website van de TCMG https://www.schadedoormijnbouw.nl/cijfers informatie inzake de schadeafhandeling, met onder meer een online overzicht van de aantallen schadeafhandelingen, schade-opnames, besluiten, het aantal meldingen acuut onveilige situaties (AOS) en de voortgang in afhandeling. Informatie over het aantal aardbevingen in Groningen en de zwaarte hiervan staat op de site van het KNMI.

Beleidswijzigingen Schade, Versterken en Toekomstperspectief Groningen

Middelen op de Aanvullende Post

In de Voorjaarsnota 2018 is voor «Groningen» een reservering van structureel € 100 mln per jaar gemaakt. Deze middelen staan meerjarig op de Aanvullende Post van de Rijksbegroting. In deze begroting zijn (grotendeels op artikel 5 en deels op het EZ apparaatsartikel 40) de middelen voor «Groningen» uit de Aanvullende Post alleen voor 2019 opgenomen, uitgezonderd de bestuurskosten voor de TCMG die ook geraamd zijn voor 2020 en 2021. De verwachting is dat bij Voorjaarsnota 2020 opnieuw middelen voor 2020 worden toegevoegd uit de Aanvullende Post.

Schadeafhandeling

Op 31 januari 2018 is het nieuwe schadeprotocol vastgesteld waarbij de afhandeling van schade publiek is gemaakt. Daarbij is de afhandeling van schade overgegaan van het Centrum Veilig Wonen naar de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) met ondersteuning van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In aanvulling hierop is op 4 juli 2019 de stuwmeerregeling bekend gemaakt (Stcrt. 2019, 38034). De TCMG functioneert totdat het onafhankelijk Instituut Mijnbouwschade Groningen is opgericht, dat verzoeken om schadevergoeding zal behandelen. Op deze wijze wordt geborgd dat de NAM op afstand van de besluitvorming over de schadevergoedingen en uitvoering staat.

Alle aanvragers met een schademelding van vóór 1 januari 2019 waarop nog niet is besloten krijgen een ruimhartig voorstel voor versnelde afdoening. Dit voorstel bestaat uit twee delen:

  • gedupeerden die een melding hebben gedaan voor 13 juni krijgen het aanbod te kiezen voor een vaste vergoeding van € 4.000,–.

  • gedupeerden die een melding hebben gedaan voor 1 januari 2019 kunnen ook kiezen voor een variabele vergoeding tot € 10.000,– op basis van de factuur van een aannemer die de schade herstelt.

In beide gevallen wordt deze vergoeding vermeerderd met een vaste vergoeding voor bijkomende kosten van € 1.000,–. Aanvragers hebben de keuze om deel te nemen aan deze regeling of om in de reguliere, zorgvuldige procedure van schadeafhandeling te blijven.

Versterken

Op 2 juli 2018 verscheen het advies van de Mijnraad over de gevolgen van het beëindigen van gaswinning voor de veiligheid (Kamerstuk 33 529, nr. 498). Daaruit volgde herijking van de versterkingsopgave in Groningen. De Mijnraad concludeerde dat de versnelde afbouw van gaswinning in het Groningerveld, samen met nieuwe inzichten, een meer gerichte versterkingsoperatie mogelijk maakt, waardoor de situatie sneller veilig is.

In deze context zijn afspraken over de aanpak van batch 1588 tot stand gekomen. Deze batch wordt in zijn geheel nog volgens de toenmalige inzichten uitgevoerd om aan gewekte verwachtingen te voldoen. De financiering vindt plaats doormiddel van een enveloppe van € 420 mln waaraan NAM, Rijk, regio en betrokken woningbouwcorporaties bijdragen. De gemeenten, corporaties en NCG/uitvoeringsorganisatie pakken samen de uitvoering van deze batch op. In deze begroting is dat zichtbaar in de vorm een eerste tranche van € 84 mln die op 16 juli 2019 vanuit de Rijksbegroting aan de betrokken gemeenten is overgemaakt.

Op 11 maart 2019 hebben Rijk en regio een akkoord gesloten over de inrichting van de versterkingsoperatie. Voor de beoordeling van de voor de veiligheid noodzakelijke versterking wordt het (Tijdelijke) instituut Versterken opgericht. Dit instituut bepaalt na opname en beoordeling of een gebouw aan de norm voldoet. Wanneer dit niet het geval is bepaalt zij welke maatregelen en bijhorend budget noodzakelijk zijn om het gebouw in kwestie te versterken.

