Base description which applies to whole site

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Deze financiële paragraaf presenteert conform de Rijksbegrotingsvoorschriften de belangrijkste budgettaire veranderingen op de OCW-begroting, zowel voor de uitgaven (tabel 1) als de ontvangsten (tabel 2).

Tabel 1 Belangrijkste beleidsmatige uitgaven mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand begroting 2024 (inclusief NvW)

 

55.299.160

57.531.978

55.927.279

55.701.865

55.536.856

0

Belangrijkste mutaties

       

1. Eerste suppletoire begroting 2024

diverse

2.906.885

546.916

1.174.876

1.375.315

958.721

56.343.553

2. HLA 11. Investeren in goed bestuur en de rechtsstaat

14

0

0

0

0

500

1.000

3. HLA 21. Eenmalige uitkering studielening sociaal leenstelsel

11

0

0

0

1.297.000

47.000

27.000

4. HLA 22. Afschaffen maatschappelijke diensttijd

3

0

‒ 152.735

‒ 122.902

‒ 184.363

‒ 200.000

‒ 200.000

5. HLA 23. Afschaffen brede brugklas en beperken S&O

1,3

0

‒ 55.000

‒ 210.000

‒ 210.000

‒ 210.000

‒ 210.000

6. HLA 24. Bijstelling sectorplannen hoger onderwijs en wetenschap

6,7

0

‒ 174.734

‒ 174.734

‒ 174.734

‒ 174.734

‒ 174.734

7. HLA 26. Terugdraaien groei apparaat rijksoverheid

diverse

0

‒ 20.296

‒ 39.884

‒ 58.310

‒ 78.040

‒ 86.164

8. HLA 29. SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

diverse

0

0

‒ 81.261

‒ 81.201

‒ 81.201

‒ 81.201

9. HLA 32. Beëindiging functiemix Randstad

1,4,14

0

0

‒ 75.000

‒ 75.000

‒ 75.000

‒ 75.000

10. HLA 34. Gerichte keuzes ontwikkelingssamenwerking

6,7

0

0

‒ 8.511

‒ 8.511

‒ 8.511

‒ 8.510

11. HLA 35. Verlaging non-ODA-middelen

6,7,8,14

0

‒ 731

‒ 718

‒ 844

‒ 956

‒ 3.214

12. HLA 40. Generieke taakstelling subsidies rijksbreed

diverse

0

‒ 74.830

‒ 138.338

‒ 255.150

‒ 316.543

‒ 361.486

13. HLA 41. Verminderen internationale studenten (via bestuurlijk akkoord)

6,7

0

0

‒ 29.000

‒ 118.000

‒ 209.000

‒ 272.000

14. HLA 42. Hervorming Nederlandse Publieke Omroep NPO

15

0

0

0

‒ 100.000

‒ 100.000

‒ 100.000

15. HLA 43. Afschaffen OV-vergoeding buitenland studerenden

11

0

0

‒ 4.000

‒ 8.000

‒ 14.000

‒ 14.000

16. HLA 44. Verhogen collegegeld langstudeerders (via lagere bekostiging)

6,7

0

0

‒ 95.000

‒ 285.000

‒ 283.000

‒ 282.000

17. HLA 69. Fonds Onderzoek Wetenschap

7,16

0

‒ 131.929

‒ 131.929

‒ 131.929

‒ 132.054

‒ 132.054

18. Compensatie verhoging btw op leermiddelen

1,3,4

0

0

60.000

60.000

60.000

60.000

19. Schoolmaaltijden

1,3

0

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

20. Kasschuiven

1,3,14,16

‒ 147.539

13.565

‒ 40.213

78.428

49.915

24.960

21. Nationaal Groeifonds

3,4,6,16

‒ 16.059

3.550

‒ 7.158

‒ 4.734

19.303

6.224

22. Desalderingen

14,95

3.424

0

0

0

0

0

23. Overig

diverse

15.149

‒ 24.085

‒ 44.663

11.305

11.785

8.738

Stand ontwerpbegroting 2025

 

58.061.020

57.596.669

56.093.844

56.963.137

54.936.041

54.606.112

Toelichting

1. Eerste suppletoire begroting 2024

Deze mutaties zijn reeds in de eerste Suppletoire Begroting 2024 toegelicht. De grootste mutaties in de eerste Suppletoire Begroting betroffen de uitkering van de loon- en prijsontwikkeling, ter compensatie van stijgende lonen en prijzen. Daarnaast hebben er zich op de referentieraming en de sf-raming flinke meevallers voorgedaan in de jaren 2025 tot en met 2029.

