Base description which applies to whole site

5.1 Agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

In deze paragraaf is de begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).

DUO is een agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), dat ook voor enkele andere ministeries werkt. Voor het Ministerie van OCW voert DUO een groot aantal onderwijswetten en -regelingen uit. Daarnaast vervult DUO voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) taken voor de Wet Inburgering en voor het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) beheert DUO twee registers op het gebied van kinderopvang. Voor het Ministerie van Financiën voert DUO werkzaamheden uit op het gebied van examens voor de Wet op het financieel toezicht (Wft). Tot slot verzorgt de Shared Service Organisatie (SSO) Noord, sinds 1 januari 2019 onderdeel van DUO, voor diverse opdrachtgevers taken op het gebied van inkoop in het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), en housing en hosting in het Overheids Datacenter (ODC). DUO is gevestigd in Groningen (hoofdkantoor) en in Den Haag, en heeft zeventien servicekantoren en balies en zes toetslocaties verspreid over het land.

De komende jaren staat het realiseren van de ambities in het kader van Werken aan Uitvoering centraal bij DUO. De dienstverlening aan alle klanten van DUO wordt verbeterd. Hiertoe wordt geïnvesteerd in het vakmanschap van de medewerkers van DUO, en in de randvoorwaarden die hiervoor ingevuld moeten worden zoals het verder verbeteren van de digitale systemen, informatiehuishouding, implementatie van klantvolgsystemen en verdere verbetering van de dienstverlening.

In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er bezuinigd moet worden op het apparaat van de Rijksoverheid. Voor DUO betreft dit een structurele reeks van € 2,2 miljoen, startend in 2025.

Tabel 76 Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2025 (bedragen x € 1.000)
 

Stand Slotwet 2023

Vastgestelde begroting 2024

2025

2026

2027

2028

2029

Baten

       

- Omzet

485.261

445.212

507.617

509.227

504.962

504.586

508.993

waarvan omzet moederdepartement

391.319

354.673

401.392

403.002

398.737

398.361

402.768

waarvan omzet overige departementen

87.536

84.128

99.538

99.538

99.538

99.538

99.538

waarvan omzet derden

6.406

6.411

6.687

6.687

6.687

6.687

6.687

Rentebaten

1.132

0

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

486.393

445.212

508.617

510.227

505.962

505.586

509.993

        

Lasten

       

Apparaatskosten

446.326

406.812

458.500

453.427

439.946

435.839

441.036

- Personele kosten

310.360

295.951

330.768

325.757

314.757

312.373

316.309

waarvan eigen personeel

228.655

248.475

249.490

250.746

252.008

253.274

254.550

waarvan inhuur externen

69.750

39.537

69.454

63.408

51.526

47.946

50.480

waarvan overige personele kosten

11.955

7.938

11.824

11.603

11.223

11.153

11.279

- Materiële kosten

135.966

110.862

127.732

127.670

125.189

123.466

124.727

waarvan apparaat ICT

42.627

30.261

38.686

38.500

37.932

37.438

37.665

waarvan bijdrage aan SSO's

29.641

27.219

28.412

28.281

27.882

27.696

28.017

waarvan overige materiële kosten

63.698

53.382

60.634

60.889

59.375

58.332

59.045

Rentelasten

637

1.100

2.563

3.310

4.495

4.824

4.987

Afschrijvingskosten

33.483

35.700

45.354

51.290

59.321

62.723

61.770

- Materieel

13.092

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

waarvan apparaat ICT

12.606

12500

12.500

12.500

12.500

12.500

12.500

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

486

500

500

500

500

500

500

- Immaterieel

20.391

22.700

32.354

38.290

46.321

49.723

48.770

Overige lasten

5.685

1.500

2.100

2.100

2.100

2.100

2.100

waarvan dotaties voorzieningen

5.685

1500

2.100

2.100

2.100

2.100

2.100

waarvan bijzondere lasten

0

0

Totaal lasten

486.131

445.112

508.517

510.127

505.862

505.486

509.893

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

262

100

100

100

100

100

100

Agentschapsdeel Vpb-lasten

53

100

100

100

100

100

100

Saldo van baten en lasten

209

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De verwachte omzet moederdepartement van € 401,4 miljoen betreft de inkomsten voor geleverde diensten en producten aan de opdrachtgever OCW. Van de omzet moederdepartement 2025 is € 261,3 miljoen gerelateerd aan de vijf hoofdproducten, te weten Bekostiging (€ 48,8 miljoen), Studiefinanciering (€ 123,8 miljoen), Examens (€ 40,5 miljoen), Registers (€ 36,3 miljoen) en Informatiediensten (€ 11,9 miljoen). Tevens is in de begroting € 58,3 miljoen omzet opgenomen uit hoofde van de overige taken waarvan € 37,7 miljoen betrekking heeft op Werken aan Uitvoering (WAU). Voor opdrachten welke nog geen onderdeel zijn van de lumpsum financiering van het basiscontract is € 15,9 miljoen opgenomen. Ten slotte is € 65,9 miljoen opgenomen ten behoeve van de vervangingen van het systeemlandschap.