De versterking vindt plaats onder regie van de NCG. De NCG blijft de uitvoeringsorganisatie (UO) van de versterkingsoperatie en combineert de lokale plannen van de gemeenten met de besluiten van de TCV tot een daadwerkelijke versterkingsaanpak. De gemeenten zijn daartoe de opdrachtgever van de UO. Het Ministerie van BZK wordt de eigenaar van de uitvoeringsorganisatie. Op 5 juni 2019 kwamen Rijk en regio een set versnellingsmaatregelen voor de versterkingsoperatie overeen, die een vlotte uitvoering moeten gaan borgen.

Voor 2019 zal voor de versterking nog gebruik worden gemaakt van het huidige Centrum voor Veilig Wonen (CVW) onder aansturing door NCG. Er zijn afspraken gemaakt over hetgeen CVW oppakt. Zij maakt in elk geval haar bestaande opdracht af. Beoogd is dat vanaf 2020 de taken van het CVW zijn overgenomen door de nieuwe uitvoeringsorganisatie.

Per 1 januari 2020 zullen de geldstromen voor versterken niet meer direct via de NAM lopen. De uitgaven voor bouwkundig versterken dat nodig is voor de veiligheid worden voorgefinancierd door de Staat en gaan lopen via de Rijksbegroting. Op dit moment is het nog te vroeg om een betrouwbare raming te maken voor de kosten van bouwkundig versterken en de kosten die samenhangen met de uitvoering. De verwachting is dat de ramingen voor de kosten voor versterken met ingang van de Voorjaarsnota 2020 onderdeel zijn van de Rijksbegroting. De kosten voor versterken worden uitbetaald door de Staat en daarna per kwartaal achteraf verhaald op de NAM, conform de te maken afspraken.

Nationaal Programma Groningen

Voor het duurzaam toekomstperspectief van Groningen is op 5 oktober 2018 door de provincie Groningen, de gemeenten in het aardbevingsgebied en het kabinet het startschot gegeven voor een Nationaal Programma Groningen (NPG). Hiervoor is € 1,15 mld beschikbaar, waarvan € 500 mln van de NAM afkomstig is. Met het NPG bouwen regio en Rijk met inwoners, (maatschappelijke) organisaties en bedrijven aan een perspectief op de toekomst van Groningen. Het programma is gericht op economische structuurversterking, de kwaliteit van de leefomgeving en de energietransitie. Op 11 maart 2019 is de bestuursovereenkomst «Een programma dat groeit» gesloten. Hierin zijn vervolgafspraken gemaakt over de structuur van het programma en de start van de eerste projecten in 2019. Nadat in 2018 voor € 50 mln aan projecten is toegekend en op 11 maart 2019 middelen zijn bestemd voor onder andere het Zorgprogramma, het erfgoedprogramma en batch 1588, is in de laatste twee NPG-Bestuur vergaderingen op 15 april en 17 juni 2019 totaal € 78 mln aan projecten goedgekeurd. Hierdoor kan begonnen worden met bijvoorbeeld vernieuwing van verschillende dorpskernen, de inzet van energiecoaches voor de verduurzaming van huizen en een pilot met waterstoftreinen. De komende jaren worden deze en nieuwe projecten verder uitgewerkt en uitgevoerd door het onlangs opgerichte programmabureau. De Ministers van EZK en BZK zijn de Rijksvertegenwoordigers in het NPG-Bestuur. In het kader van de taakherschikking tussen EZK en BZK neemt het Ministerie van BZK de coördinatie vanuit het Rijk over van EZK.

Beleidswijzigingen Gaswinning

Gaswinning in Groningen

Voor het eerst zal op basis van het nieuwe wettelijke stelsel voor winning uit het Groningenveld het te winnen volume worden bepaald middels een vaststellingsbesluit. De afbouw van de gaswinning loopt voor op schema. Volgens de raming van GTS van 31 januari 2019 is het benodigde volume voor gasjaar 2019/2020 15,9 mld Nm3 in een gemiddeld jaar. Dit is 1,5 mld Nm3 minder dan voorzien op 29 maart 2018. Het kabinet heeft ingezet op aanvullende maatregelen en bereidt een wetswijziging voor ten behoeve van reductie van gasverbruik bij de grootste afnemers (brief van 8 februari 2019, Kamerstuk 33 529, nr. 580). Daarnaast wordt doorlopend ingezet op aanvullende maatregelen voor een verdere versnelling. Zo worden twee maatregelen onderzocht met als doel om de productie nog verder te beperken en het veld zo snel als mogelijk te sluiten. Daarnaast worden maatregelen verkend om de winning voor komend gasjaar 2019/2020 verder terug te brengen tot 12 mld Nm3, dus onder het geraamde winningsniveau van 15,9 mld Nm3. Het definitieve winningsniveau wordt vastgelegd in het vaststellingsbesluit.

