Inleiding
Het werkterrein van de Huurcommissie wordt voor het grootste deel gevormd door het gereguleerde deel van de markt voor huurwoonruimte. Als huurders en verhuurders een geschil hebben en er onderling niet uitkomen, dan doet de Huurcommissie op verzoek van de huurder of de verhuurder een uitspraak in geschillen over de hoogte van huurprijzen en servicekosten. De Huurcommissie beslecht ook geschillen in het kader van de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) en geschillen die voortvloeien uit klachten van de huurder over het handelen of nalaten van de verhuurder bij de producten en diensten die hij aan de huurder levert.
Het Zelfstandig Bestuursorgaan (ZBO) Huurcommissie (zonder eigen rechtspersoonlijkheid) wordt ondersteund door het agentschap de Dienst van de Huurcommissie (DHC). Voor de huurders en verhuurders presenteert de Huurcommissie zich als één landelijk opererende, onpartijdige en toegankelijke organisatie.Door de verwevenheid van het ZBO met DHC worden de kosten van het ZBO in de begroting van de Dienst van de Huurcommissie verwerkt.
De Huurcommissie is continu gericht op verbetermogelijkheden bij de uitvoering van haar taken: het voorkomen, helpen oplossen en waar nodig beslechten van geschillen tussen huurder en verhuurder. Het gaat daarbij om verbeteringen in de dienstverlening aan huurders en verhuurders, en verbeteringen in de bedrijfsvoering. De Huurcommissie speelt flexibel in op wijzigingen in het aantal en soort informatievragen, veranderingen in de samenleving, het aantal en soort geschillen en op wijzigingen in de huurprijswet- en regelgeving. Uitgangspunt bij deze verbeteringen is het kader van de wet- en regelgeving van het huurprijsbeleid en de Rijksbrede ontwikkelingen die bij alle uitvoeringsorganisaties spelen.
Daarnaast is de Huurcommissie officieel buitengerechtelijke geschillenbeslechter in de zin van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten (ofwel een Europese Alternative Dispute Resolution (ADR) instantie). De Huurcommissie voldoet aan de eisen die aan zo’n geschillenbeslechter – in dit geval voor huurprijsgeschillen – worden gesteld.
Ook de dienstverlening van de Huurcommissie wordt continu verbeterd. Huurders en verhuurders hebben meer keuzemogelijkheden gekregen en hebben daardoor zelf meer invloed op het verloop van de procedure.
Prioriteit van de Huurcommissie is het wegwerken van de voorraad naar een jaarlijks verwerkbaar niveau.
Instroom
In 2020 heeft adviesburo Companen onderzoek gedaan naar de oorzaken van fluctuaties in instroom van verzoeken bij de Huurcommissie. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat het aantal verzoeken van huurders en verhuurders afhankelijk is van een aantal triggers.
De belangrijkste triggers zijn:
– Inflatie;
– Hoogte van de huurverhoging;
– Economische groei;
– Werkloosheid;
– Introductie nieuwe wetgeving.
Bij de berekening van de instroom aantallen is, aan de hand van de beschikbare gegevens uit het Centraal Economisch Plan 2021 van het Centraal Planbureau gekeken hoe de triggers zich in de toekomst mogelijk ontwikkelen. Hierbij zijn geen significante verschillen opgevallen die reden gaven om de instroomgegevens aan te passen.
Omdat de Huurcommissie te maken heeft met fluctuaties in de instroom, en de triggers hiervoor die in het rapport van Companen naar voren komen, lastig te voorzien zijn is de inrichting van flexibiliteit in de organisatie en bijbehorend budget gewenst. De wijze waarop dit naar de toekomst kan worden ingericht zal de komende tijd met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden besproken.
