Artikel
Algemene doelstelling
De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van ziekte en stimuleert hen het werk te hervatten. De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van zwangerschap en bevalling en komt tegemoet bij verlofopname wegens geboorte van een kind, adoptie of opname van een pleegkind.
De overheid vindt dat mensen die ziek worden en waarbij de loonbetalingsverplichting bij ziekte voor de werkgever niet van toepassing is, ook verzekerd moeten zijn van een tijdelijk loonvervangend inkomen. Zij kunnen het verlies aan inkomen daarom voor een periode van twee jaar, gelijk aan de periode van de loonbetalingsverplichting, opvangen met een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Door middel van verzuimbegeleiding en re-integratie stimuleert de overheid deze (gewezen) werknemers om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.
Ook tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof voorziet de overheid in een tijdelijk loonvervangend inkomen. Op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) komen zwangere werknemers en zelfstandigen in aanmerking voor een uitkering. Ook andere verlofvormen geven recht op een uitkering, namelijk: adoptie- en pleegzorgverlof en aanvullend geboorteverlof.
Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose door blootstelling aan asbest, kunnen van de overheid een tegemoetkoming of een voorschot op een schadevergoeding ontvangen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS).
Slachtoffers van het organo psycho syndroom (OPS), ook wel «schildersziekte» genoemd, kunnen in aanmerking komen voor een eenmalige financiële tegemoetkoming.
Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering op grond van de Ziekteverzekering (ZV).
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
-
• De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
-
• De vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;
-
• De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV en de SVB;
-
• De organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Wet arbeid en zorg
Beleidswijzigingen
Op 1 juli 2020 wijzigt de Wet arbeid en zorg. Op dat moment treedt de tweede fase van het geboorteverlof in werking (WIEG). Het geboorteverlof bedraagt sinds 1 januari 2019 1 week met behoud van loon. Dit wordt aangevuld met 5 weken, waarbij de werknemer een uitkering ontvangt van UWV. De uitkering bedraagt 70% van het dagloon, gemaximeerd op 70% van het maximum dagloon. Dit aanvullende geboorteverlof dient te worden opgenomen nadat de eerste week geboorteverlof met behoud van loon volledig is genoten, maar wel binnen 6 maanden na de dag van bevalling. Rechthebbenden zijn de echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner van de moeder, degene die met haar samenwoont of degene die haar kind heeft erkend.
Uitbreiding nabestaandenbegrip TAS
Het nabestaandenbegrip in de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers 2014 (TAS) wordt in 2019 uitgebreid. Hiermee wordt aangesloten bij het nabestaandenbegrip in het burgerlijk wetboek. Deze aanpassing kost vanaf 2020 naar schatting structureel € 150.000 per jaar. Het nabestaandenbegrip in de Regeling tegemoetkoming niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom en asbestose (TNS), onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van I&W, is op dezelfde wijze uitgebreid.
OPS-motie
Voor de motie om de OPS-slachtoffers uit coulance financieel tegemoet te komen is voor 2020 € 7,2 mln aan middelen beschikbaar gesteld voor tegemoetkomingen. Deze regeling gaat in per 1 januari 2020. Slachtoffers kunnen in aanmerking komen voor een eenmalige financiële tegemoetkoming.
Budgettaire gevolgen van beleid
Artikelonderdeel | Realisatie 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 7.904 | 12.239 | 11.738 | 8.268 | 8.298 | 8.279 | 8.312 |
Uitgaven | 7.904 | 11.996 | 11.981 | 8.268 | 8.298 | 8.279 | 8.312 |
waarvan juridisch verplicht (%) | 100% | ||||||
Inkomensoverdrachten | 7.904 | 11.739 | 11.738 | 8.268 | 8.298 | 8.279 | 8.312 |
TAS | 4.716 | 4.771 | 4.696 | 4.696 | 4.696 | 4.696 | 4.696 |
Ziekteverzekering (Caribisch Nederland) | 3.188 | 3.368 | 3.442 | 3.472 | 3.502 | 3.533 | 3.566 |
OPS-voorzieningsfonds | 0 | 3.600 | 3.600 | 100 | 100 | 50 | 50 |
Subsidies | 0 | 257 | 243 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kanker en werken | 0 | 257 | 243 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten:
Budgetflexibiliteit
De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten TAS, OPS-voorzieningenfonds en uitkeringslasten ziekteverzekering Caribisch Nederland.
