Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.

Tabel 46 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid art.17 per subthema (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

188.754

92.946

93.241

101.437

112.832

92.634

43.726

        

Uitgaven

26.662

32.281

46.693

51.783

57.955

58.945

45.037

        

Uitgaven onderverdeeld per subthema

       

1 Luchtvaart

26.662

32.281

46.693

51.783

57.955

58.945

45.037

Regisseren

De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart.

De rol regisseren heeft betrekking op de volgende taken:

  • De kaders voor de veiligheid van de burgerluchtvaart komen grotendeels internationaal tot stand bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties (ICAO). De implementatie vindt veelal plaats via regels die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. De Minister levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de kaders op mondiaal en Europees niveau. Nederland zet in op een hoge compliance met deze kaders. De Minister neemt de regie om het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder te versterken.

  • De ontwikkeling van drones en onbemande luchtvaartuigen gaat snel. Deze ontwikkeling biedt economische kansen voor bedrijven en leidt tot nuttige maatschappelijke toepassingen. De Minister wil deze kansen benutten en de luchtvaartuigen veilig in het luchtruim integreren. Aandachtspunten zijn geluidshinder en privacy. De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels gericht op een veilige operatie van drones en een veilige integratie in het luchtruim.

  • Om de internationale verbondenheid voor Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis te beoordelen, ontwikkelt de Minister een beleidskader netwerkkwaliteit. Waar nodig en mogelijk zet de Minister in op vergroting van de beleidsruimte door EU-kaders aan te passen.

  • Het instellen van beperkingen van het maximum aantal vluchten op Schiphol en van het aantal nachtvluchten op Schiphol via het luchthavenverkeerbesluit (LVB) en het opstellen van regels voor openingstijden en extensieregelingen voor regionale luchthavens bij de betreffende luchthavenbesluiten.

  • In het kader van de Europese Green Deal zet de Minister actief in op de invoering van een Europese bijmengverplichting van duurzame luchtvaartbrandstoffen, waaronder duurzame biobrandstoffen en synthetische kerosine. Als een Europese verplichting niet (tijdig) wordt ingevoerd, streeft Nederland ernaar om per 2023 een nationale bijmengverplichting in te voeren.

  • Het uitwerken van een CO2-plafond voor de internationale luchtvaart vertrekkend uit Nederland.

  • Regie voeren op verbetering van de samenwerking tussen Schiphol en de regionale luchthavens op de publieke belangen veiligheid, duurzaamheid, kwaliteit van de leefomgeving en verbondenheid.

  • De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC), een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (integratie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).

  • De Minister richt zich op het veilig stellen van voldoende nationale luchthavencapaciteit en geeft invulling aan de wettelijke taken en verplichtingen ten aanzien van inrichting en gebruik van luchthavens en de omgeving.

  • Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.

  • Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).

Stimuleren

  • Het mogelijk maken van proefprojecten om geluidshinder te verminderen door middel van stedenbouwkundige, landschappelijke en bouwtechnische maatregelen.

  • Het faciliteren van de samenwerking tussen sectorpartijen, kennisinstellingen, brancheorganisaties en maatschappelijke organisaties aan de Duurzame Luchtvaarttafel.

  • Het stimuleren van de ontwikkeling van schonere en stillere vliegtuigen, vliegtuigmotoren en brandstoffen.

(Doen) Uitvoeren

  • Om het nieuwe maximum van 440.000 vliegtuigbewegingen voor Schiphol vast te leggen, zal in 2023 worden gewerkt aan de stappen die moeten worden gezet. Dit betekent dat de inzet gericht zal worden op het doorlopen van de Balanced Approach, een ministeriële regeling en een nieuw Luchthavenverkeerbesluit. Ook zal het anticiperend handhaven worden beëindigd. Dit betekent dat de handhavingspunten voor geluidsoverlast niet meer overschreden mogen worden. Tevens zal worden gewerkt aan de verdere invulling van de programmatische aanpak geluid en aan de totstandkoming en uitvoering van een gebiedsagenda.

  • Het uitvoeren van het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol.

  • Het uitvoeren van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024.

  • Het samen met de sectorpartijen op Schiphol, uitvoeren van de maatregelen die zijn aangekondigd naar aanleiding van het OVV-rapport over de veiligheid van Schiphol.

  • Het uitvoeren van de zeven aanbevelingen uit het rapport Vliegtuiggeluid: meten, rekenen en beleven dat in het kader van de Programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid is verschenen.

  • Het door de burgerluchthavens van nationale betekenis laten opstellen van actieplannen om de uitstoot van geluid en stoffen (ultrafijnstof (UFS) en stikstof­oxide (NOx)) te verminderen.

  • Het uitvoeren van het programma Luchtruimherziening.

Indicatoren en Kengetallen

Veilige luchtvaart

Voor veiligheid is het handelen van het ministerie of de veiligheid in al zijn facetten, niet in één overkoepelende indicator te vatten. Daarom verschijnt vanaf 2021 jaarlijks een systeemmonitor luchtvaartveiligheid, die vanuit de regierol van het ministerie in beeld brengt hoe het systeem functioneert. De ILT brengt jaarlijks de Staat van Schiphol uit, waarin naar de operationele veiligheid wordt gekeken.

