De zorg voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog (WO II) is geborgd en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.
Uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek 2019 van het Nationaal Comité 4 en 5 mei blijkt ruim acht op de tien Nederlanders de Nationale herdenking op 4 mei (heel) belangrijk te vinden. Een bijna even grote groep Nederlanders (74%) geeft daarnaast aan de viering van Bevrijdingsdag op 5 mei (heel) belangrijk te vinden. Ook geeft zes van de tien Nederlanders (57%) aan zich tijdens de Nationale herdenking op 4 mei in sterke mate met elkaar verbonden voelt en op de Bevrijdingsdag op 5 mei is dat ruim vier op de 10 Nederlanders (43%). In onderstaand figuur is te zien dat het draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor de herdenking op 4 mei en de viering van de bevrijding op 5 mei groot is.
De minister is verantwoordelijk voor de continuïteit, kwaliteit, effectiviteit en toekomstgerichtheid van specifieke zorg en het stelsel van pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II. Het is belangrijk om de herinnering aan WO II levend te houden en te borgen dat blijvend betekenis kan worden gegeven aan het verhaal. De minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren: van het blijvend betekenis laten houden aan de herinnering aan WO II.
Financieren: van begeleidende instellingen voor maatschappelijk werk en sociale dienstverlening aan erkende deelnemers aan het voormalig verzet en oorlogsgetroffenen, van instellingen die de herinnering aan de WO II levend houden.
Regisseren: het in stand houden en ondersteunen van een infrastructuur die het mogelijk maakt de zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II te garanderen en de herinnering aan WO II blijvend betekenis te laten houden, actueel houden van de wet- en regelgeving voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
Uitvoeren: opdrachtgever en toezichthouder van diverse ZBO’s en het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Na de herdenking en viering van 75 jaar vrijheid in 2020 richten we ons in 2021 op het verder verankeren en het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse samenleving. In het bijzonder stellen wij dit jaar € 15,7 miljoen beschikbaar voor het verder verankeren van de Nederlands-Indische geschiedenis en het cultureel erfgoed in de Nederlandse samenleving. Deze extra middelen zullen, in aansluiting op hetgeen reeds in gang is gezet met de collectieve erkenning, onder meer bestemd zijn voor educatie, herinnering, preventie en zorg.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 252.093 | 29.787 | 240.285 | 212.475 | 195.479 | 180.957 | 167.528 |
Uitgaven | 257.533 | 249.752 | 241.085 | 212.475 | 195.479 | 180.957 | 167.528 |
waarvan juridisch verplicht | 98,4% | ||||||
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II | |||||||
Subsidies (regelingen) | 24.086 | 28.856 | 36.830 | 24.040 | 22.173 | 21.710 | 21.703 |
Nationaal Comité | 5.185 | 5.577 | 5.403 | 5.404 | 5.404 | 5.405 | 5.403 |
Nationale herinneringscentra | 2.983 | 3.765 | 2.738 | 2.589 | 2.589 | 2.589 | 2.588 |
Collectieve Erkenning Indisch Nederland | 2.811 | 2.164 | 2.179 | 1.540 | 1.026 | 1.026 | 1.026 |
Zorg- en dienstverlening | 5.976 | 6.276 | 6.275 | 6.277 | 6.277 | 6.277 | 6.275 |
Overige | 7.131 | 11.074 | 20.235 | 8.230 | 6.877 | 6.413 | 6.411 |
Bekostiging | 500 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 |
Overige | 500 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 |
Opdrachten | 992 | 428 | 428 | 428 | 428 | 428 | 428 |
Overige | 992 | 428 | 428 | 428 | 428 | 428 | 428 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 1.105 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 |
Overige | 0 | 1.105 | 226 | 226 | 226 | 226 | 226 |
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II | |||||||
Inkomensoverdrachten | 221.147 | 208.239 | 193.240 | 177.595 | 162.880 | 148.756 | 135.494 |
Wetten en regelingen verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen | 221.147 | 208.239 | 193.240 | 177.595 | 162.880 | 148.756 | 135.494 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 10.808 | 10.724 | 9.961 | 9.786 | 9.372 | 9.437 | 9.277 |
SVB | 9.145 | 8.877 | 8.721 | 8.582 | 8.376 | 8.206 | 8.203 |
PUR | 1.654 | 1.847 | 1.240 | 1.204 | 996 | 1.231 | 1.074 |
Overige | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 4.643 | 2.901 | 2.901 | 2.901 | 2.901 | 2.901 | 2.901 |
Overige | 4.643 | 2.901 | 2.901 | 2.901 | 2.901 | 2.901 | 2.901 |
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget van € 36,8 miljoen is 91% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies. Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies die meerjarig kunnen zijn.