Subsidies
De subsidies zijn voor 100% juridisch verplicht. Het betreft budget voor de subsidieregeling kanker en werkzoekenden.
Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd
Artikelonderdeel | Realisatie 2018 | Raming 2019 | Raming 2020 | Raming 2021 | Raming 2022 | Raming 2023 | Raming 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2.806.325 | 2.989.470 | 3.027.932 | 3.246.187 | 3.372.491 | 3.501.747 | 3.636.685 |
Inkomensoverdrachten | 2.806.325 | 2.989.470 | 2.945.765 | 3.078.196 | 3.120.044 | 3.160.766 | 3.202.689 |
ZW | 1.627.534 | 1.655.173 | 1.628.811 | 1.625.961 | 1.643.871 | 1.659.432 | 1.675.625 |
WAZO | 1.178.791 | 1.334.297 | 1.252.913 | 1.278.429 | 1.299.229 | 1.321.154 | 1.343.563 |
WAZO aanvullend geboorteverlof partners | 0 | 0 | 64.041 | 173.806 | 176.944 | 180.180 | 183.501 |
Uitkeringslasten ouderschapsverlof | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nominaal | 0 | 0 | 82.167 | 167.991 | 252.447 | 340.981 | 433.996 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
A. Inkomensoverdrachten
Toelichting op de financiële instrumenten
A1. Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)
Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose als gevolg van arbeidsgerelateerde blootstelling aan asbest kunnen een tegemoetkoming ontvangen op grond van de TAS. Indien zij de ziekte maligne mesothelioom of asbestose hebben gekregen door te werken met asbest (in dienst van een werkgever) of maligne mesothelioom hebben opgelopen via werkkleding van een huisgenoot, dan is de (voormalige) werkgever hiervoor aansprakelijk en kunnen zij een schadevergoeding bij de werkgever eisen. Dit kan echter lang duren. Tegelijkertijd is de levensverwachting van mensen met de ziekte maligne mesothelioom vaak erg kort. De TAS heeft tot doel asbestslachtoffers bij leven maatschappelijke erkenning te bieden in de vorm van een tegemoetkoming. Deze wordt uitgekeerd in de vorm van een voorschot op de schadevergoeding van de werkgever. Als de (voormalige) werkgever later alsnog een schadevergoeding betaalt, wordt het voorschot hiermee verrekend. Indien de werknemer geen schadevergoeding ontvangt, wordt het voorschot omgezet in een tegemoetkoming. De TAS wordt uitgevoerd door de SVB.
Wie komt er voor in aanmerking?
Mensen die ziek zijn geworden door het werken met asbest, krijgen een voorschot als:
-
• Bij hen maligne mesothelioom of asbestose is vastgesteld;
-
• Zij, of in het geval van maligne mesothelioom ook een huisgenoot, in loondienst bij een werkgever in Nederland werkten;
-
• Zij, of in het geval van maligne mesothelioom ook een huisgenoot, op het werk zijn blootgesteld aan asbest;
-
• Zij nog geen schadevergoeding hebben gekregen of een schadevergoeding hebben ontvangen die lager is dan € 20.730 (prijspeil 2019, dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd).
Hoe hoog is de TAS?