Tabel 47 Kengetal: Aantal passagiersbestemmingen waarnaar (> 2 x per jaar) met voornamelijk geregelde vluchten wordt gevlogen per luchthaven1

Luchthaven

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Amsterdam

266

261

264

263

262

266

272

277

271

265

Frankfurt

301

286

286

287

290

309

322

319

295

285

London Heathrow

176

176

179

180

186

203

210

220

249

219

Parijs Charles de Gaulle

256

258

278

274

290

294

316

330

294

264

Brussel

190

181

192

190

193

200

204

203

191

181

1

Bron: Amsterdam Airport Schiphol (AAS), op basis van APG

Toelichting

In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. Onder invloed van COVID-19 is het aantal bestemmingen ten opzichte van 2019 (laatst pre corona jaar) op alle luchthavens afgenomen. Opvallend is wel dat het aantal bestemmingen van Londen Heathrow stabiel is gebleven. Op Frankfurt, Parijs Charles de Gaulle en Brussel daalt het aantal bestemmingen ten opzichte van 2019 (laatste pre corona jaar) sterker dan op Schiphol.

Tabel 48 Indicator Duurzame luchtvaart: CO2-uitstoot van vluchten vanuit Nederland 1
 

2017

2018

2019

2020

2021

CO2-uitstoot (Mton)

12,3

12,4

12,2

6,8

n.n.b.

1

Bron: op basis van CBS-cijfers over getankte kerosine voor luchtvaart.

Toelichting

De CO2-uitstoot van vluchten (internationale luchtvaart) vertrekkend vanuit Nederland is berekend aan de hand van de CBS-cijfers over getankte kerosine voor luchtvaart. Op basis van een emissiefactor kun je kg brandstof omrekenen naar kg CO2. ICAO hanteert een emissiefactor van 3,157. Nederland hanteert een emissiefactor van 3,15 conform EU ECTS en conform eerdere informatie aan de Kamer.

De lagere CO2-uitstoot in 2020 is het gevolg van sterk verminderde vluchten door de Coronacrisis. In het Akkoord Duurzame Luchtvaart is afgesproken om in 2030 de CO2-uitstoot terug te brengen tot het niveau van 2005 (11,3 Mton) en in 2050 tot 50% t.o.v. 2005 (5,6 Mton). De Gegevens voor CO2 uitstoot over 2021 waren nog niet beschikbaar ten tijde van het opstellen van deze begroting. De informatie zal aan de Tweede Kamer worden aangeboden bij het jaarverlsag 2022.

In de tweede helft van 2022 zal de eerste editie verschijnen van de in de uitvoeringsagenda bij de Luchtvaartnota aangekondigde monitor luchtvaart. Daarin staat een uitgebreidere set van indicatoren en kengetallen (voor alle publieke belangen en thema’s) om het luchtvaartbeleid te monitoren en evalueren. Hiervoor wordt onder andere informatie gebruikt uit (bestaande) monitors, zoals de monitor Netwerkkwaliteit, de Staat van Schiphol en de systeemmonitor luchtvaartveiligheid.

De Nederlandse luchtvaart staat voor een aantal grote opgaven. Nederland is een dichtbevolkt land en de luchthavens liggen op plekken waar veel belangen samenkomen en geregeld met elkaar botsen. De gezondheid van mensen die wonen en werken rondom de luchthavens staat onder druk. Zij worden blootgesteld aan een slechtere luchtkwaliteit en aan geluidsoverlast. Ook draagt de uitstoot van vliegtuigen bij aan de opwarming van de aarde en heeft het impact op de natuur. Maar luchtvaart is óók een belangrijke toegangspoort tot de wereld en een pijler onder onze economie. Dagelijks reizen duizenden Nederlanders met het vliegtuig de hele wereld over voor vakantie, familiebezoek en werk.

Het kabinet wil een goed evenwicht vinden tussen al die belangen en stelt de kwaliteit van deze publieke belangen centraal in plaats van de kwantiteit van het aantal vluchten van- en naar Nederland. Daarmee wordt de lijn uit de Luchtvaartnota 2020-2050 doorgetrokken. Het coalitieakkoord leidt tot andere accenten in de Uitvoeringsagenda en versnelt de maatregelen om de overlast in de omgeving van luchthavens te verminderen en de luchtvaart schoner en stiller te maken. Hiertoe worden deze kabinetsperiode de benodigde kaders en besluiten uitgewerkt die hierna worden toegelicht. Waar mogelijk wordt hierbij ingezet op maatregelen in internationaal verband (EU/ICAO (International Civil Aviation Organization)). Ook wordt een innovatiestrategie voor de luchtvaart uitgewerkt.

