Base description which applies to whole site

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

De overheid beschermt werknemers tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid en stimuleert hen te blijven werken of het werk te hervatten.

De overheid vindt dat werknemers die loon derven als gevolg van arbeidsongeschiktheid verzekerd moeten zijn van een redelijk inkomen. Daarom zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA omvat twee uitkeringsregimes: de Inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) en de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is bij de introductie van de WIA ingetrokken, maar geldt nog wel voor mensen die vóór 1 januari 2004 door ziekte of gebrek arbeidsongeschikt zijn geworden. Op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) waren ondernemers verplicht verzekerd tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid. De WAZ is per 1 augustus 2004 ingetrokken, maar geldt nog wel voor zelfstandigen die op dat moment een uitkering ontvingen.

Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WIA, WAO of WAZ en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.

De overheid stimuleert met behulp van financiële prikkels voor zowel uitkeringsgerechtigden als werkgevers dat uitkeringsgerechtigden aan het werk blijven of (op termijn) weer aan het werk gaan. Daarnaast biedt de overheid gerichte re-integratieondersteuning aan uitkeringsgerechtigden die ondersteuning nodig hebben. De overheid kent daarbij een groot belang toe aan de eigen verantwoordelijkheid en het meewerken aan re-integratie door de uitkeringsgerechtigde.

Aan werknemers in Caribisch Nederland wordt met de Ongevallenverzekering (OV) een inkomensvoorziening geboden in geval van arbeidsongeschiktheid door een bedrijfsongeval.

De Minister stimuleert aan het werk blijven of het werk hervatten met een bijdrage voor re-integratieinspanningen aan UWV. De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de fiscale wet- en regelgeving. Wanneer fiscale instrumenten worden ingezet om doelstellingen in het kader van het arbeidsongeschiktheidsbeleid te realiseren, is de Minister van SZW hiervoor medeverantwoordelijk.

WIA-criterium voor werknemers met loonkostensubsidie

UWV en SZW zijn in gesprek over de criteria om in aanmerking te komen voor de WIA voor werknemers die met loonkostensubsidie werken in de Participatiewet en vervolgens ziek worden. Voor deze groep geldt namelijk dat zij volgens de criteria van de WIA altijd volledig arbeidsongeschikt zijn, omdat er getoetst wordt of zij functies kunnen vervullen tegen minimaal het minimumloon. Dat is per definitie niet het geval, waardoor de uitkomst van de WIA-beoordeling (volledig arbeidsongeschikt) geen recht doet aan hun feitelijke mogelijkheden om te participeren. In de tweede helft van 2020 zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd over het vervolg. Een aanpassing in de criteria zal op zijn vroegst plaats kunnen vinden per 1 januari 2022, een jaar later dan gemeld in de begroting van 2020.

Maatregelen loondoorbetaling bij ziekte

Met het wetsvoorstel «RIV-toets UWV door arbeidsdeskundigen» wordt geregeld dat in 2021 het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt bij de RIV-toets door UWV. Deze maatregel komt voort uit de afspraken die gemaakt zijn met werkgevers en werknemers over het alternatieve pakket voor de regeerakkoordmaatregelen Loondoorbetaling bij ziekte en WIA (Kamerstukken II 2018/19, 29 544, nr. 873 en Kamerstukken II 2018/19, 32 716, nr. 37). De RIV-toets zal in 2021 volledig uitgevoerd worden door arbeidsdeskundigen van UWV. Als werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben gepleegd die passend zijn bij het medisch advies van de bedrijfsarts, kan een RIV-toets niet meer leiden tot een sanctie. Hiermee wordt onzekerheid voorkomen over het te voeren re-integratietraject voor werkgever en werknemer.

Scholingsexperiment voor WGA-gerechtigden

Conform het regeerakkoord is het scholingsexperiment voor WGA-gerechtigden in verdere voorbereiding (Kamerstukken II 2018/19, 29 544, nr. 922). Doel van het scholingsexperiment is in de praktijk beproeven in hoeverre gerichte scholing WGA-gerechtigden dichter bij de arbeidsmarkt brengt en hun werkhervattingskansen vergroot.

