Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties 2e suppletoire begroting (2) | Stand 2e suppletoire begroting (3)=(1+2) | |
---|---|---|---|
Verplichtingen | 250.056 | ‒ 28.740 | 221.316 |
Uitgaven | 261.556 | ‒ 28.740 | 232.816 |
Bekostiging | 82.100 | ‒ 6.250 | 75.850 |
Tekorten regio's | 82.100 | ‒ 6.250 | 75.850 |
Subsidies (regelingen) | 171.153 | ‒ 22.490 | 148.663 |
Lerarenbeurs | 70.696 | ‒ 9.500 | 61.196 |
Zij-instroom | 95.678 | ‒ 12.840 | 82.838 |
Overige subsidies | 4.779 | ‒ 150 | 4.629 |
Opdrachten | 4.081 | 0 | 4.081 |
Opdrachten | 4.081 | 0 | 4.081 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 4.222 | 0 | 4.222 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 4.222 | 0 | 4.222 |
Ontvangsten | 7.000 | 0 | 7.000 |
In de kolom «Mutaties Tweede Suppletoire Begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand Suppletoire Begroting September 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen en Uitgaven
De verplichtingen en uitgaven worden per saldo met € 28,7 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt met € 6,3 miljoen verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door de meevaller op de onderwijsregio’s van € 6,3 miljoen. De loon- en prijsbijstelling van het lopende jaar kon niet meer worden verwerkt in de regeling voor de Onderwijsregio’s, aangezien deze al beschikt was op het moment van toekennen van de loon- en prijsbijstelling.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 22,5 miljoen verlaagd.Dit wordt met name veroorzaakt door meevallers op de budgetten zij-instroom (€ 12,8 miljoen) en lerarenbeurs (€ 9,5 miljoen).
Van de totale meevaller op het budget zij-instroom (€ 12,8 miljoen) wordt € 6,2 miljoen veroorzaakt door meevallers op de volgende regelingen, omdat er minder aanvragen zijn ingediend dan vooraf begroot:
– de regeling zij-instroom in beroep (€ 3 miljoen);
– de regeling instructeursbeurs mbo (€ 1,3 miljoen);
– de regeling instroom schoolleiders po van buiten het onderwijs (€ 1,1 miljoen);
– de regeling Statushouders en Oekraïense ontheemden en de Stap naar de klas (€ 0,8 miljoen).
De overige € 6,6 miljoen van de totale meevaller op het budget zij-instroom (€ 12,8 miljoen) wordt veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling van het lopende jaar niet meer in de subsidieregelingen verwerkt kon worden.
De meevaller op de Lerarenbeurs (€ 9,5 miljoen) wordt veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling van het lopende jaar niet meer verwerkt kon worden in de regeling, omdat de aanvraagperiode op dat moment al gesloten was. Ook waren er minder aanvragen dan vooraf begroot.