De kwaliteit van het onderwijs wordt gewaarborgd door de beschikbaarheid van voldoende personeel van voldoende kwaliteit voor alle onderwijsdeelnemers.
De Minister is verantwoordelijk voor een onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele leerlingen/studenten en bij de behoefte van de maatschappij. De leraar en de schoolleider zijn daarbij cruciaal.
Financieren
De Minister draagt bij aan het lerarenbeleid op scholen door het (mee)financieren van (mogelijkheden tot) professionalisering. Dit gebeurt via aanvullende bekostiging en subsidies.
Stimuleren
De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van directe stimuleringsmaatregelen ten behoeve van de ontwikkeling van de kwaliteit en professionaliteit van docenten en het bijdragen aan een aantrekkelijk beroep. Dit door middel van de versterking van de leraar (Kamerstukken II 2018/19, 27923, nr. 345), naar een aantrekkelijke onderwijsarbeidsmarkt (Kamerstukken II 2018/19, 27923, nr. 369), de aanpak van het lerarentekort (Kamerstukken II 2019/20, 27923, nr. 381, Kamerstukken II 2019/20, 27923, nr. 382 en Kamerstukken II 2020/21, 27923, nr. 417) en het op basis daarvan met belanghebbenden afgesloten convenant.
Regisseren
De Minister draagt verantwoordelijkheid voor het borgen van de onderwijskwaliteit van scholen. Om deze verantwoordelijkheid waar te maken wordt een bijdrage geleverd aan het zorgen voor voldoende docenten van voldoende kwaliteit. Dit gebeurt door wetten en regels uit te vaardigen voor goed bestuur, door een dialoog te voeren met en toezicht te houden op belanghebbenden, en zo nodig actief regie te voeren.
Indicatoren/kengetallen
De indicatoren/kengetallen voor het arbeidsmarkt- en personeelsbeleid worden beschreven in het beleidsverslag en op OCW in Cijfers.
De belangrijkste wijzigingen op het gebied van leraren worden toegelicht in het onderdeel beleidsprioriteiten. Dit betreft onder andere het vervolg op de aanbevelingen van Merel van Vroonhoven.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 173.761 | 193.330 | 207.719 | 183.597 | 179.563 | 174.578 | 174.727 |
Totale uitgaven | 155.273 | 190.340 | 205.719 | 185.597 | 181.563 | 175.578 | 174.727 |
waarvan juridisch verplicht (%) | 39,1% | ||||||
Bekostiging | 38.305 | 40.755 | 49.484 | 44.794 | 44.864 | 44.864 | 44.864 |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen | 38.305 | 40.755 | 49.484 | 44.794 | 44.864 | 44.864 | 44.864 |
Subsidies (regelingen) | 111.566 | 140.573 | 149.330 | 133.836 | 129.780 | 123.780 | 122.780 |
Lerarenbeurs | 50.094 | 65.000 | 76.586 | 60.892 | 59.550 | 54.550 | 54.550 |
Zijinstroom | 40.901 | 48.926 | 49.405 | 49.405 | 46.591 | 45.591 | 44.591 |
Wet Beroep leraar en Lerarenregister | 1.499 | 1.561 | 2.711 | 2.911 | 3.011 | 3.011 | 3.011 |
Aanpak lerarentekort | 17.779 | 18.540 | 19.439 | 19.439 | 19.439 | 19.439 | 19.439 |
Overige subsidies | 1.293 | 6.546 | 1.189 | 1.189 | 1.189 | 1.189 | 1.189 |
Opdrachten | 2.901 | 6.235 | 3.831 | 3.888 | 3.788 | 3.788 | 3.788 |
Bijdrage aan agentschappen | 2.501 | 2.777 | 3.074 | 3.079 | 3.131 | 3.146 | 3.295 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 2.501 | 2.777 | 3.074 | 3.079 | 3.131 | 3.146 | 3.295 |
Ontvangsten | 6.409 | 6.510 | 6.500 | 6.500 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 173.761 | 193.330 | 207.719 | 183.597 | 179.563 | 174.578 | 174.727 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overig | 173.761 | 193.330 | 207.719 | 183.597 | 179.563 | 174.578 | 174.727 |
Budgetflexibiliteit
Van het totale budget voor artikel 9 is in 2022 39,1 procent juridisch verplicht.