Wetswijzigingen 2022
In 2022 wordt de wijziging in de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet van kracht. Door deze wet wijzigen de huurverhogingsmogelijkheden en de inkomensgrenzen voor huurwoningen. De uitvoeringsconsequenties die deze wetswijziging met zich meebrengt zijn meegenomen in deze Ontwerpbegroting.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2020 | Vastgestelde begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 11.510 | 12.829 | 13.925 | 13.775 | 13.599 | 13.599 | 13.599 |
waarvan omzet moederdepartement | 5.768 | 6.875 | 7.261 | 7.261 | 7.235 | 7.235 | 7.235 |
waarvan omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 5.742 | 5.954 | 6.664 | 6.514 | 6.364 | 6.364 | 6.364 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 450 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 11.965 | 12.829 | 13.925 | 13.775 | 13.599 | 13.599 | 13.599 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 11.405 | 12.811 | 14.394 | 13.757 | 13.581 | 13.581 | 13.581 |
- Personele kosten | 8.831 | 8.978 | 11.376 | 10.597 | 10.421 | 10.421 | 10.421 |
waarvan eigen personeel | 5.559 | 5.760 | 7.762 | 7.762 | 7.762 | 7.762 | 7.762 |
waarvan inhuur externen | 2.899 | 2.551 | 2.958 | 2.185 | 2.009 | 2.009 | 2.009 |
waarvan overige personele kosten | 373 | 667 | 656 | 650 | 650 | 650 | 650 |
- Materiële kosten | 2.574 | 3.833 | 3.018 | 3.160 | 3.160 | 3.160 | 3.160 |
waarvan apparaat ICT | 918 | 1.127 | 960 | 1.110 | 1.110 | 1.110 | 1.110 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 1.656 | 2.706 | 2.058 | 2.050 | 2.050 | 2.050 | 2.050 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 |
- Materieel | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 |
waarvan apparaat ICT | 15 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 2.303 | 1.456 | 560 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 882 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 1.421 | 1.456 | 560 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 13.726 | 14.285 | 14.972 | 13.775 | 13.599 | 13.599 | 13.599 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 1.761 | ‒ 1.456 | ‒ 1.047 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 1.761 | ‒ 1.456 | ‒ 1.047 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet
De verwachte productie voor 2022 is gebaseerd op het streven naar een werkbare eindvoorraad eind 2022. De behandeltermijn van een geschil is maximaal vier maanden, een werkbare eindvoorraad wordt gezien als de instroom van de laatste vier maanden met een evenwichtige verdeling tussen de verschillende fasen in het proces. In 2022 worden ruim 4.200 extra geschillen verwacht als gevolg van de wijziging van de Woningwet.
De Huurcommissie kent diverse afdoeningswijzen voor een geschil. In het kostprijsmodel van de Huurcommissie worden de kostprijzen per afdoeningswijze berekend.
Omzet moederdepartement
De reeks bedragen voor omzet moederdepartement in de jaren 2022 ‒ 2026 heeft betrekking op de bekostiging van de Huurcommissie ten laste van artikel 3 van de Ontwerpbegroting 2022 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Omzet derden
Deze baten betreffen in de eerste plaats de legesopbrengsten die gebaseerd zijn op de veroordeling door de Huurcommissie van geschilpartijen tot vergoeding aan de Staat. De legesontvangsten zijn voor 2022 begroot op € 1,2 mln.
Daarnaast dragen verhuurders conform de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Uhw) bij aan de kosten van de Huurcommissie. De verwachte verhuurdersbijdrage bedraagt in 2022 € 5,5 mln.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Omzet verstrekken algemene informatie | 574 | 568 | 561 | 561 | 561 |
Omzet oplossingsgericht afdoen | 991 | 980 | 968 | 968 | 968 |
Omzet intrekking op basis van specifieke informatie | 417 | 413 | 407 | 407 | 407 |
Omzet voorzittersuitspraak niet-ontvankelijk | 110 | 109 | 107 | 107 | 107 |
Omzet voorzittersuitspraak kennelijk redelijk/onredelijk | 3.532 | 3.494 | 3.449 | 3.449 | 3.449 |
Omzet intreking naar aanleiding van bemiddeling | 266 | 262 | 260 | 260 | 260 |
Omzet vaststellingsovereenkomst | 31 | 31 | 30 | 30 | 30 |
Omzet intrekking naar aanleiding van onderzoeksrapport | 1.026 | 1.015 | 1.002 | 1.002 | 1.002 |
Omzet uitspraak/advies huurcommissie | 6.768 | 6.695 | 6.610 | 6.610 | 6.610 |
210 | 208 | 205 | 205 | 205 | |
Omzet advies geliberaliseerde huurprijs | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 13.925 | 13.775 | 13.599 | 13.599 | 13.599 |
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten betreffen zowel de Dienst van de Huurcommissie als de salarissen en vergoedingen van het ZBO Huurcommissie en de Raad van Advies.
