In de onderstaande figuur is de verwachte ontwikkeling van de netto zorguitgaven voor de periode 2022 tot en met 2026 opgenomen. De netto zorguitgaven groeien in deze periode naar verwachting met € 23,6 miljard, van € 81,4 miljard in 2022 naar € 105,0 miljard in 2026.
Figuur 1 Verwachte ontwikkeling van de netto zorguitgaven 2022-2026 (in miljarden euro’s)
Bron: VWS
De groei van de netto zorguitgaven vanaf het jaar 2022 is voornamelijk het gevolg van de loon- en prijsontwikkelingen en maar deels door volumegroei en beleidsmatige ontwikkelingen.
In paragraaf 6.4.4 van het FBZ wordt nader ingegaan op de horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven. Hierin wordt zowel de nominale als de reële groei in de afzonderlijke jaren opgenomen en wordt een uitsplitsing gemaakt voor de ontwikkeling van de Zvw en de Wlz.
De zorguitgaven onder het Uitgavenplafond Zorg zijn opgebouwd uit de geraamde premiegefinancierde uitgaven onder de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de begrotingsgefinancierde zorguitgaven (beschermd wonen en overige uitgaven).
Bij beschermd wonen gaat het om middelen die door middel van een integratie-uitkering aan gemeenten beschikbaar worden gesteld. Deze uitgaven staan op de begroting van het gemeentefonds van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), maar vallen wel onder het Uitgavenplafond Zorg.
De overige begrotingsgefinancierde zorguitgaven betreffen het deel van de uitgaven die verantwoord wordt op de VWS-begroting, maar wel onder het Uitgavenplafond Zorg vallen. Tot deze categorie behoren onder meer een deel van de uitgaven aan zorgopleidingen, de uitgaven voor zorg, welzijn en jeugdhulp op Caribisch Nederland en enkele subsidieregelingen. Ten slotte is een aantal maatregelen uit de Startnota, die onder het Uitgavenplafond Zorg vallen, opgenomen op de aanvullende post van het Ministerie van Financiën, .
Tabel 1 toont de bruto en netto zorguitgaven en ontvangsten onder het Uitgavenplafond Zorg. De totale bruto zorguitgaven minus deze niet-belastingontvangsten vormen de netto zorguitgaven.
Omschrijving | 2023 |
---|---|
Bruto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2023 | 94,9 |
Premiegefinancierd | 92,5 |
waarvan Zvw | 58,9 |
waarvan Wlz | 33,5 |
Begrotingsgefinancierd | 2,5 |
waarvan beschermd wonen | 1,5 |
waarvan overig begrotingsgefinancierd | 0,9 |
Ontvangsten stand ontwerpbegroting 2023 | 5,5 |
waarvan eigen betalingen Zvw | 3,3 |
waarvan eigen bijdragen Wlz | 2,2 |
Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2023 | 89,4 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |
Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa. |
Figuur 2 Bruto zorguitgaven per financieringsbron als aandeel in de totale zorguitgaven 2023 (in %)
*Gemeentefonds/BZK
**Begroting VWS
De netto zorguitgaven zijn de bruto zorguitgaven verminderd met de ontvangsten (eigen betalingen Zvw en eigen bijdragen Wlz).