Verbod gebruik laagcalorisch gas

Middels een wetswijziging van de Gaswet wordt het de negen grootste gasverbruikers (met een jaarlijks verbruik boven de 100 mln m3) per 1 oktober 2022 verboden om nog langer laagcalorisch gas te verbruiken, en wordt het andere gasverbruikers verboden om meer dan 100 mln m3 te verbruiken. De inwerkingtreding van de wet is voorzien op 1 januari 2020.

Gaswinning kleine velden

Op 30 mei 2018 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de gaswinning uit de kleine velden in de energietransitie (Kamerstuk 33 529, nr. 469). Belangrijke elementen hierin zijn dat de risico’s door de gaswinning uit de kleine velden qua omvang en impact niet vergelijkbaar zijn met die van de gaswinning in Groningen. Zolang en in zoverre de gebouwde omgeving en de bedrijven nog afhankelijk zijn van aardgas, blijft gaswinning of import van aardgas noodzakelijk. In deze afbouwfase heeft voor het kabinet gaswinning uit de kleine velden, waar dit veilig en verantwoord kan, de voorkeur boven gasimport. Een voorstel tot wijziging van de Mijnbouwwet, met daarin de generieke investeringsaftrek op de Noordzee, wordt naar verwachting in 2019 bij de Tweede Kamer ingediend. Evenals een voorstel tot wijziging van de Mijnbouwwet waarin de aanvullende verplichtingen tot financiële zekerheidstelling voor de nakoming van de verwijderingsverplichting van de Nederlandse olie- en gasinfrastructuur (platforms, putten en pijpleidingen) staat.

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5

In de budgettaire tabel zijn de middelen weergegeven van het meerjarenprogramma NCG, de schadeafhandeling, de ontvangsten van NAM ten behoeve van de schadeafhandeling en de ontvangsten uit de gasbaten. In de tabel zijn ook de middelen voor 2019 weergegeven die zijn toegevoegd vanuit de reservering voor «Groningen» op de Aanvullende Post van de Rijksbegroting.

Daarnaast zijn middelen uit deze Aanvullende Post voor 2019 toegevoegd aan de apparaatsmiddelen op artikel 40 voor de NCG en de directoraat Groningen van EZK.

Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

VERPLICHTINGEN

93.427

478.368

264.381

259.239

49.361

34.014

31.680

Waarvan garantieverplichtingen

             

Waarvan overige verplichtingen (indien van toepassing)

93.427

478.368

264.381

259.239

49.361

34.014

31.680

UITGAVEN

80.908

478.728

264.781

263.739

49.361

34.014

31.680

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

   

99%

       

Subsidies

5.536

205.679

106.487

106.476

38.746

25.000

25.000

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

150

14.647

20.976

20.975

13.746

   

Verduurzamingsopgave overig (plafond relevante uitgaven)

4.036

16.882

10.511

10.501

     

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

 

152.400

75.000

75.000

25.000

25.000

25.000

Instrumentarium woningmarkt

1.350

21.750

         

Inkomensoverdrachten

7.710

57.500

50.000

50.000

     

Schadevergoedingen

7.710

57.500

50.000

50.000

     

Opdrachten

18.540

119.257

13.294

12.263

10.615

9.014

6.680

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

4.002

10.631

7.214

6.183

5.153

4.145

3.131

Werkbudget

14.538

24.626

6.080

6.080

5.462

4.869

3.549

Versterken (batch 1588)

 

84.000

         

Bijdragen aan agentschappen

49.122

92.292

95.000

95.000

     

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

47.493

90.734

95.000

95.000

     

Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen

1.629

1.558

         

Bijdrage aan (internationale) organisaties

 

4.000

         

Organisatie- en programmabudget TCV

 

4.000

         

Ontvangsten

34.185

1.406.005

1.270.000

1.070.000

765.000

535.000

385.000

Schadevergoedingen

2.397

62.800

50.000

50.000

     

Uitvoeringskosten Schade

21.568

113.205

95.000

95.000

     

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

 

150.000

75.000

75.000

25.000

25.000

25.000

Aardgasbaten

 

1.080.000

1.050.000

850.000

740.000

510.000

360.000

Diverse ontvangsten

10.220

           

Budgetflexibiliteit

Van het relevante budget voor de NCG op artikel 5 is 99% juridisch verplicht.