Zowel het voorschot als de tegemoetkoming is in 2019 € 20.730, waarop reeds van de werkgever ontvangen bedragen in mindering worden gebracht. Dit is een eenmalige uitkering. De hoogte van de TAS volgt de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten van de TAS worden vanaf 2020 geraamd op circa € 4,7 miljoen per jaar. Dit is inclusief de uitbreiding van het nabestaandenbegrip (ad. € 150.000 vanaf 2020, zie Beleidswijzigingen), zodat dit aansluit bij het Burgerlijk Wetboek. De uitgaven vallen vanaf 2020 per saldo € 75.000 lager uit dan in 2019. Dit komt enerzijds door een nabetaling in 2019 aan de SVB over 2018. Anderzijds leidt de uitbreiding van het nabestaandenbegrip ook in 2019 tot hogere uitgaven, doordat de uitbreiding in 2019 ingaat.
Beleidsrelevante kerncijfers
Ondanks dat het werken met asbest al in 1993 is verboden, blijft het aantal TAS-aanvragen de komende jaren naar verwachting stabiel.
Realisatie 20181 | Raming 2019 | Raming 2020 | ||
---|---|---|---|---|
Aantal toekenningen voorschot TAS (x 1.000 uitkeringen) | 0,4 | 0,4 | 0,4 | |
waarvan toekenning i.v.m. maligne mesothelioom | 0,4 | 0,4 | 0,4 | |
waarvan toekenning i.v.m. asbestose | <0,1 | <0,1 | <0,1 | |
Aantal terugontvangen voorschotten TAS (x 1.000 uitkeringen) | 0,2 | 0,2 | 0,2 | |
Aantal toekenningen maligne mesothelioom bij leven ten opzichte van totaal aantal toekenningen (%) | 85 | –2 | –2 |
A2. Ziekteverzekering (ZV) (Caribisch Nederland)
Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering (ziekengeld) op grond van de Ziekteverzekering. De uitkering is gerelateerd aan het loon van de werknemer.
Budgettaire ontwikkelingen
De in geringe mate oplopende uitgavenontwikkeling van de Ziekteverzekering (ZV) wordt verklaard door de verhoging van de gerechtigde leeftijd voor de Algemene Ouderdomsverzekering (zie beleidsartikel 8). Hierdoor lopen de uitkeringen van de ZV langer door.
Realisatie 20181 | Raming 2019 | Raming 2020 | |
---|---|---|---|
Volume Ziekteverzekering CN (x 1.000 uitbetaalde ziektedagen) | 63 | 63 | 63 |
A3. OPS-fonds
De OPS problematiek is het gevolg van blootstellingen aan vluchtige oplosmiddelen in het werk die hoger waren dan volgens de destijds geldende wettelijke voorschriften waren toegestaan. Het kabinet heeft, onder een aantal voorwaarden, besloten uitvoering te geven aan de door de Kamer breed gedragen motie van het lid Aartsen c.s. Hierover is de Tweede Kamer per brief op 29 maart geïnformeerd. Bij de opzet van de regeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij regelingen voor asbestslachtoffers. De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.
Wie komt er voor in aanmerking?
De tijdelijke en eenmalige regeling voor een financiële tegemoetkoming aan OPS-slachtoffers zal toegankelijk worden voor personen die aan drie voorwaarden voldoen:
-
• Het slachtoffer kan aantonen dat hij een officiële diagnose Chronische Toxische Encephalopathie (CTE) heeft verkregen van een van de Solvent Teams aan de universiteiten van Amsterdam en Twente, waarbij de aanvraag niet later is ingediend dan een half jaar na publicatie van de regeling voor de financiële tegemoetkoming van OPS-slachtoffers. De diagnose levert een bevestiging van zowel de gezondheidsschade als van het feit dat deze arbeidsgerelateerd is;
-
• Het slachtoffer heeft geen enkele vorm van een financiële tegemoetkoming gehad voor de schade als gevolg van zijn OPS aandoening, of een bedrag dat lager is dan het normbedrag voor de financiële tegemoetkoming;
-
• Er moet sprake zijn van een blootstelling die in Nederland in loondienst heeft plaatsgevonden.
Hoe hoog is de tegemoetkoming?