2. HLA 11. Investeren in goed bestuur en de rechtsstaat

In het Hoofdlijnenakkoord is één van de hoofdpunten dat er de komende kabinetsperiode geïnvesteerd wordt in goed bestuur en de rechtsstaat. Op basis daarvan komt er een agenda, waarin tevens is opgenomen dat de overheidsarchieven op orde worden gebracht. Een herziening van de Archiefwet is reeds in behandeling bij de Tweede Kamer. Om de implementatie van de herziene Archiefwet te versterken wordt in 2028 € 0,5 miljoen en vanaf 2029 structureel € 1,0 miljoen overgeheveld naar de OCW begroting en toegevoegd aan het budget voor de implementatie van de nieuwe Archiefwet.

3. HLA 21. Eenmalige uitkering studielening sociaal leenstelsel

In het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat studenten die hebben gestudeerd onder het sociaal leenstelsel een extra eenmalige tegemoetkoming krijgen. Hiertoe wordt in 2027 € 1,3 miljard overgeheveld naar de OCW begroting. In 2028 en 2029 worden respectievelijk € 47,0 miljoen en € 27,0 miljoen overgeheveld voor ditzelfde doel.

4. HLA 22. Afschaffen maatschappelijke diensttijd

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de subsidie voor maatschappelijke diensttijd wordt afgeschaft. In het kasritme van de bezuiniging is een wijziging toegepast van € 47,7 miljoen uit 2025 naar respectievelijk € 32,1 miljoen en € 15,6 miljoen in 2026 en 2027 in verband met reeds aangegane verplichtingen. Dit resulteert in een negatieve reeks startend in 2025 met € 152,7 miljoen, oplopend naar structureel € 200,0 miljoen. Door de afschaffing kunnen er geen nieuwe tranches meer worden uitgezet. Met de middelen die de komende jaren nog resteren kan onder andere de hoofdsubsidieregeling die voor 2024 al was gepubliceerd worden uitgevoerd.

5. HLA 23. Afschaffen brede brugklas en beperken school en omgeving

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de subsidie voor heterogene brugklassen wordt afgeschaft. Vanaf 2025 wordt structureel € 55,0 miljoen per jaar bezuinigd door deze regeling af te schaffen. Daarnaast is er een korting opgenomen op het programma School en Omgeving. Het budget voor School en Omgeving wordt vanaf 2026 gekort met een bedrag van € 94,6 miljoen op artikel 1 en € 60,5 miljoen op artikel 3. Het programma wordt beperkt voortgezet, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de scholen met de 5% hoogste relatieve onderwijsachterstandsscores.

6. HLA 24. Alternatieve invulling bijstelling sectorplannen hoger onderwijs en wetenschap

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is een bezuiniging opgenomen op het onderzoeksbeleid van structureel € 215,0 miljoen vanaf 2026, met als specifieke voorgenomen maatregel het afschaffen van de sectorplannen hoger onderwijs en wetenschap. In plaats van het afschaffen van de sectorplannen is besloten om de startersbeurzen af te schaffen, waarmee vanaf 2025 € 174,7 miljoen per jaar wordt bezuinigd. Het kasritme van de bezuinigingsreeks uit het HLA wordt hiermee aangepast van € 215 miljoen per jaar startend in 2026, naar € 174,7 miljoen per jaar startend in 2025. Hiermee wordt binnen de begrotingshorizon iets meer dan de volledige bezuiniging in het HLA van cumulatief € 860 miljoen gerealiseerd. De € 13,7 miljoen die te veel wordt omgebogen, wordt in mindering gebracht in 2030 waardoor in 2030 € 26,6 miljoen wordt omgebogen en vanaf 2031 structureel € 40,3 miljoen op het budget voor de NWO om tot de structurele bezuiniging van € 215,0 miljoen te komen.