Toelichting op de financiële instrumenten

Meerjarenprogramma aardbevingsbestendig en kansrijk Groningen

Voor de aanpak van de aardbevingsproblematiek als gevolg van de gaswinning is in 2015 een meerjarenprogramma opgezet voor een duurzame versterking van de leefbaarheid en het economische herstel in de provincie Groningen. Voor dit doel is in 2016 in totaal € 244,2 mln uit de gasbaten beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het meerjarenprogramma tot en met 2024.

Deze uitgaven worden als niet-relevant voor het uitgavenkader beschouwd en deze middelen kennen een 100% eindejaarsmarge. Dit houdt in dat budget dat in een bepaald jaar niet wordt benut, meegenomen kan worden naar volgende jaren en derhalve beschikbaar blijft voor de uitvoering van het meerjarenprogramma. De in 2018 niet benutte middelen (€ 28,2 mln) zijn daarom naar 2020 doorgeschoven en opnieuw verdeeld over de komende jaren.

De middelen die aan begrotingsartikel 5 worden toegevoegd voor Regioperspectief, schade, versterken en organisatiekosten zijn uit de Rijksbegroting gefinancierd. Deze budgetten zijn dus relevant voor het uitgavenkader en hiervoor gelden de normale regels voor het meenemen van budget naar een later jaar (de eindejaarsmarge van maximaal 1%).

Subsidies

Verduurzamingsopgave uit aardgasbaten

In 2017 is voor de waardevermeerderingsregeling een voorschot van circa € 30 mln overgemaakt naar de uitvoeringsorganisatie Samenwerkingsverband Noord Nederland voor de uitvoering van de waardevermeerderingsregeling cf. de motie-Bosman c.s. (Kamerstuk 33 529 nr. 242). Bewoners met € 1.000 schade of meer, kunnen in deze regeling € 4.000 subsidie ontvangen voor de verduurzaming van hun woning. Hiervoor is in totaal meerjarig € 89,2 mln gereserveerd. Daarnaast is een verplichting aangegaan om de nog openstaande aanmeldingen van de oude regeling af te handelen. Hiervoor is een bedrag van € 12,4 mln gereserveerd. De in 2018 niet benutte middelen (€ 16,3 mln) schuiven door naar 2019 en verder.

Verduurzamingsopgave overig

Woningen in Groningen die vanwege het risico op aardbevingen niet voldoen aan de veiligheidsnorm worden bouwkundig versterkt. De uitvoering hiervan biedt echter de gelegenheid om meteen ook de woning te verduurzamen tot een maximum van € 7.000 per woning. Op 16 mei 2018 is hiertoe de nieuwe regeling «Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld» gepubliceerd in de Staatscourant. In totaal is hiervoor op de EZK begroting als «verduurzamingsopgave overig» een bedrag van € 42,1 mln gereserveerd voor de periode 2018–2021. De in 2018 niet benutte € 6,3 mln, wordt ingezet in 2019.

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

In het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en ExxonMobil is afgesproken dat NAM in totaal € 500 mln bijdraagt aan het nationaal Programma Groningen. Het Rijk draagt hier ook € 650 mln aan bij.

Scholenprogramma

Het scholenprogramma richt zich op het versterken en nieuwbouw van scholen in de provincie Groningen. Hiervoor is € 50 mln beschikbaar gesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in de vorm van een structurele bijdrage van € 3 mln vanaf 2017. Hiernaast is door het Ministerie van Economische Zaken € 23,5 mln bijgedragen uit de hierboven toegelichte verduurzamingsmiddelen. Deze middelen zijn via het gemeentefonds beschikbaar gesteld aan de betrokken gemeenten en zijn daarom niet meer zichtbaar op artikel 5.