Bekostiging
Van het beschikbare budget van € 0,4 miljoenis 80% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van wachtgelden, de vervoerskosten en de niet op grond van een wettelijke regeling of ziektekostenregeling vergoede kosten van behandeling door stichting Centrum’45, inclusief de noodzakelijke verblijfskosten.
Opdrachten
Van het beschikbare budget van € 0,4 miljoen is 50% juridisch verplicht. Het betreft opdrachten ten behoeve van de herinnering aan WO II en de zorg- en dienstverlening.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Van het beschikbare budget van € 0,2 miljoen is 25% juridisch verplicht.
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget van € 193,2 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bekostiging van de pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget van € 10 miljoen is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).
1. De zorg- en dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WOII en de herinnering aan WO II
Subsidies
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Het ministerie van VWS verleent in 2021 een instellingssubsidie van circa
€ 5,4 miljoen aan het Nationaal Comité voor met name de organisatie van de nationale herdenking op 4 mei en de viering op 5 mei.
Nationale herinneringscentra
Het Ministerie van VWS verleent instellingssubsidies (circa € 2,5 miljoen) aan de vijf nationale herinneringscentra: Kamp Vught, Kamp Westerbork, Kamp Amersfoort, het Indisch Herinneringscentrum en het Oranjehotel. Deze spelen een belangrijke rol bij de blijvende betekenis van en de collectieve herinnering aan WO II. Gezien de bezoekersaantallen wordt het bereik van de herinneringscentra steeds groter. Naast het beheer en behoud van historische plekken gaat het vooral om educatieve activiteiten die vanuit de herinneringscentra worden georganiseerd.
Daarnaast is er voor Nationaal Monument Kamp Westerbork een subsidie van € 0,7 miljoen beschikbaar voor herinrichting en vernieuwing om de educatieve boodschap te kunnen realiseren. Tevens ontvangt het Nationaal Monument Kamp Westerbork een subsidie voor gastsprekers op scholen van € 0,3 miljoen. Gastsprekers vertellen elk hun eigen verhaal over de WO II in Nederland of Nederlands-Indië, of over recente conflicten en vredesmissies.
Collectieve Erkenning Indisch Nederland
In 2021 wordt € 1,1 miljoen besteed aan de vaste onderdelen van de collectieve erkenning van Indisch- en Moluks Nederland die vastgelegd zijn in de programmalijnen contextgebonden zorg, herdenken en de Nederlands-Indische pleisterplaats de Sophiahof. Het overige wordt gegeven aan projecten via de subsidieregeling CEWIN (in totaal € 0,5 miljoen). Het is van groot belang dat de collectieve erkenning van Indisch-en Moluks Nederland verankerd is en blijft in de Nederlandse samenleving. De Indische- en Molukse gemeenschap bepaalt zelf hoe de verankering in de samenleving vorm krijgt.