Bij luchtvaart staan de volgende publieke belangen centraal:

Veilige luchtvaart

Vliegen is een van de veiligste vormen van vervoer. Veiligheid in de luchtvaart (in de lucht en op de grond) is en blijft een topprioriteit om dit hoge niveau te behouden. Dit betekent veiligheid voor en beveiliging van vliegtuigpassagiers en bemanning, en veiligheid voor bewoners. Veiligheid blijft een topprioriteit en daarom werkt het ministerie hard om het hoge veiligheidsniveau te behouden en te verhogen. IenW werkt het Nederlands luchtvaartveiligheids-programma 2020-2024 uit in een actieplan. Nederland zet in op compliance met de internationale verplichtingen en heeft de ambitie om voortdurend tot de best presterende landen te behoren. Het gewenste resultaat is dat in de Nederlandse luchtvaart geen ongevallen gebeuren.

Veiligheid kan niet alleen door wet- en regelgeving worden afgedwongen. Hiervoor is ook een systeemaanpak noodzakelijk, bestaande uit regelgeving, toelating, operatie, toezicht en reflectie. Als alle onderdelen goed functioneren, draagt dit optimaal bij aan het in stand houden en continu verbeteren van de veiligheid. De jaarlijkse publicatie van de Systeemmonitor luchtvaartveiligheid geeft inzicht in het functioneren van dit veiligheidssysteem. Ook de internationale organisaties ICAO en EASA houden hier toezicht op. Ten slotte is ook een stevige Nederlandse luchtvaartautoriteit belangrijk. Het kabinet heeft middelen vrij gemaakt voor een eerste stap in de benodigde versterking van de luchtvaartautoriteit.

Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving

In de omgeving van luchthavens is het borgen van de kwaliteit van de leefomgeving belangrijk voor de gezondheid en leefkwaliteit van mensen en natuur. Ook bepaalt die kwaliteit mede de keuze voor een vestigingsplaats van internationale ondernemingen. Daarom is die kwaliteit belangrijk voor ons welzijn en onze welvaart. De verbetering van de leefomgevingskwaliteit rond luchthavens is hard nodig. Het gaat om de gezondheid van zowel omwonenden van luchthavens als werknemers op die luchthavens. Het kabinet kiest voor een aanpak waarmee geluidsoverlast en de uitstoot van onder meer stikstof en ultrafijnstof wordt verminderd. Er wordt een sectorbrede aanpak uitgewerkt gericht op een stapsgewijze reductie van de stikstofuitstoot door de luchtvaart. Ook wordt onderzocht welke andere mogelijk schadelijke stoffenuitstoot verminderd moet worden. Verder wordt in het verlengde van de Luchtvaartnota gewerkt aan geluidbeleid dat beter aansluit bij de hinder die bewoners ervaren en waarmee de sturingsmogelijkheden op hinder toenemen. Er is specifiek aandacht voor slaapverstoring door vluchten in de nachtperiode. Bij de uitwerking van deze voorstellen zijn een zorgvuldig participatietraject en duidelijke communicatie belangrijk.

Nederland goed verbonden

Het Rijk geeft de ruimte om via de lucht de voor Nederland meest relevante plekken in de wereld te bereiken. Dit gebeurt voor het welzijn en de welvaart van de Nederlanders. Het Rijk zal de vraag naar luchtvaart ten behoeve van passagiers en vracht selectief ondersteunen, waar die de grootst mogelijke waarde heeft voor de Nederlandse economie.

Zoals aangekondigd in de Luchtvaartnota werkt IenW een kader netwerkkwaliteit uit dat voorziet in een nieuwe monitoringwijze van luchtvaartnetwerken. Hiermee wordt het internationale netwerk van verbindingen van Nederland en het belang van de hubfunctie van Schiphol objectief en eenduidig in kaart gebracht. Daarnaast wil het kabinet dat in Europa vervoer per trein zo snel mogelijk, zowel qua tijd als qua kosten, een goed alternatief wordt voor vliegen. Dit draagt bij aan de verbetering van de internationale bereikbaarheid van Nederland. In samenwerking met partners wordt de Actieagenda trein en luchtvaart uitgevoerd

Duurzame luchtvaart

De luchtvaart staat wereldwijd voor de uitdaging om de toenemende uitstoot van broeikasgassen om te buigen in een afname om bij te dragen aan de klimaatdoelstelling van het Parijs-akkoord. Voor de internationale luchtvaart vertrekkend vanuit Nederland zijn CO2-reductiedoelen afgesproken. De voorstellen voor verduurzaming uit de Luchtvaartnota worden doorgezet. Dat betekent een inzet op in-sector CO2-reductie die complementair is aan de Europese inzet gericht op netto reductie. In ICAO wordt mede door Nederland gewerkt aan de totstandkoming van een ambitieus mondiaal langetermijndoel voor CO2-reductie. Afspraken op mondiaal niveau worden vertaald naar de Nederlandse situatie en waar nodig volgt aanscherping van de doelen in de Luchtvaartnota.