Aanpassing AO-tegemoetkoming

Bij de behandeling van het wetsvoorstel Wajong maatregelen heeft de Staatssecretaris van SZW aan de Eerste Kamer toegezegd het overgangsrecht voor een specifieke groep werkende Wajongers aan te passen. De kosten voor deze wijziging bedragen naar schatting € 2,5 miljoen per jaar en worden gedekt door verlaging van de AO-tegemoetkoming. De AO-tegemoetkoming komt hierdoor vanaf 2021 € 2,- netto per jaar lager uit dan anders het geval geweest zou zijn.

Tabel 43 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

943

3.696

10.722

10.745

4.767

790

802

        

Uitgaven

943

3.696

10.722

10.745

4.767

790

802

waarvan juridisch verplicht

  

6,7%

    
        

Inkomensoverdrachten

643

696

722

745

767

790

802

Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)

643

696

722

745

767

790

802

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

300

3.000

10.000

10.000

4.000

0

0

Individuele plaatsing & steun CMD

300

0

0

0

0

0

0

Scholingsexperiment WGA

0

3.000

10.000

10.000

4.000

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Inkomensoverdrachten:

De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten van de Ongevallenverzekering Caribisch Nederland.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's:

De bijdrage aan ZBO’s en RWT’s zijn 0% juridisch verplicht. Het betreft budget voor een scholingsexperiment voor WGA-gerechtigden.

Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd

Tabel 44 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Uitgaven

10.143.785

10.558.203

10.746.341

11.042.074

11.428.673

11.822.527

12.211.760

        

Inkomensoverdrachten

10.064.310

10.453.206

10.487.399

10.636.898

10.852.756

11.042.514

11.201.982

IVA

2.863.571

3.252.200

3.505.081

3.774.013

4.069.595

4.357.330

4.604.754

WGA

2.838.210

3.081.124

3.203.380

3.315.836

3.424.495

3.552.479

3.698.296

WGA eigenrisicodragers

313.001

336.121

355.793

378.325

403.715

428.802

446.582

WAO

3.935.120

3.682.025

3.334.925

3.087.649

2.882.028

2.640.095

2.397.338

WAZ

114.408

101.736

88.220

81.075

72.923

63.808

55.012

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

79.475

104.997

110.911

122.248

124.082

126.146

123.997

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

79.475

104.997

110.911

122.248

124.082

126.146

123.997

        

Nominaal

0

0

148.031

282.928

451.835

653.867

885.781

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten
Ongevallenverzekering (OV) (Caribisch Nederland)

Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door een bedrijfsongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt, krijgen op basis van de Ongevallenverzekering een uitkering (ongevallengeld). De uitkering is gekoppeld aan het laatstverdiende loon van de werknemer.

Budgettaire ontwikkelingen

Als gevolg van demografische ontwikkelingen stijgen de uitgaven voor de Ongevallenverzekering in 2021 en latere jaren in lichte mate.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 45 Kerncijfers Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)
 

Realisatie 20191

Raming 2020

Raming 2021

Volume uitkeringen Ongevallenverzekering (x 1.000, ultimo)

0,1

0,1

0,1

1

RCN-unit SZW.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn recht op een uitkering, mits aan de voorwaarden daarvoor voldaan is. In de WIA staat werk voorop. Het accent ligt op wat mensen wel kunnen. Tegelijkertijd is er sprake van inkomensbescherming. De WIA bestaat uit twee uitkeringsregimes. De IVA verstrekt een loondervingsuitkering aan werknemers die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Wie nog gedeeltelijk kan werken of bij wie herstel op termijn nog mogelijk is, krijgt een uitkering op basis van de WGA. De WIA wordt uitgevoerd door UWV. Werkgevers kunnen daarbij eigenrisicodrager worden voor de WGA-lasten van hun (ex-)werknemers. Dit betekent dat ze een lagere premie aan UWV betalen, omdat zij het gros van de verplichtingen van UWV met betrekking tot re-integratie en uitkeringsbetaling overnemen.

Wie komt er voor in aanmerking?

Werknemers die op of na 29 december 2005, na een wachttijd van twee jaar, 35% of meer arbeidsongeschikt zijn als gevolg van ziekte.

Hoe hoog is de IVA-uitkering en wat is de duur?