Personele kosten
De personele kosten betreffen met name de salarissen van de vaste medewerkers van de Dienst van de Huurcommissie en het ZBO Huurcommissie, maar ook de inhuur van externe medewerkers. In 2022 zijn de kosten voor zowel vaste medewerkers als externe inhuur hoog. DHC streeft naar meer continuïteit en heeft daarom meer mensen in vaste dienst genomen. Daarnaast heeft DHC meer externe inhuur nodig om de werkvoorraad terug te dringen en de toename van het aantal geschillen als gevolg van de wijziging van de Woningwet op te kunnen vangen.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn conform de door de Minister van Financiën voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Afgeschreven wordt op ICT en kantoorinventaris.
Overige lasten
Bijzondere lasten
Onder deze post vallen de kosten voor een nieuw zaaksysteem. In juni 2021 heeft de aanbesteding voor een nieuw zaaksysteem plaatsgevonden, waarna in augustus 2021 is overgegaan tot gunning van deze opdracht. Van september 2021 tot en met juni 2022 wordt het nieuwe systeem gerealiseerd en geïmplementeerd, zodat vanaf juli 2022 met het nieuwe systeem gewerkt kan worden. De kosten die voor dit systeem gemaakt worden in 2022 betreffen voornamelijk implementatiekosten.
Saldo van baten en lasten
Het saldo van baten en lasten zal over 2022 € -1,0 mln. Met het Ministerie van BZK wordt besproken hoe dit resultaat gedekt wordt.
Kasstroomoverzicht
Stand Slotwet 2020 | Vastgestelde begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 5.153 | 1.925 | 343 | 343 | 361 | 379 | 397 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 11.842 | 12.829 | 13.925 | 13.775 | 13.599 | 13.599 | 13.599 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 12.507 | ‒ 14.267 | ‒ 14.954 | ‒ 13.757 | ‒ 13.581 | ‒ 13.581 | ‒ 13.581 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 665 | ‒ 1.438 | ‒ 1.029 | 18 | 18 | 18 | 18 |
-/- totaal investeringen | ‒ 91 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 91 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 3.245 | ‒ 1.600 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 2.171 | 1.456 | 1.029 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 1.074 | ‒ 144 | 1.029 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 3.323 | 343 | 343 | 361 | 379 | 397 | 415 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Het saldo van baten en lasten zal over 2022 € 1,0 miljoen negatief zijn. Met het Ministerie van BZK wordt besproken hoe dit resultaat gedekt wordt.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand Slotwet 2020 | Vastgestelde begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Gemiddeld integraal tarief/uur | n.b. | 127 | 129 | 133 | 139 | 139 | 139 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 76 | 76 | 97 | 97 | 97 | 97 | 97 |
Saldo van baten en lasten (%) | 8% | ‒ 11% | ‒ 8% | 0% | 0% | 0% | 0% |
0 | |||||||
Productie per dienst | |||||||
Huurprijsgeschillen1 | 3.455 | 5.908 | 4.834 | 5.184 | 5.484 | 5.484 | 5.484 |
Servicekostengeschillen | 1.490 | 2.420 | 2.201 | 2.556 | 2.761 | 2.761 | 2.761 |
Huurverhogingsgeschillen | 3.220 | 6.253 | 5.846 | 4.842 | 3.042 | 3.042 | 3.042 |
Huurverlagingsgeschillen | n.b. | n.b. | 268 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Klachten huurders jegens verhuurders | 390 | 500 | 379 | 400 | 390 | 390 | 390 |
19 | 15 | 14 | 15 | 15 | 15 | 15 | |