7. HLA 26. Terugdraaien groei apparaat rijksoverheid

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er structureel € 1 miljard wordt bezuinigd op het apparaat van de Rijksoverheid inclusief externe inhuur. Voor OCW betreft dit een structurele reeks van € 86,2 miljoen, startend in 2025 met € 20,3 miljoen. Het bedrag van € 20,3 miljoen voor het jaar 2025 is structureel doorverdeeld over het kerndepartement, haar dienstonderdelen en de zelfstandige bestuursorganen. Over de interne verdeling van de apparaatstaakstelling vanaf 2026 vindt nog besluitvorming plaats. Uitkomst van die besluitvorming wordt in de eerste suppletoire begroting van 2025 budgettair verwerkt.

8. HLA 29. SPUK naar Gemeentefonds en Provinciefonds met 10% budgetkorting

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat specifieke uitkeringen worden overgeheveld naar Gemeente- en Provinciefonds met 10% korting. Deze reeks van € 81,2 miljoen structureel betreft de 10% korting voor de specifieke uitkeringen op artikel 1 (primair onderwijs) en 4 (beroepsonderwijs en volwassenenonderwijs) op de OCW begroting.

9. HLA 32. Beëindiging functiemix Randstad

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de Regeling versterking functiemix vo-leraren in de Randstadregio’s vanaf 2026 vervalt. Het gaat om een bezuiniging van € 75,0 miljoen.

10. HLA 34. Gerichte keuzes ontwikkelingssamenwerking

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er gerichte keuzes zijn gemaakt op ontwikkelingssamenwerking. Dit resulteert in een structurele bezuiniging van € 2,4 miljard op de zogenaamde ODA middelen (Official Development Assistance) die verdeeld zijn over meerdere Begrotingshoofdstukken. Op de OCW begroting betekent dit een structurele verlaging van € 7,2 miljoen op de ODA middelen binnen artikel 6 en 7 (hoger en wetenschappelijke onderwijs).

11. HLA 35. Verlaging non-ODA-middelen

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat de zogenoemde non-ODA middelen (middelen voor internationale samenwerking, niet zijnde Official Development Assistance) worden verlaagd met structureel € 100,0 miljoen. Op de OCW begroting betekent dit een structurele verlaging van € 3,5 miljoen op de non-ODA middelen. Deze middelen zijn verlaagd op artikel 6, 7, 8 (internationaal beleid) en14 (cultuur).

12. HLA 40. Generieke taakstelling subsidies rijksbreed

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is een generieke taakstelling opgenomen van € 1 miljard op subsidies rijksbreed. Het aandeel voor OCW in deze taakstelling is vastgesteld op € 74,8 miljoen in 2025 oplopend tot structureel € 361,5 miljoen vanaf 2029. De invulling van de generieke subsidietaakstelling voor het jaar 2025 is verwerkt met concrete verlaging van budgetten in de OCW begroting 2025. Na 2025 loopt de subsidietaakstelling op van € 138,3 miljoen in 2026 naar € 361,5 miljoen structureel vanaf 2029. Gezien deze aanzienlijke omvang vraagt de invulling van de subsidietaakstelling voor 2026 en verder een zorgvuldige weging met aandacht voor de uitvoering. Daarom is de subsidietaakstelling vanaf 2026 voorlopig verwerkt op drie grote subsidiebudgetten op de OCW-begroting, te weten het budget voor overige subsidies op artikel 1, het budget voor overige subsidies op artikel 3 en het budget voor de regeling praktijkleren op artikel 4. De concrete invulling van de subsidietaakstelling vanaf 2026 wordt over de gehele OCW-begroting bezien en middels een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2025 voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW aan uw Kamer voorgelegd.

13. HLA 41. Verminderen internationale studenten (via bestuurlijk akkoord)

In het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat het aantal internationale studenten wordt verminderd. De studiemigratie in het hoger onderwijs wordt beperkt in de bachelorfase met gerichte uitzonderingen voor opleidingen voor strategische tekortsectoren, bijvoorbeeld bepaalde opleidingen in de bèta en techniek, en met oog voor regionale omstandigheden. In dit kader is een besparing opgenomen op het hoger onderwijs van € 29,0 miljoen in 2026 tot oplopend € 272,0 miljoen in 2029 op de artikelen 6 en 7 (hoger onderwijs). Structureel is de besparing € 293,0 miljoen.