Zowel het voorschot als de tegemoetkoming is gelijk aan de tegemoetkoming bij de TAS (in 2019 bedraagt deze € 20.730). Dit is een eenmalige uitkering. De hoogte van de tegemoetkoming volgt in 2020 de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon.
A4. Ziektewet (ZW)
De ZW geeft zieke werknemers het recht op een uitkering als zij geen werkgever meer hebben die in geval van ziekte loon moet doorbetalen. De ZW bevat minimumnormen voor re-integratie. De ZW geldt ook voor een beperkte groep werknemers die wel in dienst zijn van een werkgever, namelijk werknemers die tijdelijk ongeschikt zijn voor het verrichten van hun werk wegens arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap en orgaandonatie en werknemers met een zogenaamde no-riskpolis. De werkgever mag de ZW-uitkering dan verrekenen met het loon dat hij moet doorbetalen. De ZW wordt uitgevoerd door UWV of door werkgevers zelf wanneer zij ervoor gekozen hebben om eigenrisicodrager te zijn voor de ZW-uitkeringslasten.
Wie komt er voor in aanmerking?
In aanmerking voor een ZW-uitkering komen:
-
• Uitzendkrachten (zonder vast contract met het uitzendbureau);
-
• Oproepkrachten (afhankelijk van het soort oproepcontract);
-
• Personen met een arbeidscontract dat afloopt tijdens de ziekte;
-
• Personen die een WW-uitkering ontvangen en langer dan dertien weken ziek zijn;
-
• Vrouwen die ziek worden als gevolg van zwangerschap of bevalling. Wanneer vrouwen in loondienst werken hebben zij tijdens hun zwangerschapsverlof recht op een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg. Als deze vrouwen door de zwangerschap vóór of na de bevalling ziek worden, ontvangen zij een ZW-uitkering;
-
• Orgaandonoren die door hun donatie tijdelijk niet kunnen werken;
-
• Personen met een no-riskpolis die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die binnen vijf jaar nadat ze in dienst zijn gekomen van een werkgever ziek worden;
-
• Ondernemers en directeuren-grootaandeelhouders kunnen alleen een beroep doen op de ZW als zij hiervoor een vrijwillige verzekering hebben.
Hoe hoog is de ZW-uitkering?
De ZW-uitkering bedraagt meestal 70% van het loon dat de betrokkene gemiddeld per dag verdiende in het jaar voordat hij ziek werd. De hoogte van het dagloon is per 1 juli 2019 gemaximeerd op € 216,90 bruto per dag. Hierdoor bedraagt de uitkering maximaal € 3.302,30 bruto per maand inclusief vakantiegeld. De uitkering duurt maximaal twee jaar. Er zijn enkele uitzonderingen. Orgaandonoren en werkneemsters die arbeidsongeschikt zijn als gevolg van de zwangerschap of bevalling hebben recht op een ZW-uitkering van 100% van het dagloon, wat neerkomt op een uitkering van maximaal € 4.717,58 bruto per maand inclusief vakantiegeld. Op verzoek van de werkgever kan UWV de ZW-uitkering van personen die onder de no-riskpolis vallen het eerste jaar op 100% van het dagloon vaststellen.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten ZW van de bij UWV verzekerde populatie nemen in 2020 met circa € 26 miljoen af ten opzichte van 2019. Deze daling is vooral het gevolg van een verdere afname van het aantal zieke werklozen. Dit wordt deels gecompenseerd doordat het gebruik van de no-riskpolis conform verwachting stijgt en het beroep van het aantal uitzendkrachten en ziekte bij zwangerschap op de ZW naar verwachting toeneemt. Vanaf 2022 nemen de totale uitkeringslasten op de ZW weer toe. Verwacht wordt dat tegen die tijd het aantal zieke werklozen weer zal stijgen.