Instrumentarium woningmarkt

In 2019 is het woonbedrijf opgericht dat € 10 mln van NAM inzet om woningen in het gebied te kopen. De NAM verhoogt deze bijdrage tot maximaal € 30 mln. Voor de operationele kosten van het woonbedrijf is vanuit de rijksbegroting circa € 10 mln beschikbaar. Daarnaast wordt de bijdrage van de NCG aan het erfgoedprogramma tot 2020 van deze post gefinancierd. Op 5 juni 2019 is afgesproken dat de opkoopregeling wordt doorgezet tot 2024 en dat hiervoor een extra € 20 mln wordt vrijgemaakt. Van de Aanvullende Post is alvast een extra € 10 mln beschikbaar gesteld in 2019 voor opkoop van woningen.

Geestelijke verzorging

Middels een motie van de ChristenUnie is eerder € 300.000 uit het NPG gereserveerd voor Platform Kerk en Aardbeving. Het Platform heeft een beschikking gekregen voor de komende drie jaar van € 100.000 per jaar. De beschikking loopt dus tot en met 2021. Met middelen trekt Platform Kerk en Aardbeving extra geestelijk verzorgers aan wordt een «proatbus» aangeschaft, waarmee de geestelijk verzorgers de hulpbehoevenden in de aardbevingsregio op kunnen zoeken. Voor 2019 en 2020 is er al € 200.000,- vrijgemaakt en voor 2021 wordt nog een uitvraag gedaan voor € 100.000,-. Deze middelen zijn onderdeel van de post verduurzaming overig (relevant).

Inkomensoverdrachten

Schadevergoeding

De TCMG besluit over schadevergoedingen aan bewoners uit Groningen die aardbevingsschade hebben als gevolg van de gaswinning. TCMG bepaalt onafhankelijk wie recht heeft op een schadevergoeding en hoe hoog deze vergoeding is, hierbij volgt de TCMG het schadeprotocol. Deze schadevergoedingen worden uitbetaald door RVO.nl en daarna per kwartaal achteraf verhaald op de NAM, conform de hierover gemaakte afspraken.

Opdrachten

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

Het voor 2019 en 2020 beschikbare onderzoeksbudget wordt vooral ingezet voor de ontwikkeling van het de nieuwe norm ten aanzien van aardbevingsbestendig bouwen, onderzoek woningmarkt en kennisplatforms.

Werkbudget

Het werkbudget NCG wordt onder andere ingezet voor de gebiedsgerichte aanpak voor preventieve versterking van gebouwen. Voor zover noodzakelijk is op artikel 5 onder het kopje werkbudget nog aanvullend budget beschikbaar voor personeel en materieel. Per jaar wordt bekeken of dit aanvullend budget noodzakelijk is. Vanuit de Aanvullende Post is € 4 mln van de bijdrage van € 10 mln in de organisatiekosten NCG op dit artikel geplaatst. Daarnaast is de bijdrage vanuit de Aanvullende Post in de compensatie aan Provincie en gemeenten (€ 6 mln zodat uiteindelijk € 10 mln beschikbaar is) op deze post geplaatst. Eveneens is er bijdrage toegevoegd van € 0,8 mln ten behoeve om woningen gasloos te maken wanneer er ondanks een advies tot versterken om sociaaleconomische redenen toch wordt overgegaan op sloop/nieuwbouw.

Versterken (batch 1588)

Tenslotte is er ten behoeve van de Rijksbijdrage aan de envelop voor de batch 1588 voor € 84 mln vanuit de Aanvullende Post toegevoegd aan een nieuw instrumentnummer. Deze middelen zijn door middel van een specifieke uitkering uitgekeerd aan de betrokken gemeenten zodat gestart kan worden met de uitvoering.

Bijdragen aan agentschappen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

RVO.nl voert de schadeafhandeling uit. EZK is opdrachtgever voor RVO.nl en declareert de uitvoeringskosten bij de NAM.

TCMG

De uitvoeringskosten van de TCMG zijn uitgebreid voor 2019 tot en met 2021 vanuit de Aanvullende Post.

Bijdrage aan (internationale) organisaties

Organisatie- en programmabudget TCV

Voor de Tijdelijke Commissie Versterken wordt vanuit de Aanvullende Post in 2019 € 4 mln beschikbaar gesteld.

Toelichting op de ontvangsten

Ontvangsten NAM voor schadevergoedingen en uitvoeringskosten van de schadeafwikkeling

Overeenkomstig de met de NAM gemaakte afspraken declareert EZK bij de NAM de door RVO.nl uit te keren schadevergoedingen en de uitvoeringskosten voor de schadeafwikkeling.

Vanuit de Aanvullende Post is € 3,3 mln beschikbaar voor 2019 voor compensatie BTW schade. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de bijdrage van NAM.

