Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) | Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB) (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)= (2+3) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota (t+1) | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
Verplichtingen | 883.918 | 1.048.748 | 74.500 | ‒ 12.829 | 1.110.419 | |
Uitgaven | 1.315.532 | 1.380.755 | 54.390 | ‒ 52.973 | 1.382.172 | |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | ||||
15.01 Verkeersmanagement | 10.501 | 10.901 | 257 | 11.158 | ||
15.01.01 Verkeersmanagement | 10.501 | 10.901 | 257 | 11.158 | ||
- Waarvan bijdrage aan RWS | 10.501 | 10.901 | 257 | 11.158 | ||
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 380.629 | 448.029 | 18.275 | ‒ 17.148 | 449.156 | |
15.02.01 Beheer en onderhoud | 283.760 | 374.582 | 15.921 | 7.317 | 397.820 | |
- Waarvan bijdrage aan RWS | 279.633 | 322.554 | 14.696 | 27.367 | 364.617 | |
15.02.04 Vervanging | 96.869 | 73.447 | 2.354 | ‒ 24.465 | 51.336 | |
15.03 Aanleg | 296.156 | 293.950 | 2.845 | ‒ 25.532 | 271.263 | |
15.03.01 Realisatie | 239.686 | 254.920 | 16.399 | ‒ 6.357 | 264.962 | |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 56.470 | 39.030 | ‒ 13.554 | ‒ 19.175 | 6.301 | |
- Waarvan bijdrage aan RWS | 339 | 1.334 | 31 | 2.890 | 4.255 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 267.985 | 264.996 | 15.533 | ‒ 12.951 | 267.578 | |
15.06 Netwerkgebonden kosten | 360.261 | 362.879 | 17.480 | 2.658 | 383.017 | |
15.06.01 Apparaatkosten RWS | 325.724 | 328.758 | 7.201 | 2.623 | 338.582 | |
- Waarvan bijdrage aan RWS | 325.724 | 328.758 | 7.201 | 2.623 | 338.582 | |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 34.537 | 34.121 | 10.279 | 35 | 44.435 | |
- Waarvan bijdrage aan RWS | 34.537 | 34.121 | 10.279 | 35 | 44.435 | |
Ontvangsten | 90.877 | 85.359 | 8.473 | 93.832 | ||
15.09 Ontvangsten | 90.877 | 85.359 | 8.473 | 93.832 |
Toelichting
Verplichtingen
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 61,7 miljoen. Hiervan is € 74,5 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een verlaging van € 12,8 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder per artikelonderdeel toegelicht.
Op dit artikel is er sprake van een verlaging van het verplichtingenbudget van € 12,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de verwerking van een voordelig saldo 2021 (- € 65,5 miljoen), bijdrage Vlaanderen ten behoeve van een risicoreservering voor de NST vanwege PFAS (€ 8,5 miljoen), een overboeking vanhet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 13 miljoen) en dekking voor meerkosten COVID (€ 9,4 miljoen).
Uitgaven
Het totaal van de mutaties 2e suppletoire begroting bedraagt € 1,4 miljoen. Hiervan is € 54,4 miljoen verwerkt in de mutaties Miljoenennota en aldaar toegelicht. Een bedrag van -/- € 53 miljoen heeft betrekking op de Najaarsnota en wordt hieronder per artikelonderdeel toegelicht.
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Op dit artikelonderdeel is er sprake van een verlaging van het kasbudget met € 17,1 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het saldo 2021 Beheer en Onderhoud (- € 20 miljoen), een overboeking van EZK (€ 10,9 miljoen), kosten hoogwater Limburg (€ 12,4 miljoen) en saldo 2021 Vervanging en Renovatie (- € 24,5 miljoen).
Saldo 2021 Beheer en Onderhoud
In 2021 was het afkopen van de BenO vergoeding voor Haven Oude Schild en wegen en paden Texel geraamd. De gemeente Texel is het niet eens met het huidige voorstel en daardoor wordt de afkoop verschoven naar volgend jaar (- € 20 miljoen).
Overboeking Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
In opdracht van EZK gaat Rijkswaterstaat data verzamelen over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee - zogenoemde Maritieme IV-Servicepunten (€ 10,9 miljoen).
