Omschrijving | Ontwerpbegroting 2023 (1) | Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.718.614 | 211.000 | 1.929.614 | ‒ 278.127 | 1.651.487 | ‒ 206.680 | ‒ 348.635 | ‒ 316.173 | ‒ 250.836 |
Uitgaven | 1.505.632 | 211.000 | 1.716.632 | ‒ 203.812 | 1.512.820 | ‒ 291.483 | ‒ 308.907 | ‒ 316.173 | ‒ 250.836 |
Inkomensoverdrachten | |||||||||
Lage-inkomensvoordeel | 361.266 | 211.000 | 572.266 | ‒ 41.712 | 530.554 | ‒ 38.674 | ‒ 26.233 | 0 | 0 |
Minimumjeugdloonvoordeel | 18.909 | 0 | 18.909 | ‒ 4.061 | 14.848 | ‒ 5.994 | 0 | 0 | 0 |
Loonkostenvoordelen | 140.238 | 0 | 140.238 | 4.437 | 144.675 | 4.503 | 3.898 | 2.166 | ‒ 57.886 |
Subsidies (regelingen) | |||||||||
Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden | 127.386 | 0 | 127.386 | ‒ 41.701 | 85.685 | 41.872 | 16.684 | 0 | 0 |
Overige subsidies algemeen | 3.301 | 0 | 3.301 | ‒ 443 | 2.858 | 145 | 145 | 145 | 145 |
Duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen | 5.435 | 0 | 5.435 | 604 | 6.039 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stimuleringregeling LLO in MKB | 57.165 | 0 | 57.165 | 1.388 | 58.553 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stimulans Arbeidsmarktpositie | 305.601 | 0 | 305.601 | ‒ 62.912 | 242.689 | ‒ 306051 | ‒ 305775 | ‒ 320700 | ‒ 195.700 |
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid | 404.746 | 0 | 404.746 | ‒ 66.106 | 338.640 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Nederland leert door | 38.261 | 0 | 38.261 | 0 | 38.261 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||||
Opdrachten | 37.948 | 0 | 37.948 | 5.682 | 43.630 | 11.870 | 2.528 | 2.216 | 2.605 |
Bekostiging | |||||||||
Bekostiging | 100 | 0 | 100 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | |||||||||
Ministerie van VWS | 56 | 0 | 56 | 0 | 56 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ministerie van EZK | 260 | 0 | 260 | ‒ 154 | 106 | ‒ 154 | ‒ 154 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||||
Agentschap RIVM | 4.783 | 0 | 4.783 | 200 | 4.983 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschap CJIB | 177 | 0 | 177 | 0 | 177 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||||
SPUK BMIP | 0 | 0 | 0 | 966 | 966 | 1.000 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 206.505 | 0 | 206.505 | 754.610 | 961.115 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Ontvangsten | |||||||||
Algemeen | 1.180 | 0 | 1.180 | 0 | 1.180 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Boeten | 12.700 | 0 | 12.700 | 5.300 | 18.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Terug ontvangsten NOW | 192.625 | 0 | 192.625 | 749.310 | 941.935 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 203,8 miljoen bij de uitgaven en ‒ € 278,1 miljoen bij de verplichtingen. De mutatie bij de ontvangsten is € 754,6 miljoen. Onderstaand worden de mutaties toegelicht.
Juridisch verplichte uitgaven
De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2023 84,05%.
Verplichtingen artikel 1
– Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met € 278,1 naar beneden bijgesteld. Het verschil tussen de verplichtingenmutatie en de kasmutatie (€ 74,5 miljoen) wordt hoofdzakelijk door het volgende verklaard:
• Bij de MDIEU kasverplichtingenschuif is de verplichtingenschuif € 68 miljoen hoger dan de kasschuif.
• Verder is bij de MDIEU eindejaarsmarge het verplichtingenbedrag € 8,3 miljoen lager dan het kasbedrag.
• Ten slotte is bij de eindejaarsmarge van de subsidieregeling DILLO het verplichtingenbedrag € 2 miljoen hoger.
