Bouwen aan een gezamenlijke toekomst
In het Koninkrijk werken we vanuit een gezamenlijk verleden aan een gedeelde toekomst, op basis van gelijkwaardigheid en betrokkenheid. Binnen onze samenwerking met het Caribisch deel van het Koninkrijk staan de volgende thema’s centraal:
– deugdelijk bestuur en rechtszekerheid;
– toekomstbestendige overheidsfinanciën;
– het vergroten van de zelfredzaamheid.
Voor Caribisch Nederland richten we ons vanuit het oogpunt van die zelfredzaamheid op het behoud en verder vergroten van de brede welvaart. Bonaire, Sint Eustatius en Saba moeten namelijk een gelijkwaardig deel van Nederland kunnen zijn. Dit vraagt om het op orde brengen van de randvoorwaarden die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van Caribisch Nederland. Samen werken wij onder andere aan toekomstbestendige financiële verhoudingen en deugdelijk bestuur, waaronder het versterken van de uitvoeringskracht. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid blijven we werken aan de doorontwikkeling van het sociaal, economisch en fysiek terrein. Zoals beschreven in het rapport ‘Gerichte groei’ van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen Caribisch Nederland 2050 zijn deze verdere stappen ook noodzakelijk om de zelfredzaamheid en daarmee de brede welvaart van de eilanden voor de toekomst te borgen. Dit vraagt inzet van zowel de besturen op de eilanden als vanuit het Rijk. In het voorjaar van 2025 volgt er een kabinetsreactie op dit rapport.
In de samenwerking met de drie autonome Caribische landen in het Koninkrijk ligt de focus op deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. Zij zijn immers kwetsbaar als gevolg van hun kleinschaligheid en economische afhankelijkheid van toerisme. Daarnaast brengt de geografische ligging risico’s met zich mee, zoals een kwetsbaarheid voor internationaal georganiseerde criminaliteit en de kans op toenemende migratiestromen richting Aruba, Curaçao en ook Bonaire als gevolg van de politieke situatie in Venezuela. We werken daarom samen aan het vergroten van de sociaaleconomische weerbaarheid, het versterken van de rechtsstaat en het bestuur en het borgen van toekomstbestendige overheidsfinanciën. Daarbij hebben we uiteraard oog voor de uitdagingen in bestuurs- en uitvoeringskracht en de beperkte absorptiecapaciteit van de landen.
Caribisch Nederland (CN)
Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid
Het bevorderen van de samenwerking en effectiever inrichten van de bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de eilanden en goed functionerende openbare lichamen, op basis van deugdelijk bestuur, zijn randvoorwaarden voor het vergroten van de zelfredzaamheid. Daarom richten wij ons in 2025 op de uitvoering en monitoring van de bestuurlijke afspraken die in 2023 en 2024 zijn gesloten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze afspraken richten zich op het versterken van uitvoeringskracht en goed bestuur, digitalisering, de aanpak van het sociaal domein en de fysieke infrastructuur (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). Tegelijkertijd wordt de voorgenomen herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) en de Wet financiën BES (FinBES) voortgezet. Hiertoe wordt in 2025 een wetsvoorstel ingediend. Daarnaast worden de afspraken die zijn gemaakt tijdens de Werkconferentie in de Bilt uitgevoerd (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 52). Zoals aangegeven in het regeerprogramma wordt komend jaar samen met de eilanden een agenda Goed Bestuur uitgewerkt met maatwerk voor Caribisch Nederland. De hoofdthema’s van deze agenda zijn het borgen van ambtelijke en bestuurlijke integriteit, versterking van toezicht en handhaving, de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en het versterken van democratische instituties op de eilanden.
Bij deze agenda zullen eveneens de conclusies van het rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) over ambtelijk-bestuurlijke integriteit in Caribisch Nederland worden betrokken (Kamerstukken II, 2023/24, 29 279, 36410 IV nr. 38). In 2025 richten wij ons op de aanbevelingen voor het vastleggen van inkoop- en aanbestedingsprocedures en het realiseren van een meldprocedure en bescherming voor klokkenluiders. Een goed functionerend vergunnings-, toezicht- en handhavingsstelsel (VTH) is essentieel voor het zijn van een betrouwbare overheid. In 2025 werken Bonaire, Sint Eustatius, Saba en het Rijk aan de doorontwikkeling en professionalisering van het VTH-stelsel. Over deze doorontwikkeling worden afspraken gemaakt op basis van meetbare stappen en resultaten.
