A. Algemene doelstelling
Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door:
-
– het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids;
-
– het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid
-
– versterking van het maatschappelijk middenveld en bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties;
-
– versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen;
-
– versterken van het onderwijs en daarmee bijdragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren;
-
– een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor:
Financieren
-
– Het financieren van programma’s van multilaterale organisaties, niet-gouvernementele organisaties, bedrijven, overheden en kennisinstellingen, die het meest perspectief bieden op het verwezenlijken van de beoogde resultaten op het gebied van SRGR, HIV/aids, vrouwenrechten en gendergelijkheid en het versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen.
-
– Het financieren van programma’s gericht op het versterken van het maatschappelijk middenveld in ontwikkelingslanden, via onder meer 25 strategische partnerschappen in het kader van Samenspraak en Tegenspraak, het Voice fonds, het accountability fonds, de SRGR-partnerschappen, Product Development Partnerships, Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW) 2016–2020, Leading from the South (LfS) en Nationaal Actieplan (NAP) 1325.
-
– Het financieren van initiatieven op het terrein van onderwijs, onder andere via ondersteuning van het Global Partnership for Education en programma’s gericht op het vergroten van perspectieven en kansen voor jongeren, zoals Generation Unlimited en de programma’s die de nexus tussen onderwijs en werkgelegenheid bevorderen.
-
– De versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen via het OKP (Orange Knowledge Programma), NICHE (Netherlands Initiave for Capacity development in Higher Education)en de opleiding van professionals via het NFP (Netherlands Fellowship Program); en de Kennisplatforms voor Development Policies en voor SRGR (Share-Net International).
Stimuleren
-
– Het bijdragen aan structurele armoedebestrijding en bevorderen van inclusieve groei en ontwikkeling door mensen te steunen invloed uit te oefenen op beleid en hun mogelijkheden en kansen te vergroten om bij te dragen aan inclusieve ontwikkeling, specifiek voor achtergestelde of gediscrimineerde groepen waar onder vrouwen, meisjes en LGBTI.
-
– De Nederlandse inzet voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en hiv-preventie, onder meer in multilaterale fora. Nederland speelt een actieve rol in de follow-up van ICPD beyond 2014 en uitvoering van SRGR en gendergelijkheid als onderdeel van de 2030 agenda, in de bilaterale dialoog in de partnerlanden, in de samenwerking met NGO’s en in samenwerking met private partijen en het bedrijfsleven.
-
– Werken aan goede internationale kaders voor vrouwenrechten en gendergelijkheid in multilaterale fora (VN, OESO/DAC, EU) en het ondersteunen van lokale organisaties ter versterking van politieke participatie, economische zelfstandigheid, een actieve rol van vrouwen in vredesprocessen en de uitbanning van geweld tegen vrouwen. Lokale ervaringen worden ingebracht in multilaterale fora, en vice versa.
-
– De samenwerking met het maatschappelijk middenveld op de internationale beleidsagenda en het bevorderen van de politieke ruimte in internationale fora, waaronder het Global Partnership for Effective Development Cooperation (GPEDC).
-
– De Nederlandse inzet voor onderwijs om jongeren in ontwikkelingslanden meer perspectief te bieden, uitdragen in internationale fora en via internationale fondsen zoals het Global Partnership for Education (GPE), Education Cannot Wait (ECW) fonds en het Malala fonds.
C. Beleidswijzigingen
-
– De inzet op gendergelijkheid en empowerment van vrouwen en meisjes wordt in alle onderdelen van het BHOS-beleid verder versterkt via gender mainstreaming en genderdiplomatie, zoals bij de Commission on the Status of Women, Beijing+25 fora en het High Level Special Event ter viering van Beijing+25 en initiatieven ter uitvoering van VN Veiligheidsraadresolutie 1325.
-
– In 2020 wordt een nieuw programma opgezet (uitvoering vanaf januari 2021) voor samenwerking met en versterking van maatschappelijke organisaties in hun rol als pleiter en beïnvloeder, als opvolger van het programma «Samenspraak en Tegenspraak». Een SDG5-fonds maakt hier onderdeel van uit. Dit fonds is gericht op (lokale) vrouwenrechtenorganisaties en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten en gendergelijkheid, uitvoering van VNVR-resolutie 1325 en verbetering van seksuele en reproductieve rechten en gezondheid. De Nederlandse inzet op gendergelijkheid, keuzevrijheid en empowerment wordt zo voortgezet en zichtbaarder gemaakt.
