De overheid beschermt werknemers tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid en stimuleert hen te blijven werken of het werk te hervatten.
De overheid vindt dat werknemers die loon derven als gevolg van arbeidsongeschiktheid verzekerd moeten zijn van een redelijk inkomen. Daarom zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA omvat twee uitkeringsregimes: de Inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) en de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is bij de introductie van de WIA ingetrokken, maar geldt nog wel voor mensen die vóór 1 januari 2004 door ziekte of gebrek arbeidsongeschikt zijn geworden. Op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) waren ondernemers verplicht verzekerd tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid. De WAZ is per 1 augustus 2004 ingetrokken, maar geldt nog wel voor zelfstandigen die op dat moment een uitkering ontvingen.
Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WIA, WAO of WAZ en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.
De overheid stimuleert met behulp van financiële prikkels voor zowel uitkeringsgerechtigden als werkgevers dat uitkeringsgerechtigden aan het werk blijven of (op termijn) weer aan het werk gaan. Daarnaast biedt de overheid gerichte re-integratieondersteuning aan uitkeringsgerechtigden die ondersteuning nodig hebben. De overheid kent daarbij een groot belang toe aan de eigen verantwoordelijkheid en het meewerken aan re-integratie door de uitkeringsgerechtigde.
Aan werknemers in Caribisch Nederland wordt met de Ongevallenverzekering (OV) een inkomensvoorziening geboden in geval van arbeidsongeschiktheid door een bedrijfsongeval.
De Minister stimuleert aan het werk blijven of het werk hervatten met een bijdrage voor re-integratieinspanningen aan UWV. De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
De Minister van Financiën is primair verantwoordelijk voor de fiscale wet- en regelgeving. Wanneer fiscale instrumenten worden ingezet om doelstellingen in het kader van het arbeidsongeschiktheidsbeleid te realiseren, is de Minister van SZW hiervoor medeverantwoordelijk.
Verlenging tijdelijke maatregel kwijtschelding voorschotten
De tijdelijke maatregel waarbij voorschotten niet teruggevorderd worden wanneer blijkt dat werknemers bij de claimbeoordeling geen recht op een WIA-uitkering hebben, als dit niet verrekend kan worden met een andere uitkering, wordt verlengd met een jaar tot en met 2025. Het kwijtschelden van de terugvorderingen betreft buitenwettelijk begunstigend beleid.
Wijziging dagloonbesluit met betrekking tot loonloze tijdvakken door toekenning van een WW-uitkering tijdens de referteperiode
Momenteel is een wijziging in voorbereiding rondom de manier waarop het dagloon voor de WIA wordt vastgesteld voor WIA-gerechtigden die instromen via de Ziektewet na een ziekmelding vanuit de WW. Door de wijze van uitkeren van de WW-uitkering (per maand, achteraf) kan het zijn dat mensen in de referteperiode voor de WIA soms een maand lang geen inkomen hebben (een loonloos tijdvak). Zo’n loonloos tijdvak kan een negatief effect hebben op de hoogte van het dagloon, en daarmee op de hoogte van de uitkering. Met deze maatregel wordt dat negatieve effect voor deze specifieke doelgroep weggenomen. Daarmee wordt tevens een uitspraak hierover van de Centrale Raad van Beroep van 29 november 2023 gecodificeerd. Op 30 juli 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep een verstrekkendere uitspraak gedaan rondom de vaststelling van het dagloon voor WIA-gerechtigden die om andere redenen een maand of langer geen inkomen hebben en daardoor een lager dagloon ontvangen. De Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat zij een hoger dagloon vastgesteld moeten krijgen door middel van een andere dagloonberekening. Momenteel wordt onderzocht wat de gevolgen van de uitspraak zijn.
Herziening premie Ongevallenverzekering BES
De sterke stijging van het wettelijk minimumloon in Caribisch Nederland wordt gedragen door werkgevers. Om werkgevers hierin voor een deel tegemoet te komen zijn, in lijn met het bij de behandeling van de SZW-begroting 2024 aanvaarde amendement van het lid Ceder c.s. (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 XV, nr. 39), de werkgeverspremies over 2024 verlaagd. Gelet op dit amendement wordt de lastenverlichting in 2025 doorgezet en geïntensiveerd. Het premiepercentage voor de werkgevers over de werknemersverzekeringen en zorgverzekering als totaliteit wordt voor 2025 met 1,6 procentpunt verlaagd, bovenop de 1,5 procentpunt verlaging uit 2024. Daarbinnen wordt de premie Ongevallenverzekering verhoogd met 0,1 procentpunt: van 0,1% naar 0,2%.