Tabel 77 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1 miljoen)

Omzet moederdepartement

401.392

  
 

waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging

48.813

 

waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering

123.827

 

waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten

40.523

 

waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister

36.303

 

waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten

11.852

 

waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken

58.309

 

waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten

15.873

 

waarvan productgroep/dienstengroep Vervangingen (LCM)

65.892

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen (€ 99,5 miljoen) betreft opbrengsten in verband met de uitvoering van inburgeringstaken (€ 40,6 miljoen) en print- en couverteerwerkzaamheden voor het CJIB (€ 2,1 miljoen) voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast betreffen het werkzaamheden in het kader van de uitvoering landelijk register kinderopvang (€ 9,3 miljoen) en overige opdrachten (€ 2,9 miljoen) voor het Ministerie van SZW, het examen Wet Financieel Toezicht (€ 2,6 miljoen) in opdracht van het Ministerie van Financiën en compensatie van loonkosten van gedetacheerde medewerkers (€ 0,9 miljoen). Daarnaast is € 41,1 miljoen aan omzet opgenomen in verband met werkzaamheden uitgevoerd door het Shared Service Organisatie Noord welke onderdeel is van DUO. Het betreffen werkzaamheden voor het Ministerie van BZK (€ 16,7 miljoen), het ministerie van JenV (€ 12,8 miljoen), het Ministerie van EZ (€ 5,5 miljoen), het Ministerie van VWS (€ 3,9 miljoen), Ministerie van Financiën (€ 1,2 miljoen), het Ministerie van IenW (€ 0,8 miljoen), en overige ministeries (€ 0,2 miljoen).

Omzet derden

De omzet derden (€ 6,7 miljoen) betreft met name het innen van leges voor examens (€ 3,4 miljoen), overige opbrengsten (€ 1,4 miljoen) en opbrengsten voor het uitvoeren van werkzaamheden door het Shared Service Organisatie (SSO) Noord (€ 1,9 miljoen).

Rentebaten

De rentebaten betreffen een inschatting van de verwachte rentebaten uit hoofde van het positieve saldo op de rekening-courant met het Ministerie van Financiën.

Lasten

Personele kosten

De begrote personele kosten bedragen € 330,8 miljoen en hebben betrekking op de kosten van eigen personeel (€ 249,5 miljoen) op basis van de gemiddelde loonkosten, de kosten voor externe inhuur (€ 69,5 miljoen) en een reële inschatting van de overige personele kosten zoals opleidingsbudget en reiskosten (€ 11,8 miljoen). DUO is voortdurend bezig waar mogelijk de inzet van relatief duur extern ICT personeel te verminderen door in plaats daarvan ambtelijk personeel in dienst te nemen. Dit heeft naast kostenvoordelen ook als voordeel dat de kennisopbouw binnen de eigen organisatie beter kan worden geborgd.

Wel is het zo dat de mogelijkheden om deze zogenoemde verambtelijking succesvol gestalte te kunnen geven worden beperkt  door de schaarste van ICT personeel.

Materiële kosten

De begrote materiële kosten bedragen € 127,7 miljoen en betreffen onder andere de ICT gerelateerde apparaatskosten (€ 38,7 miljoen) zoals de kosten voor het rekencentrum en kosten ten behoeve van beheer, onderhoud en ontwikkeling van ICT-systemen. Daarnaast is een bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) (€ 28,4 miljoen) begroot. De begrote overige materiële lasten (€ 60,6 miljoen) betreffen kosten voor externe diensten (zoals automatisering en detacheringen), kosten voor examens (zoals drukwerk en vergoedingen voor examinatoren en surveillanten), communicatiekosten en portokosten.

Rentelasten

De begrote rentelasten bedragen € 2,6 miljoen en betreffen de vergoeding voor de aangetrokken leningen bij het Ministerie van Financiën. Deze leningen worden gebruikt ter financiering van vervangingen in het systeemlandschap.

Afschrijvingskosten

De begrote afschrijvingskosten bedragen € 45,4 miljoen en betreffen afschrijvingskosten uit hoofde van materiële en immateriële vaste activa. De stijging in 2025 en opvolgende jaren hangt primair samen met de geplande investeringen in het ICT-landschap.

