Base description which applies to whole site

4.9 Artikel 9 Nabestaanden

De overheid beschermt nabestaande partners en wezen voor zover nodig tegen de financiële gevolgen van het verlies van partner of ouders.

De overheid vindt dat mensen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s) en die vanwege de zorg voor een kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) in een eigen inkomen kunnen voorzien, verzekerd moeten zijn van financiële ondersteuning. Daarom regelt zij in deze gevallen op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) een nabestaandenuitkering voor de overblijvende partner en een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren.

Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) recht op een uitkering.

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door de SVB;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

In 2021 is geen nieuw beleid gemaakt. Dit is conform de verwachting zoals opgenomen in de begroting. De stand van zaken over het nabestaandenpensioen in het kader van de uitwerking van het pensioenakkoord wordt toegelicht in de paragraaf beleidswijzigingen van artikel 8 van het jaarverslag.

Tabel 72 Begrotingsgefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

1.111

1.020

1.194

1.172

1.209

1.370

‒ 161

        

Uitgaven

1.111

1.020

1.194

1.172

1.209

1.370

‒ 161

        

Inkomensoverdrachten

       

AWW (Caribisch Nederland)

1.111

1.020

1.194

1.172

1.209

1.370

‒ 161

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

1

Stand inclusief amendementen, moties en NvW.

Tabel 73 Premiegefinancierde budgettaire gevolgen van beleidsartikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Uitgaven

398.729

377.000

355.757

338.139

316.766

317.801

‒ 1.035

        

Inkomensoverdrachten

       

Anw

391.797

370.478

349.507

332.268

311.233

309.502

1.731

Tegemoetkoming Anw

6.932

6.522

6.250

5.871

5.533

5.456

77

        

Nominaal

0

0

0

0

0

2.843

‒ 2.843

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten
Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW) (Caribisch Nederland)

Inwoners van Caribisch Nederland die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouder(s), hebben op grond van de AWW recht op een uitkering. De hoogte ervan is leeftijdgerelateerd. De SZW-unit bij de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regeling.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven voor de Algemene weduwen- en wezenverzekering zijn € 0,2 miljoen lager uitgevallen dan begroot.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 74 Kerncijfers AWW (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume AWW (x 1.000 personen, ultimo)

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0,3

0

Bron: RCN-unit SZW.

Algemene nabestaandenwet (Anw)

De Anw is een volksverzekering en regelt, onder voorwaarden, bij overlijden een uitkering voor de partner of een wezenuitkering voor kinderen die beide ouders hebben verloren. Daarnaast ontvangt iedere Anw-gerechtigde maandelijks de Anw-tegemoetkoming. De Anw wordt door de SVB uitgevoerd.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten van de Anw komen in 2021 circa € 1,7 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 2,8 miljoen, in tabel 73 de post nominaal) is de realisatie circa € 1,1 miljoen lager dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal Anw-gerechtigden lager uit is gekomen, door een iets lagere instroom in zowel 2020 als 2021. Daarnaast komt de gemiddelde Anw-uitkering in 2021 lager uit dan waarmee in de raming rekening is gehouden. Dit heeft vooral een technische verklaring; de gemiddelde Anw-uitkering werd niet op de juiste manier meegenomen in de raming wat heeft geleid tot een overschatting van de gemiddelde Anw-uitkering. Daartegenover staat dat er meer uitkeringen met terugwerkende kracht zijn verstrekt dan verwacht, wat leidt tot hogere uitkeringslasten. Per saldo zijn de neerwaartse effecten groter dan de opwaartse effecten, waardoor de uitkeringslasten over 2021 lager zijn uitgekomen.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal Anw-gerechtigden neemt van jaar op jaar af, met name omdat het aantal gerechtigden met een uitkering op grond van overgangsrecht sinds de invoering van de Anw in 1996 gestaag afneemt. Het aantal Anw-gerechtigden is eind 2021 lager uitgevallen dan in de begroting geraamd.

Tabel 75 Kerncijfers Anw
 

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Begroting 2021

Verschil 2021

Volume Anw (x 1.000 personen, ultimo)

31

29

28

26

23

24

‒ 1

        

Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 personen, ultimo), ingang recht voor 1 juli 1996

8,6

7,3

6,3

5,1

4

4,1

‒ 0,1

        

Volume nabestaandenuitkering (x 1.000 personen, ultimo), ingang recht na 1 juli 1996

22

21

20

19

18

19

‒ 1

 

waarvan met kind

8,9

8,7

8,3

7,8

7,4

7,4

0

 

waarvan op grond van arbeidsongeschiktheid

13

12

12

12

11

12

‒ 1

        

Volume wezenuitkering (x 1.000 personen, ultimo)

1,2

1,1

1,1

1,1

1,0

1,1

‒ 0,1

Bron: SVB, jaarverslag.

Handhaving

Door een gewijzigde onderzoeksopzet van «Kennis der verplichtingen en detectiekans» zijn er over 2020 geen preventiecijfers voor de ANW. Over 2021 zijn er echter wel cijfers beschikbaar die aansluiten bij de trend van voor 2020. De kerncijfers over opsporing zijn sinds 2020 significant lager dan voor 2020. Dit heeft potentieel te maken met de beperking van de interventiemogelijkheden en handhavingsactiviteiten door de coronamaatregelen. De kerncijfers over sanctionering vertonen een stabiel beeld waaruit een beperkt boetebeslag blijkt voor de ANW. De incassoratio is in recente jaren lager, omdat de terugvorderingsperiode voor de cohorten dichter bij 2021 nog niet zo lang loopt als die voor de jaren verder in het verleden.

Tabel 76 Kerncijfers Anw (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

862

822

772

3

584

Kennis van de verplichtingen (%)

852

892

832

3

874

Opsporing5

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

3,4

0,9

0,8

0,2

0,3

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)6

0,1

0,1

0,1

<0,1

<0,1

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

1,2

1,3

0,9

0,3

0,3

Sanctionering5

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

Aantal boetes (x 1.000)

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

<0,1

Totaal boetebedrag (x € 1 mln)

0,2

0,1

0,1

0,1

<0,1

  

Ontstaansjaar vordering

  

2017

2018

2019

2020

2021

Terugvordering5

Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2021 (%)

47

32

14

8

7

1

Bron: I&O Research «Kennis der verplichtingen en gepercipieerde detectiekans».

2

Bron: Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

3

Door een gewijzigde onderzoeksopzet is het cijfer over 2020 niet beschikbaar.

4

Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk met 2019 en eerder.

5

Bron: SVB, jaarverslag.

6

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Licence