Vastgestelde begroting incl. amendementen en 1e ISB | Mutaties tweede incidentele suppletoire begroting | Stand tweede incidentele suppletoire begroting | Mutaties | Mutaties | Mutaties | Mutaties | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
Verplichtingen | 11 589 423 | 239 623 | 11 829 046 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitgaven | 11 557 597 | 0 | 11 557 597 | 58 138 | 59 301 | 60 487 | 61 697 | |
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 11 409 093 | 0 | 11 409 093 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
BNI-afdrachten | 5 117 680 | 0 | 5 117 680 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
BTW-afdrachten | 1 276 364 | 0 | 1 276 364 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Invoerrechten | 4 834 846 | 0 | 4 834 846 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Plastic-grondslag | 180 203 | 180 203 | ||||||
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 100 313 | 0 | 100 313 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Europees Ontwikkelingsfonds | 100 313 | 0 | 100 313 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 11 000 | 0 | 11 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Raad van Europa | 11 000 | 0 | 11 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4 788 | 0 | 4 788 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | ||||||||
EIPA | 348 | 0 | 348 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | ||||||||
Programmatische ondersteuning: CECP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Europa College beurzenprogramma | 190 | 0 | 190 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Benelux bijdrage | 4 250 | 0 | 4 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 32 403 | 0 | 32 403 | 58 138 | 59 301 | 60 487 | 61 697 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | ||||||||
Europese Vredesfaciliteit | 32 403 | 0 | 32 403 | 58 138 | 59 301 | 60 487 | 61 697 | |
Ontvangsten | 2 708 961 | 0 | 2 708 961 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 1 208 711 | 0 | 1 208 711 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Invoerrechten | 1 208 711 | 0 | 1 208 711 | |||||
Overige ontvangsten EU | 0 | 0 | 0 | |||||
3.11 | Europees herstelfonds | 1 500 000 | 0 | 1 500 000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting verplichtingen en uitgaven
Artikelonderdeel 3.5
Op korte termijn wordt een voorstel verwacht voor een tweede ophoging van het financieringsplafond van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) met EUR 3,5 miljard (in 2018 prijzen, conform Europese begrotingssystematiek). Vanwege de stijging van de Nederlandse bijdrage aan de EPF die daaruit zou voortvloeien worden enkele mutaties op de begroting doorgevoerd. Gebaseerd op een BNI-sleutel van 5,9% en op basis van lopende prijzen zou het verplichtingenbudget voor de Nederlandse EPF-bijdrage voor 2023 verhoogd worden met EUR 239,6 miljoen. Het jaarlijkse uitgavenbudget stijgt met EUR 58,1 miljoen in 2024 oplopend tot EUR 61,7 miljoen in 2027.
De EPF is een instrument dat twee financieringspijlers omvat. De pijler «operaties» financiert de gemeenschappelijke kosten van missies en operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) en maakt onderdeel uit van de begroting van het Ministerie van Defensie. De tweede pijler «steunmaatregelen» staat op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en financiert acties van de EU ten behoeve van derde landen, regionale of internationale organisaties, op grond van de artikelen 28 en 30 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU). Hierbij gaat het om acties ter versterking van de militaire en defensiecapaciteit en acties ter ondersteuning van de militaire aspecten van vredesondersteunende operaties. Omdat de verdeling van de ophoging over de twee financieringspijlers op dit moment nog niet bekend is, is in overleg met het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Financiën afgesproken om de volledige stijging van de Nederlandse bijdrage aan het EPF te verwerken op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Een interdepartementale overheveling zal plaatsvinden indien de verhouding tussen de daadwerkelijke uitgaven op de twee pijlers wijzigt.
De Kamer zal separaat geïnformeerd worden wanneer er door de HV een concreet voorstel aan de Raad wordt voorgelegd