Een tweede belangrijke randvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de voorzieningen is het versterken van de uitvoerings- en bestuurskracht. De drie openbare lichamen worden met de verhoging van de vrije uitkering uit het BES-fonds in staat gesteld om de ambtelijke organisaties te versterken en de eilandelijke opgaven aan te pakken. Dit doen zij op basis van de bestuurlijke afspraken uit 2023 en 2024. In 2025 werkt het Rijk aan het versterken van de uitvoeringskracht van de eilanden gericht op het behouden en versterken van expertise en het verbeteren van (digitale) dienstverlening. Daarnaast investeren we in de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), door het aanbieden van projectmatige capaciteit via het Projectbureau Caribisch Nederland (PBCN) en door de uitvoering van het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering wordt de (digitale) dienstverlening van RCN verbeterd.
In Caribisch Nederland digitaliseren wij overheidsprocessen waardoor medewerkers hun taken effectiever en efficiënter kunnen uitvoeren en overheidsdienstverlening aan burgers verbeterd wordt. In 2025 wordt het Burgerservicenummer (BSN) ingevoerd voor Caribisch Nederland, met daaropvolgend de ingebruikname van DigiD, en wordt de Basisregistratie Adressen en Gebouwen opgesteld (zie Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).
Toekomstbestendige overheidsfinanciën
Robuuste financiële verhoudingen zijn de derde belangrijke randvoorwaarde voor zowel de economische ontwikkeling als die van de publieke voorzieningen van Caribisch Nederland. In 2024 heeft de vrije uitkering een impuls gekregen, hierdoor is meer evenwicht gebracht tussen de taken en de middelen van de openbare lichamen. Deze aanpassing heeft plaatsgevonden mede op basis van het onderzoek ‘eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland.’ Met de extra middelen worden de drie eilanden in staat gesteld hun taken structureel uit te voeren, de gevolgen van het Wettelijk Minimumloon (WML) op te vangen en hun loongebouw en arbeidsvoorwaarden eenmalig te kunnen harmoniseren met dat van de RCN. In lijn hiermee is, met ingang van 2024, de nieuwe BBP-systematiek van kracht op het BES-fonds. Daarmee wordt een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën.
Om de toekomstbestendigheid van het stelsel verder te vergroten worden de effecten van beleid nadrukkelijker in beeld gebracht door het realiseren van een integraal overzicht financiën in 2025. Wij bezien daarnaast of en hoe incidentele bijzondere uitkeringen die worden gebruikt voor de uitvoering van structurele taken structureel vormgegeven kunnen worden. Daarnaast bezien we of versnipperde bijzondere uitkeringen waar nodig samengevoegd en/of overgeheveld kunnen worden naar de vrije uitkering. In samenwerking met het ministerie van IenW wordt een onderzoek uitgevoerd naar de duurzame bekostiging van de fysieke infrastructuur op de eilanden. Dit ziet naast de benodigde omvang van de investeringen ook aan de onderhoud- en vervangingskosten. Tot slot blijven Bonaire, Sint Eustatius en Saba stappen zetten in het optimaliseren van het financieel beheer door het trainen van medewerkers en het verder verbeteren van de financiële systemen. Voor Sint Eustatius moeten deze werkzaamheden ertoe leiden dat er over de jaarrekening 2024 en verder een goedkeurende controleverklaring kan worden afgegeven door de externe accountant.
