De zorg financieel toegankelijk houden.
De minister is verantwoordelijk voor:
Financieren: van de zorgtoeslag, inclusief het vaststellen van de hoogte van de zorgtoeslag en de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving over de zorgtoeslag, financieren van de tegemoetkoming voor personen die in de inkomstenbelasting hun uitgaven voor specifieke zorgkosten als gevolg van heffingskortingen niet of niet geheel kunnen verzilveren.
Zorgtoeslag
De zorgtoeslag wordt in het kader van de Wet op de Zorgtoeslag bepaald als de standaardpremie (de gemiddelde nominale premie plus het gemiddeld eigen risico) minus een bedrag dat een huishouden zelf moet betalen aan zorgpremie. Dit bedrag is een normpercentage van het minimumloon plus een afbouwpercentage van het inkomen boven het minimumloon.
In het kader van de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen worden enkele wijzigingen doorgevoerd die gevolgen hebben voor de zorgtoeslag. De belangrijkste wijziging is een aanpassing van de werkwijze rond het toeslagpartnerschap. Deze wijzigingen leiden in totaal tot € 38 miljoen hogere uitgaven aan zorgtoeslag.
Ter dekking daarvan worden de normpercentages die bepalen hoeveel een huishouden zelf moet betalen met 0,04 procentpunt verhoogd voor zowel een- als meerpersoonshuishoudens. Omdat in 2010 reeds is besloten tot een beperkte jaarlijkse stijging van de percentages, resulteert nu een stijging van 0,55 procentpunt.
Voor vrijwel alle huishoudens met recht op zorgtoeslag leiden de hogere percentages tot een € 9 kleinere verhoging van de zorgtoeslag dan zonder de verhoging van de percentages.
Ondanks deze maatregel stijgt de zorgtoeslag voor de meeste huishoudens met zorgtoeslag. De zorgtoeslag stijgt automatisch omdat deze meegroeit met de stijgende standaardpremie (circa € 59 voor eenpersoonshuishoudens en circa € 118 voor meerpersoonshuishoudens). De zorgtoeslag daalt automatisch iets vanwege de stijging van het minimumloon (circa € 2 voor eenpersoonshuishoudens en circa € 4 voor meerpersoonshuishoudens). Verder daalt de zorgtoeslag iets omdat zowel de normpercentages als de afbouwpercentages iets stijgen als gevolg van een maatregel uit 2010. Per saldo stijgt de maximale zorgtoeslag voor eenpersoonshuishoudens met circa € 44 en voor meerpersoonshuishoudens met circa € 99.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 5.582.755 | 5.408.949 | 5.625.749 | 5.845.249 | 6.055.149 | 6.291.549 | 6.444.849 |
Uitgaven | 5.582.755 | 5.408.949 | 5.625.749 | 5.845.249 | 6.055.149 | 6.291.549 | 6.444.849 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
Inkomensoverdrachten | 5.582.755 | 5.408.949 | 5.625.749 | 5.845.249 | 6.055.149 | 6.291.549 | 6.444.849 |
Zorgtoeslag | 5.523.882 | 5.350.500 | 5.571.300 | 5.790.800 | 6.000.700 | 6.237.100 | 6.390.400 |
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten | 58.873 | 58.449 | 54.449 | 54.449 | 54.449 | 54.449 | 54.449 |
Ontvangsten | 594.940 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 594.940 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Extracomptabele fiscale regelingen
Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regeling vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.
2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|
Aftrek specifieke zorgkosten | 266 | 261 | 257 |
Budgetflexibiliteit
Inkomensoverdrachten
Van het beschikbare budget voor 2021 van circa € 5,6 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de wettelijke regelingen zorgtoeslag, Wtcg en Tegemoetkoming specifieke zorgkosten.
1. Inkomensoverdrachten
Inkomensoverdrachten
Zorgtoeslag
Toeslagen kent als tegemoetkoming in de kosten van de nominale premie Zvw en het gemiddeld eigen risico de zorgtoeslag toe aan alle huishoudens die daar recht op hebben en een toeslag aanvragen (zie onderstaand figuur). Hierdoor betaalt idealiter niemand een groter dan aanvaardbaar deel aan Zvw-premie. De raming voor 2021 is € 5,6 miljard. De gemiddelde zorgtoeslag was in 2020 € 1.124 voor een eenpersoonshuishouden en € 1.470 voor een tweepersoonshuishouden.
Figuur 3 Kengetal: Het aantal eenpersoons- en tweepersoonshuishoudens met een (voorlopige toekenning).
Bron: Toeslagen
In bovenstaande figuur staat het aantal toekenningen voor de zorgtoeslag voor het betreffende toeslagjaar. De cijfers betreffen de stand op 11 augustus 2020. In de stand van het aantal toekenningen zijn zowel definitieve als voorlopige toekenningen meegenomen. Het aantal ontvangers zorgtoeslag in een jaar kan uiteindelijk hoger of lager uitvallen, omdat de zorgtoeslag met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd of teruggevorderd. Als alle aanvragen definitief toegekend zijn, is pas duidelijk hoeveel rechthebbenden er in een jaar zijn.
Tegemoetkoming specifieke zorgkosten (TSZ)
In de inkomstenbelasting bestaat de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen specifieke zorgkosten af te trekken. Personen die als gevolg van heffingskortingen deze aftrek niet (geheel) kunnen verzilveren ontvangen het niet verzilverbare deel via de TSZ-regeling. De uitgavenraming voor 2021 is ruim € 54,4 miljoen.
Ontvangsten
Overige
VWS baseert zich bij zijn raming van de zorgtoeslag op ramingen van het CPB ten aanzien van de inkomensontwikkeling van huishoudens en het daaruit volgende recht op zorgtoeslag. Door Toeslagen wordt deze informatie gebruikt bij de voorlopige toekenning van de zorgtoeslag. De inkomensramingen zullen bij een deel van de huishoudens echter te hoog of te laag uitvallen. Er volgen dan terugvorderingen en nabetalingen bij de definitieve vaststelling. Deze worden niet geraamd waardoor er in de budgettaire tabel aan de ontvangstenkant geen bedrag wordt opgenomen voor 2021. Bij Slotwet worden de uitgavenramingen aangepast aan de werkelijke realisaties (inclusief de nabetalingen) en worden de gerealiseerde terugvorderingen aan de ontvangstenkant in beeld gebracht en zo nodig toegelicht.