Advies geliberaliseerde huurprijs | 0 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Verzetzaken | n.b. | n.b. | 2.255 | 1.550 | 1.055 | 1.055 | 1.055 |
Totaal | 8.574 | 15.101 | 15.797 | 14.547 | 12.747 | 12.747 | 12.747 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
% Huurpijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden | 59% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
% Servicekostengeschillen afgerond binnen 4 maanden | 50% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden | 99% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
% Wohv-geschillen afgerond binnen 4 maanden | 0% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
% ADR geschillen afgerond binnen 90 dagen | 80% | > 90% | > 90% | > 90% | > 90% | > 90% | > 90% |
Doorlichting uitgevoerd cq. gepland in | 2022 |
Toelichting
Generiek deel
Fte-totaal
De verhouding tussen vast en extern personeel wordt hoger. Daardoor blijft kennis langer behouden voor zowel het ZBO als DHC. Dit zorgt voor meer stabiliteit binnen de organisatie.
Productie per dienst
Eind 2020 is de Huurcommissie gestart met het doen van kennelijke voorzittersuitspraken. Een kennelijke voorzittersuitspraak is mogelijk als over de uitkomst van een zaak geen twijfel bestaat, waardoor het geschil niet op een zitting komt en direct kan worden afgedaan. Bij de toepassing van kennelijke voorzittersuitspraken zijn de belangen van huurder en verhuurder goed gewaarborgd. Dit vanuit de gedachte om de werkvoorraad terug te dringen tot een aanvaardbaar niveau. Bij dit soort uitspraken wordt de doorlooptijd versneld. Het risico van deze vorm van afdoening van een geschil is dat er een toename plaats vindt in verzetzaken, omdat de aanbrenger van een geschil het niet eens is met de versnelde voorzittersuitspraak. In vergelijking met voorgaande jaren zal hierdoor het aantal verzetzaken aanvankelijk toenemen. Door deze nieuwe afhandeling van geschillen is het onzeker of de aanname voor de verzetzaken juist is ingeschat, omdat hier nog geen ervaring mee is. Als deze vorm van uitspraken eenmaal goed is ingebed in de organisatie zal het aantal verzetzaken geleidelijk afnemen. Mutaties in de ramingen genoemd bij de triggers voor de instroom van geschillen zijn bepalend voor het wel of niet behalen van de productiedoelstellingen in 2022.
Specifiek deel
Doorlooptijden
De Huurcommissie werkt met twee verschillende doorlooptijden. In de eerste plaats de doorlooptijd voor de hele procedure, gebaseerd op de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte. Deze telt vanaf het moment dat de verzoeker het voorschot op de leges heeft betaald tot en met het moment waarop de uitspraak wordt verstuurd.
In de tweede plaats de doorlooptijd van ADR geschillen, zoals de Implementatiewet voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten voorschrijft. Deze telt vanaf het moment dat het dossier van een zaak compleet is.
Voor de geschilbeslechting op basis van de Wet op het overleg huurders verhuurder geldt een wettelijke termijn van acht weken, met de mogelijkheid om indien nodig gemotiveerd een langere doorlooptijd te hanteren. De ervaringen met geschillen op basis van de Wet op het overleg huurders verhuurder leren dat partijen hechten aan overleg onder toezicht van de Huurcommissie in de wetenschap dat dit overleg in de praktijk meer tijd vergt dan de termijn van acht weken die er voor staat. Om deze reden is als streeftermijn (voor 90% van de Wohv-geschillen) vier maanden geformuleerd.