Iemand die ten minste 80% arbeidsongeschikt is en niet meer kan herstellen of een geringe kans op herstel heeft, komt op basis van de IVA in aanmerking voor een uitkering van 75% van het laatstverdiende loon, met een maximum van 75% van het maximumdagloon. Het maximumdagloon bedraagt per 1 juli 2020 € 222,78, dat is afgerond € 4.845,47 per maand. De IVA-uitkering bedraagt maximaal € 3.634,10 bruto per maand (inclusief vakantiegeld). Daarnaast ontvangen IVA-gerechtigden jaarlijks een tegemoetkoming (in 2020 netto € 182,69) mits zij op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een IVA-uitkering. Deze tegemoetkoming arbeidsongeschikten is bedoeld om een arbeidsongeschikte tegemoet te komen in de kosten die hij/zij moet maken door zijn/haar handicap. Het recht op uitkering wordt beëindigd bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Hoe hoog is de WGA-uitkering en wat is de duur?

  • Iemand die ten minste 35% arbeidsongeschikt is komt in aanmerking voor een uitkering op basis van de WGA. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75%, daarna 70% van het loonverlies (oude maandloon minus eventueel inkomen). Het totale inkomen neemt toe naarmate de betrokkene meer werkt.

  • Indien het loonverlies meer dan 35% maar minder dan 80% bedraagt, is er sprake van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Afhankelijk van het arbeidsverleden heeft de gedeeltelijk arbeidsgeschikte minimaal 3 tot maximaal 24 maanden recht op een loongerelateerde uitkering. De maximale duur is vanaf 2016 stapsgewijs – met een maand per kwartaal – teruggebracht van 38 naar 24 maanden per 1 april 2019.

  • De gedeeltelijk arbeidsgeschikte wordt geacht te gaan of te blijven werken. Om dit te stimuleren wordt de uitkering na de loongerelateerde fase afhankelijk van het verdiende inkomen. Is dat inkomen ten minste 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan wordt het loon aangevuld met 70% van het loonverlies. Als de betrokkene na afloop van de loongerelateerde uitkering geen werk heeft of minder verdient dan 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan wordt een uitkering verstrekt die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het wettelijk minimumloon.

  • Indien het loonverlies ten minste 80% bedraagt en herstel op termijn nog mogelijk is, is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid. De volledig arbeidsongeschikte houdt ook na de loongerelateerde fase recht op een uitkering van 70% van het loonverlies.

  • WGA-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WGA-uitkering ontvangen evenals IVA-gerechtigden een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2020) netto € 182,69.

  • Evenals bij de IVA-uitkering geldt ook bij de WGA-uitkering het maximumdagloon.

  • Het recht op uitkering kan doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

Budgettaire ontwikkelingen

In 2021 stijgen de uitkeringslasten WIA (IVA en WGA) inclusief de lasten voor eigenrisicodragers met circa € 400 miljoen. De WIA is een nog ingroeiende regeling die nog niet het structurele niveau heeft bereikt. Naarmate het WIA-bestand meer ingroeit zal er ook meer doorstroom plaatsvinden van de WGA naar de IVA omdat het WGA-bestand groeit. Hierdoor stijgen de IVA-uitgaven relatief harder dan de WGA-uitgaven.

Beleidsrelevante kerncijfers

De kerncijfers WIA zijn gecombineerd met de kerncijfers WAO in tabel 46.

Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

De WAO is per 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WAO blijft gelden voor werknemers die op 1 januari 2004 een WAO-uitkering ontvingen. De WAO verstrekt uitkeringen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarom zullen er nog decennia lang mensen zijn die een beroep blijven doen op de WAO. De WAO wordt uitgevoerd door UWV.

Wie komt er voor in aanmerking?

De werknemer die op 1 januari 2004 al een WAO-uitkering ontving, behoudt deze zolang aan de uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan:

  • Hij is 15% of meer arbeidsongeschikt;

  • Hij heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

De WAO blijft ook gelden voor werknemers die hun eerste ziektedag hadden vóór 1 januari 2004 of van wie het recht op WAO-uitkering is geëindigd, indien zij binnen vijf jaar (opnieuw) arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak. Hierdoor worden alleen nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend bij herleving van een oud recht.

Hoe hoog is de WAO-uitkering?

De WAO-uitkering bestaat uit twee fasen.

  • In de eerste fase ontvangt een WAO-gerechtigde een loondervingsuit-kering die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het dagloon. De uitkering bedraagt maximaal 75% van het maximumdagloon. Dat is per 1 juli 2020 maximaal € 3.634,10 bruto per maand (inclusief vakantiegeld). De duur van de loondervingsuitkering is afhankelijk van de leeftijd op de ingangsdatum van de WAO-uitkering.

