Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) | Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 7.777.757 | 419.602 | 8.197.359 |
Uitgaven | 7.777.757 | 419.602 | 8.197.359 | |
10.0 | Tegemoetkoming ouders | 7.777.757 | 419.602 | 8.197.359 |
Inkomensoverdrachten | 7.777.757 | 419.602 | 8.197.359 | |
AKW | 4.106.909 | 270.541 | 4.377.450 | |
WKB | 3.663.610 | 148.140 | 3.811.750 | |
Kinderbijslagvoorziening BES | 7.238 | 921 | 8.159 | |
Ontvangsten | 259.622 | 18.674 | 278.296 | |
Toelichting
Het totaal van de kas- en verplichtingenmutaties van de suppletoire begroting Prinsjesdag van artikel 10 bedraagt € 419,6 miljoen. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Inkomensoverdrachten
– De raming van het budget voor de AKW, de WKB en de Kinderbijslagvoorziening BES is opwaarts bijgesteld vanwege de loon- en prijsbijstelling naar prijspeil 2023 (€ 551,7 miljoen). Daarnaast is er een neerwaartse bijstelling van € 130,6 miljoen in verband met lagere ramingen op basis van uitvoeringsinformatie van Toeslagen.
– In het Koopkrachtpakket van de augustusbesluitvorming zit een verhoging van het Kindgebonden budget (WKB), een verlaging van de alleenstaande ouderkop en een verlaging van de inkomensafbouwgrens voor paren. In 2023 stijgen de uitgaven hierdoor met € 81,6 miljoen.
Budgettaire gevolgen van beleid, begrotingsgefinancierd, uitsplitsing ontvangsten
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) | Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Ontvangsten | 259.622 | 18.674 | 278.296 |
10.0 | Tegemoetkoming ouders | 259.622 | 18.674 | 278.296 |
Ontvangsten | 259.622 | 18.674 | 278.296 | |
Terugontvangsten | 259.622 | 18.674 | 278.296 |
Toelichting
De ontvangsten voor de WKB zijn op basis van de uitvoeringsgegevens bijgesteld. Deze zijn naar boven bijgesteld, onder meer naar aanleiding van de indexatie van 2022 op 2023. Immers, hoe groter de WKB-beschikkingen in absolute zin, hoe groter ook de nabetalingen en terugvorderingen in absolute zin worden.