14. HLA 42. Hervorming Nederlandse Publieke Omroep NPO

In het Hoofdlijnenakkoord is een bezuiniging op de landelijke publieke omroep opgenomen van structureel € 100 miljoen vanaf 2027.

15. HLA 43. Afschaffen OV-vergoeding buitenland studerenden

In het Hoofdlijnenakkoord is besloten om de OV-vergoeding voor Nederlandse studenten in het buitenland af te schaffen. Het budget voor deze reisvoorziening is in deze begroting verlaagd voor de beoogde besparing van € 4,0 miljoen in 2026 oplopend tot € 14,0 miljoen in 2029 (structureel € 30,0 miljoen). In deze reeks is nog geen rekening gehouden met de verlaging van het budget die in de Nota van Wijziging op de OCW-begroting 2024 is toegepast als gevolg van de herijking van het studentenreisproduct. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt de maatregel opnieuw geraamd en verwerkt met de nieuwe raming van de SF-uitgaven en -ontvangsten.

16. HLA 44. Verhogen collegegeld langstudeerders (via lagere bekostiging)

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat het collegegeld dat langstudeerders afdragen aan instellingen wordt verhoogd. De besparing wordt behaald via lagere bekostiging van de instellingen. Dit leidt tot een besparingsreeks op artikel 6 en 7 (hoger onderwijs) van € 95,0 miljoen in 2026 oplopend naar structureel € 282,0 miljoen in 2029. In de komende periode wordt onderzoek gedaan naar de uitvoerbaarheid en naar manieren voor instellingen en studenten om langstuderen tegen te gaan.

17. HLA 69. Fonds Onderzoek Wetenschap

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er € 150,0 miljoen per jaar wordt bezuinigd op het Fonds Onderzoek en Wetenschap vanaf 2025 tot en met 2031. Deze bezuiniging wordt in de jaren 2025 tot en met 2029 voor € 124,8 miljoen binnen de OCW begroting gedekt en voor € 25,2 miljoen binnen de EZ begroting. In de jaren 2030 en 2031 wordt de gehele € 150,0 miljoen binnen de OCW begroting gedekt. De reeks die daadwerkelijk wordt afgeboekt op de OCW begroting in 2025 tot en met 2029 is echter hoger dan de € 124,8 miljoen, namelijk ongeveer € 132,1 miljoen. Per saldo wordt dit vereffend, doordat er in 2030 en 2031 minder wordt afgeboekt. In het overzicht (tabel 9) van het Fonds Onderzoek en Wetenschap is dit zichtbaar gemaakt en verder toegelicht.

18. Compensatie verhoging btw op leermiddelen

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat het verlaagde btw-tarief op culturele goederen en diensten wordt afgeschaft. Als gevolg hiervan stijgen de lasten voor scholen voor het verstrekken van leermiddelen, waaronder les- en leesboeken, aan leerlingen. Hiervoor worden scholen in het primair en voortgezet onderwijs vanaf 2026 structureel met € 58,5 miljoen gecompenseerd. Ook mbo-instellingen ontvangen een compensatie voor het verstrekken van leermiddelen voor basisvaardigheden vanaf 2026 structureel € 1,5 miljoen ten behoeve van studenten onder de 18 jaar. Hierdoor kunnen scholen en mbo-instellingen blijven investeren in het verbeteren van het onderwijs en in de basisvaardigheden, zoals leesvaardigheid.

19. Schoolmaaltijden

Het programma schoolmaaltijden wordt in de huidige vorm structureel voortgezet voor de kinderen die dit het hardst nodig hebben, zodat meer leerlingen met een volle maag les kunnen volgen. Hiervoor wordt € 135,0 miljoen per jaar toegevoegd aan de OCW-begroting waarvan € 45,0 miljoen uit de envelop ‘Groepen in de knel’.

20. Kasschuiven

Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd, om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme. De grootste kasschuif betreft die van het kasritme op primair onderwijs. Naar aanleiding van de vereenvoudiging bekostiging is de teldatum verschoven waarop het aantal leerlingen op een school wordt geteld. Dit heeft invloed op de manier waarop de referentieraming wordt doorgerekend, waardoor er een fluctuerend effect is ontstaan. Met de kasschuif wordt het kasritme rechtgezet. Het gaat in totaal om € 113,7 miljoen wat uit 2024, 2025 en 2026 geschoven wordt naar 2027 tot en met 2029.