-
– Het kabinet schenkt extra aandacht aan het tegengaan van geweld tegen vrouwen en aan bescherming en empowerment van vrouwen en meisjes in humanitaire crises. Nederland intensiveert de diplomatieke inzet en steun voor volwaardige deelname van vrouwen aan conflictpreventie, vredesonderhandelingen en vredesmissies.
-
– Het kabinet vergroot de inzet op (beroeps)onderwijs en de nexus met werkgelegenheid voor jongeren in acht landen in de focusregio’s. Nederland neemt deelt aan de International Finance Facility for Education (IFFEd) met garantstelling voor regionale ontwikkelingsbanken om basisonderwijs in lage midden inkomenslanden te bevorderen. Nederland neemt ook deel aan Generation Unlimited, een initiatief gericht op emancipatie van jongeren. In 2020 zet het Orange Knowledge Program (OKP) extra in op de focusregio’s, door additionele beurzen, Tailor Made Trainingen (TMT) en samenwerking tussen kennisinstellingen te ondersteunen.
-
– Het kabinet investeert in toenemende mate in de Sahel in keuzevrijheid op het gebied van seksualiteit, gezondheid en aantal kinderen.
-
– Gezien de toenemende wereldwijde weerstand tegen SRGR en vrouwenrechten en gendergelijkheid intensiveert Nederland de diplomatieke inzet op gevoelige thema’s zoals seksuele voorlichting, rechten en veilige abortus. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een groot, internationaal netwerk, waaronder de door Nederland geïnitieerde en ondersteunde beweging She Decides.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Bedragen in € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 464.862 | 743.087 | 1.366.461 | 595.208 | 782.304 | 327.508 | 289.008 | ||
waarvan garantieverplichtingen | 212.500 | ||||||||
Uitgaven: | |||||||||
Programma-uitgaven totaal | 814.757 | 798.798 | 764.679 | 763.304 | 767.979 | 767.979 | 767.979 | ||
waarvan juridisch verplicht | 97% | ||||||||
3.1 | Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids | 445.026 | 449.084 | 421.784 | 421.784 | 426.784 | 426.784 | 426.784 | |
Subsidies | |||||||||
SRGR en hiv/aids | 135.414 | 129.778 | 117.778 | 145.958 | 156.458 | 157.458 | 157.458 | ||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 2.039 | 75 | 75 | 10 | |||||
Opdrachten | |||||||||
SRGR en hiv/aids | 27.647 | 14.478 | 14.478 | ||||||
Bijdragen aan agentschappen | |||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 110 | 110 | |||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | |||||||||
WHO/PAHO | 6.217 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | 6.713 | ||
Gezondheidszorg | |||||||||
SRGR en hiv/aids | 106.146 | 115.692 | 115.692 | 102.100 | 97.600 | 96.600 | 96.600 | ||
UNFPA | 58.000 | 68.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | 60.000 | ||
UNAIDS | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | ||
Partnershipprogramma WHO | 12.329 | 17.013 | 12.013 | 12.013 | 12.013 | 12.013 | 12.013 | ||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis | 53.734 | 55.225 | 51.925 | 51.990 | 52.000 | 52.000 | 52.000 | ||
UNICEF | 5.000 | 12.000 | 7.000 | 7.000 | 12.000 | 12.000 | 12.000 | ||
Vrouwenrechten en keuzevrijheid | 18.500 | 10.000 | 16.000 | 16.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | ||
3.2 | Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 53.344 | 52.439 | 52.439 | 52.439 | 52.439 | 52.439 | 52.439 | |
Subsidies | |||||||||
Vrouwenrechten | 34.702 | 33.766 | 33.766 | 33.824 | 34.139 | 34.139 | 34.139 | ||
Opdrachten | |||||||||
Vrouwenrechten | 500 | 500 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |||
Bijdragen aan agentschappen | |||||||||
Rijksdienst voor ondernemend Nederland | 200 | 200 | |||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | |||||||||
Vrouwenrechten | 10.642 | 11.973 | 11.973 | 11.615 | 11.300 | 11.300 | 11.300 | ||
UNWOMEN | 8.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | ||
3.3 | Maatschappelijk middenveld | 228.809 | 221.475 | 180.531 | 219.531 | 219.206 | 219.206 | 219.206 | |
Subsidies | |||||||||
Twinningsfaciliteit Suriname | 1.288 | 3.205 | 1.700 | 325 | |||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 203.644 | 194.406 | 155.833 | 207.240 | 208.661 | 208.761 | 208.761 | ||
Opdrachten | |||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 15.362 | 11.000 | 11.000 | ||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | |||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld | 8.376 | 12.864 | 11.998 | 11.966 | 10.545 | 10.445 | 10.445 | ||