In tabel 2 is vanaf de stand ontwerpbegroting 2022 de ontwikkeling van de netto zorguitgaven op hoofdlijnen te zien.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Netto zorguitgaven ontwerpbegroting 2022 | 81.358,3 | 84.629,7 | 88.642,3 | 92.784,5 | 97.172,8 |
2 | Bijstellingen NvW ontwerpbegroting 2022 | 599,1 | 620,6 | 648,9 | 679,1 | 710,8 |
Zorgverzekeringswet | 373,4 | 373,0 | 389,0 | 405,8 | 423,4 | |
Wet langdurige zorg | 235,2 | 247,7 | 259,9 | 273,3 | 287,4 | |
Begrotingsgefinancierd | ‒ 9,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
3 | Netto zorguitgaven NvW ontwerpbegroting 2022 (= 1+2) | 81.957,4 | 85.250,3 | 89.291,2 | 93.463,5 | 97.883,5 |
4 | Bijstellingen maatregelen Startnota | 367,5 | 742,0 | 407,5 | ‒ 651,0 | ‒ 1.310,8 |
Zorgverzekeringswet | 0,0 | ‒ 385,0 | ‒ 671,0 | ‒ 1.134,0 | ‒ 1.650,8 | |
Wet langdurige zorg | 0,0 | ‒ 60,0 | ‒ 335,0 | ‒ 770,0 | ‒ 867,8 | |
Begrotingsgefinancierd (aanvullende post Financiën) | 367,5 | 1.187,0 | 1.413,5 | 1.253,0 | 1.207,7 | |
5 | Netto zorguitgaven stand Startnota (= 3+4) | 82.324,9 | 85.992,3 | 89.698,7 | 92.812,5 | 96.572,7 |
6 | Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2022 | 88,9 | 2.323,6 | 3.698,7 | 5.165,3 | 6.654,5 |
Zorgverzekeringswet | 35,7 | 1.639,5 | 2.441,5 | 3.339,8 | 4.030,3 | |
Wet langdurige zorg | 166,8 | 664,1 | 1.184,1 | 1.729,7 | 2.383,9 | |
Begrotingsgefinancierd | ‒ 113,6 | 20,1 | 73,1 | 95,7 | 240,3 | |
7 | Netto zorguitgaven stand 1e suppletoire begroting 2022 (= 5+6) | 82.413,8 | 88.315,9 | 93.397,5 | 97.977,8 | 103.227,2 |
8 | Bijstellingen netto zorguitgaven ontwerpbegroting 2023 | ‒ 1.020,3 | 1.116,1 | 1.613,3 | 1.609,7 | 1.741,8 |
Zorgverzekeringswet | ‒ 654,0 | 922,3 | 926,3 | 978,5 | 1.050,9 | |
Wet langdurige zorg | ‒ 165,1 | 847,7 | 846,2 | 794,0 | 852,9 | |
Begrotingsgefinancierd | ‒ 201,3 | ‒ 653,9 | ‒ 159,2 | ‒ 162,8 | ‒ 161,9 | |
9 | Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2023 (= 7+8) | 81.393,5 | 89.432,0 | 95.010,7 | 99.587,5 | 104.969,0 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | ||||||
Bron: VWS |
Bijstellingen NvW ontwerpbegroting 2022
Dit betreft de bijstellingen als gevolg van de aangenomen motie Hijink en Bikker om extra financiële middelen vrij te maken voor zorgsalarissen. Deze bijstellingen zijn opgenomen en toegelicht in de Nota van Wijziging ontwerpbegroting 2022 (kamerstukken II, 35 925 XVI, nr. 10).
Bijstellingen maatregelen Startnota
Dit betreft de bijstellingen als gevolg van het coalitieakkoord.
Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2022
Dit betreft de bijstellingen als gevolg van de voorjaarsbesluitvorming 2022, waarin met name de nieuwe CPB-raming voor opwaartse bijstellingen zorgde met betrekking tot loon- en prijsontwikkeling en volumegroei.
Bijstellingen ontwerpbegroting 2023
Dit betreft de bijstellingen die na de 1e suppletoire begroting 2022 hebben plaatsgevonden.
In paragraaf 6.3 wordt de ontwikkeling van de netto zorguitgaven toegelicht.
Het Uitgavenplafond Zorg is bij de start van het kabinet Rutte IV voor de periode 2022-2025 ex-ante vastgesteld bij Startnota (Kamerstukken II, 35 788, nr. B). Voor het vaststellen van het Uitgavenplafond Zorg is uitgegaan van de netto zorguitgaven bij Miljoenennota 2022 en de budgettaire aanpassingen die sindsdien waren verwerkt. Hieronder vallen de maatregelen van de aangenomen motie Hijink en Bikker om extra financiële middelen voor zorgsalarissen vrij te maken (Kamerstukken II, 35 925 XVI, nr. 10) en de maatregelen uit de Startnota.
