Omschrijving van de samenhang met het beleid
14. Regionaal/lokale infra. | Realisatie | Begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | 2014 | ||
Verplichtingen | 98.661 | 164.588 | 65.062 | 602.679 | 240.876 | 230.817 | 10.059 | 1 |
Uitgaven | 266.337 | 338.572 | 238.852 | 215.678 | 163.374 | 241.969 | – 78.595 | |
14.01 Grote regionaal/lokale projecten | 156.053 | 138.107 | 142.033 | 58.664 | 149.178 | 81.566 | 67.612 | |
14.01.02 Planuitw.progr.reg./lok | 668 | 69 | 0 | 0 | 11.159 | 0 | 11.159 | 2 |
14.01.03 Real.progr.reg./lok. | 155.385 | 138.038 | 142.033 | 58.664 | 138.019 | 83.360 | 54.659 | 3 |
14.01.04 Investeringsruimte | 0 | 0 | – 1.794 | 1.794 | ||||
14.02 Regionale Mob. Fondsen | 50.576 | 30.592 | 41.580 | 45.185 | 9.334 | 12.992 | – 3.658 | 4 |
14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid | 59.708 | 169.873 | 55.239 | 111.829 | 4.862 | 147.411 | – 142.549 | |
14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten | 7.885 | 9.873 | 2.539 | 3.432 | 4.862 | 131.204 | – 126.342 | 5 |
14.03.02 RSP – ZZL: RB mob.fondsen | 51.823 | 160.000 | 52.700 | 108.397 | 0 | 0 | 0 | |
14.03.03 RSP – ZZL: REP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16.207 | – 16.207 | 6 |
14.09 Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.210 | 0 | 1.210 | 7 |
Toelichting
Ad 1) De hogere verplichtingenrealisatie in 2014 ad € 10 mln bestaat uit diverse plussen en minnen. In 2013 hebben onder meer stortingen in het Mobiliteitsfonds plaatsgevonden waardoor zowel de kas als de verplichting in 2014 is verlaagd. Daarnaast is in 2014 de oorspronkelijk voor 2013 geraamde subsidiebeschikking HOV netwerk Zuid-Holland Noord afgegeven en zijn diverse projectbudgetten opgehoogd naar aanleiding van de prijsbijstelling 2014.
Ad 2 t/m 7) Voor een toelichting op de artikelonderdelen wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen (per project) bij deze artikelonderdelen.
14.01 Grote regionale/lokale projecten
Motivering
Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden voor de ontvangers buiten de G3 (de drie grote steden) en voor de G3 (respectievelijk € 112,5 miljoen en € 225 miljoen) en moet het project passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid zoals verwoord in het jaarverslag Hoofdstuk XII 2014 bij beleidsartikelen 14 Wegen en verkeers-veiligheid en 15 Openbaar vervoer.
Algemeen
Producten
Regionale/lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de regionale overheid. IenM levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.
14.01.02 Planuitwerkingsprogramma regionaal/lokaal
In de begroting 2014 was binnen de post Bestemd (IF 14.01.02) vooruitlopend op de uitkomst met de gemeente Den Haag € 7 miljoen gereserveerd voor de niet door de gemeente Den Haag te verrekenen BTW met de belastingdienst inzake het project Tramtunnel Den Haag. Begin 2014 is na gezamenlijk overleg overeengekomen dat de gemeente Den Haag een vergoeding van € 11,2 miljoen ontvangt voor de niet te verrekenen BTW. De aanvullende kosten zijn door middel van een in de begroting 2015 verwerkte mutatie gedekt uit de investeringsruimte Regionaal Lokaal. De betaling aan de gemeente Den Haag heeft eind 2014 plaatsgevonden.
14.01.03 Realisatieprogramma regionaal/lokaal
Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd.