Bekostiging
Het beschikbare budget voor 2022 is voor 48,0 procent juridisch verplicht, ten gevolge van beschikkingen aan samenwerkingsverbanden op grond van de gepubliceerde bekostigingsregeling Tegemoetkoming Kosten Opleidingsscholen (TKO-regeling) 2021-2022. Het resterende beschikbare budget voor 2022 wordt op dezelfde wijze verplicht in de zomer van 2022 (TKO-regeling 2022-2023).
SubsidiesVan het beschikbare budget voor 2022 is 34,9 procent juridisch verplicht, waarvan het grootste deel van het juridisch verplichte budget voor de lerarenbeurs bestemd is. Verder betreft dit subsidies die worden verstrekt op grond van gepubliceerde subsidieregelingen en individuele subsidies die voorafgaand aan het jaar worden verleend.
OpdrachtenVan het beschikbare budget voor 2022 is 37,0 procent juridisch verplicht op grond van in 2021 of eerder gesloten overeenkomsten voor onderzoek en communicatie. Dit betreft divers onderzoek in het kader van de arbeids-markt. Het resterende deel is niet-juridisch verplicht budget bestemd om beleidsprioriteiten van het kabinet op het terrein van leraren (professiona-lisering onderwijspersoneel en aansluiting onderwijs op behoefte arbeidsmarkt) verder te ondersteunen.
Bijdrage aan agentschappenHet budget voor 2022 is 100 procent juridisch verplicht op basis van managementafspraken tussen het bestuursdepartement en de uitvoeringsorganisatie Dienst Uitvoering Onderwijs voor dat jaar.
Bekostiging
Aanvullende bekostiging
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen
Om de samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen op het gebied van opleiden en professionaliseren te verbeteren zijn er opleidingsscholen (samenwerkingsverbanden van één of meer lerarenopleidingen met één of meer scholen voor primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo), middenbaar beroepsonderwijs (mbo)) erkend. Zij ontvangen jaarlijks bekostiging om gezamenlijk leraren op de werkplek op te leiden. Het beschikbare bedrag voor 2022 is € 49,5 miljoen.
Subsidies
Lerarenbeurs
Voor 2022 is er € 65 miljoen beschikbaar voor de subsidieregeling lerarenbeurs. Hierin is het amendement van het lid Nijboer verwerkt (35850-VIII-7). De subsidie – voor zowel studiekosten als studieverlof – kan worden aangevraagd door leraren in het po, vo, mbo en hoger beroepsonderwijs (hbo) voor het volgen van een geaccrediteerde bachelor- of masteropleiding.
Zij-instroom
Onder dit budget vallen vier verschillende subsidieregelingen:
1. de regeling zi-jinstroom: voor 2022 is € 39,2 miljoen beschikbaar voor een subsidie voor de opleiding en begeleiding van zij-instromers in het po, vo en mbo via het traject zij-instroom in het beroep;
2. de regeling korte scholingstrajecten vo: een (toekomstig) leraar in het vo heeft de mogelijkheid om de juiste bevoegdheid te behalen om les te mogen geven in het vo;
3. de regeling MBO-instructeursbeurs: de subsidie – voor zowel studiekosten als studieverlof – kan worden aangevraagd door instructeurs in het mbo voor het volgen van een associate degree of een bacheloropleiding;
4. de regeling Onderwijsassistenten: de subsidieregeling heeft als doel om het lerarentekort te verminderen door te bevorderen dat meer onderwijsassistenten de opleiding tot leraar gaan doen.
Regionale aanpak personeelstekort
Voor 2022 is € 19,4 miljoen beschikbaar voor de subsidieregeling regionale aanpak personeelstekort. Deze subsidieregeling kan worden gebruikt om partijen in de regio te ondersteunen om het lerarentekort in het po, vo en mbo gezamenlijk aan te pakken.
Wet Beroep Leraar en lerarenregister
Voor 2022 is € 2,7 miljoen beschikbaar voor het versterken van het beroep leraar. Dit budget wordt ingezet voor onder meer Leraar24, de ondersteuning van beroepsgroepvorming, de implementatie van het professioneel statuut van de leraar en een monitor op de Wet Beroep Leraar.
Opdrachten
Ter ondersteuning, monitoring en evaluatie van het beleid wordt expertise ingehuurd op het terrein van communicatie, onderzoek en het maken van ramingen.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst Uitvoering Onderwijs
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informa-tievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.