In deze paragraaf is de begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
DUO is een agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), dat ook voor enkele andere ministeries werkt. Voor het Ministerie van OCW voert DUO een groot aantal onderwijswetten en -regelingen uit. Daarnaast vervult DUO voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) taken voor de Wet Inburgering en voor het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Voor het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) beheert DUO twee registers op het gebied van kinderopvang. Voor het Ministerie van Financiën voert DUO werkzaamheden uit op het gebied van examens voor de Wet op het financieel toezicht (Wft). Tot slot verzorgt de Shared Service Organisatie (SSO) Noord, sinds 1 januari 2019 onderdeel van DUO, voor diverse opdrachtgevers taken op het gebied van inkoop in het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), en housing en hosting in het Overheids Datacenter (ODC). DUO is gevestigd in Groningen (hoofdkantoor) en in Den Haag, en heeft zeventien servicekantoren en balies en zes toetslocaties verspreid over het land.
De komende jaren staat het realiseren van de ambities in het kader van Werken aan Uitvoering centraal bij DUO. De dienstverlening aan alle klanten van DUO wordt verbeterd. Hiertoe wordt geïnvesteerd in het vakmanschap van de medewerkers van DUO, en in de randvoorwaarden die hiervoor ingevuld moeten worden zoals het verder verbeteren van de digitale systemen, informatiehuishouding, implementatie van klantvolgsystemen en verdere verbetering van de dienstverlening.
In de budgettaire bijlage van het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen dat er bezuinigd moet worden op het apparaat van de Rijksoverheid. Voor DUO betreft dit een structurele reeks van € 2,2 miljoen, startend in 2025.
Stand Slotwet 2023 | Vastgestelde begroting 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 485.261 | 445.212 | 507.617 | 509.227 | 504.962 | 504.586 | 508.993 |
waarvan omzet moederdepartement | 391.319 | 354.673 | 401.392 | 403.002 | 398.737 | 398.361 | 402.768 |
waarvan omzet overige departementen | 87.536 | 84.128 | 99.538 | 99.538 | 99.538 | 99.538 | 99.538 |
waarvan omzet derden | 6.406 | 6.411 | 6.687 | 6.687 | 6.687 | 6.687 | 6.687 |
Rentebaten | 1.132 | 0 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | ‒ | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | ‒ | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 486.393 | 445.212 | 508.617 | 510.227 | 505.962 | 505.586 | 509.993 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 446.326 | 406.812 | 458.500 | 453.427 | 439.946 | 435.839 | 441.036 |
- Personele kosten | 310.360 | 295.951 | 330.768 | 325.757 | 314.757 | 312.373 | 316.309 |
waarvan eigen personeel | 228.655 | 248.475 | 249.490 | 250.746 | 252.008 | 253.274 | 254.550 |
waarvan inhuur externen | 69.750 | 39.537 | 69.454 | 63.408 | 51.526 | 47.946 | 50.480 |
waarvan overige personele kosten | 11.955 | 7.938 | 11.824 | 11.603 | 11.223 | 11.153 | 11.279 |
- Materiële kosten | 135.966 | 110.862 | 127.732 | 127.670 | 125.189 | 123.466 | 124.727 |
waarvan apparaat ICT | 42.627 | 30.261 | 38.686 | 38.500 | 37.932 | 37.438 | 37.665 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 29.641 | 27.219 | 28.412 | 28.281 | 27.882 | 27.696 | 28.017 |
waarvan overige materiële kosten | 63.698 | 53.382 | 60.634 | 60.889 | 59.375 | 58.332 | 59.045 |
Rentelasten | 637 | 1.100 | 2.563 | 3.310 | 4.495 | 4.824 | 4.987 |
Afschrijvingskosten | 33.483 | 35.700 | 45.354 | 51.290 | 59.321 | 62.723 | 61.770 |
- Materieel | 13.092 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 |
waarvan apparaat ICT | 12.606 | 12500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 486 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
- Immaterieel | 20.391 | 22.700 | 32.354 | 38.290 | 46.321 | 49.723 | 48.770 |
Overige lasten | 5.685 | 1.500 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 |
waarvan dotaties voorzieningen | 5.685 | 1500 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 | 2.100 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal lasten | 486.131 | 445.112 | 508.517 | 510.127 | 505.862 | 505.486 | 509.893 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 262 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 53 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Saldo van baten en lasten | 209 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De verwachte omzet moederdepartement van € 401,4 miljoen betreft de inkomsten voor geleverde diensten en producten aan de opdrachtgever OCW. Van de omzet moederdepartement 2025 is € 261,3 miljoen gerelateerd aan de vijf hoofdproducten, te weten Bekostiging (€ 48,8 miljoen), Studiefinanciering (€ 123,8 miljoen), Examens (€ 40,5 miljoen), Registers (€ 36,3 miljoen) en Informatiediensten (€ 11,9 miljoen). Tevens is in de begroting € 58,3 miljoen omzet opgenomen uit hoofde van de overige taken waarvan € 37,7 miljoen betrekking heeft op Werken aan Uitvoering (WAU). Voor opdrachten welke nog geen onderdeel zijn van de lumpsum financiering van het basiscontract is € 15,9 miljoen opgenomen. Ten slotte is € 65,9 miljoen opgenomen ten behoeve van de vervangingen van het systeemlandschap.