Bij de Startnota is afgesproken het Uitgavenplafond Zorg opnieuw vast te stellen uiterlijk bij Voorjaarsnota 2022. Daarom is bij de 1e suppletoire begroting 2022 het Uitgavenplafond Zorg opnieuw vastgesteld met alle mutaties uit de voorjaarsbesluitvorming 2022, waaronder de verwerking van de nieuwe macro-economische raming van het CPB.
In tabel 3 is de opbouw van het Uitgavenplafond Zorg vanaf de stand ontwerpbegroting 2022 te zien.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|
1 | Netto zorguitgaven stand ontwerpbegroting 2022 | 81.358,3 | 84.629,7 | 88.642,3 | 92.784,5 |
2 | Bijstellingen NvW ontwerpbegroting 2022 | 599,1 | 620,6 | 648,9 | 679,1 |
- Waarvan verhoging zorgsalarissen | 593,6 | 620,6 | 648,9 | 679,1 | |
- Waarvan overig | ‒ 9,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
- Waarvan maatregelen corona | 15,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
3 | Netto zorguitgaven stand NvW ontwerpbegroting 2022 (= 1+2) | 81.957,4 | 85.250,3 | 89.291,2 | 93.463,5 |
4 | Bijstellingen maatregelen Startnota | 367,5 | 742,0 | 407,5 | ‒ 651,0 |
5 | Uitgavenplafond Zorg stand Startnota (= 3+4) | 82.324,9 | 85.992,3 | 89.698,7 | 92.812,5 |
6 | Bijstellingen Uitgavenplafond Zorg 1e suppletoire begroting 2022 | 88,9 | 2.323,6 | 3.698,7 | 5.165,3 |
- Waarvan loon- en prijsontwikkeling | 79,8 | 2.487,4 | 3.720,1 | 4.952,3 | |
- Waarvan verwerking MLT Zorg 2022-2025 | 0,0 | 18,1 | 228,7 | 476,7 | |
- Waarvan overboekingen tussen Uitgavenplafonds | ‒ 92,2 | ‒ 116,8 | ‒ 120,4 | ‒ 133,7 | |
- Waarvan maatregelen corona | 230,0 | 43,0 | 0,0 | 0,0 | |
- Waarvan overige | ‒ 128,7 | ‒ 108,1 | ‒ 129,7 | ‒ 130,0 | |
7 | Uitgavenplafond Zorg stand 1e suppletoire begroting 2022 (= 5+6) | 82.413,8 | 88.315,9 | 93.397,5 | 97.977,8 |
8 | Bijstellingen Uitgavenplafond Zorg ontwerpbegroting 2023 | ‒ 5,4 | 1.640,4 | 1.789,8 | 1.898,6 |
- Waarvan loon- en prijsontwikkeling | 0,0 | 1.964,7 | 2.065,0 | 2.171,0 | |
- Waarvan overboekingen tussen Uitgavenplafonds | ‒ 5,4 | ‒ 324,3 | ‒ 275,2 | ‒ 272,4 | |
9 | Uitgavenplafond Zorg stand ontwerpbegroting 2023 (= 7+8) | 82.408,4 | 89.956,3 | 95.187,2 | 99.876,4 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS | |||||
Toelichting
Bijstellingen Uitgavenplafond Zorg NvW ontwerpbegroting 2022
Dit betreft de bijstellingen als gevolg van de aangenomen motie Hijink en Bikker om extra financiële middelen vrij te maken voor zorgsalarissen. Deze bijstellingen zijn opgenomen en toegelicht in de Nota van Wijziging ontwerpbegroting 2022 (Kamerstukken II, 35 925 XVI, nr. 10).
Bijstellingen Uitgavenplafond Zorg maatregelen Startnota
Dit betreft de bijstellingen als gevolg van het coalitieakkoord.
Bijstellingen Uitgavenplafond Zorg 1e suppletoire begroting 2022
Dit betreft de bijstellingen als gevolg van de voorjaarsbesluitvorming 2022.