Afschaffen Tegemoetkoming Arbeidsongeschikten
Arbeidsongeschikten ontvangen jaarlijks een tegemoetkoming voor extra kosten als gevolg van hun ziekte of handicap. In het hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat deze tegemoetkoming per 2027 wordt afgeschaft in samenhang met de verlaging van het eigen risico in de zorg. Dit leidt tot besparingen in de WAO, WIA, WAZ en Wajong. De maatregel zal de komende periode in wet- en regelgeving worden verwerkt.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 5.900 | 6.211 | 6.465 | 4.151 | 2.811 | 774 | 778 |
Uitgaven | 5.900 | 9.399 | 10.797 | 6.344 | 2.811 | 774 | 778 | |
3.0 | Arbeidsongeschiktheid | 5.900 | 9.399 | 10.797 | 6.344 | 2.811 | 774 | 778 |
Inkomensoverdrachten | 1.099 | 763 | 757 | 768 | 772 | 774 | 778 | |
Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland) | 1.099 | 763 | 757 | 768 | 772 | 774 | 778 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 4.801 | 8.636 | 10.040 | 5.576 | 2.039 | 0 | 0 | |
Uitvoering individuele plaatsing & steun | 4.801 | 8.636 | 10.040 | 5.576 | 2.039 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 2 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Geschatte budgetflexibiliteit
2025 | |
---|---|
juridisch verplicht | 100% |
bestuurlijk gebonden | 0% |
beleidsmatig gereserveerd | 0% |
nog niet ingevuld / vrij te besteden | 0% |
De uitgaven op artikel 3 Arbeidsongeschiktheid zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2025. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.
Inkomensoverdrachten
De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten van de Ongevallenverzekering Caribisch Nederland.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De bijdrage aan ZBO's/RWT's is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft de uitvoering van de individuele plaatsing en steun voor de gemeentelijke doelgroep.
Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 12.805.391 | 14.193.988 | 15.064.702 | 15.701.306 | 16.213.204 | 17.181.606 | 18.056.596 |
Uitgaven | 12.805.391 | 14.193.988 | 15.064.702 | 15.701.306 | 16.213.204 | 17.181.606 | 18.056.596 | |
3.0 | Arbeidsongeschiktheid | 12.805.391 | 14.193.988 | 15.064.702 | 15.701.306 | 16.213.204 | 17.181.606 | 18.056.596 |
Inkomensoverdrachten | 12.693.038 | 14.070.608 | 14.924.312 | 15.551.316 | 16.056.508 | 17.019.766 | 17.905.687 | |
WAO | 3.280.812 | 3.256.980 | 2.924.543 | 2.616.430 | 2.296.702 | 2.069.042 | 1.855.131 | |
IVA | 4.669.604 | 5.429.252 | 5.655.043 | 5.863.183 | 6.024.816 | 6.347.045 | 6.594.779 | |
WGA | 4.213.689 | 4.802.844 | 4.990.144 | 5.109.761 | 5.173.096 | 5.386.528 | 5.584.619 | |
WAZ | 81.100 | 75.559 | 65.964 | 57.595 | 48.024 | 41.725 | 35.954 | |
WGA eigenrisicodragers | 447.833 | 505.973 | 522.406 | 539.794 | 558.131 | 575.519 | 573.613 | |
WAO nominaal | 0 | 0 | 156.219 | 244.288 | 308.444 | 362.521 | 402.518 | |
IVA nominaal | 0 | 0 | 306.953 | 564.285 | 833.648 | 1.141.252 | 1.464.539 | |
WGA nominaal | 0 | 0 | 270.610 | 497.374 | 728.579 | 983.731 | 1.257.561 | |
WAZ nominaal | 0 | 0 | 3.503 | 5.358 | 6.455 | 7.308 | 7.804 | |
WGA eigenrisicodragers nominaal | 0 | 0 | 28.927 | 53.248 | 78.613 | 105.095 | 129.169 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 112.353 | 123.380 | 140.390 | 149.990 | 156.696 | 161.840 | 150.909 | |
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW | 111.673 | 123.380 | 135.715 | 140.297 | 141.966 | 142.178 | 128.602 | |
Scholingsexperiment WGA | 680 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW nominaal | 0 | 0 | 4.675 | 9.693 | 14.730 | 19.662 | 22.307 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Inkomensoverdrachten
Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)
Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door een bedrijfsongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt, krijgen op basis van de Ongevallenverzekering een uitkering (ongevallengeld). De uitkering is gekoppeld aan het laatstverdiende loon van de werknemer.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitkeringslasten voor de Ongevallenverzekering nemen af in 2024 omdat onrechtmatige betalingen naar verwachting niet langer plaats zullen vinden dankzij verbeteringen in de loondervingsapplicatie. Vanaf 2024 blijven de uitkeringslasten nagenoeg stabiel.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20231 | Raming 2024 | Raming 2025 | ||
---|---|---|---|---|
Volume uitkeringen Ongevallenverzekering (x 1.000 uitbetaalde arbeidsongeschiktheidsdagen) | 7,1 | 7,3 | 7,4 |
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn recht op een uitkering, mits aan de voorwaarden daarvoor voldaan is. In de WIA staat werk voorop. Het accent ligt op wat mensen wel kunnen. Tegelijkertijd is er sprake van inkomensbescherming. De WIA bestaat uit twee uitkeringsregimes. De IVA verstrekt een loondervingsuitkering aan werknemers die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt zijn. Wie nog gedeeltelijk kan werken of bij wie herstel op termijn nog mogelijk is, krijgt een uitkering op basis van de WGA. De WIA wordt uitgevoerd door UWV. Werkgevers kunnen daarbij eigenrisicodrager worden voor de WGA-lasten van hun (ex-)werknemers. Dit betekent dat ze een lagere premie aan UWV betalen, omdat zij het gros van de verplichtingen van UWV met betrekking tot re-integratie en uitkeringsbetaling overnemen.
Wie komt er voor in aanmerking?
Werknemers die op of na 29 december 2005, na een wachttijd van twee jaar, 35% of meer arbeidsongeschikt zijn als gevolg van ziekte.
Hoe hoog is de IVA-uitkering en wat is de duur?
Iemand die ten minste 80% arbeidsongeschikt is en niet meer kan herstellen of een geringe kans op herstel heeft, komt op basis van de IVA in aanmerking voor een uitkering van 75% van het laatstverdiende loon, met een maximum van 75% van het maximumdagloon. Het maximumdagloon bedraagt per 1 juli 2024 € 282,95, dat is afgerond € 6.154,16 per maand. De IVA-uitkering bedraagt maximaal € 4.615,62 bruto per maand (inclusief vakantiegeld). Daarnaast ontvangen IVA-gerechtigden jaarlijks een tegemoetkoming (in 2024 netto € 217,29) mits zij op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een IVA-uitkering. Deze tegemoetkoming arbeidsongeschikten is bedoeld om een arbeidsongeschikte tegemoet te komen in de kosten die hij/zij moet maken door zijn/haar handicap. Het recht op uitkering wordt beëindigd bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Hoe hoog is de WGA-uitkering en wat is de duur?
– Iemand die ten minste 35% arbeidsongeschikt is komt in aanmerking voor een uitkering op basis van de WGA. De eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75%, daarna 70% van het loonverlies (oude maandloon minus eventueel inkomen). Het totale inkomen neemt toe naarmate de betrokkene meer werkt.
– Indien het loonverlies meer dan 35% maar minder dan 80% bedraagt, is er sprake van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Afhankelijk van het arbeidsverleden heeft de gedeeltelijk arbeidsgeschikte minimaal 3 tot maximaal 24 maanden recht op een loongerelateerde uitkering.
– De gedeeltelijk arbeidsgeschikte wordt geacht te gaan of te blijven werken. Om dit te stimuleren wordt de uitkering na de loongerelateerde fase afhankelijk van het verdiende inkomen. Is dat inkomen ten minste 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan wordt het loon aangevuld met 70% van het loonverlies. Als de betrokkene na afloop van de loongerelateerde uitkering geen werk heeft of minder verdient dan 50% van de resterende verdiencapaciteit, dan wordt een uitkering verstrekt die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het wettelijk minimumloon.