Omzet moederdepartement | 401.392 | |
---|---|---|
waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging | 48.813 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering | 123.827 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten | 40.523 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister | 36.303 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten | 11.852 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken | 58.309 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten | 15.873 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Vervangingen (LCM) | 65.892 |
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen (€ 99,5 miljoen) betreft opbrengsten in verband met de uitvoering van inburgeringstaken (€ 40,6 miljoen) en print- en couverteerwerkzaamheden voor het CJIB (€ 2,1 miljoen) voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarnaast betreffen het werkzaamheden in het kader van de uitvoering landelijk register kinderopvang (€ 9,3 miljoen) en overige opdrachten (€ 2,9 miljoen) voor het Ministerie van SZW, het examen Wet Financieel Toezicht (€ 2,6 miljoen) in opdracht van het Ministerie van Financiën en compensatie van loonkosten van gedetacheerde medewerkers (€ 0,9 miljoen). Daarnaast is € 41,1 miljoen aan omzet opgenomen in verband met werkzaamheden uitgevoerd door het Shared Service Organisatie Noord welke onderdeel is van DUO. Het betreffen werkzaamheden voor het Ministerie van BZK (€ 16,7 miljoen), het ministerie van JenV (€ 12,8 miljoen), het Ministerie van EZ (€ 5,5 miljoen), het Ministerie van VWS (€ 3,9 miljoen), Ministerie van Financiën (€ 1,2 miljoen), het Ministerie van IenW (€ 0,8 miljoen), en overige ministeries (€ 0,2 miljoen).
Omzet derden
De omzet derden (€ 6,7 miljoen) betreft met name het innen van leges voor examens (€ 3,4 miljoen), overige opbrengsten (€ 1,4 miljoen) en opbrengsten voor het uitvoeren van werkzaamheden door het Shared Service Organisatie (SSO) Noord (€ 1,9 miljoen).
Rentebaten
De rentebaten betreffen een inschatting van de verwachte rentebaten uit hoofde van het positieve saldo op de rekening-courant met het Ministerie van Financiën.
Lasten
Personele kosten
De begrote personele kosten bedragen € 330,8 miljoen en hebben betrekking op de kosten van eigen personeel (€ 249,5 miljoen) op basis van de gemiddelde loonkosten, de kosten voor externe inhuur (€ 69,5 miljoen) en een reële inschatting van de overige personele kosten zoals opleidingsbudget en reiskosten (€ 11,8 miljoen). DUO is voortdurend bezig waar mogelijk de inzet van relatief duur extern ICT personeel te verminderen door in plaats daarvan ambtelijk personeel in dienst te nemen. Dit heeft naast kostenvoordelen ook als voordeel dat de kennisopbouw binnen de eigen organisatie beter kan worden geborgd.
Wel is het zo dat de mogelijkheden om deze zogenoemde verambtelijking succesvol gestalte te kunnen geven worden beperkt door de schaarste van ICT personeel.
Materiële kosten
De begrote materiële kosten bedragen € 127,7 miljoen en betreffen onder andere de ICT gerelateerde apparaatskosten (€ 38,7 miljoen) zoals de kosten voor het rekencentrum en kosten ten behoeve van beheer, onderhoud en ontwikkeling van ICT-systemen. Daarnaast is een bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) (€ 28,4 miljoen) begroot. De begrote overige materiële lasten (€ 60,6 miljoen) betreffen kosten voor externe diensten (zoals automatisering en detacheringen), kosten voor examens (zoals drukwerk en vergoedingen voor examinatoren en surveillanten), communicatiekosten en portokosten.