Ook blijft de doelstelling staan om in 2030 14% duurzame brandstoffen bij te mengen. Hiertoe zet Nederland tijdens de onderhandelingen over een Europese bijmengverplichting (ReFuelEU Aviation, onderdeel van het Fit-for-55-pakket) in op zo hoog mogelijke doelstellingen én op de mogelijkheid om nationaal een hogere bijmengverplichting in te kunnen voeren indien dit nodig blijkt. Tevens wordt het voorstel van de Europese Commissie voor een kerosineaccijns op EU-niveau ondersteund. Het kabinet heeft ook besloten om de opbrengsten van de vliegticketbelasting te verhogen.

Naast de inzet van het kabinet op het verduurzamen van de luchtvaartsector, ondernemen luchthavens zelf ook de nodige stappen. Zo heeft bijvoorbeeld Schiphol een actieprogramma stikstof opgesteld waarin de komende jaren wordt gewerkt aan duurzamer vervoer van en naar de luchthaven, elektrificatie van de activiteiten op de luchthaven en duurzamer luchtvervoer.

Tot slot stimuleert het kabinet innovatie met het beschikbaar stellen van middelen uit het Nationaal Groeifonds voor het voorstel Luchtvaart in Transitie. Luchtvaart in Transitie heeft een toekenning van € 264 miljoen en een voorwaardelijke toekenning van €119 miljoen (totaal max. €383 miljoen). Luchtvaart in Transitie is een meerjarig programma gericht op het leveren van een bijdrage aan het verduurzamen van de luchtvaartsector naar een klimaatneutrale luchtvaart in 2050. De kern van de toekenning richt zich op doorbraaktechnologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigontwikkeling en daarbij behorende onderzoek en flankerend beleid. Luchtvaart in Transitie adresseert een strategisch belangrijk en relevant nationaal en internationaal vraagstuk: het verminderen van de uitstoot door de luchtvaart. Het effect op het verdienvermogen hangt af van Nederlands succes in internationaal concurrerende markten én van effectief flankerend beleid. Daarom wordt door de vliegtuigindustrie nauw samengewerkt met internationale vliegtuigbouwers en overheden, en is deelname aan Europese onderzoeksprogramma’s zoals Clean Aviation en Clean Hydrogen essentieel. Een deel van het project is gericht op kennisborging na 2030 door laag TRL onderzoek en internationale samenwerking te stimuleren.

Tabel 49 Budgettaire gevolgen van beleid art. 17 (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

188.754

92.946

93.241

101.437

112.832

92.634

43.726

        

Uitgaven

26.662

32.281

46.693

51.783

57.955

58.945

45.037

        

1. Luchtvaart

26.662

32.281

46.693

51.783

57.955

58.945

45.037

Opdrachten

9.925

17.664

14.582

14.299

15.609

11.600

7.692

Opdrachten GIS

3

98

23

23

0

0

0

Caribisch Nederland

940

599

465

467

465

465

465

Klimaatbeleid

1.011

1.406

404

405

404

400

400

Luchtruim Regio Luchthaven

643

1.642

1.549

1.388

1.426

1.429

1.489

Luchtruimherziening

1.104

2.767

2.243

2.304

3.273

2.013

1.118

Onbemande luchtvaart

0

2.045

1.637

1.470

2.148

1.569

1.160

Onderzoek luchtvaart

0

490

2.549

3.695

3.671

2.616

0

Overige opdrachten

6.224

8.617

5.712

4.547

4.222

3.108

3.060

Subsidies

3.417

6.439

28.702

35.785

40.712

45.711

35.711

Subsidies klimaatbeleid

0

461

2.850

0

0

0

0

Subsidies tarieven Bonaire

425

431

0

0

0

0

0

Subsidies omploegen graan

1.444

1.663

0

0

0

0

0

NGF-project Luchtvaart in transitie

0

3.000

25.000

35.000

40.000

45.000

35.000

Overige Subsidies

1.548

884

852

785

712

711

711

Bijdrage aan agentschappen

6.443

6.302

117

117

53

53

53

Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

14

14

14

14

0

0

0

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

518

557

53

53

53

53

53

Waarvan bijdrage aan agentschap RWS tbv Caribisch Nederland

5.806

5.058

0

0

0

0

0

Overige Bijdragen aan agentschappen

105

673

50

50

0

0

0

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

1.563

1.476

1.481

1.482

1.481

1.481

1.481

Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization

1.454

1.311

1.311

1.311

1.311

1.311

1.311

Overige Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

109

165

170

171

170

170

170

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

1.540

400

100

100

100

100

100

Leningen

3.774

0

1.711

0

0

0

0

        

Ontvangsten

2.104

1.530

5.167

1.117

1.240

1.275

1.485

Tabel 50 Uitsplitsing verplichtingen art. 17
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

188.754

92.946

93.241

101.437

112.832

92.634

43.726

waarvan garantieverplichtingen

166.400

59.600

48.000

51.000

52.000

35.000

0

waarvan overige verplichtingen

22.354

33.346

45.241

50.437

60.832

57.634

43.726

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. Het betreft de Accijnsvrijstelling luchtvaartuigen en het Btw-nultarief personenvervoer. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de Fiscale regelingen’.