Vergroten van de zelfredzaamheid
Vanuit de coördinerende rol van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het Rijksbeleid voor Caribisch Nederland wordt in 2025 ingezet op het versterken van de zelfredzaamheid door strategische economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart in Caribisch Nederland. Dit zijn grote en meerjarige ambities die samen met het Rijk moeten worden gedragen door Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waarbij het Rijk bij de (door)ontwikkeling van beleid het principe van ‘comply or explain’ hanteert. Vanuit het bevorderen van de samenhang en het versterken van de uitvoeringskracht ondersteunt het ministerie van BZK bij het implementeren in Caribisch Nederland van de departementale beleidsagenda’s voor onder andere zorg, onderwijs, migratie, natuur en klimaat. Naast de beleidsagenda’s en de gezamenlijk inzet op de reeds benoemde randvoorwaarden legt het Rijk de focus op het vergroten van de zelfredzaamheid door het stimuleren van economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart en de sociale en fysieke voorzieningen.
De economieën op de eilanden zijn eenzijdig en hiermee erg kwetsbaar voor schokken van buitenaf. In 2025 werkt het kabinet aan het weerbaarder maken van de eilandelijke economieën, een belangrijk instrument hiervoor is de uitvoering van de Regio Deals die zijn toegekend voor Saba en Sint Eustatius (Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Met een Regiodeal wordt het mogelijk gemaakt om als eiland middels omvangrijke projecten te investeren in de brede welvaart voor de burger. Op Sint Eustatius worden met het oog op cultureel toerisme gebouwen met een cultuurhistorische waarde gerenoveerd en wordt op Saba een ‘Enrichment Center’ gerealiseerd met leer- en werktrajecten en sportfaciliteiten. Vanwege de omvang van deze projecten hebben de Regiodeals een doorlooptijd van enkele jaren. Ook in 2025 ondersteunt het Rijk de openbare lichamen waar gewenst bij het aanvragen en uitvoeren van Regiodeals voortkomend uit de zesde en voorlopig laatste tranche.
Vanuit het Rijk werken we via de bestuurlijke afspraken met de BES-eilanden aan het opzetten van een economische ontwikkelstrategie per eiland, op basis van een heldere verantwoordelijkheidsverdelingen tussen het Rijk, de openbare lichamen en verschillende partijen op de eilanden. Daarin wordt ook rekening gehouden met de uiteenlopende verwachte demografische ontwikkelingen per eiland. Daarnaast werken het Rijk en de eilanden in 2025 aan het verder wegnemen van belemmeringen die ondernemerschap en bedrijvigheid in het gebied in de weg staan. Zoals het verbeteren van het functioneren van het bancaire dienstenstelsel en het aanpakken van de problematiek van onverdeelde grond op Saba en Sint Eustatius. Het cruciale goederen- en passagiersvervoer naar en tussen Saba en Sint Eustatius wordt ook in 2025 geborgd met incidentele financiering van de veerdienst.
Het verhogen van het voorzieningenniveau in Caribisch Nederland is essentieel voor de leefbaarheid op de drie eilanden. De rapporten van de Staatscommissie en de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland hebben hier belangrijke aanbevelingen in gedaan die leidend zullen zijn bij de ontwikkeling van de aanpak. Eind 2024 volgt de beleidsreactie op het rapport van de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland met een integrale aanpak voor bestaanszekerheid als basis. In 2024 zijn flinke stappen gezet in de verhoging van het WML en de onderstand. We hebben afgesproken dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2024 en 2025 de inflatie extra monitort. Tegelijkertijd gaat het CBS aan de slag met een aanvullende effectmonitor die breder kijkt naar de effecten op de economie, arbeidsmarkt en prijsontwikkeling in Caribisch Nederland. In 2025 richten wij ons op verbeteren van de samenhang in de bestaanszekerheidsaanpak en het lokale armoedebeleid. Het Rijk en Bonaire hebben afspraken gemaakt over de implementatie van het interbestuurlijke programma ‘Werken aan Welvaart en Welzijn’, waarmee het eilandelijke armoedebeleid vanuit het Rijk wordt ondersteund in de vorm van interbestuurlijke teams. Dit ziet toe op opgaven zoals participatie, ondersteuning van groepen in de knel en betere dienstverlening. Dit jaar wordt door Sint Eustatius en Saba en het Rijk een gelijksoortige integrale aanpak uitgewerkt.