Overige lasten

De begrote overige lasten bedragen € 2,1 miljoen en betreffen de verwachte dotatie aan de personele voorzieningen zoals wachtgeld, maatwerk en jubilea.

Tabel 78 Kasstroomoverzicht over het jaar 2025 (bedragen x € 1.000)
  

Stand Slotwet 2023

Vastgestelde begroting 2024

2025

2026

2027

2028

2029

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

38.504

20.231

20.231

20.231

20.231

20.231

20.231

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

501.911

445.212

508.617

510.227

505.962

505.586

509.993

 

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 465.580

‒ 409.512

‒ 463.263

‒ 458.937

‒ 446.641

‒ 442.863

‒ 448.223

2.

Totaal operationele kasstroom

36.331

35.700

45.354

51.290

59.321

62.723

61.770

 

-/- totaal investeringen

‒ 68.566

‒ 73.600

‒ 94.300

‒ 94.300

‒ 94.300

‒ 94.300

‒ 94.300

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

0

0

0

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 68.566

‒ 73.600

‒ 94.300

‒ 94.300

‒ 94.300

‒ 94.300

‒ 94.300

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

-/- aflossingen op leningen

‒ 19.810

‒ 35.700

‒ 45.354

‒ 51.290

‒ 59.321

‒ 62.723

‒ 61.770

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

37.770

73.600

94.300

94.300

94.300

94.300

94.300

4.

Totaal financieringskasstroom

17.960

37.900

48.946

43.010

34.979

31.577

32.530

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

24.229

20.231

20.231

20.231

20.231

20.231

20.231

Toelichting

Kasstroomoverzicht

De operationele kasstroom is het saldo van ontvangsten van dienstverlening aan het moederdepartement, de overige departementen en derden waar uitgaven aan intern en extern personeel en leveranciers tegenover staat. De investeringskastroom betreft de verwachte investeringen in zowel materiële als immateriële vaste activa. Het gaat hier specifiek om investeringen in het rekencentrum, softwarelicenties en netwerken. Daarnaast betreffen dit investeringen in het systeemlandschap (zelf ontwikkelde infrastructuur en applicaties). Onder de financieringskasstroom is de aflossing op de leningen opgenomen evenals de verwachte aan te trekken leningen. De investeringen in de (immateriële) vaste activa worden gefinancierd via een beroep op de leenfaciliteit.

Kapitaaluitgaven

Tabel 79 Specificatie kapitaaluitgaven agentschap DUO 2024 (bedragen x € 1.000)

Investeringen gebouw

0

Kantoormeubilair

0

Kantoormachines

0

Automatiseringsapparatuur

24.200

Depotinrichting

0

App. conservering & restauratie

0

Inrichting studiezaal

0

Zelfontwikkelde software

70.100

Totaal investeringen

94.300

Eenmalige uitkering aan moederdepartement

0

Aflossing op leningen

45.354

Beroep op leenfaciliteit

0

Totaal financieringskasstroom

45.354

Totaal Kapitaaluitgaven

139.654

Doelmatigheid

De basisindicatoren voor het bepalen van de doelmatigheid zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Conform het overzicht met doelmatigheidsindicatoren stuurt DUO op gelijkblijvende kosten bij verbeterde dienstverlening. De kwaliteitsverbetering zal onder andere ontstaan door de investeringen in het ICT-landschap. Daarnaast heeft de invoering van de Life Cycle Management (LCM) systematiek binnen DUO geleid tot een situatie waarin grote eenmalige projectinvesteringen zijn vervangen door structurele investeringen die over langere tijd worden afgeschreven. Dit is zichtbaar in de post vervangingskosten, zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen inclusief de afschrijvingen van de immateriële vaste activa die de omvang van het ICT-landschap weerspiegelen.

DUO streeft naar doelmatig gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. DUO bereikt dit door «slim» te vervangen en te komen tot een onder architectuur ontwikkeld, modern, simpel en kleiner ICT-landschap. DUO stuurt op stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO realiseert dit door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren en te vervangen. Daarnaast stuurt DUO op doelmatigheid voor wat betreft de overheadkosten. DUO streeft de komende jaren naar 20% overhead ten opzichte van de totale kosten.