Rentelasten
De begrote rentelasten bedragen € 2,6 miljoen en betreffen de vergoeding voor de aangetrokken leningen bij het Ministerie van Financiën. Deze leningen worden gebruikt ter financiering van vervangingen in het systeemlandschap.
Afschrijvingskosten
De begrote afschrijvingskosten bedragen € 45,4 miljoen en betreffen afschrijvingskosten uit hoofde van materiële en immateriële vaste activa. De stijging in 2025 en opvolgende jaren hangt primair samen met de geplande investeringen in het ICT-landschap.
Overige lasten
De begrote overige lasten bedragen € 2,1 miljoen en betreffen de verwachte dotatie aan de personele voorzieningen zoals wachtgeld, maatwerk en jubilea.
Stand Slotwet 2023 | Vastgestelde begroting 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 38.504 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 501.911 | 445.212 | 508.617 | 510.227 | 505.962 | 505.586 | 509.993 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 465.580 | ‒ 409.512 | ‒ 463.263 | ‒ 458.937 | ‒ 446.641 | ‒ 442.863 | ‒ 448.223 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 36.331 | 35.700 | 45.354 | 51.290 | 59.321 | 62.723 | 61.770 |
-/- totaal investeringen | ‒ 68.566 | ‒ 73.600 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 68.566 | ‒ 73.600 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 | ‒ 94.300 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 19.810 | ‒ 35.700 | ‒ 45.354 | ‒ 51.290 | ‒ 59.321 | ‒ 62.723 | ‒ 61.770 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 37.770 | 73.600 | 94.300 | 94.300 | 94.300 | 94.300 | 94.300 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 17.960 | 37.900 | 48.946 | 43.010 | 34.979 | 31.577 | 32.530 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 24.229 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 | 20.231 |
Toelichting
Kasstroomoverzicht
De operationele kasstroom is het saldo van ontvangsten van dienstverlening aan het moederdepartement, de overige departementen en derden waar uitgaven aan intern en extern personeel en leveranciers tegenover staat. De investeringskastroom betreft de verwachte investeringen in zowel materiële als immateriële vaste activa. Het gaat hier specifiek om investeringen in het rekencentrum, softwarelicenties en netwerken. Daarnaast betreffen dit investeringen in het systeemlandschap (zelf ontwikkelde infrastructuur en applicaties). Onder de financieringskasstroom is de aflossing op de leningen opgenomen evenals de verwachte aan te trekken leningen. De investeringen in de (immateriële) vaste activa worden gefinancierd via een beroep op de leenfaciliteit.
Kapitaaluitgaven
Investeringen gebouw | 0 |
---|---|
Kantoormeubilair | 0 |
Kantoormachines | 0 |
Automatiseringsapparatuur | 24.200 |
Depotinrichting | 0 |
App. conservering & restauratie | 0 |
Inrichting studiezaal | 0 |
Zelfontwikkelde software | 70.100 |
Totaal investeringen | 94.300 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 |
Aflossing op leningen | 45.354 |
Beroep op leenfaciliteit | 0 |
Totaal financieringskasstroom | 45.354 |
Totaal Kapitaaluitgaven | 139.654 |
Doelmatigheid
De basisindicatoren voor het bepalen van de doelmatigheid zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Conform het overzicht met doelmatigheidsindicatoren stuurt DUO op gelijkblijvende kosten bij verbeterde dienstverlening. De kwaliteitsverbetering zal onder andere ontstaan door de investeringen in het ICT-landschap. Daarnaast heeft de invoering van de Life Cycle Management (LCM) systematiek binnen DUO geleid tot een situatie waarin grote eenmalige projectinvesteringen zijn vervangen door structurele investeringen die over langere tijd worden afgeschreven. Dit is zichtbaar in de post vervangingskosten, zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen inclusief de afschrijvingen van de immateriële vaste activa die de omvang van het ICT-landschap weerspiegelen.
DUO streeft naar doelmatig gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. DUO bereikt dit door «slim» te vervangen en te komen tot een onder architectuur ontwikkeld, modern, simpel en kleiner ICT-landschap. DUO stuurt op stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO realiseert dit door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren en te vervangen. Daarnaast stuurt DUO op doelmatigheid voor wat betreft de overheadkosten. DUO streeft de komende jaren naar 20% overhead ten opzichte van de totale kosten.