21. Nationaal Groeifonds

Op de OCW begroting staan verschillende projecten die worden gefinancierd uit het Nationaal Groeifonds (NGF). Op deze verschillende projecten worden diverse kasschuiven gedaan om zo de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme. Zie hiervoor een volledig overzicht in bijlage 8 Nationaal Groeifonds.

22. Desalderingen

Dit betreft desalderingen van de uitgaven behorend bij de ontvangsten in tabel 2.

23. Overig

Dit saldo bestaat uit verschillende mutaties:

  • toevoegen van middelen voor taalonderwijs aan Oekraïense ontheemden;

  • toevoegen van middelen voor de meerjarige incidentele opdracht om (post-)corona investeringen vergoed te krijgen vanuit de Europese Unie;

  • toevoegen van middelen voor (onder andere de lpo op) 'Werk aan uitvoering';

  • overboekingen met andere departementen;

  • technische mutaties en interne overboekingen vallen onder dit saldo.

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige ontvangsten mutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand begroting 2024 (inclusief NvW)

 

2.038.040

2.220.961

2.292.730

2.369.227

2.445.758

0

Belangrijkste mutaties

       

1. Eerste suppletoire begroting 2024

diverse

112.828

53.079

61.453

81.393

106.195

2.646.633

2. Desaldering

14,95

3.424

0

0

0

0

0

3. Nationaal Groeifonds

6

1.126

0

0

0

0

0

4. Meevaller DUO

6

100

0

0

0

0

0

5. HLA 26. Terugdraaien groei apparaat rijksoverheid

95

0

‒ 28

‒ 57

‒ 85

‒ 113

‒ 125

Stand ontwerpbegroting 2025

 

2.155.518

2.274.012

2.354.126

2.450.535

2.551.840

2.646.508

Toelichting

1. Eerste suppletoire begroting 2024

Deze mutaties zijn reeds in de eerste Suppletoire Begroting 2024 toegelicht.

2. Desalderingen

Dit betreft desalderingen van de ontvangsten behorend bij de uitgaven in tabel 1.

3. Nationaal Groeifonds

Dit betreft desalderingen op Nationaal Groeifonds projecten.

4. Meevaller DUO

Dit betreft een meevaller van € 0,1 miljoen op de ontvangsten. Het gaat hier om een afrekening via de DUO-programmagelden die niet was begroot en daarom tot een meevaller leidt.

5. HLA 26. Terugdraaien groei apparaat rijksoverheid

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er structureel € 1 miljard wordt bezuinigd op het apparaat van de Rijksoverheid. Voor OCW betreft dit naast een verlaging van de uitgaven op artikel 95 (zie hierboven), ook een verlaging van de ontvangsten op artikel 95.

Overzichten intensiveringen en extensiveringen

Tabel 3 geeft een overzicht van alle intensiveringen op de OCW-begroting, sinds de start van het kabinet Schoof I en tabel 4 doet dat voor de extensiveringen. Tabel 5 geeft een saldo van de tabellen 3 en 4 weer.

Tabellen 6, 7 en 8 geven dezelfde informatie weer, maar dan naar artikel.

Tabel 3 Intensiveringen (bedragen x € 1.000)
 

Artikel

2025

2026

2027

2028

2029

HLA 11. Investeren in goed bestuur en de rechtstaat

14

0

0

0

500

1000

HLA 21. Eenmalige uitkering studielening sociaal leenstelsel

11

0

0

1.297.000

47.000

27.000

Compensatie verhoging btw op leermiddelen

1,3,4

0

60.000

60.000

60.000

60.000

Schoolmaaltijden

1,3

135.000

135.000

135.000

135.000

135.000

Totaal intensiveringen

 

135.000

195.000

1.492.000

242.500

223.000

Tabel 4 Extensiveringen (bedragen x € 1.000)
 