Tabel 80 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

Slotwet 2023

Vastgestelde begroting 2024

2025

2026

2027

2028

2029

Omschrijving Generiek Deel

       

Omzet Bekostiging Instellingen*1

19%

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Omzet Studiefinanciering*

47%

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Omzet Examendiensten*

15%

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Omzet Basisregisters*

14%

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Omzet Informatiediensten*

5%

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Totaal basiscontract excl. LCM*

 

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

        

Vervangingskosten*

47,4

100,0

112,9

124,0

139,4

145,6

144,3

Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer*

43,7

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Immateriële vaste activa (x1 mln)

138,0

147,3

161,4

169,6

169,7

166,4

164,1

        

Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%)

20%

20%

20%

20%

20%

20%

20%

        

FTE

       

FTE-Intern

2.961,5

3.213,5

3.243,3

3.257,5

3.271,9

3.286,2

3.300,7

FTE-Extern

510,2

270,9

431,7

399,7

336,8

317,8

331,2

        

Tarieven/uur

       

ICT gerelateerd

€ 132,00

€ 132,00

€ 140,00

€ 140,00

€ 140,00

€ 140,00

€ 140,00

Overige uren

€ 87,00

€ 87,00

€ 94,50

€ 94,50

€ 94,50

€ 94,50

€ 94,50

        

Saldo baten en lasten (%)

100%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

        

Kwaliteitsindicatoren

       

Klantcontact digitaal

6,6

6,5

6,5

6,5

6,5

6,5

6,5

Klantcontact traditioneel

7,8

7,0

7,0

7,0

7,0

7,0

7,0

1

Index 2024 is gelijk aan 100

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Zoals blijkt uit de tabel streeft DUO voor de komende jaren naar gelijkblijvende prijzen bij een verbeterde dienstverlening en een kwaliteitsverbetering door de investeringen in het ICT-landschap.

DUO maakt de effecten van Life Cycle Management inzichtelijk door het weergeven van de ontwikkeling van de vervangingskosten. Dit betreffen de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen inclusief de afschrijvingen van de immateriële vaste activa die de omvang van het ICT-landschap weerspiegelen.

Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer: Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer gerepresenteerd in een gelijkblijvend indexgetal van 100.

Immateriële vaste activa: Om de omvang van het ICT-landschap te meten wordt de balanspost immateriële vaste activa opgenomen als indicator. Hierin is alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal de komende jaren stijgen en rond 2028 stabiliseren rond € 165 miljoen. Deze ontwikkeling houdt geen rekening met eventuele uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaarderingen van bestaande systemen. De ontwikkeling van deze balanspost dient te worden beoordeeld in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer.

Doelmatigheid in het kader van Life Cycle Management wordt bereikt door de omvang van het ICT-landschap te stabiliseren waarbij ernaar wordt gestreefd de onderhouds- en beheerkosten niet verder te laten stijgen. In 2025 zit DUO op het gewenste investeringsniveau per jaar waarbij na 2028 de afschrijvingslasten gelijk zijn aan het investeringsniveau en de balanspost immateriële vaste activa (en daarmee het ICT-landschap) niet verder toeneemt.

Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%): Deze indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten. Daar waar in het verleden een percentage van boven de 20% is gerealiseerd wil DUO voor de komende jaren dalen naar 20% overhead ten opzichte van de totale kosten.

FTE totaal: De stijging ten opzichte van 2024 vloeit primair voort uit de uitbreiding van de basisdienstverlening en werkzaamheden voor overige departementen. Daarnaast is de verwachting dat, vanwege de schaarste van ICT personeel en de toename van het werkpakket bij DUO, de verambtelijking van externen minder succesvol zal zijn.

De weergegeven ontwikkeling in FTE’s betreft eveneens een deel van de bezetting welke werkzaam is ten behoeve van de ontwikkeling van infrastructuur, software en applicaties in eigen beheer welke, financieel gezien, worden aangemerkt als een investering in immateriële vaste activa. Ten slotte geldt dat een fors deel van de stijging in het aantal FTE’s het gevolg is van additionele werkzaamheden welke voortvloeien Werken aan Uitvoering (WAU).

Tarieven: Projecttarief per uur: Het projecttarief per uur (€ 140,00) is een gemiddeld uurtarief ten behoeve van systeem- en procesaanpassingen. Meerwerktarief per uur: Voor niet ICT-gerelateerde inzet geldt een lager tarief van € 94,50 per uur. De tarieven representeren een stijging ten opzichte van het voorgaand jaar passend in de loon- en prijsontwikkeling.

Indicatoren: Voor de Klanttevredenheid Klantcontact digitaal is de norm 6,5 en voor de Klanttevredenheid klantcontact traditioneel is de norm 7,0. Het betreft hier respectievelijk de tevredenheid van individuele klanten op de kanalen Mijn DUO en de website (digitaal) en tevredenheid op de kanalen telefonie, e-mail en balie (traditioneel), op een schaal van 1 tot en met 10.

Licence