Inkomensoverdrachten
1. Lage-inkomensvoordeel (LIV)
– Op basis van de voorlopige realisaties zijn de verwachte uitgaven aan het LIV meerjarig neerwaarts bijgesteld; voor 2023 met € 41,7 miljoen en de ramingen van 2024 en 2025 zijn respectievelijk met € 38,7 en € 26,2 miljoen verlaagd. De voorlopige beschikkingen van het LIV over 2022 (uitbetaling in 2023) laten een meevaller zien. Een mogelijke verklaring is dat de cao-lonen in 2022 relatief hard zijn gestegen, waardoor relatief meer werknemers buiten het uurlooncriterium vallen.
2. Minimumjeugdloonvoordeel
– Op basis van de voorlopige realisaties zijn de verwachte uitgaven aan het J-LIV meerjarig neerwaarts bijgesteld; voor 2023 met € 4,1 miljoen en 2024 met € 6,0 miljoen. De voorlopige beschikkingen van het J-LIV over 2022 (uitbetaling in 2023) laten een meevaller zien. Een mogelijke verklaring is dat de cao-lonen in 2022 relatief hard zijn gestegen, waardoor relatief meer werknemers buiten het uurlooncriterium vallen.
3. Loonkostenvoordelen (LKV)
– Op basis van de voorlopige realisaties over 2022 is de raming structureel naar boven bijgesteld (€ 4,4 miljoen in 2023). De voorlopige beschikkingen van het LKV over 2022 (uitbetaling in 2023) laten een tegenvaller zien. Een mogelijke verklaring is dat door de krappe arbeidsmarkt er meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk zijn gegaan. De verwachte uitgaven voor het LKV banenafspraak zijn aangepast tot 2026 en voor het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapten tot 2025, omdat het kabinet voornemens is deze regelingen in respectievelijk 2025 en 2024 te wijzigen1. Tot slot zal het LKV ouderen worden afgeschaft per 2026 (uitbetaling in 2027). Uit evaluatie blijkt dat de doelmatigheid van het LKV ouderen op zijn hoogst beperkt is. De besparing van € 60,7 miljoen is ingezet ten behoeve van de Rijksbrede dekkingsopgave in de afgelopen voorjaarsbesluitvorming.
Subsidies
1. Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden
– Voor de maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDI&EU) is meerjarig in totaal 1 miljard euro beschikbaar. In de zomer van 2021 heeft het eerste aanvraagtijdvak voor activiteitenplannen opengestaan. Het subsidieplafond voor het tweede tijdvak, in 2022, is iets lager vastgesteld dan eerder werd verwacht, omdat sectoren hebben aangegeven meer tijd nodig te hebben om tot afspraken te komen over eerder uittreden en duurzame inzetbaarheid. Om beter bij het verwachte kasritme van de eerste tijdvakken aan te sluiten is er een kasschuif gedaan van 2023 (- € 59,7 miljoen) naar 2024 (€ 42,9 miljoen) en 2025 (€ 16,7 miljoen) gedaan.
– Om ervoor te zorgen dat het totaalbedrag voor de MDI&EU (€ 1 miljard) beschikbaar blijft, wordt via de eindejaarsmarge van 2022 de onderuitputting op de regeling in 2022 van € 18,8 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.
2. Overige subsidies algemeen
– Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (- € 0,4 miljoen in 2023).
3. Duurzame inzetbaarheid en een levenlang ontwikkelen
– Via de eindejaarsmarge van 2022 is er € 0,7 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd. € 0,1 miljoen is herschikt naar het opdrachtenbudget ten behoeve van een opdracht voor het kennisplatform duurzame inzetbaarheid.
4. Stimuleringsregeling LLO in MKB
– Via de eindejaarsmarge van 2022 is er € 1,4 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.
5. Stimulans Arbeidsmarktpositie (STAP)
– Er is sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting (- € 0,4 miljoen).
– Er is een kasverplichtingenschuif van 2023 (- € 62,5 miljoen) naar 2027 gedaan door de vertraagde invoering van het extra compartiment STAP.
