Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1)

Mutaties 2e suppletoire begroting (2)

Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2)

Verplichtingen

374.296

‒ 321.789

52.507

Uitgaven

63.266

‒ 63.262

4

Waarvan juridisch verplicht

  

2%

11.01 Verkenningen

1.258

‒ 1.258

0

11.02 Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

   

11.03 Reserveringen

55.508

‒ 55.504

4

11.03.01 Gebiedsprogramma's

2.503

‒ 2.500

3

11.03.02 Overige reserveringen

43.775

‒ 43.775

0

11.03.03 Reserveringen Coalitieakkoord

9.230

‒ 9.229

1

11.04 Generieke Investeringsruimte

6.500

‒ 6.500

0

Ontvangsten

   

11.09 Ontvangsten

   

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in de tweede suppletoire begroting met circa € 321,8 miljoen verlaagd. De primaire oorzaken hiervan zijn:

  • De verwerking van het verplichtingensaldo 2024 (- € 318,1 miljoen). Op een aantal (risico)reserveringen en verkenningen is er minder verplichtingenbudget nodig in 2024. Dit budget schuift door naar 2025 De meeste verplichtingenmutaties hangen 1-op-1 samen samen met de uitgavenmutaties die hieronder worden toegelicht. De belangrijkste verschillen tussen de uitgavenmutaties en verplichtingenmutaties worden hieronder toegelicht:

    • Op 11.01 Verkenningen schuift, in vergelijking met de uitgaven, € 14 miljoen additionele verplichtingen voor de Verkenning Den Bosch uit 2024 door naar 2025. Dit verplichtingenbudget is volgend jaar weer nodig.

    • Op 11.03 Reserveringen schuift bij de CA-reservering Rutte IV voor de Lelylijn, in vergelijking met de uitgaven, € 4,6 miljoen additionele verplichtingen uit 2024 door naar 2025. Dit verplichtingenbudget is volgend jaar weer nodig.

    • Op 11.03 Reserveringen schuift bij de CA-reservering Rutte IV voor Woningbouw, in vergelijking met de uitgaven, € 239,9 miljoen additionele verplichtingen uit 2024 naar 2025. Het gaat om de verplichtingen op de projecten: HOV4, Lijn Pampus Almere, Rijnburg en Westflank Groningen. Voor HOV 4 Eindhoven en Lijn Pampus Almere moet nog een bestuursovereenkomst worden opgesteld, dus schuiven de verplichtingen naar achter. Voor Westflank Groningen loopt nog een MIRT-onderzoek en wordt een ontwikkelagenda opgesteld tussen rijk en regio over ontsluitingsmaatregelen, dit vindt niet meer in het huidige jaar plaats en daarom schuiven deze verplichtingen ook naar achter.

  • Verlaging van de verplichtingen met € 3,7 miljoen door de overboekingen voor de Nederlandse Norm (NEN) en overboeking TNO op artikelonderdeel 11.03 en de saldo mee- en tegenvallers op 11.04. Zie uitgebreide toelichting bij de uitgaven.

Uitgaven

De mutaties in de tweede suppletoire begroting leiden tot een verlaging van de uitgaven met € 63,2 miljoen op artikel 11. Hieronder worden de belangrijkste mutaties per artikelonderdeel toegelicht.

11.01 Verkenningen

Artikelonderdeel 11.01 wordt bij de tweede suppletoire begroting met € 1,3 miljoen verlaagd. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van het Saldo 2024.

Saldo 2024

Er heeft een programma-actualisatie plaatsgevonden bij de aanvragen van de Verkenningen Den Bosch (€ 1 miljoen) en Oeververbinding Rotterdam (€ 0,3 miljoen).

11.03 Reserveringen

Artikelonderdeel 11.03 wordt bij de tweede suppletoire begroting verlaagd met € 55,5 miljoen. Dit is het resultaat van de verwerking Saldo 2024 (- € 50,6 miljoen) en overboekingen naar artikel 12 (- € 4,9 miljoen).

Overboekingen naar artikel 12

  • Overboeking Road Monitor 2 (- € 2,3 miljoen): Dit betreft een overboeking voor de opschaling van de Road Monitor 2. Middelen komen uit de modaliteit specifieke reservering voor het Hoofdwegennet.

  • Overboeking NEN (€ 2,6 miljoen): Dit betreft een overboeking met betrekking tot de NEN Eurocodes van de Grond-, Weg- en Waterbouw. Middelen komen uit de modaliteit specifieke reservering voor het Hoofdwegennet.

Saldo 2024

Bij de budget op de reserveringen is voor een groot deel niet meer nodig in 2024 (- € 50,6 miljoen).

Het gaat om de modaliteit specifieke reserveringen op Wegen (- € 10,1 miljoen) en Vaarwegen (- € 13,1 miljoen). De verwachting was dat de modaliteit specifieke reservering gerealiseerd zou worden in de laatste maanden van 2024. Deze middelen zijn echter alleen voor een klein deel gerealiseerd in de laatste maanden, waardoor het resterende budget doorschuift naar 2025.

Daarnaast vinden er vertragingen plaats bij de reservering Stikstof (- € 13,8 miljoen), reservering Brainport Eindhoven (- € 2,5 miljoen), de reservering Caribisch Nederland BenO (- € 0,6 miljoen), reserveringen voor PHS (- € 0,6 miljoen), reservering SCM (- € 0,6 miljoen) en de reservering Slimme en Duurzame Mobiliteit (- € 0,1 miljoen) en de reserveringen Woningbouw (- € 8,2 miljoen) en Lelylijn (- € 1 miljoen) die vanuit het Coalitieakkoord Rutte IV beschikbaar zijn gesteld aan het MF.

11.04 Generieke Investeringsruimte

Artikelonderdeel 11.04 wordt bij de tweede suppletoire begroting met € 6,5 miljoen verlaagd. Dit is het resultaat van de verwerking van het Saldo 2024 (- € 7,6 miljoen) en verwerking van het saldo mee-en tegenvallers op de generieke investeringsruimte (€ 1,1 miljoen).

Saldo 2024

Op de Generieke Investeringsruimte worden minder uitgaven gedaan. Het gaat om € 7,6 miljoen minder uitgaven dan initieel was geraamd. De risico(reserveringen) voor de integrale overgang van het kas/verplichtingenstelsel naar het baten-lastenstelsel van RWS (het project iBLS) van € 2 miljoen, herbeplantingsplicht (€ 2 miljoen), de terugsluis vrachtwagenheffing (€ 2 miljoen) en Stikstofkosten N65 (€ 0,5 miljoen) zijn niet nodig in 2024. Daarnaast schuift het resterende bedrag van de meevaller Kustwacht (circa € 1,1 miljoen) ook door naar 2025.

Saldo mee- en tegenvallers

In verband met vertraging bij de re-organisatie van de Kustwacht worden in 2024 niet alle beschikbare middelen uitgegeven. De middelen bestaan uit bijdragen van de verschillende opdrachtgevers van de Kustwacht. Het aandeel van IenW dat in 2024 niet tot besteding komt is € 1,3 miljoen. Dit bedrag vloeit terug naar de generieke investeringsruimte.

Op het project Dynamisch Verkeerssysteem is een tegenvaller van € 0,2 miljoen gemeld. Deze wordt gedekt uit de generieke investeringsruimte.

De saldo mee- en tegenvallers in 2024 op het MF is dus € 1,1 miljoen. De resterende middelen op de Verkenningen, Reserveringen en Generieke Investeringsruimte schuiven via de saldowerking op het Mobiliteitsfonds door naar het jaar 2025.

Licence