Kosten hoogwater Limburg
Als gevolg van extra kosten door het hoogwater in Limburg in juli 2021 zijn generale middelen toegevoegd aan dit artikelonderdeel (€ 12,4 miljoen).
Saldo 2021 Vervanging en Renovatie
Op het programma Vervanging en Renovatie wordt per saldo € 24,5 miljoen doorgeschoven naar 2022. Dit wordt veroorzaakt door:
– Waalbrug Nijmegen (- € 11,3 miljoen): Het contract is ontbonden en de resterende middelen schuiven door naar 2022.
– Damwanden Eemskanaal (- € 3,9 miljoen): Het project is vertraagd vanwege een ontwerpfout in de damwandberekening en door discussie over het type grondverankering van de damwanden.
– Bediening Besturing Brabantse kanalen (- € 2,7 miljoen): De verwachte onderzoekskosten vallen lager uit in 2021, dit komt doordat een aantal onderzoeken niet doorgaan en een gedeelte van de onderzoeken pas in 2022 betaald worden. Het resterende budget is wel benodigd voor de komende jaren.
– Beheer op Afstand (BopA) Friesland (- € 2,0 miljoen): De aanbesteding van het programma Industriele Automatisering Hoofdvaarweg Lemmer – Delfzijl (IA HLD) Fase 2 is vertraagd. Hierdoor schuiven de uitgaven door naar toekomstige jaren.
– Planuitwerking Maas vervanging, bediening, besturing (- € 1,5 miljoen): Door onder andere capaciteitsproblemen is er vertraging in de planning ontstaan en zal de gunning van het ingenieursbureau pas in november 2021 plaatsvinden. Hierdoor zijn er geen kosten in 2021.
– Vervangen en besturing 4 kleine sluizen (- € 1,2 miljoen): Het contract gaat pas eind 2024 van start. Hierdoor schuiven de betalingen ook door naar 2024-2025. Het opschuiven van de mijlpalen voor dit gecombineerd VenR/B&O-project komt doordat het B&O-budget niet beschikbaar is door tekorten in de B&O programmering. Als gevolg kan de besteding niet van start gaan.
15.03 Aanleg
Op dit artikelonderdeel is sprake van een verlaging van het kasbudget met € 25,5 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het saldo 2021 (- € 46,2 miljoen), bijdragen derden (€ 9,3 miljoen), overboekingen Hoofdstuk XII (€ 6,1 miljoen) en meerkosten COVID (€ 7,4 miljoen).
Saldo 2021
Er is sprake van een lagere realisatie ten opzichte van de programmering van € 117,3 miljoen. Op dit artikelonderdeel is in 2021 sprake van een overprogrammering van € 71,1 miljoen. Daarmee resteert een voordelig saldo van € 46,2 miljoen. De lagere realisatie van de programmering wordt met name veroorzaakt door de volgende realisatieprojecten:
– Nieuwe Sluis Terneuzen (NST) (- € 39,7 miljoen): De vertragingen op het project worden veroorzaakt door de gevolgen van Covid-19, onduidelijkheid over de werkwijze rondom PFAS in het projectgebied en onverwachte vervuilde bodem.
– Twentekanalen fase 2 (- € 14,4 miljoen): Door opgelopen vertraging bij het ontwerpproces, doorgevoerde wijzigingen en opgetreden areaalrisico’s is de start van de uitvoering vertraagd.
– Lemmer- Delfzijl 2 (- € 12,7 miljoen): De lagere uitgaven hebben betrekking op (1) vertraging bij het project Gerrit Krolbrug (€ 4,2 miljoen). De afspraak uit het BO MIRT 2020 met de regionale overheden was om de Paddepoelsterbrug en de Gerrit Krolbrug te vervangen met vaste en hogere varianten. Via een Kamermotie (Kamerstukken 35 570 A, nr. 30) is de minister verzocht om ook lage, beweegbare brugvarianten mee te nemen bij de planuitwerking. Deze onderzoeken duren langer dan verwacht. (2) Daarnaast is de aanleg van de glasvezelkabel op de Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (€ 8 miljoen) vertraagd vanwege problemen met de aanbesteding. Alle uitgaven schuiven hierdoor door naar 2022.