Budgetflexibiliteit

Onderstaand is in lijn met de voorschriften uit de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften een kwalitatieve toelichting voor de juridisch verplichte uitgaven opgenomen. Zie voor een nadere toelichting de ‘wijzigingen RBV 2022’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

Tabel 51 Budgetflexibiliteit
 

2023

juridisch verplicht

38%

bestuurlijk gebonden

55%

beleidsmatig gereserveerd

7%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Van het totale budget voor artikel 17 is voor 2023 38% juridisch verplicht.

Opdrachten

Het beschikbare budget in 2023 is voor 73% juridisch verplicht. De juridische verplichtingen bij de opdrachten betreffen de uitfinanciering van aangegane verplichtingen voor onder meer de opdrachten geluidsisolatie Schiphol (GIS), Regionale luchthavens, uitvoering U-space, de uitvoering van de luchtvaartnota en het programma Schiphol.

Subsidies

Het beschikbare budget in 2023 is voor 13% juridisch verplicht. Het subsidiebudget betreft met name het NGF-project Luchtvaart in transitie dat bestuurlijk gebonden is (87% van het subsidiebudget). Voor het volledige subsidieoverzicht wordt verwezen naar bijlage 5 in deze begroting.

Bijdrage aan agentschappen

De uitgaven voor de agentschapsbijdrage RWS is volledig juridisch verplicht en heeft een structureel karakter. De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsondersteuning en advies (BOA). RWS reserveert capaciteit voor het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.

Bijdragen internationale organisaties

Het beschikbare budget in 2023 is voor 100% juridisch verplicht. De bijdrage aan internationale organisaties betreft de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization (ICAO), aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC). Dit bedrag is daarmee geheel juridisch verplicht.

Lening

De lening aan Winair is 100% juridisch verplicht in 2023.

1 Luchtvaart

Opdrachten

Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS)

Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door middel van geluidsisolatie. De geplande uitgaven voor 2023 hebben betrekking op aankopen in de geluidssloopzones en klachtenafhandeling.

Caribisch Nederland

Het betreft de aanschaf van apparatuur en installaties ter bevordering van het veilig gebruik van de luchthavens en ter verbetering van de bedrijfsvoering. Tevens betreft het de financiering van diverse onderzoeken, opleidingen, workshops en de jaarlijks terugkerende kosten voor instandhouding van de luchtvaartpublicaties.

Opdrachten klimaatbeleid

De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Opdrachten zijn in dit kader bedoeld voor fundamenteel onderzoek, het verrichten van haalbaarheidsstudies, het opzetten van pilots/demo’s en het creëren van de juiste randvoorwaarden voor zowel de productie van verschillende (nieuwe) typen duurzame brandstoffen als het versnellen van duurzame innovaties (zoals hybride/elektrische aandrijving, nieuwe voertuigontwerpen en materialen). De middelen worden ook ingezet voor bredere kennisontwikkeling, bijvoorbeeld ten aanzien van de klimaatimpact van andere emissies dan CO2.

Opdrachten luchtruim regionale luchthavens

Voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde, Maastricht Aachen Airport en de militaire luchthaven Eindhoven met civiel medegebruik worden de komende jaren nieuwe of gewijzigde gebruiksvergunningen (Luchthavenbesluiten) vastgesteld. Het Rijk vindt het van belang dat deze luchthavens zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen. Daarom zijn voor Rotterdam The Hague Airport, Maastricht Aachen Airport en Eindhoven regionale verkenningen uitgevoerd om de toekomstige ontwikkeling van de luchthavens met betrokken stakeholders te bespreken. Leidend daarbij zijn de uitgangspunten uit de Luchtvaartnota. Er wordt een beroep gedaan op het Rijk om invulling te geven aan de te maken afspraken en het realiseren van ambities. Van belang bij de ontwikkeling is dat de geluidbelasting en uitstoot van verontreinigende stoffen eerst omlaag moet, voordat eventuele groei verdiend kan worden. Dat zal ook van het Rijk inzet vragen, bijvoorbeeld door onderzoek naar normstelling voor geluid en luchtkwaliteit of naar ondersteuning bij uitwerking en implementatie van hinderbeperkende maatregelen.

Opdrachten luchtruimherziening

Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Het programma is gericht op het bereiken van drie samenhangende doelen: efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim, beperking van klimaateffect en hinder in de omgeving, en verruiming van de civiele capaciteit en militaire missie effectiviteit. Het programma wordt gezamenlijk uitgevoerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Defensie, het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK), Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC). Het programma volgt een op Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) geïnspireerde aanpak, waarin participatie en internationale samenwerking centraal staan. Met de definitieve Voorkeursbeslissing die in het najaar van 2022 wordt vastgesteld, zal de Planuitwerkingsfase starten. De Planuitwerkingsfase zal in het teken staan van inhoudelijke stappen; onderzoek, ontwerp en simulaties. De Realisatiefase met stapsgewijze implementatie start vanaf 2024 tot 2035. De Tweede Kamer ontvangt halfjaarlijks een voortgangsbrief.