In het fysieke domein moet er samenhang komen tussen de verschillende opgaven, zoals woningbouw, het wegennetwerk, wijkontwikkeling, (openbaar) vervoer en natuur- en milieubeheer. In 2025 wordt de integrale aanpak voor het fysieke domein samen met de eilanden en betrokken departementen uitgewerkt. Daarnaast werken het Rijk, Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de uitwerking en implementatie van de eilandelijke klimaatplannen.
Landen
Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid
Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. De kleinschaligheid van de Caribische landen brengt in dit kader uitdagingen met zich mee. De aanwezigheid van verwevenheid tussen de boven- en onderwereld ondermijnt de rechtsstaat en zet de effectiviteit en slagkracht van het openbaar bestuur in Aruba, Curaçao en Sint Maarten onder druk. Geopolitieke ontwikkelingen hebben mogelijk een effect op de veiligheid en economie van, evenals migratie naar de landen. Mede als gevolg van hun geografische positionering worden de landen bovendien geconfronteerd met relatief veel grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, die een bedreiging vormen voor de rechtsstaat van de Caribische landen én van het Koninkrijk in het geheel. De strijd tegen deze vormen van criminaliteit vergt inzet van expertise en uitvoeringscapaciteit die beperkt aanwezig is in de landen. Nederland ondersteunt daarom Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij de gezamenlijke doelstelling om te werken aan een sterke rechtsstaat. Daarbij hebben we oog voor het evenwicht binnen de gehele strafrechtsketen en zorgen we ervoor dat investeringen in de opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging in onderlinge samenhang plaatsvinden.
In 2025 wordt in samenwerking tussen Nederland en de Caribische landen verder uitvoering gegeven aan de plannen van aanpak Versterking grenstoezicht. Dit gaat bijvoorbeeld door middel van twinning, waarbij Nederlandse medewerkers vanuit de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane kennis overdragen door in tweetallen samen te werken met Caribische collega’s, door de inrichting van multidisciplinaire ruimten op luchthavens en door opleidingen voor lokaal personeel.
In het kader van de duurzame ondermijningsaanpak op Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden investeringen gedaan in het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Openbare Ministeries en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Deze investeringen maken het mogelijk om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel-economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschriften en witwassen. Daarnaast stelt Nederland jaarlijks middelen beschikbaar waarmee de landen instrumentaria ter bevordering van de bestuurlijke aanpak van ondermijning kunnen ontwikkelen.
In het kader van het waarborgen van fundamentele mensenrechten, is Nederland betrokken bij structurele verbeteringen van het gevangeniswezen van Sint Maarten. In 2025 worden vanuit de begroting van KR wederom middelen beschikbaar voor verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Tevens is Nederland als medefinancier betrokken bij de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten. Hiermee wordt gewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak detentie, op basis van de Samenwerkingsregeling Waarborging Plannen van Aanpak Landstaken Curaçao en Sint Maarten.
Voorgaande inspanningen zijn primair gericht op de rechtshandhavingsketen. Met ingang van 2025 zal BZK vanuit artikel 1 van deze begroting en in samenspraak met de landen en andere betrokken Nederlandse departementen ook meer inzetten op het versterken van andere elementen van de rechtsstaat, waaronder in ieder geval het versterken van het maatschappelijk middenveld van de landen en samenwerking op het gebied van integriteit en goed bestuur. Dit is de uitkomst van een herijking die het ministerie van BZK, samen met de ministeries van Justitie en Veiligheid en van Defensie heeft gedaan naar aanleiding van de beleidsdoorlichting van artikel 1 in 2022.
Versterken uitvoerings- en bestuurskracht
Hervormingen in de publieke sectoren van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn noodzakelijk om de sociaal- en financieel-economische weerbaarheid van de landen te versterken en hun groei- en verdienvermogen te vergroten. Zo wordt het toekomstperspectief van de inwoners verbeterd en de afhankelijkheid van Nederland verkleind. De Landspakketten, zoals die eind 2020 met ieder land zijn overeengekomen, zijn de basis onder de samenwerking bij de uitvoering van deze noodzakelijke hervormingen. De Caribische landen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Landspakketten. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt tot en met 2027 de uitvoering in gezamenlijkheid met de uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de landen zijn ingesteld onder de minister-presidenten. Bij de fasering van de implementatie van de hervormingen wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beschikbare uitvoeringscapaciteit en het absorptievermogen van de landen.