  • In de tweede fase ontvangt de WAO-gerechtigde een vervolguitkering die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het vervolgdagloon. De hoogte van het vervolgdagloon is onder andere afhankelijk van de leeftijd die iemand heeft op de ingangsdatum van de WAO-uitkering. De vervolguitkering kan in principe doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • WAO-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WAO-uitkering en ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen daarnaast een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2020) netto € 182,69.

Budgettaire ontwikkelingen

Er is alleen nog instroom in de WAO door herleving van uitkeringen. Er worden dan ook nauwelijks nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend. Tegelijkertijd worden er in 2021 bijna 20.000 uitkeringen beëindigd. De uitkeringslasten WAO dalen in 2021 met krap € 350 miljoen. Het WAO-bestand en de uitkeringslasten nemen de komende jaren af, met name door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van het zittend bestand.

Beleidsrelevante kerncijfers

De AOW-leeftijd is in 2020 en 2021 bevroren. Ten opzichte van 2019, waar de AOW-leeftijd wel werd verhoogd, levert dit een hogere uitstroom richting de AOW op.

Tabel 46 Kerncijfers IVA, WGA en WAO
 

Realisatie 20191

Raming 2020

Raming 2021

IVA, WGA en WAO

   

Bestand in uitkeringen (x 1.000, ultimo)

564

564

564

 

waarvan IVA

127

139

148

 

waarvan WGA

200

210

219

 

waarvan WAO

237

215

196

Bestand als percentage van de verzekerde populatie (%)

7,7

7,5

7,4

    

Instroom in uitkeringen (x 1.000)

46,4

47,9

46,5

 

waarvan IVA

11,7

12,3

12,3

 

waarvan WGA

34,0

35,1

33,7

 

waarvan WAO

0,6

0,5

0,5

Instroomkans (%)

0,6

0,6

0,6

    

Uitstroom uit uitkeringen (x 1.000)

37,5

49,3

46,5

 

waarvan IVA

8,9

13,0

13,9

 

waarvan WGA

11,0

14,2

13,0

 

waarvan WAO

17,6

22,1

19,6

Doorstroom van WGA naar IVA (x 1.000)

12,4

11,4

11,1

Uitstroomkans WAO + WIA (%)

6,2

8,7

8,2

    

WGA

   

Aandeel werkend WGA (%, ultimo)

21

2

2

Aandeel werkende WGA'ers met resterende verdiencapaciteit (%, ultimo)

48

2

2

1

UWV, jaarverslag.

2

Dit aandeel wordt niet geraamd.

Handhaving

In 2020 is een doorlichting gestart van de misbruikrisico’s op het terrein van de ZW en WIA. Deze doorlichting wordt naar verwachting oktober 2020 afgerond. Vervolgens zal het afwegingskader worden uitgebreid met misbruikrisico’s van de ZW en WIA en zal onderzocht worden of aanvullende beheersmaatregelen genomen worden, en er aanpassingen in wet- en regelgeving en/of de uitvoeringspraktijk nodig zijn. De kengetallen op het gebied van handhaving in voorgaande jaren tonen een stabiel beeld.

Tabel 47 Kerncijfers IVA, WGA en WAO (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

79

74

71

Kennis van de verplichtingen (%)

89

88

90

  

Ontstaansjaar vordering

  

2017

2018

2019

Terugvordering2

Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2019 (%)

50

38

23

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans». Kerncijfers preventie hebben alleen betrekking op WGA en WAO. De IVA is bij het onderzoek «Kennis der verplichtingen en detectiekans» buiten beschouwing gebleven.

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)

De WAZ is een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de inkomensgevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAZ is op 1 augustus 2004 ingetrokken. Sindsdien kunnen ondernemers zelf bepalen of zij de inkomensrisico’s al dan niet willen afdekken, bijvoorbeeld via een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. De WAZ blijft gelden voor zelfstandigen die op 1 augustus 2004 een uitkering ontvingen. De WAZ wordt uitgevoerd door UWV.

Wie komt er voor in aanmerking?

De zelfstandige die op 1 augustus 2004 al een WAZ-uitkering ontving, behoudt deze zolang aan de uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan:

  • Hij is 25% of meer arbeidsongeschikt;

  • Hij heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.