– Daarnaast is in de voorjaarsbesluitvorming besloten de scholingssubsidie STAP per 2024 af te schaffen. De budgettaire vrijval wordt gebruikt als bijdrage aan de Rijksbrede dekkingsopgave.
6. Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid
– Op basis van de uitvoeringsgegevens van het UWV is de uitgavenraming van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) voor 2023 naar beneden bijgesteld met € 66,1 miljoen. Deze bijstelling komt voort uit lager dan verwachte nabetalingen aan werkgevers.
Opdrachten
– Om het aantal bedrijfsartsen op korte termijn te vergroten en zo de arbeidsgerelateerde zorg te bevorderen, wordt in het kader van het arbeidsmarktpakket in 2023 en 2024 een noodmaatregel van tijdelijke publieke medefinanciering van opleiding en bijdrage aan kwaliteitsverbetering getroffen (respectievelijk € 4,7 en € 10 miljoen).
– Op het opdrachtenbudget is via de eindejaarsmarge van 2022 voor een totaal bedrag van € 0,7 miljoen aan budget voor de begroting 2023 toegevoegd.
– Voor communicatieopdrachten wordt voor 2023 € 0,9 miljoen budget toegevoegd voor communicatieactiviteiten met betrekking tot regelingen en wetgevingstrajecten.
– Voor de uitvoering van zzp-maatregelen is voor de jaren 2023 en 2024 € 0,5 miljoen overgeboekt vanaf artikel 99.
– In het Coalitieakkoord zijn voor de aanbevelingen van de commissie Roemer (aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten) middelen gereserveerd. Voor 2023 wordt € 2,5 miljoen bijgeboekt. € 1 miljoen hiervan is bestemd voor het coördineren van losse initiatieven voor informatievoorziening aan arbeidsmigranten en voor het toegankelijker maken van informatie voor deze doelgroep. Het overige is bestemd voor kosten verband houdende met de arbeidscommissie en het wetsvoorstel verplichte certificering.
– Daarnaast wordt in het kader van de commissie Roemer voor de SPUK Brabants Migratie Informatiepunt (BMIP) € 1 miljoen overgeboekt naar bijdrage medeoverheden.
– De instellingssubsidie aan Fairwork is verhoogd om inflatiegerelateerde kosten te dekken. Hiervoor is vanaf 2023 € 0,2 miljoen overgeboekt naar het subsidiebudget.
– € 2,1 miljoen is interdepartementaal overgeboekt naar andere departementen. € 1,1 miljoen hiervan ging naar EZK voor een Risico-inventarisatie en evaluatie uitgevoerd door TNO. € 0,6 miljoen van het totaal ging naar BZK voor het ondersteuningsprogramma arbeidsmigranten.
– € 0,7 miljoen is overgeboekt naar artikel 96 voor externe inhuur ten behoeve van verschillende beleidsdoeleinden.
– Hiernaast is er sprake van diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.
Bijdrage andere begrotingen, agentschappen en medeoverheden
– De mutatie op de bijdrage andere hoofdstukken (- € 0,2 miljoen) heeft betrekking op een LPO-bijstelling van de bijdrage aan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de Maatschappelijk Programma Arbeidsomstandigheden (MAPA) gelden.
– Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een bijdrage van € 0,2 miljoen gedaan voor de BRZO-inspectie advisering arbeidsveiligheid.
– In het Coalitieakkoord zijn voor de aanbevelingen van de commissie Roemer (aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten) structureel middelen gereserveerd. Hiervan wordt in 2023 middels een SPUK bijna € 1 miljoen overgeheveld naar het provinciefonds voor het Brabants Migratie Informatiepunt (BMIP).
Ontvangsten
1. Boeten
– De raming van de boeteontvangsten is voor 2023 naar boven bijgesteld met € 5,3 miljoen en in 2024 en verder met € 1 miljoen. Door inzet op het wegwerken van achterstanden neemt de raming van de boete-opbrengsten tijdelijk extra toe.
