Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 95 Apparaat Kerndepartement

Budgettaire gevolgen

Tabel 73 Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Begroting

 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

364.027

448.929

420.079

396.135

366.040

337.482

329.099

        

Uitgaven

367.257

448.929

420.079

396.135

366.040

337.482

329.099

        

Personele uitgaven

300.166

380.519

344.805

324.170

298.906

274.450

267.799

Eigen Personeel

281.271

359.905

327.090

308.906

283.752

263.717

257.366

Externe inhuur

16.934

15.951

13.323

11.100

11.215

7.024

6.815

Overige personele uitgaven

1.961

4.663

4.392

4.164

3.939

3.709

3.618

Materiële uitgaven

65.183

66.286

75.274

71.965

67.134

63.032

61.300

ICT

20.054

7.654

8.320

8.117

7.132

6.725

6.564

Bijdrage aan SSO's

21.641

23.965

23.315

22.045

20.813

19.587

19.097

Overig Materieel

23.488

34.667

43.639

41.803

39.189

36.720

35.639

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.908

2.124

0

0

0

0

0

Begrotingsreserve Schatkistbankieren

1.908

2.124

0

0

0

0

0

Ontvangsten

2.933

2.691

539

510

482

454

442

Ontvangsten

1.025

567

539

510

482

454

442

Begrotingsreserve Schatkistbankieren

1.908

2.124

0

0

0

0

0

Toelichting

Op het artikel Apparaat Kerndepartement staan de apparaatsuitgaven van de directies van het kerndepartement, zowel die van de beleidsdirecties als die van de niet-beleidsdirecties, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, de inspecties en de adviesraden van het ministerie. Daarnaast worden hier de centrale uitgaven voor onder andere huisvesting, automatisering en bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO's) geraamd. De apparaatstaakstelling en de taakstelling externe inhuur uit het hoofdlijnenakkoord vanaf 2025 zijn in de begroting verwerkt. Deze lopen op van € 20,3 miljoen in 2025 naar € 86,2 miljoen in 2029 (22%). Intern is deze reeks voor het jaar 2025 doorverdeeld over het kerndepartement, haar dienstonderdelen en de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) op basis van een efficiencykorting van 0,5% structureel. Over de interne verdeling van de apparaatstaakstelling vanaf 2026 vindt nog besluitvorming plaats. Uitkomst van die besluitvorming wordt in de eerste suppletoire begroting van 2025 budgettair verwerkt.

Op dit artikel worden tevens de mutaties op de begrotingsreserve schatkistbankieren geraamd. Het Ministerie van OCW staat garant voor het in gebreke blijven van aan het Ministerie van OCW verbonden instellingen die gebruik maken van de regeling schatkistbankieren. Gegeven de omvang van het budget is er om doelmatigheidsredenen voor gekozen om niet per relevant beleidsartikel een reeks op te nemen, maar dit te doen op het artikel 95 (apparaat kerndepartement). De ontvangen premies van aan het Ministerie van OCW verbonden instellingen worden jaarlijks via het Ministerie van Financiën aan het Ministerie van OCW overgemaakt en dit wordt in de begroting en in de saldibalans in het jaarverslag (toevoeging premie aan gegroeide reserve) verwerkt.

In de volgende tabel zijn de apparaatsuitgaven van het Ministerie van OCW onderverdeeld naar kerndepartement, Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Inspectie van het Onderwijs, Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed, Onderwijsraad, Raad voor Cultuur en de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie. Daarnaast zijn de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen en zelfstandige bestuursorganen weergegeven. De wijze waarop de apparaatskosten bij zbo’s (tabel 95b) worden berekend is aan de hand van een verbeterde methode aangepast en geüniformeerd. Dit heeft geleid tot wijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren. Deze wijziging is het grootst bij de Nederlandse Publieke Omroep. De apparaatskosten bij zbo’s zijn vastgesteld op basis van de jaarrekeningen 2023, met uitzondering van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek waar de apparaatskosten voor 2024 en verder zijn gebaseerd op hun begroting over het jaar 2024.

Tabel 74 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en ZBO's/RWT's (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal apparaatsuitgaven ministerie1

367.257

448.929

420.079

396.135

366.040

337.482

329.099

Kerndepartement2

213.657

295.653

267.210

246.944

215.656

191.065

182.914

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

51.000

55.457

54.109

52.158

53.582

49.853

49.854

Inspectie van het Onderwijs

89.900

83.361

85.667

83.997

83.766

83.528

83.295

Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed

4.800

6.855

6.621

6.566

6.566

6.566

6.566

Onderwijsraad

2.500

2.902

2.978

2.977

2.977

2.977

2.977

Raad voor Cultuur

3.700

3.991

2.788

2.787

2.787

2.787

2.787

Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie

1.700

710

706

706

706

706

706

        

Totaal apparaatskosten agentschappen3

507.264

468.612

523.200

519.427

508.546

499.939

501.036

Dienst Uitvoering Onderwijs

446.326

406.812

458.500

453.427

439.946

435.839

441.036

Nationaal Archief

60.938

61.800

64.700

66.000

68.600

64.100

60.000

        

Totaal apparaatskosten zbo's

392.654

396.645

393.417

391.180

390.725

390.428

390.428

Stichting Participatiefonds (PF)

400

400

400

400

400

400

400

Stichting Vervangingsfonds (VF)

