Base description which applies to whole site

Artikel 9 Nabestaanden

De overheid beschermt nabestaande partners en wezen voor zover nodig tegen de financiële gevolgen van het verlies van partner of ouders.

De overheid vindt dat mensen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s) en die vanwege de zorg voor een kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) in een eigen inkomen kunnen voorzien, verzekerd moeten zijn van financiële ondersteuning. Daarom regelt zij in deze gevallen op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) een nabestaandenuitkering voor de overblijvende partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren.

Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) recht op een uitkering.

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door de SVB;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Er zijn geen voorgenomen beleidswijzigen in 2021. De afspraken over het nabestaandenpensioen in het kader van het pensioenakkoord worden toegelicht in de paragraaf beleidswijzigingen van artikel 8 van de begroting.

Tabel 84 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.194

1.332

1.370

1.404

1.435

1.470

1.486

        

Uitgaven

1.194

1.332

1.370

1.404

1.435

1.470

1.486

waarvan juridisch verplicht

  

100%

    
        

Inkomensoverdrachten

1.194

1.332

1.370

1.404

1.435

1.470

1.486

AWW (Caribisch Nederland)

1.194

1.332

1.370

1.404

1.435

1.470

1.486

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Inkomensoverdrachten:

De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten AWW Caribisch Nederland.

Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd

Tabel 85 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Uitgaven

355.757

339.202

317.801

307.445

302.743

300.296

295.611

        

Inkomensoverdrachten

355.757

339.202

314.958

303.499

297.671

293.268

286.423

Anw

349.507

333.335

309.502

298.248

292.531

288.214

281.630

Tegemoetkoming Anw

6.250

5.867

5.456

5.251

5.140

5.054

4.793

        

Nominaal

0

0

2.843

3.946

5.072

7.028

9.188

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten
Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) (Caribisch Nederland)

Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de AWW recht op een uitkering. De hoogte ervan is leeftijdgerelateerd. De SZW-unit bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regeling.

Budgettaire ontwikkelingen

Als gevolg van demografische ontwikkelingen nemen de uitkeringslasten van de AWW-uitkeringen licht toe.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 86 Kerncijfers AWW Caribisch Nederland
 

Realisatie 20191

Raming 2020

Raming 2021

Volume AWW (x 1.000 personen, ultimo)

0,3

0,3

0,3

1

RCN-unit SZW.

Algemene nabestaandenwet (Anw)

De Anw is een volksverzekering en regelt, onder voorwaarden, bij overlijden een uitkering voor de partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren. Daarnaast ontvangt iedere Anw-gerechtigde maandelijks de Anw-tegemoetkoming. De Anw wordt door de SVB uitgevoerd.

Wie komt er voor in aanmerking?

Nabestaande partners komen in aanmerking voor een nabestaandenuitkering als zij jonger zijn dan de AOW-gerechtigde leeftijd, de partner op de datum van overlijden verzekerd was voor de Anw en de nabestaande:

  • Eén of meer kinderen onder de 18 jaar verzorgt, of;

  • Voor minstens 45% arbeidsongeschikt is.

Een kind heeft recht op een wezenuitkering indien beide ouders zijn overleden. Wezen tot 16 jaar hebben altijd recht op een uitkering. De uitkering kan worden verlengd tot 18 jaar wanneer het kind bezig is een startkwalificatie te behalen of daarvan is vrijgesteld of volledig dagonderwijs volgt na het behalen van een startkwalificatie. De wezenuitkering kan eventueel tot 21 jaar worden verstrekt wanneer de wees volledig dagonderwijs volgt of wanneer een ongehuwde wees de tijd grotendeels besteedt aan een gezamenlijke huishouding met een andere wees of voor een hulpbehoevende zorgt.

De Anw maakt geen onderscheid tussen gehuwden en mensen die ongehuwd zijn en samen een huishouden vormen. Daarom wordt gesproken van «partner». Nabestaanden die vóór 1 juli 1996 recht hadden op de voorganger van de Anw, de Algemene Weduwen- en Wezenwet, vallen onder een overgangsregeling.

Hoe hoog is de Anw?