Kasbudget 2014 | Oplevering | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Begroting 2014 | Realisatie | Verschil | Begroting 2014 | Huidig | ||
Projecten Zuidvleugel | ||||||
Rotterdamsebaan | 0 | 0 | 2020–2022 | 2020–2022 | ||
A12/A20 Parallelstructuur Gouwe | 13 | 12 | – 1 | 2019–2021 | 2019–2021 | |
HOV netwerk Zuid-Holland Noord (voorheen | ||||||
Rijn-Gouwelijn) | 10 | 21 | 11 | 2018 | 2018 | 1 |
Randstadrail (incl. voorbereidingskosten | ||||||
en aanlanding RR op Den Haag HSE) | 6 | 12 | 6 | 2006/2016 | 2006–2016 | 2 |
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||||
Utrecht Trams naar De Uithof | 37 | 37 | 2018 | 2018 | 3 | |
N201 | 10 | 5 | – 5 | 2014 | 2014 | |
Noord/Zuidlijn Noord-WTC | 48 | 51 | 3 | 2017 | 2017 | |
Projecten Oost-Nederland | ||||||
Nijmegen 2e stadsbrug | 0 | 2013 | 2013 | |||
Afronding | ||||||
Programma | 88 | 138 | 51 | |||
Begroting (IF 14.01.03) | 83 | 138 | 55 | |||
Overprogrammering (-) | 5 | 0 |
Toelichting
Ad 1) HOV netwerk Zuid-Holland Noord (voorheen Rijn-Gouwelijn)
In 2014 is een subsidiebeschikking voor dit project verstrekt. Op basis van de hierin afgesproken mijlpalen en de hieraan gekoppelde bedragen is uiteindelijk in 2014 € 11 miljoen meer gerealiseerd dan eerder geprognosticeerd.
Ad 2) Randstadrail (incl. voorbereidingskosten en aanlanding RR op Den Haag HSE)
De hogere realisatie is enerzijds het gevolg van het in 2014 betalen van het startstation Erasmuslijn. De betaling van deze bijdrage was oorspronkelijk voorzien in 2013. Daarnaast heeft op basis van de gerealiseerde mijlpalen in 2014 een betaling plaatsgevonden ten behoeve van het onderdeel aanlanding Den Haag CS, in de uitgavenreeks was rekening gehouden met betaling in 2015.
Ad 3) Utrecht Trams naar de Uithof
De betaling van de factuur voor de uitgevoerde werkzaamheden was eind 2013 voorzien. Deze factuur is echter in januari 2014 betaalbaar gesteld.
14.01.04 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2014 was er geen investeringsruimte beschikbaar.
14.02 Regionale mobiliteitsfondsen
Motivering
Conform bestuurlijke afspraken is in het kader van de aanleg van de Sluiskiltunnel in 2014 een bedrag van € 9 miljoen gestort in het Regionaal Mobiliteitsfonds Zeeland. De bijdrage is lager dan was opgenomen in de begroting van 2014 omdat bij het opstellen hiervan nog niet bekend was hoeveel er in 2014 benodigd was.
14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid
Motivering
Betreft het RSP-convenant Rijk-regio (Kamerstukken II, 2007/08, 27 658, nr. 43). Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk Economisch Programma (REP).
Producten
Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks door middel van een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd. De meest recente voortgangsrapportage is als bijlage 4 toegevoegd aan de kamerbrief over de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen MIRT 2014 (Kamerstuk 34 000 A, nr. 15).
Kasbudget 2014 | ||||
---|---|---|---|---|
Begroting 2014 | Realisatie | Verschil | ||
Projecten Noord-Nederland | ||||
14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten | 131 | 5 | – 126 | 1 |
14.03.02 Regionaal Mobiliteitsfonds | 0 | 0 | ||
14.03.03 Ruimtelijk economisch programma | 16 | 0 | – 16 | 2 |
Afronding | ||||
Begroting (Infrastructuurfonds 14.03) | 147 | 5 | – 142 | |
Overige afspraken | ||||
LMCA Spoor: spoordriehoek | 9 | 5 | – 4 | |
Totale rijksbijdrage Noord-Nederland | 156 | 10 | – 146 |
Toelichting
Ad 1) Concrete bereikbaarheidsprojecten
Een deel van het taakstellende budget voor de Concrete bereikbaarheidsprojecten RSP is bestemd voor projecten waarvoor de regio de rol van contracterende partij vervuld.Van de begrote € 131 miljoen is € 57 miljoen overgemaakt via het Gemeentefonds naar de gemeente Assen voor haar rol als contracterende partij. Dit is niet zichtbaar als realisatie op de begroting van IenM. Daarnaast is de lagere realisatie onder andere veroorzaakt doordat budget is doorgeschoven van 2014 naar 2015. In tegenstelling tot de gemeente Assen hebben de provincies Friesland en Groningen namelijk aangegeven in 2014 geen aanvullend budget nodig te hebben.
Ad 2) Ruimtelijk economisch programma (REP)
De REP-middelen worden via het Provinciefonds uitgekeerd. Dit maakt dat de begroting van IenM geen realisatie laat zien.