In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd naar aanleiding van het akkoord over de vernieuwing van het pensioenstelsel (zie ook Beleidswijzigingen artikel 8 Oudedagsvoorziening). Dit heeft een neerwaarts effect op de uitgaven, wat vooral wordt veroorzaakt doordat minder personen vanuit de werkloosheid de ZW bereiken vanwege pensionering. In paragraaf 2.2 tabel 2.2.6 wordt het meerjarige effect van het gehele pensioenakkoord per artikel weergegeven.
Beleidsrelevante kerncijfers
De verwachte afname van de uitkeringslasten op de ZW vertaalt zich een lager geraamd aantal uitkeringsjaren in de ZW. Naar verwachting neemt het aantal uitkeringsjaren met circa 1.300 af in 2020.
Handhaving
De handhavingscijfers in de ZW vertonen in 2018 een stabiel beeld ten opzichte van 2017. In de signaleringsbrief naar fraudefenomen in de sociale zekerheid wordt afgevraagd in hoeverre bij de Ziektewet frauderisico’s voorkomen met arbeidsmigranten, naar aanleiding van de verblijffraude in de WW. UWV is een onderzoek gestart waaruit duidelijk moet worden in hoeverre risico’s zich daadwerkelijk voortdoen. De Kamer wordt eind 2019 geïnformeerd over de uitkomst in de brief over de stand van de uitvoering.
De incassoratio geeft weer in hoeverre fraudevorderingen ontstaan in een bepaald jaar ultimo 2018 zijn geïncasseerd. Dit percentage ligt hoger naarmate het ontstaansjaar van de vordering langer geleden is, omdat fraudevorderingen gedurende 10 jaar kunnen worden ingevorderd.
Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | ||
---|---|---|---|---|
Preventie1 | Gepercipieerde detectiekans (%) | 76 | 80 | 77 |
Kennis van de verplichtingen (%) | 93 | 95 | 93 | |
Opsporing2 | Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000) | 1,5 | 3,6 | 3,5 |
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)3 | 1,1 | 2,8 | 2,6 | |
Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln) | 3,0 | 3,4 | 2,9 | |
Sanctionering2 | Aantal waarschuwingen (x 1.000) | 0,3 | 1,4 | 1,4 |
Aantal boetes (x 1.000) | 0,9 | 1,6 | 1,4 | |
Totaal boetebedrag (x € 1 mln) | 0,5 | 1,0 | 0,8 | |
Ontstaansjaar vordering | ||||
2016 | 2017 | 2018 | ||
Terugvordering2 | Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2018 (%) | 56 | 48 | 24 |
A5. Wet arbeid en zorg (WAZO)
De WAZO bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptie- en pleegzorgverlof, ouderschapsverlof en kort- en langdurend zorgverlof. Soms bestaat er recht op (gedeeltelijke) loondoorbetaling of op een uitkering (zwangerschaps- en bevallingsuitkering, adoptie- en pleegzorguitkering). Deze uitkeringen op grond van de WAZO worden uitgevoerd door UWV.
Wie komt er voor in aanmerking?
In aanmerking voor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering komen:
-
• Vrouwelijke werknemers;
-
• Andere vrouwelijke verzekerden voor de ZW (o.a. thuiswerksters en vrouwen die een ZW-, WW- of loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen);
-
• Vrouwelijke vrijwillig verzekerden voor de ZW;
-
• Vrouwen van wie de vermoedelijke bevallingsdatum binnen 10 weken na het einde van de verplichte ZW-verzekering ligt, evenals vrouwen die later uitgerekend zijn, maar die toch binnen 10 weken na het einde van de verplichte verzekering bevallen.
In aanmerking voor adoptie- en pleegzorgverlof komt de werknemer die een kind heeft geadopteerd dan wel als pleegkind in zijn gezin heeft opgenomen. Er is een afzonderlijke uitkeringsregeling voor zwangere zelfstandigen, de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ). Vrouwelijke zelfstandigen, directeuren-grootaandeelhouders, meewerkende echtgenoten en beroepsbeoefenaars op arbeidsovereenkomst (hulpen in de huishouding voor minder dan vier dagen per week) hebben gedurende ten minste 16 weken recht op een uitkering. Zie ook beleidsartikel 12.