Bijdrage aan Nationaal Programma Groningen

In het Akkoord op Hoofdlijnen met Shell en ExxonMobil is afgesproken dat NAM in totaal € 500 mln bijdraagt aan het Nationaal Programma Groningen.

Gasbaten

Het vorige kabinet heeft in 2017 het productieplafond voor de gaswinning in Groningen voor het gasjaar 2017–2018 met 10 procent verlaagd tot 21,6 mld m3 (Kamerstuk 33 529, nr. 331).

Doel van het Regeerakkoord was om aan het einde van deze kabinetsperiode in 2021, de winning met nog eens 1,5 mld m3 per jaar te verlagen. Op 29 maart 2018 heeft het kabinet echter besloten om de gaswinning zo snel mogelijk volledig te beëindigen (Kamerstuk 33 529, nr. 457). Het beleid is erop gericht de vraag naar gas en daarmee de productie zo snel mogelijk te verlagen om te komen tot verdere reductie van de seismische activiteit. Op zijn laatst per oktober 2022, maar mogelijk al een jaar eerder, daalt het gaswinningsniveau tot onder de 12 mld m3. Afhankelijk van het effect van de verschillende maatregelen kan het winningsniveau vanaf oktober 2022 dan fors lager uitvallen. Dit kabinetsbesluit leidt tot lagere gasbaten.

Geraamde productie aardgas (in mld Nm3 en kalenderjaren)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Productie totaal (in mld Nm3)

34

31

25

19

14

13

Waarvan: Groningenveld

18

15

11

7

4

3

Waarvan: kleine velden

16

16

14

12

10

10

In bovenstaande tabel wordt de geraamde productie van aardgas voor zowel Groningen als de kleine velden weergegeven. Voor het Groningenveld wordt hierbij nog uitgegaan van het basispad uit de Voorjaarsnota 2019. Zoals gezegd, doet het kabinet er alles aan om al in het gasjaar 2019/2020 onder de 12 mld Nm3 te komen. Budgettair heeft het kabinet hier in de raming van de gasbaten al rekening mee gehouden.

Naast de geraamde productie, is de aardgasprijs een bepalende factor voor de geraamde aardgasbaten.

Verwachting 2019–2020

2019

2020

Productie aardgas totaal (in miljard Nm³)

34

31

Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3)

16,0

17,8

Ten opzichte van de Startnota 2017 is de gaswinning fors naar beneden bijgesteld, met bijbehorende budgettaire gevolgen. De volgende tabel laat de mutaties in de gasbaten ten opzichte van de Startnota 2017 zien. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bij Startnota het jaar 2024 nog niet in de meerjarencijfers zat, hierdoor staat voor die jaren niets weergegeven.

Aansluiting raming gasbaten Startnota 2017 met raming Miljoenennota 2020 (x € 1 mld, kasbasis)

Tabel 3a – Stand Startnota 2017

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Niet-belastingmiddelen (geraamd op EZK-begroting)

1,85

1,85

1,75

1,70

1,65

Vennootschapsbelasting

0,15

0,15

0,15

0,15

0,20

Totale gasbaten

2,00

2,00

1,90

1,85

1,85

             

Tabel 3b – Mutaties ten opzichte van Startnota 2017

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Niet-belastingmiddelen (geraamd op EZK-begroting)

– 0,77

– 0,80

– 0,90

– 0,96

– 1,14

Vennootschapsbelasting

0,45

0,22

0,12

0,05

– 0,03

Totale gasbaten

– 0,32

– 0,58

– 0,78

– 0,91

– 1,17

             

Tabel 3c – Stand Miljoenennota 2020

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Niet-belastingmiddelen (geraamd op EZK-begroting)

1,08

1,05

0,85

0,74

0,51

0,36

Vennootschapsbelasting

0,60

0,34

0,27

0,20

0,17

0,07

Totale gasbaten

1,68

1,42

1,12

0,94

0,68

0,43

Toelichting: de begrotingsreeks van de aardgasbaten bestaat uit het totaal aan ontvangsten van de Staat uit de winning van olie en gas. De aardgasbaten komen hoofdzakelijk uit twee bronnen:

  • de winstuitkering van EBN

  • Afdrachten op basis van de Mijnbouwwet door olie- en gasmaatschappijen.