Onbemande luchtvaart (drones)

Het gebruik van onbemande luchtvaart (drones) neemt sterk toe. Deze ontwikkeling biedt nieuwe kansen voor bedrijven en leidt tot nuttige toepassingen. Het Rijk wil deze ontwikkeling de ruimte geven en innovatie in technologie en diensten mogelijk maken. De komst van drones in het lagere luchtruim zorgt naast kansen, ook voor nieuwe uitdagingen. Bij de ontwikkeling moet onder andere rekening gehouden worden met veiligheid, duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie. De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels. Het beleid voor onbemande luchtvaart is adaptief. Belangrijkste stappen zijn: implementeren van Europese voorschriften, waaronder dynamische kaarten, zonering, producteisen en het opleiden en registreren van operators en piloten. Integratie van drones in het luchtruim door in te zetten op de ontwikkeling van U-space conform nieuwe Europese regels. Innovatie, kennisontwikkeling en onderzoek bijvoorbeeld voor het gebruik in steden van "urban airtaxis", als onderdeel van de «smart mobility» en «mobility as a service» ontwikkelingen.

Onderzoeken Luchtvaart

In de Luchtvaartnota zijn verschillende onderzoeken voorzien voor de komende jaren, onder andere t.b.v. monitoring en evaluatie van het beleid. Via de monitor uitvoeringsagenda luchtvaartnota worden de realisatie van de in de luchtvaartnota beschreven acties gemonitord en waar nodig bijgestuurd.

Overige opdrachten

Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

Ten aanzien van Schiphol ziet het kabinet het als taak een goed evenwicht te vinden tussen de publieke belangen: leefbaarheid, duurzaamheid, veiligheid en de goede verbindingen met de wereld. Een belangrijk instrument om op de belangen te kunnen sturen is het vastleggen van de grenzen voor Schiphol met een aanpassing van het Luchthavenverkeersbesluit (LVB). Dit LVB heeft een directe relatie met het juridisch verankeren van het Nieuwe Normen en Handhavingsstelsel (NNHS) en de besluitvorming over een natuurvergunning voor Schiphol. Daarnaast spelen er rondom de luchthaven nog meer nationale en regionale opgaven die met elkaar strijden om de schaarse ruimte op het gebied van stikstof en anderszins. Om deze opgaven in samenhang met elkaar te bezien en tot de beste oplossingen te kunnen komen voor de luchthaven en voor het gebied waarin deze luchthaven ligt, is gekozen voor de opzet van een nieuw Programma Omgeving Luchthaven Schiphol. De regio Schiphol is toegevoegd aan het lijstje van NOVEX-gebieden.

Het doel van dit programma is tweeledig: het vaststellen van een LVB zodat daarmee ook het NNHS juridisch verankerd is en het rechtsvacuüm voor bewoners wordt opgeheven. En het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit voor de inwoners van de Schipholregio, door gebiedsgericht te kijken naar de nationale en regionale opgaven die in dit gebied stapelen en daar in gezamenlijkheid keuzes in te maken en oplossingsrichtingen af te spreken.

OVV-follow-up

In 2023 wordt vervolg gegeven aan de implementatie van de aanbevelingen van het de OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) rapport uit 2017 conform de aanpak zoals beschreven in de brief van het ministerie aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242) en daarop volgende voortgangsrapportages. Met deze aanpak versterkt het ministerie de rol als eindverantwoordelijke voor de veiligheid.

Lelystad

Lelystad Airport moet fungeren als overloopluchthaven voor Schiphol, zodat op Schiphol meer ruimte vrijkomt voor mainportgebonden verkeer. In de Kamerbrief van 24 juni 2022 (Kamerstukken 2019-2020, 31936, nr. 732) is aangegeven dat besluitvorming over de eventuele opening van Lelystad Airport als overloopluchthaven van Schiphol niet eerder dan medio 2024 zal plaatsvinden.

Omgevingsmanagement en Projectbeheer

Om de realisatiekracht van de uitvoering in het luchtvaartbeleid te versterken worden o.a. de uitvoering van de Luchtvaartnota, de herziening van het luchtruim, de aanpak van drones, de ontwikkeling van de luchthavens in hun omgeving en het veiligheidsprogramma projectmatig opgezet. Een transparante en zorgvuldige besluitvorming staat voorop. Met het zorgvuldig betrekken van stakeholders en omgeving in brede zin. De middelen voor projectbeheer en omgevingsmanagement worden ingezet om de benodigde expertise aan te trekken, voor het organiseren van de participatie en voor en de verwerking van zienswijzen.

Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP)

In 2023 wordt uitvoering gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024. Uitvoering van het NLVP is opgenomen in de uitvoeringsagenda bij de Luchtvaartnota en geeft invulling aan het publieke belang om Nederland veilig te houden in de lucht en op de grond. In het Nederlands Actieplan voor Luchtvaartveiligheid (NALV) worden de maatregelen opgenomen waarmee IenW samen met de sector werkt aan het continu verbeteren van de veiligheid van de burgerluchtvaart. Hierbij maken we onderscheid tussen de domeinen commerciële, kleine en onbemande luchtvaart en Caribisch Nederland

Verminderen risico op vogelaanvaringen

Uit een in 2021 afgeronde evaluatie naar het toen geldende convenant over het verminderen van het vogelaanvaringsrisico op en rond Schiphol bleek dat de huidige genomen maatregelen om het risico van aanvaringen met vogels en met name ganzen te verminderen, effectief zijn en moeten worden gecontinueerd. Om die reden wordt het sinds 2012 toegepaste viersporenbeleid, met daaraan toegevoegd een gedegen monitoring, in een nieuw vastgesteld convenant, dat loopt tot april 2024, voortgezet.

De vier sporen in dit beleid zijn de volgende:

  • Het technisch spoor: de inzet van en onderzoek naar technische middelen om vogels te detecteren en/of te verjagen.

  • Het ruimtelijk spoor: het voorkomen van nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen rondom de luchthaven.

  • Het foerageer spoor: het beperken van het voedselaanbod voor vogels op en rondom de luchthaven.

  • Het populatie spoor: het beperken van de populatie en het aantal aanwezige overzomerende ganzen rondom Schiphol.

KDC

Er vindt opdrachtverlening plaats aan de Stichting Knowledge & Development Center (KDC) die kennis levert om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol.

Programmatische aanpak meten (en berekenen) vliegtuiggeluid

In 2019 hebben de kennisinstituten RIVM, NLR en KNMI aanbevelingen op zeven thema’s gegeven om verbeteringen door te voeren bij het meten en berekenen van vliegtuiggeluid, rekening houdend met belevingsaspecten. Na de uitwerking van de aanbevelingen start de realisatiefase waarin de resultaten uit het uitgevoerde onderzoeksprogramma kunnen worden toegepast voor Schiphol. Dit omvat het uitvoeren van geluidmetingen, gekoppeld aan berekeningen, inclusief het analyseren en duiden van de verschillen. De realisatiefase wordt gefaseerd per thema ingevoerd, waarbij de laatste invoering volgens de prognose uiterlijk in 2023 plaatsvindt.

Cybersecurity

Het vergroten van de cyberweerbaarheid bij luchtvaartorganisaties is een continu aandachtspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor de continuïteit en weerbaarheid van netwerk- en informatiesystemen ligt bij de organisaties zelf. Het ministerie van IenW draagt vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid hieraan bij via algemene kaders (in beleid of in wet- en regelgeving, al dan niet voortvloeiend uit EU/internationaal verband) en initieert projecten/trajecten om de cyberweerbaarheid te verhogen.

Opdrachten elektrisch vliegen

Omdat veel innovaties op het gebied van hybride elektrisch vliegen nog niet klaar zijn voor de markt, is een financiële impuls vanuit de overheid van groot belang. De overheid kan de ontwikkeling op het gebied van hybride elektrisch vliegen stimuleren door middel van het verlenen van (onderzoeks)opdrachten en subsidies. Door financiële ondersteuning kan de innovatie versnellen door onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe technologieën. Daarnaast biedt het kansen aan de Nederlandse (maak)industrie, is het nodig om mee te kunnen doen aan Europese programma’s en in de internationale kopgroep voor hybride elektrisch vliegen.

Subsidies

Subsidies Klimaatbeleid

De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. SkyNRG ontvangt van IenW een subsidie van maximaal € 2,9 miljoen in 2023 (onder de voorwaarde dat de bijdrage voldoet aan de regels voor staatssteun) voor de duurzame kerosine fabriek Delfzijl (Project DSL-01). Met investeringen in schone energie en onder andere technologische innovaties wordt een impuls gegeven aan de transitie naar een toekomstbestendige duurzame petrochemische- en maakindustrie en luchthaven-infrastructuur in Nederland.

Subsidie luchtvaart in transitie (NGF)

Dit betreft de toegekende NGF-middelen Luchtvaart in Transitie zoals afgesproken in het coalitieakkoord ( € 263,9 miljoen). Deze middelen worden gebruikt om uiterlijk in 2050 een klimaatneutrale luchtvaart te kunnen realiseren. Er wordt ingezet op een duurzame luchtvaartsector en de ambitie om daarbij nieuwe toekomstbestendige banen te creëren. specieke maatregelen zijn:

  • De realisatie van een overkoepelde, decentraal georganiseerde data-deel-infrastructuur (BDI);

  • De ontwikkeling van nieuwe (digitale) infra-diensten;

  • De uitrol van een ‘transitieagenda’ om minimaal de helft van de Nederlandse bedrijven in de logistieke keten over de digitale streep te trekken.