331

331

331

331

331

331

331

College voor Toetsen en Examens

7.956

9.152

9.561

8.998

9.029

8.660

8.660

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

81.808

81.808

81.808

81.808

81.808

81.808

81.808

Nationaal Coordinatiepunt NLQF4

Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie

5.053

5.053

5.028

5.028

5.028

5.028

5.028

Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

100.616

95.455

91.843

90.169

89.683

89.755

89.755

Stichting Nederlans Fonds voor Podiumkunsten+

6.172

6.172

6.172

6.172

6.172

6.172

6.172

Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

6.473

6.473

6.473

6.473

6.473

6.473

6.473

Stichting Nederlands Fonds voor de Film

4.842

4.842

4.842

4.842

4.842

4.842

4.842

Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

3.992

3.992

3.992

3.992

3.992

3.992

3.992

Stichting Mondriaan Fonds

6.026

6.026

6.026

6.026

6.026

6.026

6.026

Stichting Nederlands Letterenfonds

4.743

4.743

4.743

4.743

4.743

4.743

4.743

Bureau Architectenregister

559

559

559

559

559

559

559

Commissariaat voor de Media

7.034

7.034

7.034

7.034

7.034

7.034

7.034

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

1.415

1.415

1.415

1.415

1.415

1.415

1.415

Nederlandse Publieke Omroep

102.693

102.693

102.693

102.693

102.693

102.693

102.693

Regionale Publieke Omroep

2.197

2.197

2.197

2.197

2.197

2.197

2.197

Koninklijke Bibliotheek

58.300

58.300

58.300

58.300

58.300

58.300

58.300

        

Totaal apparaatskosten rwt's5

42.697.768

43.455.284

42.585.193

42.249.995

42.269.563

41.979.319

41.776.148

Bevoegde gezagsorganen primair onderwijs

14.695.315

14.835.300

14.698.818

14.694.225

15.021.717

15.037.523

14.993.598

Bevoegde gezagsorganen voortgezet onderwijs

10.861.632

11.032.396

10.845.474

10.731.424

10.900.528

10.809.824

10.761.518

Stichting Cito

32.972

35.222

36.012

36.012

36.012

36.012

36.012

Stichting SLO

10.850

10.850

12.450

12.450

12.450

12.450

12.450

Regionale opleidingscentra, agrarische opleidingscentra en vakinstellingen

5.192.137

5.235.870

5.246.611

5.271.708

5.289.840

5.244.601

5.211.371

Landelijk Centrum Studiekeuze (voorheen Studiekeuze 123)

3.707

4.447

4.447

4.447

4.447

4.447

4.447

Nuffic

10.569

10.155

10.155

10.155

10.155

10.155

10.155

Instellingsbesturen hogescholen

4.476.273

4.549.958

4.314.514

4.114.574

3.809.861

3.708.310

3.665.425

Instellingsbesturen universiteiten

6.264.730

6.560.652

6.213.283

6.170.921

5.979.471

5.909.899

5.873.384

Academische Ziekenhuizen

802.832

844.372

845.850

847.307

848.679

850.071

851.761

Netherlands house for Education and Research (Neth-er)

667

686

687

686

686

686

686

Nationaal Agentschap Erasmus+

4.337

4.662

4.533

4.533

4.533

4.533

4.533

Collectiebeherende instellingen die onder de Erfgoedwet vallen

260.435

247.910

269.716

269.716

269.716

269.716

269.716

Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen

81.312

82.804

82.643

81.837

81.468

81.092

81.092

1

De cijfers in de tabel zijn niet met elkaar te consolideren aangezien het zowel uitgaven als kosten betreft.

2

Het personeel van het CvTE bestaat uit rijksambtenaren, de apparaatskosten van het CvTE zijn dan ook opgenomen in het apparaatsuitgaven van het kerndepartement.

3

De apparaatskosten bij de baten-lastendiensten betreffen naast de apparaatskosten in verband met werkzaamheden voor OCW ook de kosten die verband houden met werkzaamheden die voor tweeden en derden worden uigevoerd.

4

Het wetsvoorstel NLQF, waarin het Nationaal Coordinatiepunt NLQF wordt ingesteld, is in 2024 aangenomen. Beoogd wordt de wet, en daarmee dit zbo, met ingang van 2025 in werking te laten treden.

5

In deze tabel is voor de rwt’s (niet zijnde zbo’s) het totale bedrag aan bekostiging opgenomen. Dit zijn allemaal rwt’s die bekostiging ontvangen uit programmabudget uit de OCW-begroting. Voor de rwt’s die het OCW beleid uitvoeren is geen onderscheid te maken tussen programma en apparaat. De in deze tabel opgenomen reeksen zijn onvergelijkbaar met de apparaatskosten voor het departement, de agentschappen en de zbo’s.

Toelichting

Tabel 75 Overzicht apparaatsuitgaven per beleidsterrein budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)

Beleidsartikel

2025

Totaal apparaat beleidsartikelen

96.039

Onderwijspersoneel en Primair onderwijs

14.111

Onderwijsprestaties en Voortgezet onderwijs

17.345

Kansengelijkheid & onderwijsondersteuning

8.284

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

9.594

Hoger onderwijs en studiefinanciering

11.534

Internationaal beleid

5.046

Cultuur & media

16.185

Onderzoek en wetenschapsbeleid

9.864

Emancipatie

4.076

Licence