2. Terugontvangsten NOW
– De voorschotten voor de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) die in 2020 t/m 2022 verstrekt zijn, worden door het UWV vastgesteld. Als voorschotten te hoog zijn geweest moet het te veel ontvangen bedrag terugbetaald worden door de werkgever aan het UWV. Dit leidt in 2023 tot verwachte hogere terugontvangsten voor de NOW van 749,3 miljoen.
Omschrijving | Ontwerpbegroting 2023 (1) | Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4) | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 392.080 | 0 | 392.080 | 15.460 | 407.540 | ‒ 8.417 | 4.039 | 16.831 | 28.592 |
Uitgaven | 392.080 | 0 | 392.080 | 15.460 | 407.540 | ‒ 8.417 | 4.039 | 16.831 | 28.592 |
Inkomensoverdrachten | |||||||||
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte | 367.683 | 0 | 367.683 | 14.669 | 382.352 | ‒ 1.815 | 3.889 | 9.641 | 15.446 |
Transitievergoeding na 2 jaar ziekte nominaal | 13.911 | 0 | 13.911 | 3.151 | 17.062 | 9.263 | 16.454 | 23.936 | 30.385 |
Compensatieregeling Transitievergoeding MKB nominaal | 383 | 0 | 383 | ‒ 36 | 347 | ‒ 932 | ‒ 1.371 | ‒ 1.813 | ‒ 2.306 |
Compensatieregeling Transitievergoeding MKB | 10.103 | 0 | 10.103 | ‒ 2.324 | 7.779 | ‒ 14.933 | ‒ 14.933 | ‒ 14.933 | ‒ 14.933 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt € 15,5 miljoen bij de uitgaven en bij de verplichtingen. Hieronder worden de mutaties toegelicht.
Inkomensoverdrachten
1. Transitievergoeding na 2 jaar ziekte
– De raming is voor 2023 naar boven bijgesteld met € 14,7 miljoen, in 2024 naar beneden met € 1,8 miljoen, en in 2025, 2026 en 2027 naar boven met respectievelijk € 3,9 miljoen, € 9,6 miljoen en € 15,4 miljoen.
– De uitgaven in 2022 die betrekking hebben op terugwerkende kracht gevallen namen minder snel af dan verwacht. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2023. Vooralsnog verwachten we dat terugwerkende kracht na 2023 niet meer tot substantiële uitgaven zullen leiden.
– In latere jaren is er enerzijds een opwaarts effect op de raming vanwege de verwachte toename van de instroom in de WIA, anderzijds leidt een gemiddeld lagere transitievergoeding dan verwacht in alle jaren tot neerwaarts effect op de uitgaven.
2. Compensatieregeling Transitievergoeding MKB
– De afgelopen periode is de uitwerking van het onderdeel bedrijfsbeëindiging wegens ziekte van de werkgever bij deze compensatieregeling onderzocht. Een uitvoerbaar en effectief uitvoeringskader voor dit onderdeel blijkt niet haalbaar en daarom wordt afgezien van dit onderdeel van de regeling. Dit leidt vanaf 2024 tot een vrijval van € 12,3 miljoen per jaar. Deze vrijval wordt ingezet als dekking voor de aanpassing die wordt gedaan in de WIA-dagloonsystematiek omtrent loonloze tijdvakken (zie artikel 3).
– Daarnaast lijkt er op basis van de realisatiecijfers over 2022 licht minder gebruik te worden gemaakt van de regeling dan verwacht. Verder is er sprake van een gemiddeld lagere transitievergoeding dan verwacht. Deze effecten leiden tot een neerwaarts effect van circa € 2,3 miljoen in 2023 en structureel € 2,6 miljoen vanaf 2024.
– In totaal nemen de verwachte uitgaven af met ‒ € 2,3 miljoen in 2023 en ‒ € 14,9 miljoen structureel vanaf 2024.
3. Nominaal
– Dit betreft de bijstelling van de nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grotere of kleinere grondslag), én als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen. In totaal € 3,1 miljoen in 2023 oplopend tot € 28,1 miljoen in 2027.