– Indien het loonverlies ten minste 80% bedraagt en herstel op termijn nog mogelijk is, is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid. De volledig arbeidsongeschikte houdt ook na de loongerelateerde fase recht op een uitkering van 70% van het loonverlies.
– WGA-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WGA-uitkering ontvangen evenals IVA-gerechtigden een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2024) netto € 217,29.
– Evenals bij de IVA-uitkering geldt ook bij de WGA-uitkering het maximumdagloon.
– Het recht op uitkering kan doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd.
Budgettaire onwikkelingen
In 2025 stijgen de uitkeringslasten WIA (IVA en WGA) inclusief de lasten voor eigenrisicodragers met circa € 430 miljoen ten opzichte van 2024. De WIA is een ingroeiende regeling die nog niet het structurele niveau heeft bereikt. Mensen stromen ook door van de WGA naar de IVA. Hierdoor stijgen de IVA-uitgaven relatief harder dan de WGA-uitgaven.
Beleidsrelevante kerncijfers
De kerncijfers WIA zijn gecombineerd met de kerncijfers WAO in tabel 49.
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De WAO is per 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WAO blijft gelden voor werknemers die op 1 januari 2004 een WAO-uitkering ontvingen. De WAO verstrekt uitkeringen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarom zullen er nog decennia lang mensen zijn die een beroep blijven doen op de WAO. De WAO wordt uitgevoerd door UWV.
Wie komt er voor in aanmerking?
De werknemer die op 1 januari 2004 al een WAO-uitkering ontving, behoudt deze zolang aan de uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan:
– Hij is 15% of meer arbeidsongeschikt;
– Hij heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
De WAO blijft ook gelden voor werknemers die hun eerste ziektedag hadden vóór 1 januari 2004 of van wie het recht op WAO-uitkering is geëindigd, indien zij binnen vijf jaar (opnieuw) arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak. Hierdoor worden alleen nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend bij herleving van een oud recht.
Hoe hoog is de WAO-uitkering?
De WAO-uitkering bestaat uit twee fasen:
– In de eerste fase ontvangt een WAO-gerechtigde een loondervingsuitkering die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het dagloon. De uitkering bedraagt maximaal 75% van het maximumdagloon. Dat is per 1 juli 2024 maximaal € 4.615,62 bruto per maand (inclusief vakantiegeld). De duur van de loondervingsuitkering is afhankelijk van de leeftijd op de ingangsdatum van de WAO-uitkering.
– In de tweede fase ontvangt de WAO-gerechtigde een vervolguitkering die gerelateerd is aan het arbeidsongeschiktheidspercentage en het vervolgdagloon. De hoogte van het vervolgdagloon is onder andere afhankelijk van de leeftijd die iemand heeft op de ingangsdatum van de WAO-uitkering. De vervolguitkering kan in principe doorlopen tot de AOW-gerechtigde leeftijd.
WAO-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WAO-uitkering en ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen daarnaast een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2024) netto € 217,29.
Budgettaire ontwikkelingen
Er is alleen nog instroom in de WAO door herleving van uitkeringen. Er worden dan ook nauwelijks nog nieuwe WAO-uitkeringen toegekend. Tegelijkertijd worden er in 2025 naar verwachting ruim 15.000 uitkeringen beëindigd. De uitkeringslasten WAO dalen in 2025 met ongeveer € 330 miljoen ten opzichte van 2024. Het WAO-bestand en de uitkeringslasten nemen de komende jaren af, met name door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van het zittend bestand.
Beleidsrelevante kerncijfers
De uitstroom uit de arbeidsongeschiktheidsregelingen neemt onder andere toe door de verhoging van de AOW-leeftijd. Die neemt in 2023 toe met 3 maanden, waardoor er slechts in 9 maanden uitstroom wegens pensionering is. In 2024 stijgt de AOW-gerechtigde leeftijd met 2 maanden en in 2025 blijft hij gelijk, waardoor er in die jaren respectievelijk in 10 en 12 maanden uitstroom wegens pensionering is.