Artikel

2025

2026

2027

2028

2029

HLA 22. Afschaffen maatschappelijke diensttijd

3

‒ 152.735

‒ 122.902

‒ 184.363

‒ 200.000

‒ 200.000

HLA 23. Afschaffen brede brugklas en beperken S&O

1,3

‒ 55.000

‒ 210.000

‒ 210.000

‒ 210.000

‒ 210.000

HLA 24. Alternatieve invulling bijstelling sectorplannen hoger onderwijs en wetenschap

6,7

‒ 174.734

‒ 174.734

‒ 174.734

‒ 174.734

‒ 174.734

HLA 26. Terugdraaien groei apparaat rijksoverheid

7

‒ 20.296

‒ 39.884

‒ 58.310

‒ 78.040

‒ 86.164

HLA 29. SPUK naar GF en PF met 10% budgetkorting

diverse

0

‒ 81.261

‒ 81.201

‒ 81.201

‒ 81.201

HLA 32. Beëindiging functiemix Randstad

1,4,14

0

‒ 75.000

‒ 75.000

‒ 75.000

‒ 75.000

HLA 34. Gerichte keuzes ontwikkelingssamenwerking

6,7

0

‒ 8.511

‒ 8.511

‒ 8.511

‒ 8.510

HLA 35. Verlaging non-ODA-middelen

6,7,8,14

‒ 731

‒ 718

‒ 844

‒ 956

‒ 3.214

HLA 40. Generieke taakstelling subsidies rijksbreed

diverse

‒ 74.830

‒ 138.338

‒ 255.150

‒ 316.543

‒ 361.486

HLA 41. Verminderen internationale studenten (via bestuurlijk akkoord)

6,7

0

‒ 29.000

‒ 118.000

‒ 209.000

‒ 272.000

HLA 42. Hervorming Nederlandse Publieke Omroep NPO

15

0

0

‒ 100.000

‒ 100.000

‒ 100.000

HLA 43. Afschaffen OV-vergoeding buitenland studerenden

11

0

‒ 4.000

‒ 8.000

‒ 14.000

‒ 14.000

HLA 44. Verhogen collegegeld langstudeerders (via lagere bekostiging)

6,7

0

‒ 95.000

‒ 285.000

‒ 283.000

‒ 282.000

HLA 69. Fonds Onderzoek Wetenschap

7,16

‒ 131.929

‒ 131.929

‒ 131.929

‒ 132.054

‒ 132.054

Totaal

 

‒ 610.255

‒ 1.111.277

‒ 1.691.042

‒ 1.883.039

‒ 2.000.363

Tabel 5 Saldo intensiveringen en extensiveringen (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

Saldo intensiveringen

135.000

195.000

1.492.000

242.500

223.000

Saldo extensiveringen

‒ 610.255

‒ 1.111.277

‒ 1.691.042

‒ 1.883.039

‒ 2.000.363

Totaal

‒ 475.255

‒ 916.277

‒ 199.042

‒ 1.640.539

‒ 1.777.363

Tabel 6 Intensiveringen per artikel (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

Artikel 1

82.350

104.580

104.580

104.580

104.580

Artikel 3

52.650

88.920

88.920

88.920

88.920

Artikel 4

0

1.500

1.500

1.500

1.500

Artikel 11

0

0

1.297.000

47.000

27.000

Artikel 14

0

0

0

500

1.000

Totaal

135.000

195.000

1.492.000

242.500

223.000

Tabel 7 Extensiveringen per artikel (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