Het op orde krijgen van het financieel beheer van de landen en het zorgen voor een doelmatig en doeltreffend overheidsapparaat is een noodzakelijke randvoorwaarde voor alle verdere hervormingen uit de Landspakketten. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het versterken van het financieel beheer en de effectiviteit van de overheidsorganisatie, waarbij ook expliciet naar de mogelijkheden van (kwaliteitsverbetering van de) ICT wordt gekeken.
Het zorgdragen voor duurzaam betaalbare en toegankelijke stelsels van zorg en sociale zekerheid is een derde focuspunt uit de Landspakketten. Aruba werkt in 2025 aan modernisering van de arbeids- en de bijstandswetgeving, en professionaliseert de handhaving daarvan. In Curaçao worden plannen gemaakt om te zorgen dat het stelsel van sociale zekerheid betaalbaar blijft. Dat brengt mogelijk ingrijpende wijzigingen met zich mee waarover een maatschappelijke dialoog wordt gevoerd. Sint Maarten implementeert nieuwe wetgeving die inspectiediensten de bevoegdheid geeft om sancties toe te passen.
Goed onderwijs voor iedereen, met goede doorstroommogelijkheden en een goede aansluiting op de arbeidsmarkt is een belangrijke basis voor economische ontwikkeling, goed bestuur en brede welvaart. Hieraan wordt samengewerkt via de Landspakketten en via het Ministerieel vierlandenoverleg onderwijs. In 2025 wordt in Aruba onder andere een professionaliseringstraject voor leraren afgerond. Curaçao en Sint Maarten werken in 2025 aan een registratiesysteem voor onderwijs kengetallen.
Toekomstbestendige overheidsfinanciën
Het realiseren van houdbare overheidsfinanciën is essentieel voor elk van de landen en hun burgers. Voor Sint Maarten en Curaçao is de Rijkswet financieel toezicht van kracht, gegeven de financiële verbondenheid van de landen aan de Rijksbegroting in de vorm van leningen. Voor Aruba is een Rijkswet in voorbereiding. Recent heeft de doorlichting van artikel 5 van de begroting plaatsgevonden. Hierop zal begin 2025 een kabinetsreactie volgen.
Ter vergroting van het verdienvermogen van de landen wordt binnen de Landspakketten gewerkt aan maatregelen in de belastingsfeer en ter bevordering van de economische ontwikkeling. Zo loopt in 2025 een samenwerkingstraject tussen Fiscale inlichting- en opsporingsdienst (FIOD) Nederland en het Arubaanse Fiscale inlichting- en opsporingsteam (FIOT) om de aanpak van belastingfraude te intensiveren. Door Curaçao wordt in 2025 verder gewerkt aan een nieuwe inrichting van de belastingdienst, inclusief nieuwe rechtspositie voor de medewerkers en ICT systemen, en aan het versterken van het ondernemersklimaat. Ook Sint Maarten, het land met de grootste uitdagingen op dit gebied, werkt verder aan de ingezette transformatie van de belastingdienst, een traject van twee tot drie jaar dat moet leiden tot een moderne, efficiënte belastingdienst en een betere naleving van de belastingplicht door burgers en bedrijven.
Vergroten van de zelfredzaamheid
Alle bovengenoemde acties op het gebied van goed bestuur, rechtshandhaving, de Landspakketten en financieel toezicht dragen bij aan de zelfredzaamheid van de landen. Tevens werken we met de landen aan de paraatheid om in geval van een crisis binnen het Koninkrijk hulp en bijstand te kunnen verlenen daar waar nodig. De impact van klimaatverandering verhoogt de kans op extreme weersomstandigheden, waarbij overstromingen en krachtige orkanen desastreuze gevolgen kunnen hebben in het Caribisch deel van het Koninkrijk en de vaak kwetsbare vitale infrastructuur. Dit geldt echter eveneens voor andere dreigingen. Dit is een verantwoordelijkheid die aan ieder land afzonderlijk toekomt, maar die soms het vermogen van een enkel land te boven gaat en effectiever in regionaal of Koninkrijkverband kan worden opgepakt.