Realisatie 20231 | Raming 2024 | Raming 2025 | ||
---|---|---|---|---|
IVA, WGA en WAO | ||||
Bestand in uitkeringen (x 1.000, ultimo) | 590 | 598 | 602 | |
waarvan IVA | 170 | 181 | 189 | |
waarvan WGA | 253 | 265 | 275 | |
waarvan WAO | 167 | 153 | 138 | |
Bestand als percentage van de verzekerde populatie (%) | 7,6 | 7,6 | 7,7 | |
Instroom in uitkeringen (x 1.000) | 60,1 | 62,3 | 60,4 | |
waarvan IVA | 11,8 | 12,0 | 12,0 | |
waarvan WGA | 47,8 | 49,9 | 48,0 | |
waarvan WAO | 0,5 | 0,4 | 0,4 | |
Instroomkans (%) | 0,8 | 0,8 | 0,7 | |
Uitstroom uit uitkeringen (x 1.000) | 48,7 | 53,8 | 57,0 | |
waarvan IVA | 13,2 | 15,4 | 17,7 | |
waarvan WGA | 21,8 | 24,0 | 23,9 | |
waarvan WAO | 13,7 | 14,4 | 15,4 | |
Doorstroom van WGA naar IVA (x 1.000) | 14,4 | 14,4 | 14,1 | |
Uitstroomkans WAO + WIA (%) | 7,6 | 7,6 | 7,7 | |
WGA | ||||
Aandeel werkend WGA (%, ultimo) | 20 | ‒2 | ‒2 | |
Aandeel werkende WGA'ers met resterende verdiencapaciteit (%, ultimo) | 50 | ‒2 | ‒2 |
Handhaving
De handhavingskerncijfers worden niet geraamd. In de begroting zijn de realisatiecijfers opgenomen in lijn met het jaarverslag van SZW van 2023. In het jaarverslag worden de ontwikkelingen op de kerncijfers geduid.
Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Realisatie 2023 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Preventie1 | Gepercipieerde detectiekans (%) | 562 | 602 | 612 | ||||
Kennis van de verplichtingen (%) | 932 | 932 | 922 | |||||
Opsporing3 | Aantal beslissingen op onderzoekswaardige signalen (x 1.000) | 3,4 | 1,8 | 1,6 | ||||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)4 | 0,5 | 0,3 | 0,2 | |||||
Totaal benadelingsbedrag | 5,1 | 3,9 | 3,3 | |||||
Sanctionering3 | Aantal waarschuwingen (x 1.000) | 0,9 | 0,6 | 0,7 | ||||
Aantal boetes (x 1.000) | 0,4 | 0,2 | 0,2 | |||||
Totaal boetebedrag (x € 1 mln.) | 0,5 | 0,3 | 0,3 | |||||
Ontstaansjaar vordering | ||||||||
2021 | 2022 | 2023 | ||||||
Terugvordering3 | Incassoratio vorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2023 (%) | 52 | 27 | 14 |
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
De WAZ is een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de inkomensgevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAZ is op 1 augustus 2004 ingetrokken. Sindsdien kunnen ondernemers zelf bepalen of zij de inkomensrisico’s al dan niet willen afdekken, bijvoorbeeld via een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. De WAZ blijft gelden voor zelfstandigen die op 1 augustus 2004 een uitkering ontvingen. De WAZ wordt uitgevoerd door UWV.
Wie komt er voor in aanmerking?
De zelfstandige die op 1 augustus 2004 al een WAZ-uitkering ontving, behoudt deze zolang aan de uitkeringsvoorwaarden wordt voldaan:
– Hij is 25% of meer arbeidsongeschikt;
– Hij heeft de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt.
Hoe hoog is de WAZ-uitkering?
De hoogte van de WAZ-uitkering hangt af van de mate van arbeidsongeschiktheid en het feitelijk gederfde inkomen per dag, mits dat niet hoger is dan het wettelijk minimumloon (de maximale grondslag). De uitkering voor volledig arbeidsongeschikten is 75% van de grondslag en bedraagt per 1 juli 2024 maximaal € 1.600,20 bruto per maand (exclusief vakantiegeld). Heeft de betrokkene voortdurend oppas en verzorging nodig, dan kan de uitkering worden verhoogd tot maximaal 100% van de grondslag. WAZ-gerechtigden die op 1 juli van het kalenderjaar recht hebben op een WAZ-uitkering en ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen daarnaast een tegemoetkoming arbeidsongeschikten van (in 2024) netto € 217,29.
