Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

238.397

‒ 150.178

88.219

Uitgaven

156.165

‒ 67.946

88.219

Waarvan juridisch verplicht

  

0%

11.01 Verkenningen

4.000

65.351

69.351

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

   

11.03 Reserveringen

142.183

‒ 125.685

16.498

11.03.01 Gebiedsprogramma's

5.001

‒ 5.000

1

11.03.02 Overige reserveringen

126.515

‒ 110.018

16.497

11.03.03 Reserveringen Coalitieakkoord

10.667

‒ 10.667

 

11.04 Generieke Investeringsruimte

9.982

‒ 7.612

2.370

Ontvangsten

   

11.09 Ontvangsten

   

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in 2023 met circa € 150,2 miljoen verlaagd. De primaire oorzaken hiervan zijn:

  • De verwerking van het verplichtingensaldo 2023 (- € 192,4 miljoen). Op een aantal reserveringen en verkenningen is er minder verplichtingenbudget nodig in 2023. Dit budget schuift door naar 2024 Deze verplichtingenmutaties hangen samen met de uitgavenmutaties die hieronder worden toegelicht. Daarnaast is er in begrotingsvoorbereiding 2024 voor een tweetal risicoreserveringen het verkeerde verplichtingenjaar gemuteerd, waardoor er voor circa € 84 miljoen minder aan verplichtingenbudget nodig is in 2023;

  • Verhogingen van het verplichtingenbudget met € 69,4 miljoen vanwege een overboeking vanuit BZK. Dit wordt bij de uitgavenmutaties nader toegelicht;

  • Verhoging van het verplichtingenbudget als gevolg van de verwerking meevallers A2 Deil Den Bosch Vught, Omlegging Badhoevedorp A4/A9 en A1 Apeldoorn Azelo;

  • Verlaging van het verplichtingenbudget met € 40 miljoen door een overboeking van artikel 11 naar artikel 12. Dit wordt bij de uitgavenmutaties nader toegelicht.

Uitgaven

De mutaties in de 2e suppletoire begroting leiden tot een verlaging van de uitgaven met € 67,9 miljoen op artikel 11. Hieronder worden de belangrijkste mutaties per artikelonderdeel toegelicht.

11.01 Verkenningen

De verhoging van artikelonderdeel 11.01 bij de 2e suppletoire begroting met € 65,4 miljoen komt met name door een overboeking vanuit BZK. Deze wordt hieronder toegelicht.

Overboeking vanuit BZK

Er wordt € 69,4 miljoen overgeboekt vanuit BZK naar IenW ten behoeve van verkenning Openbaar Vervoer en Wonen Utrecht. Dit bedrag is inclusief prijsbijstelling. Dit bedrag wordt overgemaakt naar aanleiding van een eerdere afspraak, waarbij BZK een toezegging had gedaan om middelen over te maken naar IenW voor de MIRT-afspraken in Utrecht.

Saldo 2023

Er zijn lagere uitgaven geweest bij de Verkenningen van Den Bosch en Oudelijn (- € 4 miljoen) waarbij de betalingen pas volgen in 2024.

11.03 Reserveringen

Het budget is op artikelonderdeel 11.03 bij de 2e suppletoire begroting verlaagd met € 125,7 miljoen. Dit is met name het resultaat van de verwerking saldo 2023 (- € 82 miljoen) en overboekingen naar artikel 12 (- € 42,3 miljoen).

Overboeking naar artikel 12

Dit betreft een overboeking voor de stimuleringsregeling Slim, Veilig, Doelmatig en Duurzaam gebruik van Mobiliteitsinfrastructuur zoals afgesproken tijdens de BO-MIRT in 2022. Deze regeling zal ingaan in het najaar van 2023. Hiervoor is een eerste tranche van € 40 miljoen nodig die van artikel 11 naar artikel 12 gaat.

Saldo 2023

Op diverse reserveringen is in 2023 minder budget nodig dan oorspronkelijk voorzien. Deze middelen worden niet in 2023 ingezet en schuiven via het saldo 2023 door naar 2024. Het gaat om de reserveringen voor het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (- € 14,8 miljoen), reservering Stikstof (- € 8,1 miljoen), reservering Strategisch Plan Verkeersveiligheid (- € 2 miljoen), de reservering Caribisch Nederland BenO (- € 4,4 miljoen), reservering Woningbouwmiddelen ten behoeve van de risicobeheersing (€ 7,9 miljoen), reserveringen voor Spoor (- € 23 miljoen), reservering modaliteit specifieke keuzes (- € 9,2 miljoen) en de reservering SPUK Schone Lucht Akkoord (- € 6,4 miljoen).

11.04 Generieke Investeringsruimte

Dit artikelonderdeel wordt verlaagd met circa € 7,6 miljoen. Dit is met name het gevolg van de verwerking van meevallers op de aanlegprojecten bij RWS, de verwerking van het saldo 2023 en een onttrekking voor de vervanging walradarsystemen.

Meevallers Aanlegprojecten

Er zijn drie meevallers verwerkt in deze tweede suppletoire begroting. Het gaat om het project Omlegging Badhoevedorp A4/A9 van € 15,1 miljoen, omdat het project is afgerond en een deel van het projectbudget niet nodig is geweest. Op het project A2 Deil Den Bosch Vught wordt een aantal maatregelen niet uitgevoerd (carpoolplaats Boxtel en toeritdosering bij Waardenburg). Dit leidt tot een meevaller van € 2,3 miljoen. Op het project A1 Apeldoorn Azelo is een meevaller verwerkt van € 5,4 miljoen. Dit bedrag is in 2023 niet benodigd om prijsstijgingen te compenseren en wordt teruggeboekt naar de investeringsruimte.

Saldo 2023

Als gevolg van de saldo mee- en tegenvallers bij RWS resteert er een overschot van € 27,3 miljoen bij op de investeringsruimte. Dit bedrag wordt in 2023 niet meer opgevraagd, schuift via het saldo 2023 naar 2024 en blijft op die manier behouden voor de generieke investeringsruimte.

Onttrekking walradarsystemen

Er is € 5,6 miljoen onttrokken uit de risicoreservering Walradarsystemen voor de vervanging van de radarpost Lange Jaap.

Licence