De gasbaten worden bepaald door de winst die behaald wordt met de winning van gas, dat wil zeggen omzet minus kosten. De kosten bestaan uit variabele kosten, afschrijvingen, voorzieningen voor opruimen, financieringslasten, etc. Daarnaast is het van belang dat afdrachten niet per veld worden vastgesteld maar per onderneming. De mijnbouwmaatschappijen kunnen de resultaten van alle activiteiten consolideren tot één resultatenrekening waarover een afdracht door de Belastingdienst wordt vastgesteld. Eventueel verlieslatende velden worden dan gecompenseerd door winstgevende velden.

EBN neemt namens de Staat, meestal voor een percentage van 40%, deel in bijna alle olie- en gaswinning in Nederland. De winst die EBN hier mee behaalt komt volledig toe aan de Staat. Ook EBN consolideert alle activiteiten tot één resultatenrekening.

Zowel EBN als de mijnbouwmaatschappijen zijn vennootschappen die een jaarrekening opstellen en in dat kader ook voorzieningen treffen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het nemen van voorzieningen voor opruimen en voor de kosten van de aardbevingen in Groningen. Zowel de NAM als EBN worden in Groningen geconfronteerd met kosten die niet direct leiden tot uitgaven in hetzelfde jaar, zoals kosten voor schade en versterken. Voor het nemen van voorzieningen moet worden voldaan aan de wettelijke eisen die daaraan gesteld worden. Door het treffen van voorzieningen ontstaat een verschil in het verwerken van de kosten op de resultatenrekening en het moment van uitgeven. Dit heeft daarmee een effect op de aardgasbaten in de tijd en daarmee een effect op de Rijksbegroting. Kortom: het totaal aan aardgasbaten is niet simpelweg een percentage van de winning in een bepaald jaar, maar de uitkomst van een proces met vele variabelen, waarbij ook prijsfluctuaties een rol spelen.

Kengetallen

Kengetallen

2014

2015

2016

2017

2018

1. Gewonnen volume aardgas kleine velden (in Nm3)

Bron: TNO

24 mld Nm3

22 mld Nm3

20 mld Nm3

18 mld Nm3

16 mld Nm3

2. Aantal boringen exploratie onshore en offshore

Bron: TNO

21

16

4

6

5

3. Aantal boringen productie onshore en offshore

Bron: TNO

32

17

16

8

7

4. Productie aardgas totaal (in Nm3)

Bron: TNO

66 mld Nm3

50 mld Nm3

48 mld Nm3

42 mld Nm3

35 mld Nm3

5. Euro/dollarkoers

Bron: CBS/CPB

1,33

1,11

1,11

1,13

1,18

6. Olieprijs (dollar/vat) Bron: CBS/CPB

101,4

52,5

43,3

54,0

70,9

7. Beursprijs van TTF-gas (eurocent/ m3)

Bron: APX Endex

21,3

19,8

13,6

16,6

21,5

  • 1t/m4 In het kader van voorzieningszekerheid is het van belang dat het aardgas dat zich bevindt in de Nederlandse kleine velden ook wordt gewonnen. Dit omvat zowel het produceren van reeds ontdekte velden (kengetal 1, 3 en 4) als het exploreren van nieuwe velden (kengetal 2). EZK stelt de randvoorwaarden voor een concurrerend mijnbouwklimaat: marktpartijen nemen de productie en exploratie voor hun rekening. Kengetal 1 geeft de totale hoeveelheid gewonnen gas uit kleine velden (onshore en offshore). Kengetal 4 geeft de totale aardgasproductie in Nederland weer in Normaal m3, dus aardgas gewonnen uit kleine velden en het Groningerveld.

  • 5t/m7 De bepalende factoren voor de geraamde aardgasbaten zijn de aardgasprijs en het volume van de verkopen. De aardgasprijs is gerelateerd aan enerzijds de prijs van olie in dollars in combinatie met de euro/dollarkoers en anderzijds aan de prijs van gas die onafhankelijk van de olieprijs op de markt tot stand komt op onder andere gasbeurzen.

Indicatoren

NCG

De NCG legt verantwoording af in haar halfrapportage, zie hiervoor ook de website van de NCG www.nationaalcoordinatorgroningen.nl. De kwartaalrapportages geven een integraal beeld van de bestedingen in het kader van het meerjarenprogramma NCG en de bestedingen van middelen die vanuit het bestuursakkoord en aanvullend bestuursakkoord beschikbaar zijn gesteld door de NAM, gemeenten en provincie. Hierin staan ook verschillende indicatoren, uiteenlopend van het aantal uitgevoerde versterkingen tot uitgekeerde subsidies.