De nabestaandenuitkering bedraagt 70% van het referentieminimumloon. Voor kostendelers geldt een lager normbedrag ter hoogte van 50% van het referentieminimumloon. Op de nabestaandenuitkering vindt inkomstenverrekening plaats. Daarbij kent de nabestaandenuitkering een vrijlating voor inkomen uit arbeid. Deze bedraagt 50% van het wettelijk minimumloon, plus een derde deel van het meerdere inkomen. Inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld WIA- of WW-uitkering) wordt geheel verrekend. Eigen vermogen, de inkomsten uit dit vermogen en particuliere aanvullende nabestaandenpensioenen worden niet in mindering gebracht op de nabestaandenuitkering.

De wezenuitkering bedraagt een percentage van het referentieminimumloon, afhankelijk van de leeftijd van de wees. De hoogte van de wezenuitkering is niet afhankelijk van het inkomen. Nabestaanden of wezen ontvangen naast hun Anw-uitkering ook een tegemoetkoming Anw.

Tabel 87 Anw bruto maandbedragen (maxima), exclusief vakantietoeslag en exclusief tegemoetkoming Anw (in €)
 

1 juli 2020

Nabestaandenuitkering

1.243,94

Nabestaandenuitkering met een of meer meerderjarige medebewoners (kostendelersnorm: 50% referentieminimumloon)

785,09

Wezenuitkering (wezen tot 10 jaar)

415,45

Wezenuitkering (wezen van 10 tot 16 jaar)

614,48

Wezenuitkering (wezen van 16 tot 21 jaar)

813,51

Tegemoetkoming Anw

17,39

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten van de Anw nemen de komende jaren af, omdat het aantal nabestaanden dat een recht heeft op een Anw-uitkering naar verwachting afneemt.

Beleidsrelevante kerncijfers

De uitstroom uit de regeling is de komende jaren groter dan de instroom, omdat een groot deel van de nabestaanden die sinds 1996 een uitkering ontvangen op basis van de rechtsvoorganger van de Anw, de Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW), in de komende jaren recht krijgt op een AOW-uitkering. Het aantal nabestaanden dat na 1 juli 1996 is ingestroomd en het aantal wezen dat aanspraak maakt op een nabestaandenuitkering is de komende jaren naar verwachting stabiel.

Tabel 88 Kerncijfers Anw
 

Realisatie 20191

Raming 2020

Raming 2021

Volume Anw (x 1.000 personen, ultimo)

28

26

24

    

Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 personen, ultimo), ingang recht voor 1 juli 1996

6,3

5,1

4,1

    

Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 personen, ultimo), ingang recht na 1 juli 1996

20

20

19

 

waarvan met kind

8,3

7,8

7,4

 

waarvan op grond van arbeidsongeschiktheid

12

12

12

    

Volume wezenuitkering (x 1.000 personen, ultimo)

1,1

1,0

1,1

1

SVB, jaarverslag.

Handhaving

De SVB heeft in 2019 extern onderzoek laten verrichten naar de wijze waarop de SVB haar handhaving invulling geeft. Uit dit onderzoek blijkt dat de SVB alle misbruikrisico’s in beeld heeft en dat er voldoende interne en externe mogelijkheden zijn ingericht om misbruiksignalen op te vangen (Kamerstukken II 2019/20, 26 448, nr. 630). De SVB rapporteert in de signaleringsbrief jaarlijks over de signalen en fenomenen op het gebied van fraude. In de signaleringbrief van juni 2020 heeft de SVB geen nieuwe frauderisico’s gesignaleerd (Kamerstukken II 2019/20, 17 050, nr. 595). De SVB geeft aan door de contactbeperkende maatregelen vanwege corona een lager aantal onderzoeken te kunnen verrichten dan gepland. De verhoging van handhavingsrisico is naar inschatting van de SVB vooralsnog beperkt.

Tabel 89 Kerncijfers Anw (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

86

82

77

Kennis van de verplichtingen (%)

85

89

83

  

Ontstaansjaar vordering

  

2017

2018

2019

Terugvordering2

Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2019 (%)

39

21

3

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

Licence