SNV programma | 139 | ||||||||
3.4 | Onderwijs | 87.578 | 75.800 | 109.925 | 69.550 | 69.550 | 69.550 | 69.550 | |
Subsidies | |||||||||
Onderzoeksprogramma's | 592 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | ||
Hoger Onderwijs | 16.780 | ||||||||
Garanties | |||||||||
Onderwijs | 40.375 | ||||||||
Opdrachten | |||||||||
Onderwijs | |||||||||
Onderzoeksprogramma's | 13 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | ||
Hoger Onderwijs | 20.193 | 39.300 | 38.300 | 38.300 | 39.300 | 39.300 | 39.300 | ||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | |||||||||
Onderwijs | 50.000 | 8.500 | 18.250 | 13.250 | 17.250 | 17.250 | 17.250 | ||
Global partnership for education | 25.000 | 10.000 | 15.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
D2. Budgetflexibiliteit
De uitgaven voor seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids zijn voor het overgrote deel juridisch verplicht. De verplichtingen voor de bijdragen aan UNFPA en de West African Health Organisation (WAHO) en het Young Expert Programme (YEP -een programma voor jonge professionals en ontwikkelingssamenwerking) zullen in de loop van 2020 worden aangegaan. De andere artikelonderdelen zijn zo goed als volledig juridisch verplicht.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
3.1 Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids
-
– Op seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, inclusief hiv/aids, wordt financieel, menselijk en politiek kapitaal ingezet. Zo wordt in de SRGR-partnerschappen met diverse NGO’s en allianties niet alleen financieel geïnvesteerd (subsidies) maar ook beleidsinhoudelijk.
-
– Intensivering in de focusregio’s zal voor een belangrijk deel gebeuren via landenspecifieke programma’s. Dit gaat onder meer ten laste van centrale, wereldwijde investeringen. Hiertoe wordt nu reeds voor 2020 en daaropvolgende jaren een verschuiving ingepland van «Centrale programma’s SRGR & hiv/aids» naar «Landenprogramma’s SRGR & hiv/aids» (onder subsidies en bijdragen).
-
– De bijdrage aan het Trust Fund van de Global Financing Facility for Every Woman, Every Child (bijdrage internationale organisatie «Vrouwenrechten en keuzevrijheid») gaat samen met personele en politieke inzet op onderhandelingen met partners en een groeiend aantal ontvangende overheden over het belang en de voordelen van substantiële eigen investeringen in jongeren en vrouwen, waaronder investeringen in goede seksuele en reproductieve gezondheid, met specifieke aandacht voor investeringen in West-Afrika.
-
– Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB). In de samenwerking met deze organisaties wordt beleidsmatig speciaal aandacht besteed aan het belang van toegang tot gezondheid voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, en onder alle omstandigheden, waaronder in crises en humanitaire settings. Ook wordt van deze organisaties verwacht dat ze sterker inzetten op onderlinge samenwerking, vooral in hun landenprogramma’s.
-
– In de samenwerking met regionale en lokale organisaties in West-Afrika, wordt sterker ingezet op de samenhang tussen SRGR en andere sociale thema’s zoals onderwijs en gender.
-
– Ook worden subsidies verstrekt aan enkele organisaties die financiële en technische ondersteuning geven aan lokale niet-gouvernementele organisaties in het Zuiden, waaronder aan organisaties die financiering zijn verloren door de herinvoering van de Mexico City Policy door President Trump.
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid
-
– Gendergelijkheid vergt de inzet van alle instrumenten van buitenlands beleid. Vrouwenrechten en gendergelijkheid zijn geïntegreerd in de speerpunten en anderen prioritaire beleidsterreinen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
-
– De door de Kamer in 2016 gevraagde verhoging van financiële middelen geoormerkt voor vrouwenrechten en gendergelijkheid is ingezet voor de versterking van Zuidelijke vrouwenrechtenorganisaties (het Leading from the South LfS programma). Zuidelijke vrouwenrechtenorganisaties hebben een cruciale rol bij het aanjagen, agenderen, bepleiten en monitoren van vrouwenrechten en gendergelijkheid. In 2020 zal het succesvolle LfS programma verlengd worden en deel uitmaken van het nieuwe SDG5-fonds. Het LfS programma ondersteunt direct vrouwenrechtenorganisaties in het Zuiden en levert naast mooie resultaten ook een bijdrage aan versterking van Zuidelijk zeggenschap, zoals genoemd in de BHOS-nota.