Artikel 1

‒ 11.869

‒ 195.732

‒ 229.752

‒ 247.768

‒ 260.307

Artikel 3

‒ 236.233

‒ 353.798

‒ 449.296

‒ 482.961

‒ 495.529

Artikel 4

‒ 26.466

‒ 79.199

‒ 127.982

‒ 153.383

‒ 173.348

Artikel 6

‒ 523

‒ 62.609

‒ 195.618

‒ 224.625

‒ 242.640

Artikel 7

‒ 257.445

‒ 327.473

‒ 473.473

‒ 533.474

‒ 577.473

Artikel 8

‒ 231

‒ 177

‒ 303

‒ 414

‒ 402

Artikel 9

‒ 22

‒ 23

‒ 25

‒ 27

‒ 30

Artikel 11

‒ 2.078

‒ 6.123

‒ 10.218

‒ 16.292

‒ 16.468

Artikel 12

‒ 19

‒ 20

‒ 21

‒ 23

‒ 25

Artikel 13

‒ 107

‒ 111

‒ 121

‒ 127

‒ 144

Artikel 14

‒ 2.606

‒ 480

‒ 492

‒ 504

‒ 2.781

Artikel 15

‒ 1.868

0

‒ 100.065

‒ 100.065

‒ 100.065

Artikel 16

‒ 54.576

‒ 50.576

‒ 50.576

‒ 50.701

‒ 50.701

Artikel 25

‒ 750

0

0

0

0

Artikel 95

‒ 15.462

‒ 34.956

‒ 53.100

‒ 72.675

‒ 80.450

Totaal

‒ 610.255

‒ 1.111.277

‒ 1.691.042

‒ 1.883.039

‒ 2.000.363

Tabel 8 Saldo intensiveringen en extensiveringen per artikel (bedragen x € 1.000)
 

2025

2026

2027

2028

2029

Artikel 1

70.481

‒ 91.152

‒ 125.172

‒ 143.188

‒ 155.727

Artikel 3

‒ 183.583

‒ 264.878

‒ 360.376

‒ 394.041

‒ 406.609

Artikel 4

‒ 26.466

‒ 77.699

‒ 126.482

‒ 151.883

‒ 171.848

Artikel 6

‒ 523

‒ 62.609

‒ 195.618

‒ 224.625

‒ 242.640

Artikel 7

‒ 257.445

‒ 327.473

‒ 473.473

‒ 533.474

‒ 577.473

Artikel 8

‒ 231

‒ 177

‒ 303

‒ 414

‒ 402

Artikel 9

‒ 22

‒ 23

‒ 25

‒ 27

‒ 30

Artikel 11

‒ 2.078

‒ 6.123

1.286.782

30.708

10.532

Artikel 12

‒ 19

‒ 20

‒ 21

‒ 23

‒ 25

Artikel 13

‒ 107

‒ 111

‒ 121

‒ 127

‒ 144

Artikel 14

‒ 2.606

‒ 480

‒ 492

‒ 4

‒ 1.781

Artikel 15

‒ 1.868

0

‒ 100.065

‒ 100.065

‒ 100.065

Artikel 16

‒ 54.576

‒ 50.576

‒ 50.576

‒ 50.701

‒ 50.701

Artikel 25

‒ 750

0

0

0

0

Artikel 95

‒ 15.462

‒ 34.956

‒ 53.100

‒ 72.675

‒ 80.450

Totaal

‒ 475.255

‒ 916.277

‒ 199.042

‒ 1.640.539

‒ 1.777.363

Fonds Onderzoek en Wetenschap

De ombuigingsopgave op het gebied van onderzoek en wetenschap kreeg in het Hoofdlijnenakkoord voornamelijk vorm als een bijstelling van € 215,0 miljoen vanaf 2026 op de sectorplannen en een budgettaire opgave van € 150,0 miljoen per jaar op de resterende looptijd van het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap.

De sectorplannen zijn een effectief middel om via samenwerking en profilering van universiteiten de kwaliteit van onderzoek en onderwijs te vergroten, ondoelmatigheden te vermijden en meer zekerheid te bieden aan wetenschappers in Nederland door het aanbieden van vaste aanstellingen. Universiteiten hebben de sectorplannen omarmd en zijn voortvarend bezig met de implementatie. Onafhankelijke commissies monitoren de voortgang en de realisatie van de doelen. Het kabinet heeft bovenstaande in overweging genomen en ontziet de sectorplannen in de invulling van de ombuigingsopgave.

Met het Fonds voor Onderzoek en Wetenschap investeren we in het fundament, in een gunstiger werkklimaat voor onze onderzoekers en in baanbrekend onderzoek voor maatschappelijke impact en transities. Het kabinet houdt bij de ombuigingsopgave de fondsinstrumenten – én hun onderlinge samenhang – zoveel mogelijk intact en ziet een kans om onnodige uitvoeringslast te verlagen.