Hoe hoog is de WAZO?
De zwangerschaps- en bevallingsuitkering en de adoptie- en pleegzorguitkering bedraagt 100% van het laatstverdiende loon, tot een maximum van 100% van het maximumdagloon. Dit is per 1 juli 2019 gelijk aan € 4.717,58 bruto per maand inclusief vakantiegeld. De hoogte van de uitkering voor zelfstandigen is maximaal het wettelijk minimumloon (per 1 juli 2019 € 1.635,60 bruto per maand exclusief vakantiegeld).
Budgettaire ontwikkelingen
Als gevolg van een verwachte lichte toename van het aantal geboorten stijgen de uitgaven voor zwangerschaps- en bevallingsverlof in 2020 en latere jaren. In 2020 zijn de uitkeringslasten echter € 81 miljoen lager dan in 2019. In 2019 waren de uitgaven namelijk hoger als gevolg van de compensatieregeling voor vrouwelijke zelfstandigen die tussen mei 2005 en juni 2008 zwanger waren en destijds geen uitkering ontvingen.
Beleidsrelevante kerncijfers
De verwachte lichte stijging van het aantal toekenningen in de WAZO is zichtbaar in onderstaande tabel. Er is geraamd dat in 2020 het aantal toegekende uitkeringen met naar schatting 3.000 zal toenemen.
Realisatie 20181 | Raming 2019 | Raming 2020 | |
---|---|---|---|
Totaal aantal toekenningen zwangerschaps- en bevallingsverlofuitkering (x 1.000 uitkeringen) | 140 | 142 | 145 |
Aantal toekenningen werknemers (x 1.000 uitkeringen) | 129 | 130 | 133 |
Aantal toekenningen zelfstandigen (x 1.000 uitkeringen) | 11,4 | 11,6 | 11,8 |
A6. WAZO aanvullend geboorteverlof partners
Het aanvullend geboorteverlof wordt per 1 juli 2020 ingevoerd. Het verlof duurt maximaal 5 weken. Het verlof dient binnen 6 maanden na de geboorte te worden opgenomen. Ook deze regeling wordt door UWV uitgevoerd.
Wie komt er voor in aanmerking?
Rechthebbend zijn werknemers die ook verzekerd zijn voor de Ziektewet en die als echtgeno(o)t(e) of partner van de moeder geregistreerd zijn. Daarnaast hebben ook ongehuwd samenwonenden en de partner die het kind erkent, recht op dit verlof.
Hoe hoog is de uitkering?
De uitkering bedraagt 70% van het dagloon, met als maximum 70% van het maximum dagloon.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven voor het aanvullend geboorteverlof bedragen in 2020 ruim € 60 miljoen. Dat bedrag ligt ruim € 100 miljoen lager dan in de volgende jaren. Dit komt doordat de regeling halverwege het jaar start en dat werkgevers naar verwachting voor een gedeelte van het verlof achteraf betaling aanvragen. Hierdoor zal dit verlof pas in 2021 tot uitbetaling komen.
Beleidsrelevante kerncijfers
Naar verwachting gaan ongeveer 95.000 partners per jaar verlof opnemen.
Raming 2020 | Raming 2021 | ||
---|---|---|---|
Totaal aantal toekenningen aanvullend geboorteverlof (x 1.000 uitkeringen) | 36 | 95 | |
Gemiddeld aantal opgenomen dagen | 17,5 | 17,5 |
B. Subsidies
Met het amendement van Weyenberg is € 500.000 (€ 243.000 in 2020) beschikbaar gesteld voor een subsidieregeling om maatschappelijke initiatieven te ondersteunen die erop zijn gericht (ex-)kankerpatiënten zonder werk meer kans te geven op het vinden van een nieuwe baan. Van eind oktober tot half november 2018 konden aanvragen voor subsidies ingediend worden. Begin 2019 zijn vijf opdrachten gegund.