-
– Intensivering van genderbeleid op prioritaire thema’s en in focusregio’s is onderdeel van de opzet en uitbreiding van nieuwe programma’s ter opvolging van het derde Nationaal Actieplan (NAP), Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW) en Leading from the South. Ook de opvolgers van de NAP en FLOW programma’s gaan op in het nieuwe SDG5-fonds net als het SRHR Partnership Fund (laatste betreft art. 3.1).
-
– De intensivering van diplomatieke inzet en steun voor de volwaardige deelname van vrouwen aan conflictpreventie, vredesonderhandelingen en vredesmissies vertaalt zich in een groter WPS-programma (verdubbeling in jaarlijks budget ten opzicht van NAP) en meer nadruk op 1325 gerelateerde activiteiten binnen dit begrotingsartikel, specifiek als het gaat om bevorderen van vrouwelijk leiderschap en deelname van vrouwen aan vredesoverleg.
-
– De in de BHOS-nota aangekondigde intensiveringen voor nieuwe programma’s gericht op (beroeps)onderwijs, werk en inkomen voor jongeren en vrouwen in de focusregio’s en voor vluchtelingen (opvang en bescherming in de regio) zijn te vinden op artikel 1.3 en 4.2.
3.3 Maatschappelijk middenveld
-
– De ruimte voor het maatschappelijk middenveld staat in toenemende mate onder druk. Het kabinet blijft dan ook inzetten op steun aan het versterken van het maatschappelijk middenveld in zijn rol als pleiter en beïnvloeder. De 25 strategische partnerschappen van Samenspraak en Tegenspraak worden in 2020 afgerond. Naast de financiële ondersteuning wordt ook beleidsinhoudelijk strategisch samengewerkt. In 2020 zullen onder het nieuwe programma Power of Voices, als opvolger van Samenspraak en Tegenspraak, partnerschappen geselecteerd worden die vanaf 2021 uitvoering geven aan deze inzet.
-
– Ook wordt samengewerkt met het CIVICUS-netwerk, dat de manoeuvreerruimte voor maatschappelijke organisaties mondiaal meet. ICNL ondersteunt overheden en NGO’s voor een adequate wetgeving ten behoeve van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties en sociale bewegingen.
-
– Via het Accountability fonds, gekanaliseerd via ambassades, zullen direct lokale partners gesteund worden. Het Voice-fonds, dat de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem geeft, wordt voortgezet in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen. Met name jongeren en ouderen, inheemse groepen en etnische minderheden, LGBTI groepen, mensen met een handicap en vrouwen en meisjes die te maken hebben met geweld en uitbuiting.
3.4 Onderwijs
-
– Ten behoeve van de aanpak van grondoorzaken en het creëren van perspectief voor jongeren gaat het kabinet de inzet op het gebied van (beroeps)onderwijs uitbreiden in de focusregio’s. Het kabinet zet in op beroepsonderwijs en de nexus met werk en inkomen voor jongeren in een aantal landen in focusregio’s (zie artikel 1.3). Daarnaast is Nederland voornemens een bijdrage te leveren aan Generation Unlimited (GenU) een initiatief gericht op emancipatie van jongeren en het versterken van hun vaardigheden opdat deze beter aansluiten op de arbeidsmarkt.
-
– Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid in ontwikkelingslanden, vooral in lage inkomenslanden waar het onderwijs achterblijft, zoals in de Sahel en de Hoorn van Afrika. Complementair aan de inzet via GPE gaat Nederland via de International Finance Facility for Education (IFFEd) het onderwijsbeleid ondersteunen in lage middeninkomenslanden door middel van het verhogen van de uitvoeringscapaciteit van de multilaterale ontwikkelingsbanken.
-
– Het Orange Knowledge Programme (OKP), wordt voortgezet en in de focus regio’s geïntensiveerd. OKP is een geïntegreerd programma, gericht op individuele en institutionele kennisontwikkeling binnen lokale prioritaire thema’s.
-
– Het OKP ondersteunt de lokale prioritaire thema’s en sluit aan op andere programma’s. Door alle thema’s heen gaat het OKP meer aandacht geven aan het verbeteren van de aansluiting van het onderwijsaanbod op de vraag van de lokale arbeidsmarkt, zodat jongeren uiteindelijk betere kansen krijgen op de lokale arbeidsmarkt. Kortgezegd moet het bijdragen aan betere kansen voor jongeren op de lokale arbeidsmarkt.