– Lichteren IJmuiden (- € 11,2 miljoen): Doordat er een kleinere boot ingezet wordt zal er meer vaarbeweging plaatsvinden in 2022. In 2020 was men ervan uit gegaan dat de werkzaamheden verricht zouden worden met een grotere boot. Doordat de opdrachtnemer nu een kleinere boot gebruikt, zijn de werkzaamheden verspreid over een lagere periode en zal er budget naar 2022 worden geschoven.
– Maasroute fase 2 (- € 8,5 miljoen): De start van de realisatie van het project Berg Obbicht heeft vertraging opgelopen als gevolg van een lekkage, waardoor grondwaterstanden in de omgeving hoger zijn dan de uitgangssituatie. Hierdoor zijn de dijken langs het kanaal verzadigd en kunnen door de trillingen van het slaan van de damwanden instabiel worden.
– Lemmer-Delfzijl 1 (- € 5,7 miljoen): Het betreft vertraging in de afrekeningen voor werkzaamheden die uitgevoerd zijn door de provincies Friesland en Groningen. De afrekening met de provincie Friesland wordt wel verwacht in 2021, maar door problemen met de financiële administratie vertraagt de btw-afrekening met de provincie Groningen.
– Regeling kademuren (- € 3.2 miljoen): De 1e tranche voor de regeling kademuren wordt niet meer in 2021 voorzien, omdat de regeling niet meer op tijd gepubliceerd kan worden.
Het resterende deel wordt veroorzaakt door projecten in de verkenning en planuitwerking:
– Reservering scheepvaartveiligheid Wind Op Zee (- € 7,8 miljoen): Door vertraging schuift deze post door naar 2022.
– Reservering doorvaart 's-nachts Noordzeeakkoord (- € 6,5 miljoen): Voor de nieuwe reservering doorvaart 's-nachts Noordzeeakkoord worden op korte termijn geen uitgaven verwacht.
– Reservering Kustwacht ETV (- € 3,1 miljoen): Door vertraging schuift dit bedrag door naar 2022.
– Topsector Logistiek (- € 3,2 miljoen): Vanuit de reservering Topsector Logistiek wordt dit bedrag doorgeschoven naar 2022 vanwege vertraging.
– De resterende vertraging (- € 7,8 miljoen) vindt plaats op diverse projecten.
Bijdragen derden
Vanuit Vlaanderen is een bijdrage ontvangen ten behoeve van de risicoreservering voor Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 8,5 miljoen).
Overboekingen Hoofdstuk XII
De overboeking naar Hoofdstuk XII betreft de reservering voor doorvaart 's-nachts Noordzeeakkoord (- € 6,5 miljoen).
Meerkosten COVID
Als gevolg van de COVID-pandemie heeft RWS op een aantal projecten meerkosten gemaakt. Deze kosten worden generaal gedekt. Voor vaarwegen gaat het bij dit artikelonderdeel om het project NST (€ 7,4 miljoen).
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Op dit artikelonderdeel is sprake van een verlaging van het kasbudget met € 13 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door het saldo 2021 (- € 15 miljoen) en meerkosten COVID (€ 2 miljoen).
Saldo 2021
– Zeetoegang IJmuiden (- € 10 miljoen): Deze schuif wordt veroorzaakt doordat er enkele contractuele wijzigingen zijn die niet meer in 2021 tot een betaling leiden. Daarnaast vallen ook de kosten voor Covid-19 lager uit in 2021.
– Sluis Eefde (- € 5,2 miljoen): De verwachte uitgaven in 2021 zijn lager dan verwacht omdat de kosten voor PFAS lager uitvallen dan geraamd. Ook de risico's met betrekking tot de afronding van het project zijn minder opgetreden dan verwacht.
Meerkosten COVID
Als gevolg van de COVID-pandemie heeft RWS op een aantal projecten meerkosten gemaakt. Voor vaarwegen gaat het bij dit artikelonderdeel om het project Zeetoegang IJmond (ZTY) (€ 2 miljoen).
Ontvangsten
15.09 Ontvangsten
De hogere ontvangsten worden met name veroorzaakt door een overboeking (€ 8,5 miljoen) als aanvullende bijdrage van Vlaanderen ten behoeve van de risicoreservering voor NST.