De ombuigingsopgave wordt concreet ingevuld via de onderstaande maatregelen:

  • De starters- en stimuleringsbeurzen worden geschrapt: de beurzen bleken in de praktijk uitvoeringstechnisch complex, en er is geen eenduidige evidentie dat zij een effectief middel zijn om de werkdruk voldoende te verlagen. Een deel van het budget voor de stimuleringsbeurzen blijft beschikbaar voor het verbeteren van werkomstandigheden van onderzoekers en het ontlasten van het systeem. De Nederlandse wetenschappelijke ambities zijn groter dan de beschikbare middelen waardoor veel onderzoekers met een tijdelijk contract werken, wat ook ongunstig is voor wetenschappelijke kwaliteit.

  • Om de totale taakstelling in het Fonds te realiseren, worden nog enkele kleinere besparingen gerealiseerd die erop gericht zijn om de nadelige effecten ervan zoveel mogelijk te beperken.

  • Het kabinet blijft via het Fonds investeren in onderhoud, toegang en vernieuwing van bestaande grootschalige onderzoeksinfrastructuur. De ambitie om gedurende de resterende looptijd van het Fonds te investeren in nieuwe grootschalige infrastructuur wordt echter noodgedwongen losgelaten. Dit maakt een besparing van € 29,9 miljoen mogelijk.

  • Met het Fonds blijven we de transitie naar open science als norm ondersteunen. Alle kennisinstellingen in Nederland werken aan die transitie. De financiering via het nationale regieorgaan, Open Science NL, zal wel worden bijgesteld. Hiermee wordt een besparing van € 10,0 miljoen gerealiseerd.

  • Het restant van de ombuigingsopgaven wordt ingevuld met de middelen voor loon- en prijsontwikkeling tranche 2024 en een structurele besparing op de bekostiging van Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek.

Tabel 9 Fonds voor Onderzoek en Wetenschap (bedragen x € 1.000)
 

Artikel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

2030

2031

Starters- en stimuleringsbeurzen

7

50.000

152.230

152.230

77.935

77.935

77.935

77.935

77.935

77.935

77.935

Thematische programmering

16

10.000

10.000

10.000

10.868

10.868

10.868

10.868

10.868

10.868

10.868

Professional doctorate beurzen

16

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Praktijkgericht onderzoek art 6

6

0

36.993

36.993

38.986

38.986

38.986

38.986

38.986

38.986

38.986

Roadmap grootschalige wetenschappelijke infrastructuur

16

50.000

50.000

50.000

23.300

23.300

23.300

23.300

23.300

23.300

23.300

Strategische agenda toegepast onderzoek faciliteiten (EZ)

EZ

2.494

86.494

97.238

71.375

89.645

72.828

57.163

23.203

0

0

Matching Horizon Europe

16

0

78.900

79.305

82.992

82.992

82.992

82.992

82.992

0

0

Open Competitie

16

60.000

60.000

60.000

63.800

63.800

63.800

63.800

63.800

63.800

63.800

Toponderzoek

16

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

Kennisveiligheid

16, 95

2.536

6.435

3.475

5.671

5.321

5.072

4.172

4.172

4.172

4.172

Sociale Veiligheid

16

1.000

4.200

4.000

4.210

4.210

4.210

4.120

4.120

4.120

4.120

Scholars at Risk

16

0

400

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

Europese Partnerschappen (OCW)

16

0

10.000

10.000

12.795

12.795

12.795

12.795

12.795

0

0

Europese Partnerschappen (EZ)

EZ

14.500

40.000

27.472

55.775

33.065

33.836

29.065

28.515

0

0

Open Science

16

4.000

20.000

20.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

Practoraten

4

0

1.926

2.936

2.590

2.590

3.639

3.639

3.639

3.639

3.639

Nationaal expertisecentrum voor wetenschap en samenleving

16

0

277

846

1.456

1.456

1.164

1.164

1.164

1.164

1.164

Faculty of Impact

16

0

2.770

2.770

2.770

2.770

2.770

2.770

2.770

2.770

2.770

Uitvoering, monitoring, verantwoording, evaluatie

16, 6, 7, 95, EZ

2.490

4.685

5.935

2.635

2.635

2.635

2.629

2.129

2.630

2.630

Totaal

 

222.020

590.310

589.400

493.358

488.568

473.030

451.598

416.588

269.584

269.584

Licence