Slotwet 2023 | Vastgestelde begroting 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet Bekostiging Instellingen*1 | 19% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Studiefinanciering* | 47% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Examendiensten* | 15% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Basisregisters* | 14% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Omzet Informatiediensten* | 5% | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Totaal basiscontract excl. LCM* | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | |
Vervangingskosten* | 47,4 | 100,0 | 112,9 | 124,0 | 139,4 | 145,6 | 144,3 |
Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer* | 43,7 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 | 100,0 |
Immateriële vaste activa (x1 mln) | 138,0 | 147,3 | 161,4 | 169,6 | 169,7 | 166,4 | 164,1 |
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%) | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
FTE | |||||||
FTE-Intern | 2.961,5 | 3.213,5 | 3.243,3 | 3.257,5 | 3.271,9 | 3.286,2 | 3.300,7 |
FTE-Extern | 510,2 | 270,9 | 431,7 | 399,7 | 336,8 | 317,8 | 331,2 |
Tarieven/uur | |||||||
ICT gerelateerd | € 132,00 | € 132,00 | € 140,00 | € 140,00 | € 140,00 | € 140,00 | € 140,00 |
Overige uren | € 87,00 | € 87,00 | € 94,50 | € 94,50 | € 94,50 | € 94,50 | € 94,50 |
Saldo baten en lasten (%) | 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Klantcontact digitaal | 6,6 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 | 6,5 |
Klantcontact traditioneel | 7,8 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 | 7,0 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Zoals blijkt uit de tabel streeft DUO voor de komende jaren naar gelijkblijvende prijzen bij een verbeterde dienstverlening en een kwaliteitsverbetering door de investeringen in het ICT-landschap.
DUO maakt de effecten van Life Cycle Management inzichtelijk door het weergeven van de ontwikkeling van de vervangingskosten. Dit betreffen de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen inclusief de afschrijvingen van de immateriële vaste activa die de omvang van het ICT-landschap weerspiegelen.
Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer: Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer gerepresenteerd in een gelijkblijvend indexgetal van 100.
Immateriële vaste activa: Om de omvang van het ICT-landschap te meten wordt de balanspost immateriële vaste activa opgenomen als indicator. Hierin is alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal de komende jaren stijgen en rond 2028 stabiliseren rond € 165 miljoen. Deze ontwikkeling houdt geen rekening met eventuele uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaarderingen van bestaande systemen. De ontwikkeling van deze balanspost dient te worden beoordeeld in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer.
Doelmatigheid in het kader van Life Cycle Management wordt bereikt door de omvang van het ICT-landschap te stabiliseren waarbij ernaar wordt gestreefd de onderhouds- en beheerkosten niet verder te laten stijgen. In 2025 zit DUO op het gewenste investeringsniveau per jaar waarbij na 2028 de afschrijvingslasten gelijk zijn aan het investeringsniveau en de balanspost immateriële vaste activa (en daarmee het ICT-landschap) niet verder toeneemt.
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%): Deze indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten. Daar waar in het verleden een percentage van boven de 20% is gerealiseerd wil DUO voor de komende jaren dalen naar 20% overhead ten opzichte van de totale kosten.
FTE totaal: De stijging ten opzichte van 2024 vloeit primair voort uit de uitbreiding van de basisdienstverlening en werkzaamheden voor overige departementen. Daarnaast is de verwachting dat, vanwege de schaarste van ICT personeel en de toename van het werkpakket bij DUO, de verambtelijking van externen minder succesvol zal zijn.
De weergegeven ontwikkeling in FTE’s betreft eveneens een deel van de bezetting welke werkzaam is ten behoeve van de ontwikkeling van infrastructuur, software en applicaties in eigen beheer welke, financieel gezien, worden aangemerkt als een investering in immateriële vaste activa. Ten slotte geldt dat een fors deel van de stijging in het aantal FTE’s het gevolg is van additionele werkzaamheden welke voortvloeien Werken aan Uitvoering (WAU).
Tarieven: Projecttarief per uur: Het projecttarief per uur (€ 140,00) is een gemiddeld uurtarief ten behoeve van systeem- en procesaanpassingen. Meerwerktarief per uur: Voor niet ICT-gerelateerde inzet geldt een lager tarief van € 94,50 per uur. De tarieven representeren een stijging ten opzichte van het voorgaand jaar passend in de loon- en prijsontwikkeling.
Indicatoren: Voor de Klanttevredenheid Klantcontact digitaal is de norm 6,5 en voor de Klanttevredenheid klantcontact traditioneel is de norm 7,0. Het betreft hier respectievelijk de tevredenheid van individuele klanten op de kanalen Mijn DUO en de website (digitaal) en tevredenheid op de kanalen telefonie, e-mail en balie (traditioneel), op een schaal van 1 tot en met 10.