Schadeafhandeling

De Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) rapporteert op kwartaalbasis onder andere over het aantal afgehandelde meldingen, het aantal geaccepteerde schadevergoedingen en klanttevredenheid. De volgende tabel geeft de stand van de schadeafhandeling door de TCMG weer. In volgende begrotingsstukken wordt hier een update van gegeven.

Schadeafhandeling door de TCMG

Stand op 5 augustus 2019

Aantal ingediende schademeldingen

35.253

Aantal besluiten van de TCMG

13.801

Anderszins afgehandeld

2.927

Totaal uitgekeerd schadebedrag (x € 1 mln), incl. stuwmeerregeling

€ 74,01

Nog openstaande schademeldingen

18.525

Op 4 juli 2019 is de stuwmeerregeling voor schadeafhandeling van kracht geworden. Alle aanvragers met een schademelding van vóór 1 januari 2019 waarop nog niet is besloten krijgen een ruimhartig voorstel voor versnelde afdoening. Dit voorstel bestaat uit twee delen:

  • gedupeerden die een melding hebben gedaan voor 13 juni krijgen het aanbod te kiezen voor een vaste vergoeding van € 4.000,–.

  • gedupeerden die een melding hebben gedaan voor 1 januari 2019 kunnen ook kiezen voor een variabele vergoeding tot € 10.000,– op basis van de factuur van een aannemer die de schade herstelt.

In beide gevallen wordt deze vergoeding vermeerderd met een vaste vergoeding voor bijkomende kosten van € 1.000,- (hiermee komen de vergoedingen op € 5.000 resp. € 11.000). Aanvragers hebben de keuze om deel te nemen aan deze regeling of om in de reguliere, zorgvuldige procedure van schadeafhandeling te blijven.

De volgende tabel geeft het gebruik van de stuwmeerregeling aan:

Gebruik stuwmeerregeling

Stand op 5 augustus 2019

Aantal aanbiedingen in het kader van de stuwmeerregeling

8.082

Waarvan keuze voor vaste vergoeding van € 5.000

7.236

Waarvan keuze voor variabele vergoeding van max. € 11.000

197

Waarvan keuze om door te gaan in het reguliere schadeproces

649

Seismiciteit

Het kabinet beëindigt de gaswinning in Groningen om de oorzaak van de aardbevingen weg te nemen. Actuele en historische informatie over de seismiciteit in de Groningerbodem staat op de site van het KNMI.

Overzicht middelen op de rijksbegroting voor Groningen

In totaal is op de Rijksbegroting € 962 mln beschikbaar voor Groningen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Beschikbaar voor Groningen op de Rijksbegroting (x € 1 mln)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EZK – subsidies

Verduurzamingsopgave (uit aardgasbaten)

14.647

20.976

20.975

13.746

   

Verduurzamingsopgave (plafond relevant)

16.882

10.511

10.501

     

Bijdrage van NAM aan Nationaal Programma Groningen

152.400

75.000

75.000

25.000

25.000

25.000

Instrumenten woningmarkt

21.750

         

Totaal EZK-subsidies

205.679

106.487

106.476

38.746

25.000

25.000

 

EZK – opdrachten

Onderzoek en compensatie gemeenten en provincie

10.631

7.214

6.183

5.153

4.145

3.131

Werkbudget

24.626

6.080

6.080

5.462

4.869

3.549

Versterken batch 1588

84.000

         

Totaal EZK-opdrachten

119.257

13.294

12.263

10.615

9.014

6.680

             

EZK – Bijdrage aan agentschappen

Uitvoeringskosten TCMG

1.558

         

Organisatie- en programmabudget TCV

4.000

         

Totaal EZK bijdrage aan agentschappen

5.558

         
             

OCW

Achterstallig onderhoud erfgoed (RA-envelop)

4.000

4.500

4.500

     
             

VWS

GGD rapport aanpak gezondheidsklachten

1.350

         
 

Aanvullende Post van de Rijksbegroting

Gasfonds Groningen (RA-envelop voor NPG)

5.600

50.000

50.000

50.000

10.000

9.000

Rijksbijdrage aan NPG

     

30.000

30.000

30.000

Totaal op de Aanvullende Post voor NPG

5.600

50.000

50.000

80.000

40.000

39.000

             

Totaal beschikbaar voor Groningen

341.444

174.281

173.239

129.361

74.014

70.680

           

963.019

Licence