Op artikel 3 is in 2022 € 383,2 mln. minder verplicht dan begroot. De uitgaven zijn € 530,0 mln. lager uitgevallen. Aan ontvangsten is € 28,2 mln. minder gerealiseerd dan begroot.
Toelichting
Aan de huurtoeslag is in 2022 € 172,7 mln. minder verplicht en uitgegeven dan begroot doordat er lagere voorschotten zijn verstrekt. De lagere voorschotten worden deels veroorzaakt doordat in 2022 minder aanvragers instroomden dan verwacht en deels omdat nabetalingen lager uitvielen.
Daarnaast is er minder verplicht en uitgegeven dan begroot doordat de overboekingen van totaal € 26,7 mln. naar het BTW-compensatiefonds niet tijdens de 2e suppletoire begroting van 2022 maar bij de slotwet zijn overgeboekt voor de woningbouwimpuls voor de projecten die in 2022 zijn uitgekeerd. Verder is de bijdrage medeoverheden aan de gemeente Amsterdam voor de versnelling huisvesting niet uitgekeerd, omdat nog niet volledig aan de gestelde voorwaarden werd voldaan. Hierdoor is er circa € 11,7 mln. minder verplicht en uitgegeven.
Bij de bijdrage medeoverheden voor de ouderenhuisvesting zijn de uitgaven circa € 24,6 minder en de verplichtingen € 11,8 mln. minder. Dit komt omdat er veel minder aanvragen geweest zijn dan waar eerst van uit werd gegaan.
De verdere onderschrijding op het verplichtingen- en uitgavenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt doordat voor de 4e tranche van de woningbouwimpuls significant minder aanvragen zijn binnengekomen dan gedacht. Hierdoor zijn de uitgaven en verplichtingen circa € 273,1 mln. lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. Met name de timing van het opstellen van de regeling, waardoor aanvragen voor de woningbouwimpuls samenvielen met andere financiële regelingen, de woondeals en realisatieovereenkomsten. De timing met het opstellen van woningbouwimpuls en de gemeenteraadsverkiezingen speelde ook een rol. Door beperkte capaciteit van gemeenten kunnen die niet op al deze ontwikkelingen tegelijk kunnen worden ingezet.
De verplichting van kwetsbare groepen is in 2022 € 30 mln. minder dan vooraf was voorzien.
Het verschil tussen verplichtingen en uitgaven wordt voor het grootste deel verklaard door de verplichtingen van het RVB, € 152,5 mln. meer dan begroot. In 2022 zijn er meerjarige opdrachten aangegaan met het RVB, waarvan de verplichting volledig in 2022 is geboekt.
Bij de ontvangsten is circa € 28,2 mln. minder gerealiseerd dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door minder ontvangsten op de huurtoeslag als gevolg van de pauzering van terugvorderingen tijdens corona. Dit proces is sinds maart 2022 weer opgestart.