Zorg- en dienstverlening
Na WO II is in Nederland voor de deelnemers aan het voormalig verzet en de oorlogsslachtoffers geleidelijk een stelsel van pensioenen, uitkeringen en hulp- en dienstverlening ontstaan. Dit komt voort uit de principes van ereschuld tegenover de deelnemers aan het voormalig verzet en bijzondere solidariteit tegenover de oorlogsslachtoffers. Het aantal voormalig verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen neemt gestaag af. Gezien deze ontwikkeling moeten ook de uitvoeringsorganisaties zich aanpassen. Het is belangrijk dat dit op een verantwoorde manier gebeurt, zodat continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening zijn gewaarborgd. Het ministerie van VWS begeleidt en faciliteert deze ontwikkeling. Om zorg- en dienstverlening (maatschappelijk werk, sociale dienstverlening) aan (erkende) verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen mogelijk te maken, worden subsidies (in totaal € 5,8 miljoen) verleend aan gespecialiseerde instellingen zoals Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Arq en De Basis.
Overige
Dit betreft onder andere subsidies voor het levend houden van de herinnering WO II langs de domeinen kennis, museale functie, educatie en informatie en overige subsidies met een beperkt kasbeslag zoals subsidies op grond van het Beleidskader voor de subsidiëring van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland.
Tegemoetkoming Indische Gemeenschap
Voor het verder verankeren van de Nederlands-Indische geschiedenis en het cultureel erfgoed in de Nederlandse samenleving is in 2021 € 15,7 miljoen beschikbaar. Deze extra middelen zullen, in aansluiting op hetgeen reeds in gang is gezet met de collectieve erkenning, onder meer bestemd zijn voor educatie, herinnering, preventie en zorg.
2. Pensioenen en uitkeringen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen WO II
Inkomensoverdrachten
Wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen De wetten en regelingen voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen worden alleen nog bijgesteld als wijzigingen in aanpalende wetten dat noodzakelijk maken, bijvoorbeeld op het terrein van zorg en sociale zekerheid. In het kader van de wetten voor verzetsdeelnemers en
oorlogsgetroffenen uit WO II (Wuv, Wubo en Wbp) worden onder andere tegemoetkomingen (inkomensafhankelijk) en vergoedingen (inkomensonafhankelijk) voor bijzondere voorzieningen toegekend als onderdeel van de totale uitkering. Het betreft met name uitgaven voor medische voorzieninge, huishoudelijke hulp, deelname maatschappelijk verkeer en overige voorzieningen zoals vervoer.
Voor 2021 is circa € 193,2 miljoen beschikbaar, waarvan het merendeel voor de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (€ 116,7 miljoen). Voor de Wubo en de Wbp is in 2020 € 51,9 miljoen respectievelijk € 19,1 miljoen beschikbaar.
Kengetal: Uitkeringen aan Oorlogsgetroffenen WO II (bedragen x €1.000.000)
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Sociale Verzekeringsbank (SVB) en Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)
Om pensioenen, uitkeringen en bijzondere voorzieningen te kunnen toekennen aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, wordt in 2021 (€ 10 miljoen) ter beschikking gesteld aan de SVB en de PUR.
Prestatie-indicator: percentage eerste aanvragen dat door de PUR en de SVB binnen de (verlengde) wettelijke termijn is afgehandeld.
Bron: Jaarverslag van de PUR en de SVB
De realisatie van de gestelde behandeltermijnen is voor de eerste aanvragen is in 2019 96%, ruim boven de norm. Het aantal nieuwe «eerste» aanvragen in 2014 575 en (vanaf 2015 inclusief AOR) in 2015 900, in 2016 833, in 2017 671 in 2018 483 en in 2019 410 per jaar.
Er wordt door de SVB gestreefd naar minimale doorlooptijden. Het percentage aanvragen dat is afgehandeld binnen de (verlengde) wettelijke termijn is een cruciale indicator voor de kwaliteit van de wetsuitvoering. De feitelijke behandeltijd is mede afhankelijk van derden (dit geldt met name voor medische gegevens).