Hoe hoog is de WAZ-uitkering?

De hoogte van de WAZ-uitkering hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid en het feitelijk gederfde inkomen per dag, mits dat niet hoger is dan het wettelijk minimumloon (de maximale grondslag). De uitkering voor volledig arbeidsongeschikten is 75% van de grondslag en bedraagt per 1 juli 2020 maximaal € 1.260,00 bruto per maand (exclusief vakantiegeld). Heeft de betrokkene voortdurend oppas en verzorging nodig, dan kan de uitkering worden verhoogd tot maximaal 100% van de grondslag. WAZ-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WAZ-uitkering en ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen daarnaast een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2020) netto € 182,69.

Budgettaire ontwikkelingen

De toegang voor zelfstandigen tot de WAZ is per 1 augustus 2004 beëindigd. In de WAZ is nog slechts in beperkte mate sprake van nieuwe instroom, die bestaat uit herleving van uitkeringen. Het WAZ-bestand en de uitkeringslasten nemen de komende jaren af, met name door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van het zittend bestand. In 2021 bedraagt de afname van de uitkeringslasten circa € 14 miljoen.

Beleidsrelevante kerncijfers

Doordat de WAZ een afgesloten regeling is neemt het aantal uitkeringen jaarlijks af.

Tabel 48 Kerncijfers WAZ
 

Realisatie 20191

Raming 2020

Raming 2021

Bestand in aantal uitkeringen (x 1.000, ultimo)

9,7

8,4

7,3

1

UWV, jaarverslag.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Scholingsexperiment voor WGA-gerechtigden

Conform het regeerakkoord is het scholingsexperiment voor WGA-gerechtigden in verdere voorbereiding (Kamerstukken II 2018/19, 29 544, nr. 922). Hiervoor is in totaal € 30 miljoen beschikbaar gekomen, verdeeld over de jaren 2020 t/m 2022. Op basis van de uitkomsten van dit experiment kan een bredere inzet van scholing worden overwogen.

Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW

Voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden in de WIA, WAO, WAZ, ZW en WW zet UWV middelen in om hen zo nodig te begeleiden op weg naar werk en te ondersteunen zodra zij werk hebben. UWV zet deze middelen in voor de inkoop van trajecten en diensten gericht op het vinden van werk. Daarnaast koopt UWV voorzieningen (waaronder jobcoaching en vervoersvoorzieningen) in voor het ondersteunen van werkenden met een structurele functionele beperking.

UWV beschikt vanaf 2015 over een geïntegreerd taakstellend re-integratiebudget voor de inzet van trajecten en van voorzieningen voor de re-integratieondersteuning van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (inclusief Wajongers). Dit budget wordt jaarlijks aan UWV beschikbaar gesteld en door UWV verantwoord via de reguliere rapportages. Het begrotingsgefinancierde gedeelte van het re-integratiebudget wordt verantwoord in beleidsartikel 4.

Budgettaire ontwikkelingen

Voor het premiegefinancierde gedeelte van het re-integratiebudget is in 2021 € 111 miljoen beschikbaar.

Extracomptabel overzicht re-integratiebudget

In tabel 49 is het totale budget dat voor UWV beschikbaar is voor de inkoop van re-integratietrajecten en werkvoorzieningen te zien, voor zowel WIA/WAO/WAZ/ZW/WW als Wajong. Aandachtspunt is dat een deel van het begrotingsgefinancierde budget gericht is op de subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen (ESB-regeling). Het overige begrotingsgefinancierde deel is samen met het premiegefinancierde deel beschikbaar voor inkoop van trajecten en diensten.

Tabel 49 Extracomptabel overzicht totaal re-integratiebudget (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Premiegefinancierd (WIA/WAO/WAZ/ZW/WW)

79.475

104.997

110.911

122.248

124.082

126.146

123.997

Begrotingsgefinancierd (Wajong)

91.100

90.133

96.407

88.239

85.875

83.227

78.347

 

waarvan ESB

13.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

Totaal beschikbaar budget voor inkoop

157.575

181.130

193.318

196.487

195.957

195.373

188.344

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, heeft ook de Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 50 Fiscale regelingen 2019-2021, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (x € miljoen)
 

2019

2020

2021

Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek

518

518

523

Arbeidsongeschiktheidsverzekering belaste uitkering

‒ 383

‒ 388

‒ 391

Licence