Bijstellingen Uitgavenplafond Zorg ontwerpbegroting 2023
Dit betreft de bijstellingen die na de 1e suppletoire begroting 2022 hebben plaatsgevonden.
Loon- en prijsontwikkeling
Het Uitgavenplafond Zorg is op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB) opwaarts bijgesteld met € 2,0 miljard in 2023, oplopend tot ongeveer € 2,2 miljard in 2025, als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling dan eerder geraamd.
Overboekingen tussen de Uitgavenplafonds
Het Uitgavenplafond Zorg is verlaagd met € 5,4 miljoen in 2022, oplopend tot € 272,4 miljoen in 2025, als gevolg van diverse overboekingen vanuit het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting (Uitgavenplafond Rijksbegroting). Het gaat hierbij onder andere om de volgende overboekingen:
• Scheiden wonen en zorg: € 98,9 miljoen in 2023 oplopend tot € 104 miljoen in 2026.
• IZA-transformatiegeld: € 22,2 miljoen in 2023 oplopend tot € 25 miljoen in 2026.
• Standaardisatie gegevensuitwisseling: € 34,4 miljoen in 2023 aflopend tot € 0,2 miljoen in 2026.
• De opbrengst van de vitamine D maatregel (€ 129 miljoen per jaar) zal worden ingezet ter dekking van het investeringsvoorstel Pallas. Hiervoor wordt de opbrengst vanaf 2023 structureel overgeboekt naar de VWS-begroting.
• Voor de rest betreft het diverse kleinere overboekingen.
Om te toetsen of het Uitgavenplafond Zorg overschreden dan wel onderschreden is, worden de netto zorguitgaven getoetst aan het Uitgavenplafond Zorg.
Tabel 4 laat de toetsing van de netto zorguitgaven aan het Uitgavenplafond Zorg zien voor de jaren 2022-2025.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|
A | Netto zorguitgaven | ||||
1 | Stand Startnota | 82.324,9 | 85.992,3 | 89.698,7 | 92.812,5 |
2 | Bijstellingen | 88,9 | 2.323,6 | 3.698,7 | 5.165,3 |
3 | Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 82.413,8 | 88.315,9 | 93.397,5 | 97.977,8 |
4 | Bijstellingen | ‒ 1.020,3 | 1.116,1 | 1.613,3 | 1.609,7 |
5 | Stand ontwerpbegroting 2023 | 81.393,5 | 89.432,0 | 95.010,7 | 99.587,5 |
B | Uitgavenplafond Zorg | ||||
6 | Stand Startnota | 82.324,9 | 85.992,3 | 89.698,7 | 92.812,5 |
7 | Bijstellingen na Startnota | 88,9 | 2.323,6 | 3.698,7 | 5.165,3 |
8 | Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 82.413,8 | 88.315,9 | 93.397,5 | 97.977,8 |
9 | Bijstellingen | ‒ 5,4 | 1.640,4 | 1.789,8 | 1.898,6 |
10 | Stand ontwerpbegroting 2023 | 82.408,4 | 89.956,3 | 95.187,2 | 99.876,4 |
C | + Overschrijding/- Onderschrijding | ||||
11 | Stand 1e suppletoire begroting 2022 (= 3-6) | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
12 | Stand ontwerpbegroting 2023 (= 5-8) | ‒ 1.014,9 | ‒ 524,3 | ‒ 176,5 | ‒ 288,9 |
1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal. | |||||
Bron: VWS |
Toelichting
Ad A en B
De bijstelling van de netto zorguitgaven en het Uitgavenplafond Zorg is opgenomen in de paragrafen 6.2.3 (tabel 2) en 6.2.4 (tabel 3).
Ad C
In de 1e suppletoire begroting 2022 is het Uitgavenplafond Zorg definitief vastgesteld en is er derhalve geen sprake van een onderschrijding/overschrijding (zie regel 11).
De stand van de onderschrijding van het Uitgavenplafond Zorg bij de ontwerpbegroting 2023 bedraagt afgerond € 1 miljard in 2022, aflopend tot € 0,3 miljard in 2025 (zie regel 12).