Overige subsidies

Omgevingsraad Schiphol en Commissies Regionaal Overleg (CRO)

IenW draagt financieel bij aan de activiteiten van de Omgevingsraad Schiphol (ORS). Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, regionale en lokale overheden, luchtvaartpartijen en brancheorganisaties met als doel om de hinder van Schiphol zoveel mogelijk te beperken en een optimaal gebruik van de luchthaven te bevorderen. De jaarlijkse bijdrage bedraagt maximaal €264.000.

IenW investeert in lijn met de Luchtvaartnota in de verdere versterking en professionalisering van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis (Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam), de instandhouding van het nieuwe Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) en het opleiden van de deelnemers aan deze overleggen (kennis/expertise). In 2023 bedraagt de rijksbijdrage per commissie maximaal €70.000.

Subsidie Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg

IenW stelt een subsidie beschikbaar aan de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg voor de behandeling van klachten over de vliegbasis Geilenkirchen (AWACS) en de andere buitenlandse luchthavens in de grensregio met Limburg (Weeze-Niederrhein, Luik-Bierset). Gezien de specifieke situatie heeft IenW hiertoe besloten. Het gaat om buitenlandse luchthavens die milieueffecten hebben op Nederlands grondgebied, waarbij specifiek voor de vliegbasis Geilenkirchen sprake is van een bijzonder Rijksbelang (militaire bescherming van ons land in NAVO-verband) en relatief hoge geluidsoverlast vanwege de AWACS-vliegtuigen. De jaarlijkse subsidie bedraagt maximaal €75.000.

Subsidie Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordiging Regionale Luchthavens ABReL

IenW vindt het van belang dat bewonersorganisaties die zitting hebben in de Commissies regionaal overleg (CRO’s) en het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) een bijdrage kunnen leveren aan de uitwerking van (beleids-)vraagstukken uit de Luchtvaartnota. Dat is de reden dat een subsidie van maximaal €50.000 per jaar beschikbaar wordt gesteld aan de Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (ABReL), waardoor bewonersvertegenwoordigers extern ondersteuning kunnen inhuren die deze vrijwilligers adviseert en ontlast. Concreet ziet de subsidie toe op de bijdrage van ABReL aan de regionale verkenningen rond de regionale luchthavens, de bijdrage aan landelijke (beleids-)vraagstukken en deelname aan de nationale luchtvaarttafel (als uitwerking van de Luchtvaartnota).

Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor de Omgevingsraad Schiphol en Commissies Regionaal Overleg, het Luchthaven Eindhoven Overleg, Klachtentelefoon luchtverkeer Limburg, verbeteren luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika, ondersteuning luchtverkeersdienstverlening Bonaire, leefbaarheidsfonds Eindhoven en Stichting ABReL vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

Bijdrage aan agentschappen

Dit betreft voornamelijk de bijdrage die aan RWS ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de masterplannen luchthavens Caribisch Nederland gericht op het wegwerken van de tekortkomingen ten aanzien van de internationale regelgeving voor de vliegveiligheid en voor de wederopbouw van de Bovenwindse Eilanden als gevolg van de geleden schade door de orkanen Irma en Maria in september 2017.

Daarnaast betreft het investeringen voor de aanleg van platformen en landingsbaanverlichting op Bonaire. Deze investeringen zijn nodig om te kunnen voldoen aan internationale ICAO veiligheidsstandaarden. Er zal worden overgegaan tot de aanschaf van rescueboten. Het ontbreken hiervan is een groot veiligheidsrisico bij een onbedoelde landing op zee (crash).

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Voor de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization, aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC) wordt in 2023 een bedrag uitgegeven van circa € 1,5 miljoen, waarvan € 1,3 miljoen via de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

Bijdrage aan ZBO’s/RWT's

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)

Voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ wordt ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol, een bijdrage van € 0,1 miljoen verstrekt aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Onbemande luchtvaart zal waarschijnlijk bijdragen aan LVNL.

Leningen

Winair

Het betreft middelen die worden ingezet voor het verstrekken van een hypothecaire lening aan WinAir op het luchthavengebouw van Winair ter waarde van USD 3 miljoen. Daarmee kan het bedrijf, dat essentieel is voor de interinsulaire verbinding van Saba en Sint Eustatius op korte termijn blijven opereren.

Garantie LVNL

Voor de veilige afhandeling van het luchtverkeer in het Nederlandse luchtruim beheert LVNL vitale luchtvaartinfrastructuur. Dit betekent dat LVNL voortdurend moet investeren om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen door systemen die het einde van de levensduur bereiken tijdig te vervangen. Daarnaast moet LVNL investeren in nieuwe en innovatieve technologie, zodat LVNL niet alleen betrouwbare luchtverkeersleiding kan blijven geven, maar ook in de toekomst kan blijven voldoen aan de eisen en wensen die nationale en internationale partijen stellen aan de dienstverlening van LVNL. Hiervoor is een jaarlijks leningenplafond ingesteld. LVNL gaat bij het ministerie van Financiën leningen aan voor een bedrag van maximaal € 49,8 miljoen in 2021 en maximaal € 47,9 miljoen in 2023. IenW stelt zich garant voor deze leningen.

Licence