In 2017 trokken de orkanen Irma en Maria over de Bovenwindse Eilanden met verwoestende gevolgen. Met name het land Sint Maarten werd zwaar getroffen. Als autonoom land binnen het Koninkrijk is het land zelf verantwoordelijk voor de wederopbouw. Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw, met de inzet van de Wereldbank (trustfonds) en met technische assistentie. Vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid is daarbij het principe Building Back Better het uitgangspunt van de samenwerking. Het trustfonds is actief tot eind 2028. Aangezien binnen het trustfonds bijna alle middelen volledig zijn toegekend, zijn de meeste projecten nu vol in de fase van uitvoering. Hierdoor zijn steeds meer zichtbare en tastbare resultaten voor de bevolking van Sint Maarten bereikt. Deze lijn wordt doorgetrokken in 2025. Uiteraard zal daarbij worden ingezet op de realisatie van de blijvende Nederlandse prioriteiten: herstel van de luchthaven, afval(water)management en goed bestuur. Tot slot zetten we de opbouw van een Disaster Reserve Fund voort voor Sint Maarten, waardoor het land bij toekomstige crises zelf over meer financiële reserves beschikt.
Koninkrijksbrede opgaven
Naast bovenstaande rode draden gelden onderstaande thema’s voor zowel Caribisch Nederland als de Caribische landen.
Crisisbeheersing- en paraatheid
De eerder vermelde impact van klimaatverandering op de kans op extreme weersomstandigheden geldt voor het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk. Om samen te oefenen, kennis uit te wisselen en afspraken te maken over samenwerking organiseren BZK, het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de crisiscoördinatoren uit het gebied tweejaarlijks de ‘Week van de Crisisbeheersing Caribische delen van het Koninkrijk’. Ook wordt er een verkenning uitgevoerd om een Caribbean Civil Protection Mechanism op te richten dat een faciliterende rol kan vervullen in de bovenwindse samenwerking rondom rampen en crises. Tot slot laten het ministerie van BZK en JenV in samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk een analyse uitvoeren van de daar beschikbare crisiscapaciteiten. De uitkomst hiervan wordt uiterlijk in 2025 verwacht en zal als basis fungeren voor toekomstige initiatieven om de samenwerking te versterken.
Economische zelfredzaamheid
Het kabinet heeft besloten om de implementatie van de subsidieregeling ten behoeve van de versterking van het duurzaam verdienvermogen op Aruba, Curaçao, Sint Maarten/Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet voort te zetten. Daarvoor in de plaats heeft het kabinet besloten drie projecten te financieren van in totaal € 80 mln. in de Caribische delen van het Koninkrijk die essentieel zijn voor het vergroten van de economische zelfredzaamheid van de eilanden. Het gaat hierbij om de verplaatsing van de haven van Saba, projecten die de voedselzekerheid vergroten op Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba en tot slot het verbeteren van het wegennetwerk van Bonaire.
Slavernijverleden
Op 19 december 2022 heeft de minister-president namens de regering excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Om opvolging te geven aan deze excuses heeft de Nederlandse regering geld beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2022/23, 36284 nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36284, nr. 36). Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn deze middelen gericht op zowel een subsidieregeling voor maatschappelijk initiatieven als maatregelen voor onder andere kennis, bewustwording en doorwerking. Hiervoor zal ieder (ei)land in 2025 een eigen agenda presenteren. Het kabinet zal in overleg met de Caribische delen van het Koninkrijk een toekomstgerichte benadering voorstaan in de verdere opvolging van de excuses.
Tot slot
Deze beleidsprioriteiten markeren een moment van gezamenlijk vooruitkijken, waarbij wij binnen het Koninkrijk deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën en het vergroten van de zelfredzaamheid van de eilanden van Caribisch Nederland en de autonome Caribische landen centraal stellen. Dit doen wij op basis van gelijkwaardigheid en betrokkenheid, met kennis en begrip van het verleden en onze blik op de toekomst.