Budgettaire gevolgen van beleid
Omschrijving | Ontwerpbegroting 2023 (1) | Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 36.166 | 0 | 36.166 | 808 | 36.973 | 1.924 | 2.597 | 7.870 | 5.339 |
Uitgaven | 36.166 | 0 | 36.166 | 808 | 36.973 | 1.924 | 2.597 | 7.870 | 5.339 |
Opdrachten | 17 | 0 | 17 | 5 | 21 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Overige kosten | 17 | 0 | 17 | 5 | 21 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Rente | 4.544 | 0 | 4.544 | 804 | 5.348 | 1.919 | 2.592 | 3.855 | 5.333 |
Rente vaste schuld | 4.133 | 0 | 4.133 | 220 | 4.353 | 929 | 1.845 | 3.159 | 4.612 |
Rente vlottende schuld | 411 | 0 | 411 | 565 | 976 | 990 | 747 | 696 | 721 |
Rente derivaten lang | 0 | 0 | 0 | 19 | 19 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 31.605 | 0 | 31.605 | ‒ 1 | 31.604 | 1 | 1 | 4.011 | 2 |
Aflossing vaste schuld | 31.605 | 0 | 31.605 | ‒ 1 | 31.604 | 1 | 1 | 4.011 | 2 |
Ontvangsten | 58.126 | 0 | 58.126 | ‒ 6.193 | 51.933 | ‒ 1.775 | 5.936 | 24.740 | 16.461 |
Rente | 268 | 0 | 268 | ‒ 238 | 30 | ‒ 210 | ‒ 164 | ‒ 149 | ‒ 122 |
Rente vlottende schuld | 30 | 0 | 30 | 0 | 30 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rente derivaten lang | 238 | 0 | 238 | ‒ 238 | 0 | ‒ 210 | ‒ 164 | ‒ 149 | ‒ 122 |
Leningen | 57.858 | 0 | 57.858 | ‒ 5.955 | 51.903 | ‒ 1.565 | 6.100 | 24.889 | 16.583 |
Uitgifte vaste schuld | 57.858 | 0 | 57.858 | ‒ 7.857 | 50.001 | ‒ 1.565 | 6.100 | 24.889 | 16.583 |
Mutatie vlottende schuld | 0 | 0 | 0 | 1.902 | 1.902 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Rente
Rente vaste schuld
De rentelasten vaste schuld vallen naar verwachting hoger uit. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Daarnaast is er gerekend met hogere rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd in de CEP. Hierdoor ontstaat een structurele tegenvaller van € 0,2 mld. in 2023 oplopend tot € 4,6 mld. in 2027.
Rente vlottende schuld
De raming van de rentelasten vlottende schuld valt hoger uit als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld en de hoogte van de korte rente. De korte rente is door het CPB hoger geraamd in de CEP dan de rente waarmee in de ontwerpbegroting 2023 rekening is gehouden. Hierdoor ontstaat een structurele tegenvaller van € 0,6 mld. in 2023 oplopend tot € 0,7 mld. in 2027.
Rente derivaten lang
De rentelasten op de langlopende derivaten zijn naar verwachting € 19 mln. hoger in 2023 als gevolg van de gestegen korte rente.
Leningen
De aflossing vaste schuld neemt in 2026 met € 4 mld. toe als gevolg van de uitgifte van leningen met een aflosdatum in 2026.
Ontvangsten
Rente
Er worden minder rentebaten op derivaten verwacht dan eerder geraamd. De rente op derivaten worden berekend op basis van de rentepercentages zoals die door het CPB zijn geraamd. Door de hogere rentepercentages in de CEP vallen de verwachte rentebaten lager uit. Hierdoor ontstaat een structurele tegenvaller.
Leningen
Uitgifte vaste schuld
De raming voor de uitgifte van de vaste schuld is voor het lopende jaar met € 7,9 mld. naar beneden bijgesteld als gevolg van het financieringsplan 2023. Het financieringsplan geeft een beschrijving van de geschatte omvang en de totstandkoming van de financieringsbehoefte van de Nederlandse Staat voor 2023 en een overzicht van de manier waarop het Agentschap van plan is deze in te vullen. De raming voor 2025 en verder is hoger dan eerder geraamd bij de ontwerpbegroting 2023, als gevolg van de gewijzigde kassaldi tot en met 2027.
Mutatie vlottende schuld
De vlottende schuld stijgt in 2023 met € 1,9 mld. Dit is het gevolg van een hogere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar is toegenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.