Budgettaire ontwikkelingen
De toegang voor zelfstandigen tot de WAZ is per 1 augustus 2004 beëindigd. In de WAZ is nog slechts in beperkte mate sprake van nieuwe instroom, die bestaat uit herleving van uitkeringen. Het WAZ-bestand en de uitkeringslasten nemen de komende jaren af, met name door het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd van het zittend bestand. In 2025 bedraagt de afname van de uitkeringslasten ten opzichte van 2024 circa € 10 miljoen.
Beleidsrelevante kerncijfers
Realisatie 20231 | Raming 2024 | Raming 2025 | ||
---|---|---|---|---|
Bestand in aantal uitkeringen (x 1.000, ultimo) | 5,8 | 5,1 | 4,4 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Uitvoering individuele plaatsing & steun
Met deze regelingen krijgen GGZ-instellingen subsidie voor de uitvoering van een Individuele Plaatsing en Steun-traject (IPS). Het doel van deze regeling is om de inzet van IPS-trajecten voor de gemeentelijke doelgroep te bevorderen. Voor ggz-cliënten met een common mental disorder (CMD) kan een tweejarig IPS-traject worden aangevraagd. Voor mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) kan een driejarig IPS-traject worden aangevraagd.
De middelen voor IPS bestaan uit twee delen: middelen die al eerder voor 2025 en 2026 beschikbaar zijn gesteld, betreffen resterende kosten voor de IPS-trajecten die in 2023 en 2024 zijn gestart. Uit de envelop voor «groepen in de knel» uit het hoofdlijnenakkoord is extra geld beschikbaar gekomen voor de gemeentelijke doelgroep (mensen in de Participatiewet). Met dit budget kan in 2025 ook één cohort van deze doelgroep meerjarig geholpen worden.
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW/WW
UWV begeleidt uitkeringsgerechtigden in de WIA, WAO, WAZ, ZW en WW zo nodig naar werk of ondersteunt ze zodra zij werk hebben. UWV zet deze middelen in voor inkoop van trajecten en diensten gericht op het vinden van werk. Daarnaast koopt UWV voorzieningen (waaronder jobcoaching en vervoersvoorzieningen) in voor het ondersteunen van werkenden met een structurele functionele beperking.
UWV beschikt over één taakstellend re-integratiebudget voor de inzet van trajecten en van voorzieningen voor de re-integratieondersteuning van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (inclusief Wajongers). Dit budget wordt door UWV verantwoord via de reguliere rapportages. Het begrotingsgefinancierde gedeelte van het re-integratiebudget wordt verantwoord in beleidsartikel 4. Voor het premiegefinancierde gedeelte van het re-integratiebudget is in 2025 € 135,7 miljoen beschikbaar. Ter dekking van de uitvoeringstegenvaller van SZW wordt dit budget vanaf 2029 met € 15 miljoen gekort.
Extracomptabel overzicht re-integratiebudget
In tabel 52 is het totale budget dat voor UWV beschikbaar is voor de inkoop van re-integratietrajecten en werkvoorzieningen te zien, voor zowel WIA/WAO/WAZ/ZW/WW als Wajong. Aandachtspunt is dat een deel van het begrotingsgefinancierde budget gericht is op de subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen (ESB-regeling). Het overige begrotingsgefinancierde deel is samen met het premiegefinancierde deel beschikbaar voor inkoop van trajecten en diensten.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Premiegefinancierd (WIA/WAO/WAZ/ZW/WW) | 111.673 | 123.380 | 135.715 | 140.297 | 141.966 | 142.178 | 128.602 | |
Begrotingsgefinancierd (Wajong) | 74.940 | 92.300 | 88.095 | 85.134 | 81.844 | 78.675 | 75.331 | |
waarvan ESB | 14.000 | 14.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | |
Totaal beschikbaar budget voor inkoop | 172.6131 | 201.679 | 208.810 | 210.431 | 208.810 | 205.853 | 188.933 |
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Naast de fiscale regelingen die in onderstaande tabel zijn opgenomen, heeft ook de Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid betrekking op dit beleidsartikel. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, verwijzing naar de wettekst, verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en de ramingsgrond wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.
2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|
Arbeidsongeschiktheidsverzekering premieaftrek | 590 | 639 | 669 |
Arbeidsongeschiktheidsverzekering belaste uitkering | ‒ 428 | ‒ 482 | ‒ 512 |
ASB Vrijstelling ongevallen-, invaliditeits- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen | 708 | 735 | 763 |